MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N0, 213.
Vrijdag
W
5 November.
18G9.
Middelburg 1 November.
Kennisnemende van de lijst der werkzaamheden voor
^e tegenwoordige najaarsvergadering van de provinciale
staten van Zeeland, is bij velen zeker de hoop verleven
digd dat de stoombootdienst op de Wester-Schelde, in
den laatsten tijd reeds aanzienlijk uitgebreid, dan toch
eindelijk eens goed zou worden geregeld. Men heelt
ongetwijfeld uit het voorstel van gedeputeerde staten
Seineend te moeten opmaken dat bij dit college de
^vensch voorzit, om niet alleen voor de gelegenheid tot
transport, maar tot een veilig en zooveel mogelijk aan
genaam transport te zorgen. En 't is niet de eerste maal
dat zij van die gezindheid blijk geven. Reeds in eene
buitengewone vergadering van Maart 1867 stelden
gedeputeerde staten voor, de stoomboot Zeeland te
verkoopen en twee nieuwe stoombooten te bonwen,
de eene voorzien van een nieuwe machine, de andere
van die van de gestrande stoomboot de Stad Vlissingen.
■^at voorstel mocht de goedkeuring der vergadering,
slechts voor een deel verwerven. De meerderheid meende
dat éen nieuwe stoomboot genoeg was, en dat de Zeeland
W®1 nu en dan den dienst zou kunnen blijven waarnemen.
De ondervinding heelt echter geleerd hoezeer rechtma
tige grieven omtrent den dienst hebben aangehouden.
Zij betroffen zoo niet uitsluitend, dan toch in hooldzaak
dat beruchte stoombootje Zeeland. Zoo menigeen heelt
van een overtocht met dat vaartuig zulke onaangename
souvenirs behouden, dat hij zich niet licht aan eene
herhaling blootstelt.
Niettegenstaande de bestaande grieven had men toch
°ok in sommige opzichten waarlijk reden om zich over
den stoombootdienst op deWesterschelde te verhengen.
Na langdurige correspondentie met het ministerie van
nnanciën is hij eindelijk ook het middel geworden waar
oor een tweemaaldaags postvervoer ttisschen Walche
ren en het voormalig vierde district is kunnen tot stand
gebiacht worden. Bedriegen wij ons niet dan is het ver
tier op de Westerschelde aanmerkelijk toegenomen, en
zal meer en meer nog van behoefte aan uitbreiding van
dezen dienst blijken.
Wij zouden dit punt niet in het bijzonder releveeren
'udien niet in de heden middag gehouden vergadering
der provinciale staten een voorstel was gedaan dat,
naar onze overtuiging, de eindelijk goede uitkomst, eener
gebrekkig aangevangen onderneming zou kunnen in
de waagschaal stellen.
Door een der leden toch is heden een amendement
'ngediend dat de strekking heeft om het voorstel te
doen aanbonden en inmiddels te beproeven den dienst,
°nder toekenning van subsidie, aan de particuliere nij
verheid over te dragen.
Het overdragen aan de particuliere nijverheid is zeker
111 vele opzichten een uitmuntende theorie, maar bij de
toepassing vergeet men zoo licht in elk speciaal geval
eer8t nauwkeurig te onderzoeken of de particuliere nij
verheid reeds die ontwikkeling bereikt heeft, die grond
Beeft om op haar te vertrouwen.
Moet men nog vragen wat leert in onzen tijd zoo menig
Voorbeeld van kanaal- en spoorwegondernemingen, gas-
'abrieken enz.?
Ook ten opzichte van stoomboot-exploitatie zou, mee-
nen wij, een onderzoek naar de krachten en het karak
ter onzer particuliere nijverheid waarschijnlijk niet aan
d® verwachting des voorstellers beantwoorden. Wij
kannen ons dan ook bezwaarlijk voorstellen dat de ver
gadering hare goedkeuring aan zijn amendement zal
échten, waardoor de verwachtingen van het publiek,
Vooral aan gene zijde der Schelde, weder aanmerkelijk
2°uden getemperd worden.
Na al hetgeen is voorgevallen moet thans op het
Provinciaal bestuur, en daarop alleen, de verplichting
*J'sten om te zorgen dat de dienst werkelijk goed zij.
Het mag niet toelaten dat door tusschenkorast van ande
ren de goec]e voornemens weder zouden kunnen ver
ijdeld worden.
