BIJVOEGSEL VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT. Maandag 25 October 1869. No. 203. Rechtzaken. Gemengde berichten. Staten-generaal. De arrondissements-rechtbank alhier heeft jl. Donder dag de volgende vonnissen uitgesproken. Amelia de Vulder, dienstbode, wonende te Hoofdplaat beklaagd dat zij op den 5C" en 18c" September jl. een Ujksdaalder arglistig heeft ontvreemd uit den zak van een in de kleerkast hangenden rok harer meesteres, zijnde de huisvrouw van J. B. Tas, wethouder te Hoofdplaat, en 2nlks terwijl zij tegen genot van kost, loon en inwoning 'n dienst was is schuldig verklaard aan diefstal in dienstbaarheid en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot veertien dagen gevan genisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede in de kosten. Jacobus Kabouter, polderwerker alhier beklaagd dat hij den 15™ September jl. zich in kennelijken staat van dronkenschap op de openbare straat heeft bevonden, üggende in de armen van een evenzeer beschonken mak ker, alsmede dat liij zich, toen twee maréchausseés hem en zijn makker naar het politiebureau wilden brengen, te- Ren een hunner feitelijken gewelddadig heeft verzet,door hem te slaan, te schelden en te dreigen is vrijgesproken van het toebrengen van slagen en stoeten, als zijnde dit niet wettig en overtuigend bewezen; doch schuldig verklaard nan: lo. het zich in kennelijken staat van dronkenschap °p de openbare straat alhier bevinden2». feitelijk en gewelddadig verzet tegen een dienaar der openbare macht door een persoon zonder wapenenen 3°. beleedi- Ring met woorden en dreigementen aan een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening, en te dier zake veroordeeld tot veertien dagen gevangenisstraf, eene geldboete van f S en eene geldboete van f 3, de laatste ten bate der gemeente Middelburg, alsmede in de kosten- Willem Tollenaar, werkman alhier beklaagd dat hij den 2i™ en 22™ September jl. Maatje IIulIu in hare woning tweemaal aangegrepen en op den grond ge worpen heeft is van het eerste hem ten laste gelegde feit vrijgesproken, als zijnde dit niet bewezen; doch schuldig verklaard aan het tweede, zijnde het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, gepleegd onder ver nachtende omstandigheden, en veroordeeld tot eene ge vangenisstraf van zes dagen, benevens in de kosten. Adriana Goote, werkster alhier beklaagd dat zij den 23™ September jl. op het erf harer woning alhier Maria Cornelia Tange moedwillig slagen en stooten heeft toegebracht is aan dit haar ten laste gelegde feit sehuldjg verklaard en, met aanneming van verzachtende Omstandigheden, veroordeeld tot eene geldboete van f 8 eo in de kosten. Jan van Belzen, oud 14 jaren, vissclier te Arne- muiden beklaagd dat hij den 11™ September jl. Mientje Meulmeester moedwillig met een klomp een schop op de borst beeft gegeven is schuldig verklaard aai1- het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, gepleegd met oordeel des onderscheids, doch onder ver achtende omstandigheden, en veroordeeld tot eene Seldboete van f8, alsmede in de kosten. Jacob Pake, Jan Paymeers en Lamhertus Burgers, a"en polderwerkers alhier beklaagd dat zij den September op de kanaalwerken alhier in vereeniging ^an, Adrianus en Vincent van Oordt moedwillig mishan del hebben zijn, met gedeeltelijke vrijspraak van het ten laste gelegde, schuldig verklaard aan het moed willig toebrengen van slagen en stootenwaardoor geenerlei ziekte of beletsel om te werken is ontstaan, en> onder aanneming van verzachtende omstandigheden Veroordeeld ieder tot drie dagen gevangenisstraf, alsmede Solidair in de kosten. Pieter Hamelynk, polderwerker alhier beklaagd ^at hij in den nacht van 4 September jl. heeft willen bin nendringen in de woning van Maatje Florusse in de ^interstraat alhier en toen hem dit belet werd genoem de vrouw slagen heeft