töuiteiilanix 3cctijMrtQcn. Algemeen overzicht. Graanmarkten enz. Prijzen van effecten. Wensch uitgedrukt om dat artikel van de begrooting te doen wegvallen; de beide andere leden meenden dat het behouden moest blijven. De commissie onderwierp daarom het artikel aan de beslissing der vergadering. Burgemeester en wethouders verklaarden zich in hun autwoord niet bevoegd eenige verandering in dit artikel voor te stellen. De heer van Uije Pieterse herinnerde dat ten vorigen jare over dit onderwerp reeds rijpelijk gesproken is. Zijn toen ontwikkelde zienswijze is niet veranderd, maarinte- Sendeel versterkt.. Iemand die vroeger tol het afschaffen Van dien post had medegewerkt had hem later medege deeld dat hij daarover berouw had. Spreker verklaarde z'ch dus ook nu tot behoud van het artikel, temeer daar de goede werking blijkt door de trouwe opkomst der raadsleden. De heer Schraver maakte zich bekend als een der 'eden van de commissie die zich tegen het behoud ver- blaarden. De heer van Uije Pieterse, zegt hij, spreekt van trouwe opkomst der leden van den raad, maar hij (spreker) trijst op de leden der commissiën uit den raad,die zonder Presentiegeld toch steeds tegenwoordig zijn. De zittin gen van den gemeenteraad van Middelburg, waar geen Presentiegeld geschonken wordt zijn zijns inziens toch niet onvoltallig. Hij meende niet dat de leden zich °m het handjevol guldeus haasten zouden op tijd ter Vergadering te verschijnen. De heer van Uije Pieterse was van meening dat men n'et het bedrag in aanmerking moet nemen; dit zou de 'eden compromitteren, daar het meer dient als aanspo ring. De ontwerper der gemeentewet heeft bevroed dat een kleine prikkel niet onnoodig was. Ook hij wijst op zitting van den raad van Middelburg, uit de verslagen daarvan volgens hein blijkt dat de leden nogal eens over jien tijd komen. Dat dit in, deze zitting niet het geval l3> meent hij gedeeltelijk aan bet presentiegeld te mogen toeschrijven. Hij herhaalt, men moet de f 12 a 13 per Booiil niet als geldsom beschouwen, doch als prikkel. Bij geeft toe dat de opkomst der ledui niet zoo spoedig °phouden zou bij vervalling van het artikel, doch na 2 a >1 jaren kon de raad, welke dan wellicht niet meer dezelfde was, van andere meening zijn, en zou het alsdan seer moeilijk zijn het artikel weder op de begrooting te Brengen. De heer Hector vereenigde zich met de overweging van den heer van Uije Pieterse; hij beschouwde het Presentiegeld als het zachtste middel van aansporing tot verschijning in de vergadering, hetwelk bij den een niet, bij den ander wel noodig is. De heer Verkuyl Qaakkelaar verklaarde zich tegen bet artikel; hij beschouwde het presentiegeld beneden de waardigheid van de raadsleden. In stemming gebracht, is het artikel met 8 tegen 6 stemmen behouden. Tegen stemden de heeren Schra ver, de Kruyff, Mestdagh, deGroof, Quakkelaar en Laer- Uoes. Bij art. 2 der 2e afdeeling (jaarwedde commies belast met het werk van den burgerlijken stand, tevens belast 'net het toezicht op het bij houden der bevolkingsregisters, f 900) waarop door burgemeester en wethouders eerie verhooging van /'125 voorgesteld was met bepaling dat Bij vacatures de jaarwedde van den nieuw te benoemen c°mmies herzien en desnoods tot f 750 teruggebracht z°u worden, welke bepaling door de commissie van financiën nier goedgekeurd werd, daar zij van oordeel V'as dat de verhooging niet persoonlijk moest zijn herinnerde de heer Mestdagh dat hij zich ten\origen Jare pertinent tegen iedere verhooging van de bezoldiging fier ambtenaren had doen kennen, en verklaarde hij ook ditmaal te zullen tegenstemmen. Met het oog op de financiën der gemeente achtte hij zich niet gemachtigd fie verhooging toe te staan. De voorzitter meende dat het nog al gevaarlijk was °m tegen te stemmen, omdat men verleden jaar zóo ge daan heeft. De heer Ilector geloofde dat allo raadsleden voor de Verhooging zouden stemmen. Hij wijst op de vele ver diensten en de groote werkzaamheid van den commies meende dat ook hier van toepassing was: de arbeider 18 zijn loon waard. De heer van Uije Pieterse meende dat het, na het aan gevoerde van den heer Hector, eigenlijk overtollig wasom er nog iets bij te voegen. Ook hij wees nogmaals op de Werkzaamheid