rapport, waartoe de voorzitter benoemt de heeren Mu- lock Houwer, ICoole en Moens. Eene missive van de plaatselijke schoolcommissie be trekkelijk nadere regeling van jaarwedden en onderwij zers-personeel aan de scholen voor lager onderwijs. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten: 1». een tweede hulponderwijzer aan te stellen op de school voor ge. woon en meer uitgebreid lager onderwijs, op eene jaar wedde van 300; 2°. een vijfden hulponderwijzer aan te stellen op de school voor onverraogenden, op eene jaar wedde van f 300, en dientengevolge de jaarwedden van den 2™, 3e" en 4CU te verhoogen tot 300,'ingaande met 1 Januari 1870, aan de hoofdonderwijzers der Meisjes school eene toelage te geven van 25 ten behoeve van eene kweekelinge, alles, voor zooveel noodig, behou dens goedkenrmg van gedeputeerde staten, zullende voorts oproepingen geschieden voor de vacante plaatsen. Eene missive van de plaatselijke schoolcommissie be trekkelijk nadere regeling van het herhaling onderwijs, waarin onder goedkeuring van burgemeester en wethou ders wordt voorgesteld om twee openbare avondscholen in de gemeente te houden, waarin herhaling-onderwijs gegeven zal worden, de eene uitsluitend bestemd voor jongens en de andere uitsluitend voor meisjes, geduren de de maanden October tot Maart, en wel vier avonden in de week, telkens gedurende 2 uren. Door burgemeester en wethouders, wordt voorgesteld voor deze nadere regeling een crediet te verlecnen van /"250, zijnde f 50 meer dan tot dusver voor het herha ling-onderwijs toegestaan is, terwijl dc voorstellen, tot die regeling van onderwijs betrekkelijk, door den voor zitter worden gesteld in handen van de heeren Mulück Houwer, Koole en Moens, tot onderzoek en rapport. Eene missive van de diiectie der brei- en naaischool, houdende voordracht tot aanvulling van de in haar mid den opengevallen plaats door het overlijden van mevrouw de Crane, geb. van Vrijberghe, wordende biervoor aan bevolen mejufvrouw E. J. Andreae, die als zoodanig met algemeene stemmen wordt benoemd, waarvan kennis zal worden gegeven aan de directie, en de benoemde. De rekening van het rooinsch catholiek armbestuur over 1868 wordt tot onderzoek en rapport gesteld ia handen van de heeren de Jonge, Moens en Zuurdeeg. Bij monde van den heer Koole wordt namens de com missie ad hoe rapport uitgebracht op de. rekening van het burgerlijk armbestuur over 1868, strekkende de conclusie totgoedkeuring en vaststellingin ontvang op f 13009.761 in uitgaaf op 13250.38, kwaad slot 240.611,. Dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter deelt mede, dat op den 9<Jen Oct. I j. zijn opgenomen de boeken en kas van den gemeente- ont vanger, waaruit bleek dat zich in kas bevond/ 13.306,38j waarva nmededeeling is gedaan aan gedeputeerde sta ten wordt voor kennis geving aangenomen. Worden gelezen: twee verzoekschriften van V. Hoger- zeil c.s. en J. M Bouvin, houdende bezwaren tegen de heffing van schoolgeld op de meisjesschool, als hebbende adressanten over de maanden Juli eu Augustus schoolgeld moeten betalen, terwijl, naar hunne meening, dit niet verschuldigd was, als zijnde met 1 September eene nieuwe school met een nieuw reglement en verlaagd tarief in werking getreden: zij verzoeken dat de raad hierin voorziening neme. Na eenige discussie waaruit blijkt dat adressanten in deze gedwaald hebben, en dat zij verkeerdelijk de verordeningen en besluiten hebben opgevat, als zijnde er geen verandering in den toestand ontstaan, dan alleen dat het hooger schoolgeld van de vroegere regeling door het nieuwe reglement verlaagd is, en dat wel degelijk de vroegere verordening van kracht was, als kuunende die niet veranderd of gewijzigd worden dan met koninklijke goedkeuringdat buitendien de lessen aan die school den 9en Augustus weder zijn voortgezet, zoodat daarvan gebruik kon gemaakt zijn wordt besloten adressanten te keunen te geven dat de raad onbevoegd is, om in deze te beslissen en naar zijne meening het schoolgeld ver schuldigd was, op grond van de verordening. Nog is ingekomen een verzoekschrift van den heer Bevelander, tot het verkrijgen vaneen gedeelte gemeente grond in koop of eifpacht nabij zijne schuur aan het dichtste sas, tot uitbreiding zijner boerderij en tot het maken eener overdekte schaapskooi. Door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld hierop afwijzend te beschikken, als moetende hiervoor een gedeelte plantsoen worden weggenomen,dat ingrijpen zou in de eenmaal gemaakte plann-n tot effening en be planting van terrein daar ter