MIDDELRURGSCHE
COURANT.
N0- 225.
"S
19 November.
18G9.
Middelburg 18 November.
Onderwijs.
Gemengde berichten.
Rij de heden in de tweede kamer gevoerde beraadslaging
Over de Indisch begrooting is ten aanzien der bijdrage
*an Nederland door den heer Blussé voorgesteld om het
bedrag daarvan te bepalen op f 10 107,749, zijnde de
door de regeering voorgestelde bijdrage ad f 10.000 000
vermeerderd met hetgeen meer dan voor de op 38 cent
bepaalde koffieprijzen ontvangen is.
Bij eene door haar algemeen verspreide circulaire
beeft de kamer van koophandel en fabrieken te Vlissin
gen gemeend niet alleen in het belang der plaats alwaar
«j gevestigd is, maar ook van geheel Zeeland, met Noord-
Brabant en Limburg, ja van geheel Nederland, de alge-
roeene deelneming te moeten aanbevelen in de leening
door de Koninklijke Nederlandsche maatschappij van
stoomvaart uitgeschreven ten behoeve eener in werking
te brengen stoomvaart van Vlissingen op Amerika.
Zij geeft daarin o. a. de verzekering dat uit een door
baar ingesteld onderzoek voldoende gebleken is dat die
Maatschappij volkomen vertrouwen verdient; dat hare
°peratiën op de meest solide wijze worden geleid en,
blijkens de verslagen, zoodanige gunstige resultaten op
leveren, dat het belangrijk voordeel op de nu reeds door
de Maatschappij geëxploiteerde lijnen groot genoeg is
°m, zelfs in het mogelijke geval van schade op de
Amerikaanschc lijn, deze tot een aanzienlijk bedrag te
bunnen dokken, zonder vrees voor een nadeelig saldo
Over het geheel harer ondernemingen.
Voorts deelt zij mede dat zij van de Maatschappij de
stellige verklaring ontvangen heeft „dat Vlissingen het
uitgangspunt der vaart zal wezen" en dat zij bereid is:
inschrij vingen aan te nemen op voorwaarde die te zul
len annuleeren, indien tegen alle verwachting de lijn op
Amerika niet tot stand mocht komen, zoodat die inschrij-
vmgen uitsluitend voor de lijn zullen gelden
Ten slotte roept de kamer do medewerking in van alle
besturen, corporatiën en particulieren om het, in zijne
gevolgen hoogst belangrijk plan, te helpen steunen en
bevorderen.
Thans circuleert in de gemeente Oostburg een adres
aan den minister van financiën, waarbij geklaagd wordt
over de regeling der vertrek uren van de brievenpost
uit Sluis en Breskens.
Door goed weder begunstigd, had gisteren in de resi
dentie de onthulling plaats van het nationaal monu
ment voor 1813. Voor heden moeten wij ons van de
mededeeling van bijzonderheden daaromtrent onthouden.
Alleen zij vermeld dat door Z. K. II. prins Frederik der
Nederlanden het monument aan de gemeente 's Graven-
bage is overgedragen, hetwelk door den burgemeester
uamens de gemeente werd aanvaard, onder mededeeling
dat het plein waarop het monument is geplaatst voor
taan den naam zal dragen van „Plein van 1813"; dat de
president van orde der commissie eene rede hield, waarin
hoofdzakelijk aan den eere voorzitter dank werd ge
bracht; dat de hoogleeraar van Oosterzee eene feestrede
uitsprak, waarin hij deze drie hoofddenkbeelden uit
werkte: „ootmoedige dank; vernieuwde trouw; hoop
volle wijding"; dat voorts een feestelijke optocht is
gehouden, waarbij onder anderen aan Z. M. den koning
een album werd aangeboden, voorzien van de namen
van hen die aan dien optocht deelnamen; en dat in de
Maliebaan verschillende volksvennakvlijkheden werden
gegeven, die door een groote menigte toeschouwers
Werden bijgewoond.
