BIJVOEGSEL VAN DE MIDDELBURGSCIIE COURANT.
Woensdag 24 November 18G9. No. 229.
Rechtzaken.
De arrondisesments rechtbank te 's-TCertogenbosch
heeft de regenten van liet gereformeerd weeshuis al
daar veroordeeld om den minderjarigen Groos aan zijne
moeder en voogdes uit te leveren.
M r J. S. van llonkel, advocaat te Groningen
geeft in een ingezonden stuk in de Groninger-Courant
eene nadere opheldering van een bericht uit Assen, om
trent eene rechtzaak, waarbij een advokaat uit Gro
ningen als verdediger werd afgewezen, omdat hij bj het
gerechtshof onbekend was en ook zijn naam als zoodanig
niet in het rechterlijk jaarboekje voor 18 9 vermeld stond.
Volgens mr. van Ronkel heeft de zaak zich in substan
tie aldus toegedragen, dat hij zich den 3«n November ter
griffie te Assen vervoegde om inzage van de processale
stukken. Hij vroeg den griffier of het ook noodig was
dat hij zijne akte van beëediging vertoonde, doch deze
antwoordde ontkennend, als de advocaat, al was het
vóór de terechtzitting, den president daarvan bericht
deed. Hij gaf diensvolgens den waarnemendcn president
daarvan kennis, en deze verzekerde zijn collega's er
mededeeling van te zullen doen, zonder te verklaren dat
hij het vertoonen eener akte van beëediging noodzake
lijk achtte, die zeer spoedig uit Groningen te ontbieden
zou geweest zijn.
Des morgens, even vóór de terechtzitting, liet de
president mr v. Ronkel vragen om de stukken, dewijl
hij niet in het rechterlijk jaarboekje van 1869 voorkwam.
De advocaat verzocht een uur uitstel in het belang der
verdediging om langs telegrafischen weg het bewijs zijner
identiteit te leveren, doch het werd niet toegestaan.
Den 4tfn werd uit Groningen de akte van beëediging
ontvangen, maar niets baatte meer. Men was met de
zaak zonder verdediger of verdediging voortgegaan.
Mr. van Ronkel meent hier aan minder loyale handel
wijze te moeten denken, die het recht der verdediging
wegens eene minutieuse formaliteit en nietige haarklo
verij miskent.
Gemengde berichten.
Volgens een bericht uit Guebwiller van den 20fn
dezer had men op eene door Troppmann bij zijne beken
tenis gevoegde nauwkeurige aanwijzing der plaats waar
Jan Kinck zon verborgen zijn, reeds een pet van gestipt
laken gevo iden, zooals Kinck, volgens de verklaring van
zijn schoonbroeder llausler, gewoonlijk droeg. Ook een
bijna nieuw houweel en een verbrijzelde flesch zijn op
diezelfde plaats gevonden.
Men weet dat Troppmann verklaard heeft Kinck den
vader door middel van met Pruisisch zuur vermengden
wijn vergiftigd te hebben.
Onlangs zijn eenige niet onbelangrijke aanteeke-
ningen uitgekomen over een nieuw soort van mnsenm,
dat bij de munt in Frankrijk opgericht is. Wij bedoelen
eene nog onvolledige, doch reeds zeer merkwaardige
verzameling van postzegels van de geheele wereld. De
belangrijkstetentoonstelling is die van Groot Brittannie.
hoewel zij niet volledig is en men een groot aantal oude
zegels en gestempelde enveloppen heeft moeten weglaten
die een aanzienlijke plaats zouden hebben ingenomen.
Het is opmerkelijk dat Engeland een zegel heeft gemaakt
voor ieder van zijne koloniën, ten getale van ongeveer
vier en dei tig, en dat eenige der zegels de zinnebeeldige
voorstellingen dragen van de voortbrengselen dier ko
loniën.
Ziehier de voornaamste: Zuidelijk Australië met de
beeltenis van koningin Victoria; Westelijk Australië
met de zwarte zwaan; de Hahama-eilanden, Victoria in
profiel, eene zeer fijne gravuur; Barbados, allegorische
beelden van Engeiand, en een schip dat onder zeil gaat;
Bermudas, beeltenis van Victoria; Nieuw Brunswyk,
den kleinen prins van Wallis (185'), beeltenis van Vic
toria en eindelijk een schip; Canada: op een dezer zegels
wordt de Franschman Cartier voorgesteld, op anderen,
Victoria; op anderen prins Albert. De Kaap de Goede
Hoop stelt het klassieke beeld van Engeland voor, zit
tende en geleund op een troon, die door een wijngaard
rank is omkransd, waarnaast een ram, in het rond de
woorden: „Cape of good Hope."
