O U R A N T. N0, 19a. Donderdag 1869. 14 October. Middelburg 13 October. Benoemingen en besluiten. De uitslag der gisteren gehouden verkiezing van een lid voor de tweede kamer der staten-generaal in het kiesdistrict Amsterdam is dat m<-. E. H. 's Jacob is geko zen met 1087 van de 1985 uitgebrachte stemmen. Omtrent de Maandag gehouden vergadering van aan deelhouders in de Koninklijke Nederlandschestoomboot maatschappij, waarvan wij de hoofdzaak reeds in ons nommer van Dinsdag hebben medegedeeld, geven wij thans het volgende verslag. De president-commissaris, de heer J. den Tex Bondt, opende de vergadering met de kennisgeving, dat de aan wezige personen, vertegenwoordigende 577 aandeelen, gerechtigd waren tot het uitbrengen van 107 stemmen. De voorzitter noodigde de directie uit,de veranderingen in de statuten en de verdere plannen, opgegeven als de Punten van behandeling in deze vergadering, mede te deelen en toe te lichten. Hieraan werd voldaan bij monde van een der direc teuren, den heer C. A. von Hemert, die een uitvoerig rapport uitbracht, waarin hij, na de toelichting van het voorstel tot uitbreiding en reorganisatie van de bestaande stoombootlijnen der Maatschappij, te kennen gaf dat de directie de vergadering nog over een tweede plan wenschte te onderhouden, het opnemen van de vaart tusschen Nederland en Amerika. Hieromtrent zeide hij het volgende Ieder gevoelt de noodzakelijkheid dat die onderneming tot stand korne; wij zullen trachten u onze overtuiging te doen deelen, dat daaruit juist voor onze maatschappij met grond zeer bevredigende resultaten verwacht mogen worden. Wij hebben boven Hamburg en Bremen vooruit, dat wij stoombootlijnen hebben op Denemarken, Zweden, en vele Oostzeehavens van Pruisen en Rusland. West- phalen, de Rijn provinciën, Beieren, Baden, Wurtemberg, Oostenrijk, Zwitserland, België, kunnen over Nederland veel goedkooper dan over de Noord-Duitsche havens ex porteeren en invoeren, in alle genoemde landen hebben wij onze vertegenwoordigers, aan vele stations der ver schillende spoor- en waterwegen kent en bevordert men onze onderneming, gedreven door den prikkel van het eigenbelang. Eene Amerikaansohe lijn kan onze be staande lijnen voeden en door deze gevoed worden. Het is u, mijne heeren, ongetwijfeld bekend, dat in de laatste jaren, zoowel te Hamburgals te Breinen, gemiddeld 18 a 20 procent dividend aan aandeelhouders is uitgekeerd geworden en dat de aandeelen in de daar gevestigde stoombootmaatschappijen thans 130 en 160 procent ge noteerd staan. Het eigenbelang van kooplieden en landverhuizers zal een goed deel der goederen en personen toevoeren aan een goed ingerichten stoombootdienst tusschen Nederland en Amerika. Uit Wurtemberg, Beieren, Baden en Hessen namen 28,000 personen in 1866 den weg over Hamburg en Bremen naar Amerika. De emigratie in 1866 wordt voor Hessen op 20,000 en voor Wurtemberg op 12,000 personen geschat. Van de uitvoeren van het tolverbond naar Amerika 8ingen in 1866,67 voor 8 millioen dollars over Engeland voor lo millioen dollars over Bremenvoor 8 millioen dollars over Hamburg; en voor 619,326 millioen dollars over Nederland. Zou dan ons aandeel niet dadelijk bij de opening van den stoombootdienst verbazend toenemen Wij willen ons dan de noodige middelen aangewezen zien voor drie stoombooten, doch slechts met twee stoom- booten de vaart beginnen. Daarmede toch zouden wij gemakkelijk iedere maand eene afvaart kunnen geven, daar ieder schip zestig dagen zou hebben voor de uit en t'hnisreis gezamenlijk. Van Glasgow uit onderhoudt men, met schepen gelijk soortig aan die welke wij op het oog hebben, een dienst op Amerika, waarvan de booten alle 40 dagen eene nieuwe reis aanvaarden. Schepen van j>000 tons ladingruimte, benevens de noodige inrichtingen voor 500 emigranten en 100 passa giers lc en 2e klasse, die op de terugreis naar Nederland 3000 tons lading kunnen vervoeren, komen ons de meest geschikte voor. Zoolang de waterwegen naar Amsterdam en Rotterdam niet gereed zijn, moet dus Vlissmgen als punt van uit gang vastgesteld worden. Aan ons plan knoopt zich een goede lichterdienst vast, die de aansluiting tusschen Vlissingen en onze grootste handelsteden zal tot stand brengen. Indien men tegenover deze lickterkosten stelt: de kanaal-, loods- en havengelden, het tijdverlies enz., aan het bereiken van eene oazer groote handelsteden ver bonden, zal men het verschil niet groot vinden. Men zal dus het voordeel aan een groot charter van schepen ver bonden bijna onverminderd behouden en tevens meer waarborgen hebben voor de regelmatigheid van den dienst. Wij nemen de vrijheid ons wat het punt „subsidie van den staat" betreft te gedragen aan hetgeen daaromtrent in onze brochure getiteld: „stoomvaart op Amerika" ge zegd is. Dat wij op New-York wenschen te varen en waarom is alweder uit genoemd vlugschrift gebleken. En