Terkoopingen en aanbestedingen. Uit Warschau wordt bericht, dat de nieuwe univer siteit aldaar een recht Russisch karakter heeft aan genomen. Boven den hoofdingang staat een dubbele Russische adelaar, waaronder metgroote vergulde letters te lezeu staat: „keizerlijke universiteit," in (1- Russische taal. Binnen in bet gebouw zijn alle Poolsche opsehrif- teu weggenomen en vervangen door Russische opschrif ten. In de groote gehoorzaal ziet men tegenover den ingang, het levensgroote beeld van keizer Alexaniter II, den stichter der universiteit. Een der eerste bepalingen is de volgende: op straf van (rolgen de straffen) is het aan de studenten ten strengste verboden, knevel of bakkebaard te dragen Be bedienden, aan de universi teiten verbonden, mogen geen antwoord geven op eenige in het Poolsch tot hen gerichte vraag. Wijders zijn aanmerkelijke veranderingen ge bracht: zoo is b. v. de leerstoel voor de Poolsche taal- en letterkunde vernietigd, terwijl daarenboven de leerstoel voor het kanoniek recht is vervangen door een leer stoel voor het riyzant.ijnsch recht. Terwijl te Parijs het Hippedrome door de vlammen verteerd werd, vernielde hot vuur, twee duizend uren van daar, de opera van Pernambuco. Een uur na het uit barsten van het vuur bleef' niets meer over van het aller prachtigste gebouw. Deze schouwburg, in 1850 geopend, bad 500 contos de reis of bijna een millioen gulden ge kost. De verliezen zijn onschatbaar; niets was verzekerd. De muziekbibliotheek bevatte buiten het Fransch, Spaanseh, Italiaansch en Braziliaansch repertorium, de zeldzaamste en kostbaarste partituren. Ruim twee jaren geleden werd te Brussel een spoorwegbeambte tot vijf jaren gevangenisstraf veroor deeld wegens een diefstal van 5 bankbiljetten van 1000 franken, in weerwil dat hij zijne onschuld volhield. Dezer dagen heeft men een anderen ambtenaar, die een der gewichtigste getuigen a chanje bij het proces geweest was, betrapt, toen hij een der gestolen bankbiljetten uit gaf. Het blijkt nu, dat deze de dader van den diefstal, en de eerste onschuldig was. Jefferson Davis, de gewezen president der Zuide lijke staten van Amerika, bevindt zich weder in den staat Missisippi, waar bij het levenslicht zag. Toen hij te Nevv-Orleans landde werd hij met velerlei eerbewijzen ontvangen. De regeering van het rijk SchwarzburgRudol- stadt heeft de volksvertegenwoordiging, die niet eenmaal hare belastingwetten in behandeling wilde nemen, door een donderend manifest op hare plaats gezet Gij begrijpt niet, roept zij die ontaarden toe, dat door onze opneming in den Noord-Duitschon bond, alle zegeningen van een groot en machtig gemeenebest ons zijn geschonken, zonder dat éen der voordeelen, die wij als kleine staat genoten, voor ons is verloren gegaan. En gij wilt u voor dat dubbele heil geene otfers getroosten'? Maar de regee ring weet raad. Het land zal boeten voor de hardnekkig heid zijner afgevaardigden. Als gij u niet bekeert, roept zij, dan geene traktementsverliooging van ambtenaren meer; 2. de 3500 florijnen voor den landbouw worden ingetrokken. 3. Rijks hospitaal en krankzinnigen-ge stichten worden gesloten voor allen, die niet de volle verplegingskosten kunnen betalen 4. Alle armen komen ten laste der gemeenten. 