toegebracht— is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, gepleegd ornder vezachtende omstandigheden, en ver oordeeld tot drie dagjn gevangenisstraf, benevens in de kosten. In het Japansch parlement is een voorstel gedaan tot afschaffing van het buikopensnijden. De vertegen woordiging was 'echter van oordeel dat eene instelling, waarbij de natie zich zoo wèl bevond, welke bovendien reeds zoo oud en daarom zoo eerbiedwaardig was, niet lichtvaardig mocht worden afgeschaft. Het voorstel werd dan ook met 200 tegen 3 stemmen verworpen, een be wijs dat men ook in Japan niet met al die nieuwigheden is ingenomen en liever de instellingen, waarmede het zoolang goed gegaan is, wil handhaven, dan al die mo derne philanthropische denkbeelden verwezenlijken. Het dagblad van Carlisle meldt dat men in de af- geloopen week in die stad een buitengewoon natuur verschijnsel heeft waargenomen, bestaande in een soort van spinnen-regen, spinnen die er uitzagen als mieren, behalve dat zij veel kleiner waren. Zij waren donker bruin van kleur en op de huid als gevernist. Zij vielen 's namiddags inoutelbare hoeveelheden neer en begonnen toen dadelijk te spinnen. Gelijk verschijnsel is le Kendal waargenomen. Het New-Castte Journal meldt dat men nog nimmer zoo weinig vertier op de scheepstimmerwerven heeft ge zien als tegenwoordig van de 58 werven zijn er 22 ledig en zonder werk, 9 hebben nu en dan een karrewei, 7 heb ben de schepen, die op stapel stonden, afgebouwd en hun volk bedankt, terwijl er nog 20 bezig zijn met het bou wen van nieuwe schepen, waarvoor echter nog koopers moeten gevonden worden. Daarbij hebben 17 etablisse menten het bouwen van houten vaartuigen opgegeven en hebben zich tot.ijzeren scheepsbouwwerven ingericht. Het blad schrijft den achteruitgang van deze industrie aan de Trade Unions toe, waarvan de directie niets in loon of werktijd wil toegeven, en waardoor het bouwen van schepen daar dus veel duurder dan in andere ha. vens wordt. In een brief aan de Pall Mail Gazette vestigt de be kende Engelsche staathuishoudkundige Bonamy Pricede aandacht op de nieuwe arbeiderswoningen, door den heer Neviliopzijn grond te Horsey opgericht. De iurichting is als.volgt: twee woningen onder éen dak bevatten bene den huiskamer en keuken, hoven twee slaapkamers, bui tendien is boven eene vijfde kamer ingericht als slaap kamer voor datgene der beide huisgezinnen, dat aan een der 0 vertrek behoefte heeft. Iedere woning heeft een provisiekamer, kasten, keukenrooster, lcookfornuis, var kensschot en bergplaats voor brandstoffen. De geheele inrichting voldoet aan alle eischen en de bewoners zijn er buitengewoon tevreden mede. De huurprijs is niet in verhouding tot zoovele gemakken: de arbeider betaalt slechts een jaarlijkschen huurprijs van 4 pond, (p. m. ƒ48) als hij twee slaapkamers heeft, en 4 pond 10 sh. (p. m. 54) als hij er drie gebruikt. Dit is dus nog geen gulden of iets meer dan een gulden per week, en wanneer men nagaat dat de Engelsche prijzen zooveel hooger plegen te zijn dan de onze, zou dit bedrag misschien bij ons nog lager kunnen zijn. In weerwil van den lagen huurprijs is het toch eene solide geldbelegging, want de beide hui zen onder éeu dak kosten aan inrichting 170 pond (ruim f 2000) en geven dus ongeveer vijf percent. Uit Peking wordt gemeld dat een vleugel van het keizerlijk paleis door brand vernield is. In dien vleugel bevond zich de Vu yin tien, die de rijke bibliotheek en de drukkerij bevatte, welke door verscheidene achter eenvolgende keizers met g'roote kosten gesticht zijn. Boeken en clichés van onschatbare waarde zijn een prooi der vlammen geworden. Daar is het werk Tu-chu chi cheng vervaardigd, waarvan een enkel exemplaar tegen woordig meer dan tien duizend gulden waard is, ook de Si ku, waarvan de inhoudsopgave meer dan honderd hoofdstukken vormt. Te Glasgow is in de vorige week een ontzettende