Eene reeks welke evenzeer opmerking verdiént is die
van de handelszegels voor de overeenkomsten dei-
Indische compagnie, zegels wier waarde van 1000 ropijen
tot een auna bedraagt Na Engeland zullen wij de Ver-
eenigde staten laten volgen, alwaar de zegels de beel
tenissen van Washington, Frauldin, Jefferson en Lincoln
dragen.
Brazilië. Het eerste in omloop gebrachte zegel draagt
het jaartal in groote letters; liet is niet fraai, maar lees
baar; de laatsten hebben liet portret van Dom Pedro 1.
Ecuador, Nieuw Grenada, Columbia, Peru, hebben een
lama, Chili met de beeltenis van Christophorus Colum
bus; Salvador, die op hunne langwerpige ruimte een
vulkaan voorstellen; de Argentijnscbe republiek, welke
drie reeksen heeft met de portretten der generaals San
Martin, Belgrane, Uvadavia, en eindelijk ten slotte der
vreemde landen, China.
In Europa: Denemarken, Zweden, Noorwegen, Neder
land, met de zegels der Oost-Indische koloniën. Het zegel
van 50 cents in Nederland is verguld. De Hanzesteden
Hamburg, Breinen, Lubeck, Hanover waarvan de eerste
in omloop zijnde zegels van 1861 dagteekenenBruns-
wijk van 1857België 1849.
Duitschland: Mecklenburg-Scbwerin, 1864; Mecklen
burg-Strelitz, 1^64; Oldenburg, 1862: Sleeswijk-Holstein,
Holstein en Sleeswijk, 1865.
Spanje, met de Antillen en de Philippijnsche eilanden.
Portugal is een der eersten geweest; zijne eerste uit
gifte dagteekent van 1853.
Zwitserland van 1854, heeft eene allegorische voor
sta Iling van Helvetië. Het zegel van 1 frank is verguld.
Italië, met alle kleine staten die vóór de inlijving
bestonden. Al die zegels zien er erbarmelijk uit.; men zou
zeggen dat zij met behulp van een klauw zijn gemaakt.
De pauselijke staten voeren de pauselijke kroon en
de sleutels, ook grof bewerkt.
Griekenland met het beeld van Mercurius.
Pruisen, reeksen van 1850, 5'» en 57.
Beieren, het groot-hertogdom Baden, Wurtemburg,
Saksen de Noord Duitsche bond, 1868, met twee serien
van zegels, naarmate de staten bij thalers of guldens
rekenen.
Het vorstendom van Thurn en Taxis dat, zooals men
weet, het monopolie der post voor de staten van den
Duitschenbond bezit, wordt voorgesteld door zijne zegels.
Rusland heeft twee seriën, waarvan de eene voor de
particuliere administratie (I860, 1864).
Het zegel van Finland is het jongste; het dagteekent
van I860.
Maar van al deze zegels zijn ontegenzeggelijk die van
Turkije de fraaist bewerkte. Zij dragen de halve maan
en in de vier hoeken het jaartal der Hegira, het jaartal
der regeering, den naam van den sultan en de waarde
van het zegel, in oostersche karakters, opeen fijn ge-
graveerden grond. De meesten dezer zegels, vooral van
de eerste in omloop gebrachte, zijn gestempeld en het
jaar en de wapenen zijn er in het wit hoog opgewerkt
op een gekleurden gronddoch naarmate de zegels van
latere dagtcekeningzijn,zietmen deze gewoonte afnemen.
Hoe onvolledig deze verzameling ook no^ zij, zij
voorziet in eene leemte; het is de heer Dumas, die
alleen den stoot tot de oprichting van dit museum heeft
gegeven. Dit museum van het muntgebouw te Parijs
is eiken Dinsdag en Vrijdag van LI tot 5 uren geopend.
(De Stadt Cent.)
Staten-generaal.