5. Geene dorpswegen, noch waterwerken meer, geene subsidie aan bruggen, vonders en veren 6. Van het onderwijs trekt de staat de handen af. 7. Alle ondersteuning voor kerken, kosters, dominé's en schoolmeesters lioudt op; en 8. Geen cent wordt meer uit de staatskas als voorschot toegestaan. Wat zal hij zulke verschrikkelijke bedreigingen hel arme Schwarz burgltudolstadt doen? Het heeft geene keus. Het moet zich bekeeren, het moet voor den wil der regeering bui gende, het hoog opgevoerd budget van oorlog zich ge troosten, en in plaats van het oude contingent van 5 man en een korporaal, uit dankbaarheid voor den zegen van tot een groote staatsinrichting te behooren, eene halve compagnie onderhouden. {Het Noorden.) Omtrent de arrestatie van den beambte der Zwit- sersche eedgenootschappeiijke bank welke zaak tct eene quaestie tusschen Zwitserland en Oostenrijk aan leiding dreigt te geven wordt het volgende gemeld. Zij had plaats te Cormons, een grensstation aan den Italiaansch-Oostenrijkschen spoorweg, op den 8™ dezer dos namiddags te 3 uren. De ambtenaar van politie En- gelhardt, belast met het nazien der passen enz., ontwaarde in es.i coupé dereerste klasse een jongen man, wiens gelaat eenige overeenkomst scheen te hebben met het photographisch portret van zekeren Scharr, op wiens vangst eene som van 10,000 franken was gesteld (aan de verschillende grensstations enz, had men photographi- sche portretten gezonden, teneinde liet onderzoek to vergemakkelijken). In antwoord op de vraag naar zijn pas, zeide hij, dat hij niet in het bezit was van dergelijk document, maar niettemin volkomen in staat was de ver- eischte inlichtingen aangaande zijn persoon enz. te ver schaffen. „Mijn naam is Jacob Siiller, ik kom uit Venetië en begeef mij naar Nabresina." Onze Engelhardt, die zich in de eerste en voornaamste plaats uit dienstijver en insgelijks een weinig om de uitgeloofde 10,000 fran ken te verdienen, de trekken van het portret van Schiirr in het geheugen had geprent, liet zich door die woorden niet van het spoor leidenhij verzocht den heer Siiller, dien hij intusschen voor goed meende te hebben herkend als den voortvluchtigen Scharr, op het bureau te komen. Aanvankelijk hield hij vol Siiller te heetcn, maar dewijl hij geene brieven, onder dat adres aan hem gericht, of andere papieren kon toonen, won het vermoeden, tegen hem optrevat, meer en meer veld, hetgeen in zekerheid veranderde toen men bespeurde dat hij zich heimelijk van een pakje papieren poogde te ontdoen dat pakje hield in 33,500 franken in bankpapier der eedgenoot- schappelijke bank. „Ik zie dat ik verloren ben", zeide Scharr, en bekende nu alles. Men heeft ongeveer 39,000 franken in zijn bezit gevonden, het treurig over schot van ruim 3 millioen, in zeer korten tijd door zijne handen gegaan. Naar zijn verhaal is hij over Bazel, Waldshut, Friede- riehshafen van Munchen en van daar over Kufstein en Verona naar Venetië vertrokken, alwaarhij verscheidene weken heeft vertoefd. Hij had het plan om naar Weenen te gaan, teneinde aan de beurs te specnleeren, maar Engelhardt hoeft daarin eene kleine wijziging gebracht. Eonigen tijd geleden overleed in een der Londen sche krankzinnigengestichten een persoon, die daar slechts korten tijd was verpleegd. Bij de lijkschouwing bleek, dat de overledene tengevolge van zware mishan deling moest zijn gestorven, daar zijn horstbeen, benevens een aantal ribben waren gebroken. Noch de directie, noch de oppassers wisten echter iets van de mishande ling te verhalen. En toch moest zij in het gesticht hebben plaats gehad, daar hij de opneming door genees kundig onderzoek was geconstateerd, dat het lichaam des lijders ongeschonden was. Zichzelven die mishande ling aan te doen, was dep krankzinnige onmogelijk geweest, daar hij, als vallende onder de gevaarlijke patiënten, in eene