MIDDELBURGSCHE COURANT. IV». 202- Zaterdag 1869. 23 October. Middelburg 22 October. Benoemingen en besluiten. Rechtzaken. Gemengde berichten. Op do lijst der te behandelen zaken in de aanstaande Najaarsvergadering der provinciale staten van Zeeland komen, behalve verschillende koninklijke besluiten en senige jaarlijks inkomende stukken, verschillénde'mede- deelingen van gedeputeerde staten vooj.- DezSböijB^ti betrekking op de volgende onderwerpen: het voortgezet onderzoek omtrent den toestand der wegen, met behulp fan rentelooze voorschotten uit de provinciale fondsen aangelegd; den uitslag van het ingesteld onderzoek naar den toestand van den weg van Zierikzee naar Zijpe de vervanging van het afzonderlijk verslag van het ver handelde in de openbare zitting der staten door een stenographisch verslag. Verder inededeelingen^ff foorstellen van gedeputeerde staten omtrent deffiftwerp- reglementen betrekkelijk de kunstwegen en omtrent den ®toombootdienst op de Wester-Schelde, en voorspellen fan dezelfden tot aankoop van eene nieuwe stoomboot; lot het aangaan eener geldleening, en tot wijziging van de enkel provinciale en huishoudelijke begrootingen foor 1869 en 1870. Tevens zal in behandeling worden genomen het in de forige zitting door den heer O. Verhagen gedaan voor stel tot het brengen van een post op de begrooting van /"lOOO, ter tegemoetkoming aan gemeentebesturen in de kosten voor het geven van herhalings-onderwijs,alsmede foor het aanleggen van schoolbibliotheken, daarmede in verband staande. Adressen zijn ingekomen van de commissie voor den tfeg tusschen Hulst, Axel en Sas van Gent, om eene jaarlijksche uitkeering, met een daartoe betrekkelijk foorstel van gedeputeerde statenalsmede van J. Min- derhoud c. ste Westkapelle, houdende bezwaren tegen het ontwerp-reglement op het vervoer van vrachten op de kunstwegen. In de aan de leden der provinciale staten toegezonden gedrukte mededeeling omtrent den stoombootdienst op de Wester-Schelde melden gedeputeerde staten voor eerst dat do commissie uit hun midden, die zich wel met het beheer en toezicht heeft willen belasten, bestaande nit de hoeren mr. Becius, jonkheer van Citters en Spren- ger, onder dankbetuiging voor de door haar bewezen diensten, is vervangen door eene nieuwe commissie, be staande uit de heeren Buteux en mt Lambrechtsen. Bij de uitgebreidheid echter welke de dienst meer en meer ferkregen heeft, ook door het brievenvervoer, hebben laatstgenoemde heeren zwarigheid gemaakt zich met het heheer en toezicht te belasten, indien niet onder hen een ferantwoordelijk en alleszins geschikt persoon werd aangesteld, belast zoowel met het dadelijk toezicht op de regelmatige uitvoering van den dienst als met de •lagclijksche administratie. Uit dien hoofde hebben gede puteerde staten besloten tot het benoemen van een directeur van den provincialen dienst der stoombooten en steigerschuiten op de Wester-Schelde wiens woon plaats te Vlissingen zal gevestigd zijn en die van eene zoodanige instructie zal zijn voorzien, dat zij zich vleien dat door dezen maatregel voor goed aan de moeilijkheden en klachten betrekkelijk dezen dienst een einde zal wor den gemaakt. Tevens wordt medegedeeld dat van den dienst, wat d*i hoofdstations betreft, meer en meer gebruik wordt Setaaakt. Om echter bestendig op eene regelmatige en voor het Publiek geriefelijke wijze in den dienst te voorzien, achten gedeputeerde staten het noodzakelijk eene tweede houten raderboot te doen vervaardigen, van hetzelfde charter als de Wester-Schelde, doch meteen stoomwerk tuig van meer kracht. Hiertoe strekt hun aan de provin cie staten in druk toegezonden voorstel. wel Wij vernemen dat dezer dagen bij de arrondissements rechtbank alhier drie procedures worden aanhangig ge maakt tot gerechtelijke onteigening der pcrceelen van eigenaren, wier gronden, uitsluitend in dit arrondisse ment gelegen, benoodigd zijn voor den aanleg der spoor weg- en kanaalweiken op Walcheren. Zijn wij ingelicht dan bestaan echter voor twee dezer procedures die tegen de centrale directie van Walcheren en die tegen het gasthuis te Middelburg andere redenen dan verschil over de aangeboden schadevergoeding. Dit laatste is alleen ten aanzien der derde procedure het geval, welke overigens slechts een uijterstrklein stukje gronds betreft. 