piaatse, en adressant eigen grond in de onmiddellijke nabijheid heeft. Na beraadslaging wordt besloten, de beschikking aan te houden tot eene volgende vergadering, opdat de leden bedoeld terrein in loco vooraf kunnen opnemen. Door den voorzitter wordt ter tafel gebragt de opgave van de voor bet onderwijs op de hoogere burgerschool benoodigde hulpmiddelen, die de som van f 4600 bedragen en waaruit blijkt dat deze som de vroegere raming over schrijdt; hij deelt verder mede, dat deze opgave speciaal betreft de hulpmiddelen voor de lessen in de natuur- en scheikundige vakken en dat later nog zullen inkomen opgaven van vereischte hulpmiddelen voor teekenonder- wijs als anderszins. Wordt besloten deze voor voorloopigo kennisgeving aan te nemen. Wordt besloten tot at- en overschrijving van f 125 van het hoofdstuk voor onvoorziene uitgaven der begrooting voor 1869 op hoofdstuk 8, afdeeling 4, art. 1 (assurantie premie van gebouwen tegen brandschade). Op voorstel van den voorzitter wordt besloten de afsluiting der Karnemelksvaart te doen vervallen, doch die te behouden aan het heultje uitkomende in de Brakke-gracht, noodzakelijk om meer water in de Brakke- gracht te houden, en voor de te behouden afsluiting in de Brakke-gracht een overeenkomst te treffen met den aannemer. Vervolgens brengt de voorzitter ter tafel de voorstel len tot regeling van het begraven en vervoeren van lijken en het heffen en invorderen .an begrafenisrechten, noodzakelijk geworden door de wet van den 10on April jl. (Staatsblad n°. 65). De daartoe betrekkelijke verordening op het begraven en vervoeren van lijken, ontworpen door de commissie voor strafverordeningen, wordt ter iuzage gelegd voor de leden, en de overige verordeningen tot deze zaak be trekkelijk in handen gesteld van eene commissie, waartoe cle voorzitter benoemt de heeren Mulode Houwer, Koole en Moens. Tot onderzoek en verslag van de eventueele in te komen reclamatie tegen de aanslagen op het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag voor 1869 worden benoemd de heeren Molenburgh, Muloek Houwer en Goemans. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten aan mejufvrouw llibbe, die tot hiertoe eene toelage van 50 genoot van het bestuur der teekenschool en tengevolge van de nieuwe regeling van het onderwijs die toelage niet meer zal genieten, dezelfde toelage toe te staan voorloopig tot 1 Mei 1870, om later in dezen nadere voorstellen te doen. Evenzeer wordt besloten om geen verder gebruik te maken van bet verleend crediet voor te doene putborin- gen. Komt in behandeling het voorstel tot wijziging der verordening tot voorkoming eener blusssching van brand hetwelk voor de leden ter inzage heeft gelegen. Het eenig artikel, strekkende om de bedienden der brandweer ook andere werkzaamheden bij brand te doen vervul len dan bepaald aan hunne betrekking verbonden zijn, wanneer hun die door de directie der brandweer in het belang van het blusschen mochten worden opgedragen, wordt met algemeene stemmen goedgekeurd en de ver ordening mitsdien vastgesteld. De voorzitter deelt mede, de door den boekhouder van het burgerlijk armbestuur gestelde personeele borgtocht tegenover de gemeente, tot het bij het regelement van dat armbestuur bepaalde bedrag, welke borgtocht wordt goedgekeurd en gedeponeerd zal worden ter plaatse waar zulks behoort. Bij monde van den heer de Jonge wordt rapport uit- gebiacht namens de commissie ad hoeop de rekening van het roomsch-catholiek armbestuur over 1868; strek kende de conclusie tot goedkeuring behoudens enkele opmerkingen, en vaststelling in ontvang op f 3916 631, in uitgaaf op f 4090.49, en nadeelig saldo van f 173.85). Aldus wordt besloten. Vervolgens komt in behandeling de gemeentebegroo- ting voor 1870. Bij monde van den heer Koole wordt namens de com missie ad hoe daaromtrent rapport uitgebracht. In het algemeen heeft de commissie geenc aanleiding gevonden om bare adhaesie te weigeren aan de voor dracht door burgemeester en wethouders gedaan, en meent zich te kunnen bepalen tot enkele opmerkingen, naar aanleiding van bijzondere posten gerezen, die later bij de behandeling der artikelen, waartoe zij betrekking hebben, zullen worden behandeld. Nadat de vergadering voor eenige oogenblikken was geschorst, worden bij heropening allereerst in behande ling genomen de: Uitgaven. ÏÏoofst. I, afd. 2 art. 9: Jaarwedde van leeraren, onderwijzers enz., wordt 'verhoogd met f 475, en alzoo vastgesteld op 2643. Bij hoofdst. II, afd. 2 art. 7 komt ter sprake de door de commissie gemaakte opmerking