van dien ambtenaar, die niet alleen de avonden, maar ook de Zondagen aan zijne betrekking Wijdt. Hij drong dan ook met den meest nrogelijken ernst "ij den raad op aanneming van de voorgestelde verhoo- ®'ng aan. Do heer van der Os vroeg of aan het opmaken van bui tengewone akten niet zekere voordeden verbonden wa- reu, waarop de heer van Uije Pieterse ontkennend ant woordde. - De heer Schraver meende dat, wanneer in strijd met het oordeel der commissie het tweede gedeelte van het voorstel van het dagelijksch bestuur (om den post blij vend met f 9C0 te verhoogen) werd aangenomen, men mocht verwachten dat zich voor de aldus beter bezoldigde betrekking nog geschikter psrsonen aanmelden zouden. Tegen bet voorstel der commissie bracht hij bovendien nog de bedenking in, dat al de werkzaamheden die thans aan de betrekking verbonden zijn ook op den opvolger van den tegenwoordigen ambtenaar zouden rusten, en dan ziet hij niet in waarom deze slechts f 750 zou ont vangen. Volgens den heer Hector zou de bij dezen post ge voegde memorie van toelichting in haar geheel kunnen blijven bestaan. Zij bevat dat de bezoldiging desnoods kan teruggebracht worden op 750de raad behoeft daardoor geene verplichting op zich te nemen, en kan de beslissing aan een volgenden raad bij eenmaal te ont stane vacature overlaten. De heer Quakkelaar vond daarentegen de zinsnede waarin „desnoods terug te brengen" voorkwam, over tollig; men zou dit w?l bij elke betrekking moeten voegen. Ook de heer Pot was van oordeel dat de clausule ver vallen moest, maar om een andere reden. Men moest den schijn tegenover de gemeente wegnemen als zou de ver hooging een gunst en geen verplichting zijn, en als zou men hier minder de betrekking dan de persoon op het oog hebben. De voorzitter stelde thans voor den post te behouden, doch meergenoemde bepaling te doen vervallen, onder opmerking dat bij eene latere benoeming de jaarwedde vastgesteld kan worden. Slechts twee leden, de heeren Laernoes en Mestdagh, stemden tegen dit voorstel. In plaats van art. 8 derzelfde afdeeling (jaarwedde sluismeester en sluisknecht f 150) had de commissie van financiën eene wijziging in de redactie voorgesteld, waar mede de raad zich vereenigde, zoodat zal gelezen worden jaarwedde van den sluismeester en van den arbeider be last met het openen en sluiten der riolen. [Vervolg in een volgend nommer.) De Czechische beweging in do Oostenrijksche provin cie Bohemen treedt, na de hervatting der werkzaamhe den door den landdag te Praag, weder op den voorgrond. De organen der Czechische partij hebben insgelijks een nieuwen veldtocht geopend tot terugvordering der nog tot 1818 bezeten rechten en der privilegiën bij verschil lende tractaten aan Bohemen toegekend. Die zooge naamde nationale Boheemsche rechten komen hoofdza kelijk op het volgende neder: onafhankelijkheid van het koningrijk Bohemen van de Oostenrijksche monar chie op de wijze als zulks met Hongarije het geval is. Tot het koningrijk Bohemen wonden tevens Moravië en Silezië gerekend. Uit deze onafhankelijkheid zou dan van zelf voortvloeiende bevoegdheid van den Boheemsche landdag tot vaststelling der belastingen, de vervulling van hooge staatsbetrekkingen in het koningrijk Bohemen door ingezetenen des rijks, de inhul diging van keizer Frans Jozef als koning van liohemen te Praag. Men kent overigens de bezwaren tegen de inwilliging der verlangens van de Czechische partij aan gevoerd, ook door hen die deze wenschen niet geheel en al misbillijken. Indien Bohemen in zijne verhouding tot de monarchie, tot een tweede Hongarije wordt ge maakt, zal ook Gallicië dit onmiddelijk verlangen en zullen misschien ook nog een paar andere nationali. teiten der in dit opzicht zoo veelkleurige Oostenrijksche landkaart, van voorvaderlijke autonomie gaan spreken. Het gevolg daarvan zou wezen dat het thans bestaand dualisme vervangen werd door een federalisme, waarvan groote zwakheid van het geheel het gevolg zou wezen. Het is dan ook zeker dat de regeering te Weenen zoo lang mogelijk de Czechen zal tegenwerken terwijl ook het gouvernement in Hongarije zich daarbij aan hare zijde scharen zal omdat dit slechts invloed zou kunnen verliezen bij de optreding van een meer autonomisch Bohemen. Het