1 eeketeekenen. Vergunning verleend aanP. van Kuik, te Ileinkenszand, tot het aannemen en dragen van het kruis Fidei et virtuli, hem door Z. H. den paus geschonken. consulaten*. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer H. Scott, als Nederlandsch consul te Adelaïde, voor Zuid-Astralië. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft heden uitspraak gedaan in de onzen lezers bekende zaak van Johan Balthasar Rauppe, oud 39 jaren, kantoorbediende te Goes, thans alhier gedetineerd, beschuldigd 1». aan valschheid in een geschrift van koophandel en het zich bedienen van dat valsche stuk; en 2°. aan misbruik van vertrouwen. Het hof heeft den beschuldigde vrijgesproken van de hem in de eerste plaats ten laste gelegde valschheid in geschrift, als zijnde niet bewezen dat hij met arglist heeft gehandeld. Met betrekking tot het ten laste gelegde misbruik van vertrouwen, als zou de beschuldigde, tegen loon in dienst zijnde bij den fabrikant J. II. C. Kakebeeke te Goes, eene som van 160.92j, welke hij van verschillende per sonen ten behoeve van zijn meester voor geleverde waren ontvangen had, aan dezen niet uitgekeerd, maar ten eigen bate aangewend en verduisterd hebben heeft het hof de ontvangst en verduistering van verschillende posten als onbewezen beschouwd, doch den beschuldigde overi gens aan dit feit schuldig verklaard voor zooveel de overige posten tot een gezamenlijk bedrag van 80.05, betreft. Het hof heeft-den schuldigverklaarde aan misbruik van vertrouwen veroordeeld tot eene correctionneele gevan genisstraf van twee maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan, en eene geldboete van 12.50, bij niet betaling binnen twee maanden na daartoe te zijn aangemaand te vervangen door twee dagen eenzame opsluiting, alsmede in de kosten; met bevel tot teruggave der overtuiging stukken aan de eigenaars of rèchtkebbenden. Donderdag jl. is, gelijk wij reeds hebben gemeld, door het hof van assises der Seine uitspraak gedaan in de zaak der onlusten te Parijs in Juni. HetWeekblad van bet regt zegt daaromtrent het volgende: Door de jury schuldig verklaard, zijn drie personen door het hof tot drie jaren corectioneele gevangenisstraf en twee tot eene dergelijke tweejarige straf veroordeeld, en elk tevens in eene boete van 500 franken. De leden der jury heb ben een door de verdedigers gesteld verzoekschrift aan den keizer tot gratie mede onderteekend en men ver moedt dat die gratie zal verleend worden.... De schuldigen ter zake der Itotterdamsehe ongeregeld heden zijn veroordeeld tot crimineele tuchthuisstraf voor vijf, zes, zeven en tien jaren. Hunne gratie is afgewezen. Men zal niet willen beweren, dat deze rustverstorin gen in Nederland een dreigender aanzien hadden dan in Frankrijk. Van staatkundig karakter waren de Rotter- damsche ongeregeldheden ontbloot. Wij eerbiedigen de Nederlandsche gestrengheid, maar zoo ooit, dan had men de hoop mogen voeden,dat het recht van gratie de gestreng» heid der wet hadde gematigd en dat dus de slachtoffers van de opgewondenheid van éen oogenblik niet als hoe ven naar een tuchthuis waren gezonden. Nog vleit men zich met de hoop, dat spoedig geschieden zal, wat door velen gewenscht wordt. De nieuwbenoemde ambassadour van den Noorddnit- bond bij het Fransche hof zal waarschijnlijk ^binnen zeer weinige dagen reeds zijn nieuwe betrekking te Parijs aanvaarden. —De Fransche natie beroemt zich soms op den democra- tischen grondslag harer staatsinstellingen. Een bewijs van de onjuistheid dezer bewering leverden