op den post van f 200, die als abonnement wordt betaald aan de uitgevers der Zierikzeesehe courant, voor de plaatsing der gemeenteverordeningen en adver- tentiën. De commissie vermeent, dat op die wijze het doel der plaatsing, namelijk: algemeene verspreiding der stukken niet wordt bereikt, omdat die courant zeer wei nig lezers telt; zij zou raadzaam achten, dat het gemeen tebestuur werd gemachtigd om te trachten een abonne ment aan te gaan met de uitgevers van de Zierikzeesehe Nieuwsbode, welk blad door zeer velen wordt gelezen, en dus de stukken voor het publiek bestemd, ouder een ruimeren kring van lezers verspreidt. Na eenige discussie hierover worclt besloten aan bur gemeester en wethouders op te dragen, om te trachten meer publiciteit dan tot hiertoe geschiedde, te geven aan voornoemde gemeenteverordeningen en adverten- tiën. De uitgetrokken post wordt daarop gearresteerd. Bij hoofdst. 3, afd. 1, art. 1 had de commissie meer inlichtingen omtrent de geraamde cijfers van het onderhoud der openbare gebouwen enz. verlangd, die alsnu door den voorzitter worden gegeven, waarna de posten tot hun uitgetrokken bedrag worden vastgesteld. Bij hoofdst. 3, afd. 2, art. 1 komt ter sprake de opmerking van de commissie, omtrent het al of nietwen- schelijke, om het werk voor het overdekken van open liggende vroonen, geraamd op f 8200, hetzij gedeeltelijk hij publieke aanbesteding te doen verrichten, en wordt na eenige discussie hierover het raadzamer geoordeeld, dit rifet te doen, maar te doen behandelen zooals tot heden geschiedde, om den bijzonderen aard van dat werk, in verband met de situatie der riolen, in welk geval men niet kan handelen naar een bestaand bestek, maar handelen moet naar omstandigheden. De post wordt daarna tot het uitgetrokken bedrag vastgesteld. Hoofdst. 3, afd. 2, art. 2: voor effenen van uitgegraven zelke-terrein worclt uitgetrokken 500. Bij hoofdst. 7, art. 1 komt in behandeling de begroo ting der dienstdoende schutterij, die vastgesteld wordt, overeenkomstig de voordracht, iu ontvang en uitgaaf op f 765, met een subsidie uit de gemeentekas van f 760. Aan hoofdst. VII, art. 7: Kosten van doodschouw van lijken, ingevolge de wet van 10 April jl., wordt toege voegd, ook het „begraven van lijken." Hoofdst. VIII, afd. 1 art. 1 d: Verdere kosten ten be hoeve van het onderwijs, wordt verhoogd met f 50 en alzoo gebracht op /"3280. tengevolge van de in bet begin der zitting genomen besluiten betreffende de nadere regeling van het herhalingonderwijs. Bij hoofdst. VIII, art. 2: Komen in behandeling de begrootingen van de armbesturen, en wordt vastgesteld, die van het burgerlijk armbestuur in ontvang en uitgaaf op f 12484.71, en die van het roomsch-catholiek armbe stuur in ontvang en uitgaaf op f 3910.78; terwijl die van bet evangelisch-luthersch armbestuur nader gewijzigd van dat armbestuur wordt ingewacht, en dientengevolge het raadsbesluit tot het verstrekken der subsidiën aan de betrokken armbesturen voor 1870 wordt aangehouden. Hoofdst. -VIII, afd. 4, art. 14: Uitgaat voor .aankoop inschrijving op de grootboeken Nationale schuld, wordt verminderd met /500 en alzoo vastgesteld op f 7697. Hoofdst. IX: Onvoorziene uitgaven, wordt aangebon den, als in verband staande met de overige nog te behan delen artikelen der ontvangsten, Overgaande tot de behandeling der inkomsten, komt ter sprake het denkbeeld der commissie, om aan hoprdst. I het volgende artikel toe te voegen: „Preleve- ment van het vermoedelijk batig slot der rekening 1868, f 2000." De commissie acht het wenschelijk om, zoo immer doenlijk, slechts langzamerhand en trapsgewijze over te gaan tot het heffen van den hoofdelijken omslag tot het maximum, uit dien hoofde zou zij voorstellen dat voor 1870 een gedeelte werd genomen van het goed slot van den ditmst van 1868 en wel tot een bedrag van 2000, blijvende alsdan het restant nog ongeveer gelijk aan het goed slot, dat thans den eersten post van ontvangst uit maakt. In verbaud hiermede zou de post voor hoofdelij ken omslag met f 2000 verhinderd kunnen worden. Door burgemeester en wethouders wordt het denk beeld der commissie bestreden en het wenschelijke be toogd om meergenoemd hoofdstuk onveranderd te laten, hetgeen ook door andere leden wenschelijk wordt geacht. Het voorstel der commissie in stemming gebracht, wordt met 6 tegen 3 stemmen verworpen. De verdere behandeling der begrooting wordt aange houden en de vergadering daarna door den voorzitter gesloten. SNELPERSDRU1CKER1J VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 6