Volgens het voorloopig verslag over het wetsontwerp
tot wijziging en aanvulling der wetten omtrent de ver
zekeringder in- en uitgaande rechten en accijnsen, waren
vele leden van gevoelen dat eene geheele herziening der
algeraeene wet de voorkeur verdient boven hetgeen thans
door de regeering wordt voorgesteld en door sommige
leden wordt toegejuicht. De moeilijkheden kunnen niet
proot zijn, daar doorvoerrechten geheel zijn afgeschaft en
slechts op éen artikel uitvoerrecht wordt geheven. Men
meende dat de minister in dit opzicht veel toegaf aan
het opzien der ambtenaren tegen een dergelijken arbeid.
De voorgedragen strengere strafbepalingen deden ook
vermoeden dat bij het toekennen van meerdere vrijheid
aan den handel echter het meest op de verzekering der
rechten van de schatkist is gelet. De strafbaarstelling
van degenen die frauduleus ingevoerde goederen inkoch
ten wenschten sommigen alleen tot gesloken gedistilleerd
beperkt te zien.
Bij de beantwoording van het verslag der kamer over
hoofdstuk VII c (Hervormde eereiienst) verklaart de
minister dat naar zijne overtuiging dezelfde redeuen die
vroeger de opheffing der afzonderlijke ministeriën van
eeredienst hebben aangeraden, nu ook pleiten voor de
opheffing der bijzondere afdeelingen, welke voor die
ministeriën zijn in de plaats getreden. Voor zooveel de
hervormde en andere eerediensten (behalve den roomsch-
catholiek';n) betreft, zou geen bezwaar bestaan de beide
afdeelingen te vereenigen tot eene gewone afdeeling van
een departement van algemeen bestuur, zoodat zij onder
het opperbestuur van éen minister gesteld en hare af
zonderlijke werkzaamheden, zooveel het kan, met de
werkzaamheden der onderscheiden bureaux van het
betrokken departement samen gevoegd worden.
Tegen het fixeeren van de gezamenlijke bijdragen uit
's-rijks schatkist voor de kerkgenootschappen blijft
bezwaar bestaan. Dit kan echter wel geschieden voor
de kosten van beheer, en heeft reeds voor sommige pro-
testantsche kerkgenootschappen plaatsgehad, terwijl het
voornemen bestaat dit ook op het hervormd kerkge
nootschap toe te passen.
Het afschaffen der particuliere collatierechten zal hoe
eer zoo beter geschieden, maar daaraan zijn vele moeie-
lijkheden verbonden.
Blijkens de .memorie van antwoord op het verslag
omtrent de begrooting der gestichten te Ommerschans
en te Veenhuizen, verklaait de minister in het geheel
niel te denken aan eene afscheiding van het beheer dier
gestichten. Dat de verpleegden te weinig werken is
onjuist, maar hun toestand staat ook niet gelijk aan dien
van gevangenen. Tot de opheffing van het weezenge-
sticht is besloten, omdat eene dergelijke inrichting geen
onderwerp van staatszorg kan zijn, en een opvoedingsge
sticht te midden eener bedelaarsbevolking zeer misplaatst
is. Hoewel de besmettelijke oogziekte te Veenhuizen
vermindert, zijn daaraan nog 30!) personen lijdende, die
echter in het nieuwe hospitaal streng afgezonderd
blijven.
Het wetsontwerp houdende wijzigingen in het wetboek
van burgerlijke rechtsvordering heeft alleen ten doel
door weinige en geene diep ingrijpende veranderingen
in dat wetboek het in overeenstemming te brengen met
de nieuwe rechterlijke inrichting. De partieele wijzigin
gen nemen echter niet de noodzakelijkheid weg oui eene
herziening op ruimer schaal tot stand te brengen; dat
omvangrijke werk moet evenwel uitgesteld worden tot
dat al datgene zal verricht zijn, wat onmisbaar is oin de
in 186L vastgestelde nieuwe rechterlijke inrichting ein
delijk van het papier in liet leven te roepen.
De koloniale huishoudelijke begrooting van Suriname
voor 1870, thans aan de vaststelling der vertegenwoordi
ging onderworpen, bedraagt in uitgaaf. /"1,17L,977.04
de geraamde middelen- 826,303.35
Dus de geraamde bijdr. uit 's rijks schatk. f 345,673.69
welke bijdrage voor 1869 geraamd was op f435,059.134.
Die voor Curasao bedraagt in uitgaat f 449,006 22^
de geraamde middeleu- 366,711.52
Dus de bijdrage van 's rijks schatkistf 82,294.70^
tegen f 129,399.98i voor 1869 geraamd.