Het verslag nopens den staat der lagere scholen in
bet koninkrijk der Nederlanden over 1867, door den
minister van binnenlandsche zaken namens Z. M. den
koning bij de staten-generaal ingediend, is weder zeer
leerzaam voor ieder, die in het onderwerp belang stelt
Het constateert dat in 1867 in ons land bestonden 3655
scholen, dat is 16 meer dan in het vorige jaar; daarvan
waren 2185 leerinrichtingen van gewoon lager openbaar
onderwijs, 399 voor meer uitgebreid lager onderricht;
er besto»$e»-4b5 gesubsidieerde bijzondere scholen,
waarvan:"123 voor meer uitgebreid lager onderricht; ter
wijl dat der niet gesubsidieerde bijzondere scholen 916
beliep, zijnde 322 voor gewoon lager en 594 voor meer
uitgebreid lager onderwijs. Van deze laatsten telden
Noord- en Zuid-Holland te zamen reeds 284, en met de
scholen voor gewoon lager onderwijs wel 416, zijnde
voor het grootste deel geen scholen door particulieren
met religieuse inzichten opgericht. Het getal niet-
gesubsidiëerde scholen voor meer uitgebreid lager
onderwijs verminderde met 17, terwijl dat der scholen
voor gewoon onderwijs met 16 (meest cbristelijke-natio-
nale) was vermeerderd
Een leger van 10,435 personen was bezig de jeugd, elk
op zijn wijze en naar den verschillenden aard zijner
roeping, op te leiden tot kennis en deugd Hiervan
waren 8672 mannen (3185 hoofd-, 3063 hulponderwijzers
en 2424 kweekelingen) en 1763 vrouwen (436 hoofd-,
979 hulponderwijzeressen, 348 kweekelingen).
Het groot getal hulponderwijzers en de reeds bestaande
moeilijkheid voor velen om een betrekking te erlangen
hadden ten gevolge dat in 1867 bij do verschillende
scholen reeds 91 kweekelingen minder waren dan in
1866, en deze teruggang werd het meest opgemerkt bij
de bijzondere niet gesubsidieerde scholen; daar toch
bestond een vermindering van 49 tegen 37 bij de open
bare scholen.
Het schoolbezoek was in 1867 iets gunstiger dan in
1866, namelijk bijna j pet. voor de jongens, hetgeen
in verhouding tot de vermeerdi ring der bevolking dus
geen vooruitgang teekent; bij de meisjes was het meer
dan 1 pet. vooruitgegaan. De openbare scholen zijn be
zocht geworden door 162,368 jongens en 134 153 meisjes,
gemiddeld over het laatste kwartaalover het gansche
jaar beliep het gemiddeld 175,477 jongens en 140,463
meisjes, of te zamen 315,940 scholieren, hetgeen nog
geen 10c deel van de bevolking des rijks uitmaakt. Aan
gezien nu een 6e der bevolking in de schooljaren valt,
blijkt dat het bestaan van een schoolverbond in Neder
land geen onzin is; wanneer op 100 ingezetenen nog
altoos 6 kinderen komen, die niet onderwezen worden
hetzij ze te vroeg de school verlieten, hetzij ze nog niet
ter school zijn gebracht, dan is het licht na te gaan,
hoevelen schade lijden aan de ziel.
De groothertog van Luxemburg heeft tot kommandeur
van de orde der Eikenkroon benoemd den burgemeester
van 's-Gravenhage en den secretaris der hooidcommissie
voor het nationaal gedenkteeken voor 1813, den heer
d'Engelbronner; tot officieren dier orde: de heeren van
Kempen (vader), architect Pietersen en den fabrikant van
Koevordentot ridders dier orde, de heeren van Kem
pen (zoon), Koelman en Simon, ontwerpers en vervaar
digers van het monument.
Dinsdag zijn keizerin Eugcnie, benevens de En-
gelsche en Russische gezanten bij de *Porte, te Port-
Saïd aangekomen. De kroonprins van Pruisen, die zich
den 14™ te Bayreuth bad ingescheept, is Maandag ge
arriveerd, te gelijk met den keizer van Oostenrijk en den
prins van Hessen. Prins Hendrik der Nederlanden kwam
Dinsdag te 1'ort-Saïd.
Als historische curiositeit wordt door een der Pa-
rijsche bladen gemeld: In 1818 ontving een commissaris
der regeering de volgende depêche
Arresteer, door alle mogelijke middelen, den burger
Louis Napoleon indien hij zich in uw departement ver
toont. (Get.) LEDRli IIOLL1X.
Een jaar of vijftien maanden later ontving de prefect
van hetzelfde departement eveneens eene depêche, aldus
luidende
Arresteer, door alle mogelijke middelen, den burger
Ledru-Rollin, indien bij zich in uw departement ver
toont. (Get.) DUFAURE,
minister van Louis-Napoleon.