kamer was geplaatst,die zoo is ingericht,, dat de bewoner zichzelven niet schaden kan. Het eenige wat de coroner kon te weten komen, was dat op den morgen van den dag, waarop de geneeskundigen ver klaarden, dat waarschijnlijk de mishandeling had plaats gehad, de krankzinnige door zijn bewaker was aangekleed, hetgeen naar diens zedige verklaring, wel wat moeite had gekost. Do dagbladen onderwerpen dit voorval aan eene scherpe critiek, die hierop neerkomt, dat het in elk geval beter is, de krankzinnigen in vrijheid te la ten, dan te gedoogen, dat zij in liet verborgene worden vermoord. Barnum, die onovertroffen speculant, heeft, hoewol nog in leven, reeds zijn levensbeschrijving het licht laten zien; hij kondigt thans zijn ware en authentieke gedenk schriften aan. In afwachting der verschijning van dit belangrijk werk, geeft de International aan zijn lezers den eersteliug van de in aantocht zijnde gedenkschriften. Eens, zoo verhaalt Barnum, meldde zich een man bij mij aan en vertelde m.j dat hij geen middel van bestaan had. Wilt gij in mijn dienst treden? vroeg ik. O! asjeblieft mijnheer! Welnu, gij kunt lj dollar per dag verdienen. -Aangenomen, mijnheer! Gij neemt 5 steencn mede, legt er een op den hoek van Broadway en Annstreet, den tweeden bij het museum, den derden op den hoek van Broadway en Vosscy-street en den vierden voor de groote kerk. En den vijfden? Dien houdt gij zelf. Gij loopt vervolgens snel en ge jaagd zonder rechts of links tc kijken, van den eenen steen naar den anderen, u bij eiken steen ophoudende, terwijl gij den steen, die daar ligt, met dien, dien gij in de hand hebt verwisselt. Gij doet dit steeds met het ernstigste gezicht en beantwoordt niet de vragen, welke men tot u mocht richten. Alle uren gaat gij het museum binnen, treedt statig door elke zaal, gaat weer naar bui ten en hervat uwe bezigheid. erstaan Zeer goed Wanneer moet ik beginnen? Op het oogonblik, zoo gij wilt. De man zette zich onmiddellijk aan het werk. Nog geen half uur had deze zonderlinge wandeling geduurd, of' hij had reeds honderden menschen achter zich, de geringste van zijn geheimzinnige bewegingen met ver bazing bespiedende. Toen er een uur verloopen was, on hij het museum binnenging, stormde de menigte hem achterna, om het geheim te ontdekken, zoodat het per soneel, dat met het ontvangen der entreegelden was be last, moest verdriedubbeld worden. Deze grap duurde twee dagen. De ophoopingen wer den echter zoo talrijk en veroorzaakten zulk een strem ming, dat de politie er zich msde bemoeide en Barnum den man met de vijf steenen zijn werk deed staken. Onder de quedions brulanien van den dag behoor' in Rusland die, welke betrekking heeft op het verstrak ken van onderwijs aan de landbouwende bevolking. Da Russische boerenstand verkeert nog immer in de diep ste onwetendheid; lang heeft men te vergeefs naar do middelen gezocht, om ook voor hem eenigermate het licht der beschaving te doen opgaan. Gedurende de laatste jaren echter hebben verscheidene verdienstelijke mannen pogingen tot volksonderwijs aangewend, die van lieverlede tot verblijdende uitkomsten hebben geleid. Onder die weldoeners van de natie behoort in de eerste plaats de baron Korff. Volgens de door hem op de be staande dorpscholen ingevoerde methode, leeren de kinderen in een betrekkelijk zeer korten tijd lezen; en het gevolg hiervan is, dat de ouders, die vroeger weiger den hun kroost bij den veldarbeid te missen, de kinderen nu gaarne naar school zendenja, wat meer zegt, de boeren toonen zich zóo ingenomen men