brand in een oliefabriek uitgebasten. Verscheidene dui- zende vaten olie werden door de vlammen aangetast. Na achtjarige ondervinding heeft Auring in de Mit- theil. und Verh. des niederösterr. Geworbever. zijn er varingen medegedeeld omtrent het bewaren van ijs bo ven den grond, zonder ijskelder. De Nederlandsche Industrieel ontleent daaraan het volgende: Als plaats om ijs te bewaren kieze men de ruimte achter een gebouw, zoo mogelijk op het Noorden, of onder schaduwrijke boomen. Daar het ijs eerst aan den Westkant begint te smelten voorzie men die zijde met eene schutting, muur of dergelijke. Zoo mogelijk kieze men eene plaats met lossen bodem; is die niet te vinden, dan make men in den grond een gat, en bedekke dat met een rooster, om het smelt-water dadelijk af te voeren. Dit gat behoeft niet zoo groot te zijn als den na der te beschrijven ijskegel, doch moet zich altijd aan éene der zijden, nimmer in het midden bevinden. Is de grond maar eenigszins los, zoodat het water wordt doorgelaten; dan is dit gat geheel onnoodig. De stapeling van het ijs, bewerkstellige men in den vorm van een grooten kegel; op den vlakken grond legge men een kring van ijsblok ken; de middelijn is geheel naar verkiezing: de ijskegel van Auring heeft eene grondvlakte naar 6 meters mid dellijn bij 4 meters hoogte. Het binnenste van den kring wordt aangevuld met ijs-gruis tot op dezelfde hoogte van den rand, en het geheel goed met water overgotendaar op legge men een tweeden kring van groote ijsstukken iets naar binnen, vuile de ruimte weder aan met ijs-gruis en overgiete het met water. Zoo gaat men voort tot de geheele ijskegel gevormd is, en daarbinnen alles goed aan elkaar gevroren is. Men overgiete nu den geheelen kegel nog eenige dagen goed met water, zoodat men éen klomp ijs verkrijgt. Daarna bedekke men hem met stroo ter dikte van een hand breed, en overgiete dit omkleed sel weder met water, zoedat het vast vriest. Bij het in vallen van dooiweder bedekke men den geheelen kegel met een laag mos van 2540centim. dikte, waarvan men vooraf voorraad heeft verzameld. En hiermede is de ke gel gereed, Heeft men geen, of slechts onvolkomen be schutting van de westzijde, dau wordt aan dien kant de bedekking wat dikker genomen. Waar geen mos te ver krijgen is, vervange men dit door gehakt stroo of stop pels, altijd zorg dragende dat de wind dit omhulsel niet kunne wegnemen. Te dik moet deze bedekking echter ook niet zijn, daar men dan gevaar heeft van broeien, waardoor schade aan het ijs zou worden toegebracht. Volgens opgave van Auring begint het ijs te smelten van onderen aan den Westkant. Daarom is het raadzaam aan dien kant tot op eene hoogte van 1 meter een laag turf molm aan te brengen. De kegel wordt voor het gebruik aangebroken aan den top, nooit op de kant of van onde ren; de opengemaakte plaats bedekke men dadelijk we der mer mos. Wil men den ijsvooraad dicht bij huis heb ben, dan moeten de muren, ter voorkoming van vochtig heid van een planken bedekking worden voorzien, met eene tusschenruimte van p. m. 10 centim. die met turf molm wordt aangevuld; ook zorge men door een afdak den kegel te vrijwaren van drup water. Heeft men geen lommerrijke plaats voor de oprichting van den ijskegel, dan bouwe men daarover een dak in den vorm van een zonnescherm. Bij het onderzoek der begrooting van het departement van financiën voor 1870 (hoofdstuk VII B) hebben ver scheidene leden met kracht aangedrongen op de spoedige indiening eener comptabiliteitswet. Tevens werd de wensch uitgedrukt dat de regeering tijdig eene nieuwe regeling van de bepalingen omtrent den accijns op de binnenlanasche bieren en azijnen aan de staten-generaal kon indienen, daar de bestaande bepalingen met 31 De cember 1870 ophouden van kracht te zijn. De meening dat tengevolge der afschaffing van het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1