Uit Beyruth wordt, onder dagteekening van den
1™ November, gemeld dat de heer T. M. Lyeklama a
Nycholt, die, zooals men zich herinnert, gedjjrende drie
jaren in den Kaukasus, Perzië en Mesopotamjë gereisd
heeft, en die daarna, tot herstel zijner gezondheid, een
jaar in Europa heeft doorgebracht, in bovengenoemde
stad met zijn gevolg was aangekomen, alwaar hij koiten
tijd dacht te vertoeven, om vervolgens Damnscus en
Jeruzalem te bezoeken. Na den afloop der feesten te
Suez wenschte de heer Lyeklama naar Egypte te gaan,
eene groote reis langs den Nijl te ondernemen en onder
zoekingen te doen in Opper-Egypte en Nubie.
Op Haïti schijnt het voorbeeld der speculanten, die,
nu bijna twee maanden geleden, te New York den prijs
van het goud tot zulk eene buitengewone hoogte hebben
doen stijgen, op nog grooter schaal nagevolgd te zijn;
althans aan the Times werd dezer dagen uit Philadelphia
geschreven, dat het goud op Haïta genoteerd stond tot
een premie van 180,000 petdat wil zeggen, dat men
voor een dollar in goud 1,800 dollars in Haïtiseh papie-
rengeld betalen moest. Bij het vertrek der laatste mail
van Haïti, zoo meldt de berichtgever, stond het varkens-
vleesch genoteerd op 50,000 papieren dollars het vat.
Vooreenigen tij 1 werd een der Roomsch-Catholiekê
geestelijken te Harlingen 'smorgens half 6 uren opgebeld.
De meid kwam voor; er was een Israëliet, die volstrekt
den pastoor wenschte te spreken. De eerwaarde beer,
hiervan verwittigd, haastte zich beneden te komen, in
het denkbeeld verkeerende, dat wellicht zijn hulp inge
roepen wer.1 voor een kranke zijner parochie. Doch
neen, de zaak was geheel anders. De particulier deelde
den pastoor mede, dat liij den \origen avond ruzie had
gehad met zijn naaste verwanten; dat inzonderheid zijn
zwager een sujet was, waarover hij zich allerongunstigst
uitliet, en dat hij nu, om zijn familie schandaal aan te
doen, Rooraseh verlangde te worden. Het zal niemand
bevreemden, dat de geestelijke den buisman, die door
zulke redenen het hart tot bekeering voelde geneigd,
niet zoo dadelijk ter wille was, maar de zaak tot een
minder nuchter uur uitstelde. Later is de man niet
teruggekomen.
Gisteren is door geheel Zwitserland het jaarfeest
zijner bevrijding gevierd, op verscheidene plaatsen,
vooral te Interlaken, was de feestviering schitterend.
Verschillende volksspelen hadden plaats, terwijl voorts
op vele bergen groote vreugdevuren ontstoken werden(
hetgeen de prachtigste uitwerkselen deed.
Zaterdag avond is, in tegenwoordigheid van een
overgroot aantal toeschouwers, door een in Parijs wel
bekenden projfesxeur de hdlard eene onafgebroken reeks
van twee duizend vijftig caramboles gemaakt. Dit is
het grootste aantal waarvan ooit melding gemaakt is.
Het zoeken naar het lijk van Jan Kinck, op do
door Troppmann aangewezen plaats, heeft geen goeden
uitslag opgeleverd. Men is hierdoor in het vermoeden
versterkt dat de geheele door hem afgelegde bekentenis
slechts ten doel had om hem naar de bedoelde plaats in
den Elzas te doen vervoeren, onder welken tocht hij
hoopte te kunnen ontvluchten.
Dinsdag avond is te Parijs een groote fabriek door
brand vernield, tengevolge waarvan tweehonderd ar
beiders zich zonder werk bevinden. De schade schat
men op omstreeks vijfhonderd duizend franken.
Op de plaats waar in Parijs het afgebrande hou
ten Ilippedrome stond, zal een nieuw Hippedrome ian
ijzer en steen gebouwd worden.
In de nabijheid van San Francisco heeft Zondag
morgen een botsing tusschen twee treinen plaats ge
had. Een vijftiental personen zijn daarbij omgekomen
en ruim vijftig gekwetst. Beide treinen zijn totaal ver
nield.
Opmerkelijk is de toeneming in Pruisen van pro
cessen wegens godslastering, en de gestrengheid, waar
mede de Pruisische justitie die misdrijven strait. Zoo
werden dezer dagen twee zaken behandeld, die op de
treffendste wijze den staatskerkelijken ijver der justitie
in het licht plaatsen. De eene zaak was een beroep in
cassatie van een zekeren docter philosophi» Eickerling,