de snelle vorderingen van hun telgen, dat z>j zeiven ter school komen om, in huil vrije uren, hun gebedenboek te leeren ontcijferen. „Wij meenden" zeggen zij„dat er jaren noodig waren om de kunst van lezen meester te worden: doch, nu wij zien dut. het in drie of vier weken mogelijk is, willen ook wij wel eens een lesje ontvangen." Op die wijze heeft baron Korff het zóóver gebracht, dat de boeren in de provincie zijner in woning sinils kort. niet minder dan 41 scholen voor eigen kosten hebben opge richt, waardoor 1712 leerlingen in staat worden gesteld onderwijs te ontvangen. De boeren trekken des Zondag^ na kerktijd, in plaats van naar de tapperij, naar de schoolzaal, zoodat de pogingen van Korff dubbel vrucht afwerpen: èn door het verspreiden van kennis, èn doof het tegengaan van de hoofdzonde zijner landgenooten de dronkenschap. Het groote bezwaar ligt daarin, dat men geen voldoend aantal geschikte onderwijzers vinden kan; en, in Rusland zoomin als' elders, kan, zonder hen, een school den hoogsten trap van bloei bereiken. De schoolmeesters in Rusland zijn overat algemeen hij uitstek onwetend en dom, zoodat in de meeste gevalle!1 de geestelijkheid luinne taak op zich neemtdoch ook deze is niet berekend voor den last dien zij op hare schouders laadt. Thans, nu het gouvernement ziek met de zaak heeft ingelaten, en de op het budget toegestane gelden voor het onderwijs aanmerkelijk heeft verhoogd, mag men op een gunstige wending in den bestaanden toestand hopen. In elk geval maakt de aanleg van spoorwegen in des ezaar's gebied) liet controleeren van onderwijzers en het inspecteerc11 van dorpscholen in het binnenland mogelijk. Dit is reeds veel gewonnen. Nu we eenmaal over opvoeding en on derwijs spreken mogen we niet vergeten te melden, dat ook de vrouw in Rusland een werkdadige rol in het openbaar leven begint te vervullen. Een jonge dame in Finland heeft een voldoend examen als apotheker afge legd, en de toestemming ontvangen zich als zoodanig te vestigen. Verder zijn te St.-Petersburg een aantal jonge vrouwen bezig, aan de keizerlijke kanselarij do kunst van boekhouden te bestudeeren, met het vooruitzicht on> later als klerken in gouvernementsdienst te woiden aangesteld. Aan het gebouw van het provinciaal bestuur van Zeeland werd heden aanbesteed: lo liet leggen vaneen zeedijk met bijbehoorende wer ken bij de gemeente Seherpenisse.Laagste inschrijver de heer W. A. Visser, te Kattendijke, voor 12,3-10. 2» het leveren en storten van steen iot verdediging van den Westdam der buitenhaven van het kanaal voor Zuidbeveland. Laagste inschrijver de heer D. TholenSi te Iloek, voor 12,819. B j da heden alhier door het bestuur der godshui zen gehouden aanbesteding van levensmiddelen, brand en lichtstoffen enz. voor het gcheele dienstjaar 1870 moesten lioogere prijzen dan ten vorigen jare betaald worden voor: aardappelen 2.89, tegen ƒ2 60 in 1869,(0 patent olie 43, tegen ƒ38, alles per hektoliter; vleescb 0 62, tegen 0.58 en stokviseh 0.31), tegen 0.35, alle» per kilogramolmen vaamhout 6.50, tegen 6, per stere- Mindere prijzen werden daarentegen bedongen voor: boekweitmeel 10.99, tegen 11.24 in 1869, blauwe erw ten 10.25, tegen 10.99, g0rt 13 18, tegen 14, steen kolen (Eng. grove) 1,05, tegen 1.11.1, en steenkolen (Brusselsche) 0 69), tegen 0.72), alles per hektoliter; rijst ƒ0.14, tegen ƒ0.18. Bossche boter ƒ1.14, tegen 1.19. Gorcumsche boter 1 33, tegen 1.39, zuurkool ƒ0.08, tegen ƒ0.15, kaarsen 0.76, tegen 0.77i, zeep

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2