In de heden namiddag gehouden zitting der provin
ciale staten van Zeeland zijn o. a. ingekomen een brief
van burgemeester en wethouders van Middelburg, ge
richt aan gedeputeerde staten, houdende verzoek om aan
de staten een voorstel te doen tot het verleenen eener
toelage uit de provinciale fondsen voor 1870 aan het in
dat jaar alhier te houden XID Nederlandsch taal- en
letterkn^ff^bengres; alsmede een adres van W. R.
Bodihiert e. ingelanden van den polder Walcheren,
houdende verzoek dat door de provinciale staten een
nieuw reglement voor dien polder worde vastgesteld.
Beide stukken zijn gesteld in handen der commissie voor
de verzoekschriften.
De conclusie van het door de commissie voor de ver
zoekschriften uitgebracht rapport op het veizoek van
het hoofdbestuur der Maatschappij van landbouw, tuin
bouw en veeteelt in het arrondissement Breda, strektom
het adres buiten behandeling te laten, als zijnde op on-
gezegeid papier geschrevenDe beraadslaging is uit
gesteld.
Voorts zijn behandeld en aangenomen de voorstel
len van gedeputeerde staten:
omtrent het ontwerp-reglement op het vervoer op en
de instandhouding van de kunstwegen, behoudens eene
wijziging in de redactie en bepaling van het maximum
der boete voor overtreding op f io in plaats van f 25;
tot het maken van een aanlegplaats aan den steiger te
Cortgene en eene hoogte tot het bouwen van een wacht
huisje, voor welke hoogte op voorstel van den heer
Vader f 400 is toegestaan inplaats van f 168:
tot verhooging der jaarwedden van de provinciale op
zichters
betrekkelijk eene jaarlijksche uitkeering aan de com
missie voor den weg Hulst-Axel-Sas van Gent;
tot het verleenen van rentelooze voorschotten tot ver
betering van wegen13,500 aan het gemeentebestuur
van St.- Jansteen, f 5000 aan do gemeentebesturen van
Oostburg en Waterlandkerkje; alsmede, bij beschikking
op het adres van burgemeester en wethouders van Clinge,
voorwaardelijk 28,000; en tot het doen eener geldlee-
ning van f 150,000 voor de verbetering van wegen.
Voorts is beraadslaagd over het voorstel van gedepu
teerde staten tot aankoop eener nieuwe stoomboot voor
den dienst op de Wester-Schelde, alsmede over een
daarop door den heer van IJsselsteijn voorgesteld amen
dement. Deze beraadslaging zal in de morgen ochtend
te tien uren te houden zitting worden hervat.
Uit Sluis schrijft men ons onder dagteekening van
3 dezer:
„Eindelijk mogen dan ook wij ons verheugen in het
bezit van een telegraafkantoor, 't Werd den 1 October 11.
geopend, en wanneer men nu mocht besluiten, op grond
der bedrijvigheid die daar reeds geheerscht heeft,omtrent
de uitgebreidheid der behoefte waarin dat kantoor zou
moeten voorzien, dan zou men zeker van die behoefte
een wel wat al te groot denkbeeld krijgen, want te ont
kennen valt het niet, dat de overbrenging van de berich
ten naar het buitenland, welker getal waarlijk merkwaar
dig moet zijn, voor een groot deel is toe te schrijven aan
de storing welke de correspondentie langs verscheidene
draden door de stormen van de jongste dagen onder
vonden heeft. Maar ook dit bewijst immers, zoo al niet
voor de onmisbaarheid, dan toch voor het nut van eene
lijn Neuzen Brugge.