de laatste dagen op. Prins JoachimMurat en de senator prins van Wa- gram,kregen twist meteen aannemer van publieke werken. Beleedigende uitdrukkingen zijn daarvan het gevolg van de zijde des aannemers, waarop prins Murat, evenals in den goeden ouden tijd, den aannemer eenige slagen en stooten toebrengt. De justitie vervolgt op klachte den aannemer en deze dient nu een klacht in tegen prins Joaehim Murat ter zake der hem toegebrachte slagen. Beide zaken worden bij de rechtbank aangebracht, doch er heeft disjunctie plaats en de rechtbank verklaart zich onbevoegd om in de zaak tegen prins Murat uitspraak te doen, op grond dat bij senaatsbesluit van 4 Juni 1858 in dergelijke zaken, waar het prinsen van het keizerlijk huis, ministers, groot-officieren der kroon, senatoren en leden van den staatsraad geldt, alleen het hoog gerechts hof bevoegd is, ingesteld bij senaatsbesluit van 10 Juli 1852. Dit rechtscollege is bovendien nog niet in het al gemeen bevoegd, maar moet daartoe gemachtigd worden bij keizerlijk decreet. Het hangt dus van de willekeur des keizers af of senatoren, ten aanzien van welke boven dien eene machtiging van den senaat noodig is, voor door hen aan anderen toegebrachte slagen en stooten zullen terecht staan, jjn ziedaar, zegt le Temps, onze toestand in het jaar 186$., Lord Derby, de chef der Engelsche Tory-partij. is overleden aan de ziekte, welke hem reeds op 25 Februari van dit jaar noopte om zijn ontslag te nemen als eerste mi nister. Hij had den ouderdom van zeventigjaren bereikt. Omtrent den gisteren medegedeelden, te Brussel op twee dames gepieegden moord, worden de volgende bijzonderheden gemeld. Bedoelde dames, eene moeder en hare dochter, woonden sinds geruimen tijd in een huis in de Rite de Brabant en waren in de buurt als rijke maar eenigszins gierige dames bekend en hiel den geene diensbode. Zij ontvingen geen ander bezoek dan van enkele buren en nu en dan van een te Brussel wonenden bloedverwant; ook gingen zijzeldenuit.de stad. Vrijdag der vorige week werd het huis echter niet als naar gewoonte geopend, en een kaartje, waarop het woord „afwezig" stond, was aan de voordeur vastgehecht. Men was in de buurt hierover wel verwonderd, doch hield zich met deze, wel is waar onverwachte en plotse linge, doch in ieder geval mogelijke afwezigheid niet lang bezig. De vrienden of bloedverwanten der dames van de Pool, die haar nu en dan bezoek brachten, hecht ten echter meer opmerkzaamheid aan de voortdurende afwezigheid der dames, te meer daar zij volstrekt geen voornemen daartoe aan den dag gelegd hadden, integen deel hadden zij zelfs kort te voren eenige werklieden besteld, die natuurlijk zeer verwonderd waren bij hunne twee- a driemalen herhaalde komst de deur gesloten te vinden. Zes dagen had de afwezigheid reeds geduurd, toen een der bloedverwanten besloot naar Leuven te gaan de geboortestad der dames en te zien of deze ook bij hare familie te dier plaatse vertoefden. Niemand had ze echter gezien noch bericht van haar ontvangen. Men werd thans werkelijk ongerust en Woensdag be sloot men de hulp der politie in te roepen. Een sloten maker werd gelast het slot der voordeur open te steken, doch te\ ergeefs, de deur week niet. Men klom toen den muur van een nevenstaand huis over en kwam alzoo binnen de woning der dames. Reeds dadelijk bij het binnentreden deden een verbrijzelde lamp en andere vernielde voorwerpen eene misdaad vermoeden. Verder gaande zag men een deur half open staan, het was die der eetzaal; de politieagenten zagen naar binnen, en een vreeselijk schouwspel deed zich aan hunne oogen voor. Twee lijken lagen daar uitgestrekt, dat van me vrouw van de Poel en dat harer dochter. De laatste leunde met het hoofd tegen den poot der tafel, haar lichaam droeg de sporen van eene verschrikkelijke wor steling; haar gelaat was vol krabben cn steken, en hare

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1