Fransch ministerie houdt zich bezig met de samen stelling van verschillende wetsontwerpen, waarvan sommige echter bij den staatsraad een zeer ongunstig onthaal vinden. Dit is het geval met het wetsontwerp omtrent de benoeming van maires in het vervolg, zoodat, indien 1'Opinion nationale wel ingelicht is, de regeering in overweging zou nemen om dit wetsontwerp weder in te trekken. In het algemeen gelooft men overigens dat de vroeger gedane voorspelling der officieuse organen omtrent de aanstaande indiening van „een aantal" wets ontwerpen bij het wetgevend lichaam, zeer overdreven zal blijken. Het uitschrijven der verkiezingen in het Seine-depar- tement tegen 22 November heeft in Frankrijk zekere verwondering gewekt. Men meende dat de keizerlijke regeering hiermede zou wachten tot in December na de opening van het wetgevend ligchaam. Nadere mededee- lingen hieromtrent melden dat de keizer tot het bepalen der verkiezingen op 22 November is overgegaan, naar aanleiding van een rapport van den heer Pietrie, prefect van politie. Volgens dezen hooggeplaatsten politie amb tenaar zou het tijdstip thans voor de regeering viij gunstig wezen, daar een groot, deel der bevolking, met het oog op de ultra-revolutionaire ontboezemingen in den laatsten tijd in enkele radicale organen en op publieke vergaderingen geuit, geneigd zou wezen om aan betrekkelijk-gematigde candidaten hare stem te geven. Bij den strijd te Madrid over de beide candidaten voor de Spaansche kroon, den hertog van Genua en den her tog van Montpensier, lieten zich ook in het ministerie een paar stemmen ten gunste van den laatstgenoemde hooren. Het waren de ministers van finantiën en van justitie, Ardanaz en Silvela. Vooral de heer Ardanaz verklaarde zich zeer sterk tegen de candidatuur van Victor Emmanuers jeugdigen neef, daar hij in Europa niets vertegenwoordigde en daardoor al dadelijk geenerlei waarborgen opleverde voor de beginselen der revolutie. Nadat nu in de officieuse vergadering van de leden der Cortes de candidatuur des hertogs van Genua toch had gezegevierd, hebben beide ministers hun ontslag inge diend en zijn thans vervangen door de heeren Figuerola als hoofd van het departement van financiën en Martos als minister van justitie. Laatste berichten. Madrid 3 November. De ministerieele crisis blijft aan houden. Topete blijft op zijn ontslag aandringen en de verkiezing van den hertog van Genua wordt volstrekt niet als zeker beschouwd. Men schijnt op niet meer dan 132 stemmen vast te kunnen rekenen, terwijl er 171 ver- eischt worden. Jl. Zondag is te Elseneur gepasseerd het barkschip Noordster, gezagv. C. Tobiassen, van Hudikswal naar Nictnvediep. Alles wel aan boord. Amsterdam 3 November. Raapolie op 6 weken /"40)7 Lijnolie op 6 weken f 32 j. Antwerpen, 2 November. Kalme en onveranderlijke markt voor tarwe; nieuwe Oostzee fr. 271 en Deens'che fr. 26). Vaste markt voor gerst: Donau fr. 17) de 100 kilogr. Petroleum: zeer levendige markt voor Amerikaan- sche geraffineerde, met iets hoogere prijzen. Blank: disponibel fr. 60), op 2 laatste maanden fr. 60 a 60), op Januari fr. 60, zeilende fr. 60 a 60). Amsterdam 3 November 1869. Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2) pet. 53$ *dito dito dito 3 62 *dito dito dito 4 84 dito exploitatie Ned. staatssp. 71 f België. *Certificaten bij Rothschild 2) Rusland. *0bligatiën 1798 1816 5 93 *Certific. adm. Hamburg 5 70) *dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 75$ *dito f 1000 1864 5 91 *dito f 1000 1866 5 90) Loten 1866 5 „213 *0blig. Hope Co. Leening 1860 4 B1,3g- *Certific. dito4 64) *Obligatiën 1867 4 65 *dito 1869 4 64) *Certificaten6 41) *Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 209? dito spoorweg Poti-Tiflis 5 82f dito dito JelezOrel 5 81) dito dito Charkow Azow 5 791, Polen. *Schatkistobl igatiën4 63$ Oostenrijk. *Oblig. metall.in zilver Jan./Juli 5 54fk *dito dito April'Oct. 5 544 *dito in papier Mei/Nov. 5 471 *dito dito Febr./Aug. 5 46)4 Spanje. *Obligatiën2) thans 3 25) *dito 1867 26; *dito Binuenlandsche 3 22^- Portngal. *dito 1856—1863 3 31) *dito 1867 3 31) Turkije. dito (binnenl.) 5 40^ Griekenl. dito (blauwe) 5 7 Egypte. dito 1868 7 74)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 3