„Heden had hier op het raadhuis een vergadering
plaats van enkele leden der Zwin-grenscommissie,
met den heer Busing, ambtenaar bij het kadaster te Goes,
de burgemeesters van de gemeenten Retranchement en
St.- Anna ter Muide (Nederland) en Westkappelle en
Knocke (België), teneinde de»finale uitvoering voor te
bereiden der bepalingen van het nieuwe grenstractaat
van den 15 Maart, dat hier gesloten en door de wetge
vende macht der beide landen bekrachtigd is Ook in
deze bijeenkomst schijnt men het volkomen eens te zijn
geweest en de zaak zal nu verder wel rollen als van een
leien dakje. Mocht nu maar spoedig aan de nieuwe
uitwatering de hand kunnen worden geslagen dan zou
den velen in deze streek bevredigd worden. Ik hoop van
ganseher harte dat de tweede kamer nu toch ook eens
goedgunstig voor ons wezen zal; maar neen, laat ik dit
niet zeggen: van goedheid noch van gunst moet hier ei
genlijk sprake zijn. Als de heeren vertegenwoordi
gers eens adfttfU'geliefden na te gaan wat die Zwin-
verlanding, die velen onzer landerijen benadeeld heeft,
zoo ai aan de schatkist heeft opgebracht, men zou waar
lijk in deze zaak zoo karig niet zijn als onlangs in de af-
deelingen der tweede kamer, blijkens het algemeen ver
slag, zich nog eenige leden betoond hebben. De heer van
Kerkwijk moge nu .ijne ambtgenoten eens goed inlich
ten, want toen hu dagen onze streken bezocht
heeft men niet verzuimd hem de vele verlande zeesluizen
te laten zien, hem aan den anderen kant te wijzen op de
uitgestrekte polders die ten bate van de schatkist in
vroeger en later tijd verkocht zijn, en hem voor te spie
gelen de voordeelen die later nog voor het rijk zouden te
behalen zijn. Men wees hem op het feit dat gronden, die
in 1865 uitgegraven waren tot het verkrijgen van grond
voor den dijk door het Zwin, sedert dien tijd reeds 2 a
2.j meter zijn opgeslikt.
„Eindelijk is dan ook, naar ik verneem, de heer Piens,
ingenieur der bruggen en wegen te Brugge, tot ridder
van den Nederlandsche leeuw benoemd. Over het over
en weer decoreeren van leden der grensregelingscom
missie was vrij wat te doen. De Nederlandsche en
Belgische regeeringen schijnen het op dat punt niet eens
te zijn geweest. Wist ik het fijne van de zaak dan zou
ik niet schromen het u mede te deelen, maar ik ben
niet zeker genoeg dat mijne inlichtingen in alle opzich
ten juist zijn, en de zaak is van te delicaten aard om mij
in deze op onderstellingen, al zijn zij dan ook zoo heel
gewaagd niet, te baseeren."
In het begin des vorigen jaars riep dr. von Leonhardi, de
hoogleeraar in de wijsLegecrte aan de universiteit te
Praag, de philosofen van verschillende richtingen op, om
zich tegen de herfst van dat jaar voor eenige dagen naar
zijne woonplaats te begeven en samen aldaar over wijsgee-
rige problemen,vooral over die,welke een practische strek
king hebben, te beraadslagen. Daar de uitnoodiging van
een discipel van Krause was, zijn het bijna enkel volge
lingen van Krause geweest, die aan het philosofen-
congres, hetwelk inderdaad te Praag op den daartoe be
stemden tijd gehouden is, hebben deelgenomen. Zij die
niet komen konden, maar nogtans voor het plan van
Leonhardi sympathie gevoelden, hebben brieven van
adhaesie geschreven. Ook onze groote staatsman Thor-
becke, die, ondanks zijne grijze haren, nog altijd aan
zijne eerste liefde, aan zijne liefde voor de wijsbegeerte,
is getrouw gebleven, heeft door middel van zijn vriend,
den Heidelbergschen professor Röder, zulk een brief
toegezonden, die thans in een tijdschrift van dr. von
Leonhardi, die Neue zeif, tegelijk met brieven van Lanrent,
von Struve, Elirenfeuchter en andere stukken, welke
op het congres van Praag betrekking hebben, is afge
drukt. Mr. Thorbecke noemt het philosofen-congres een
lichtende ster aan een somberen hemel en verwacht er
(in zijn brief van 30 December 1868) schooner resulta
ten van meer blijvende waarde van, dan die welke de
Spaansche revolutie naar zijn inzien zal opleveren. Van
zoo groote ingenomenheid met hot toen reeds voor een
eersten keer uitgevoerd plan van professor von Leonhar
di getuigd deze brief, dat wij hem merkwaardig genoeg
achten om hem hier af te schrijven.
„Tausend Dank, verehrter alter Freund, für ihre vor-
gestrige Zuschift mit den mir bestemmten werthvollen
Drucksachen. Schone Gaben doch raehr als alles erfreut-
mich, was Sic mir vom Trager Philosophencongresz
erzablen. Das hitte ich nicht gewagt ztt hoffen es ging
mir wie ein Leitstcrn am granen Himmel auf. Ilaben sie
mit ihren treuen Bundesgeuöszen unsterblichen Dank,
dasz sie nicht müde wurden, dieses Licht vereint hoeh
emporzu heben. Dasz man sich mit solch' einen Pogramm
eingelaszen. bedeutet rnehr als dieSpanischeRevolution,
der ich noch nicht viel traue. Niemals bat Jeinand rnehr