welke waarborgen wij nu hebben dat wij den voor melden dienst met de voormelde schepen, met voordeel kunnen beginnen en voortzetten Wiskunstig is het bewijs niet te leveren dat deze on derneming winstgevend zal zijn, maar indien eene groote mate van waarschijnlijkheid voldoende geoordeeld wordt, dan hopen wij u te overtuigen. Triest is van Niewediep 3127 mijlen verwijderd, dus slechts 200 mijlen minder daD New-York. Op de Triëster- reis moeten wij uitgaande en terugkomende te zamen 14 a 15 havens aandoen, hetgeen zeer kostbaar en tijd- roovend is, de schepen die wij voor de Adriatische zee gebruiken, zijn kleiner dan die wij voor Amerika op het oog hebben, de passagiers ontbreken hier geheel en toch exploiteeren wij de Adriatische zee sedert ettelijke jaren met goed gevolg. Zou dan de vaart op New-York niet rendeeren Die vaart, die wij met grootere schepen, met machines naar de hoogste eischen van de wetenschap wil len ondernemen, onder veel gunstiger omstandigheden dan Bremen en Hamburg dit deden, die vaart door ons sedert zoo lang voorbereid en bestudeerd? De uitbreiding van het materieel voor onze bestaande lijnen achten wij noodzakelijk tot behoud van hetgeen wij hebben. De vaart op Amerika achten wij wenschelijk in het algemeen belang, maar hoofdzakelijk om onze toekom stige resultaten nog veelde verbeteren. Wij ontveinzen ons niet, dat voor deze plannen be langrijke kapitalen noodig zijn zij vereischen eene uit gave van 4 millioen, verdeeld als volgt: ƒ1,555,000 voor 4 Middellandsche zee-stoombooten2,250,000 voor 3 Trans-Atlantische stoombooten van 750,000ƒ200,000 voor lichters en stoomsleepbootente zamen ƒ4,000,000. Wij zullen verplicht zijn de van vroegere leeningen nog in omloop zijnde 495,000 a pari af te lossen. Alzoo zal het cijfer der benoodigde gelden 4,500,000 wezen. Wij stellen u dus voor om ons maatschappelijk kapi taal van ƒ2,000,000 op ƒ5,000,000 te brengen, doch de uitgifte van aandeelen voorloopig uit te stellen tot be hoefte aan nog verdere uitbreiding zich doet gevoelen, en om het thans vereisckte kapitaal te vinden door het aangaan van eene leening, groot vijf millioen gulden, a 5 pet. rente 's jaars, uit te geven tot den koers van 90 pet., aflosbaar in 25 jaren door middel van annuitei- ten. Eerst echter moeten wij u dringend aanbevelen uwe goedkeuring niet te onthouden aan de wijzigingen in de statuten, die noodig zijn tot uitvoering van boven ontwikkelde plannen." Na voorlezing van dit rapport werden zeer interes sante en langdurige discussiën gehouden over de wen- schelijkheid van ondersteuning door de regeering van de stoomvaart op Amerika, in den vorm van het maken der noodzakelijkste inrichtingen te Vlissingen. De directie deelde eene missive van de ministers van financiën en van binnenlandsche zaken mede, die desbe treffende geruststellende verzekeringen bevatte. Nadat op eenige bedenkingen aangaande de rentabili teit der zaak zonder regeeringssubsidie, de soort van schepen en het bekomen van lading, door de directie was gerepliceerd, werden de voorsteilen in stemming ge bracht en werd met bijna algemeene stemmen besloten tot wijziging der statuten en het aangaan eener geld- leening. Wij ontvangen heden een telegram van den heer Betzold uit Parijs, waarin hij verklaart dat het te Rot terdam ten zijnen aanzien in omloop geweest zijnde gerucht, door een onzer correspondenten aldaar in ons nommer van 5 October medegedeeld, geheel en al on gegrond is. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage heb ben, naar aanleiding van het verhandelde in de zitting van den gemeenteraad van den 5« dezer een nieuw ont werp aan den gemeenteraad aangeboden, ter beantwoor ding van de resolutie van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, betreffende de verbetering van het riool stelsel. Dit ontwerp is van den volgenden inhoud„De gemeenteraad van 's-Gravenhage heeft de eer gehad kennis te nemen van uwe beschikking van 31 Augustus jl. n». 22. Die resolutie, ter voldoening aan hare slotbe paling door het college van dagelijksch bestuur aan den gemeenteraad medegedeeld, bevat een uitnoodiging aan burgemeester en wethouders, om alles aan te wenden, wat eenigszins kan strekken om de gewichtige aangele genheid, daarin bedoeld, tot een spoedig einde te brengen. Het geldt de verbetering van het rioolstelsel in deze gemeente. Uwe beschikking gewaagt van verzuim in de behartiging eener zaak, die voorde gemeente een levens vraag is en waarvan de vertraging, zooals gezegd wordt, „menschenlevens kan kosten." Uwe aanschrijving, waar aan openbaarheid moest worden gegeven, kan niet wel onbeantwoord blijven. De raad waardeert uwe goede bedoeling en e'oet daaraan gaarne recht wedervarendoch naar zijn eerbiedig oordeel laat de aanschrijving, waarbij uw college zich mengt in het bestuur van de huishouding der gemeente, de grondwettig gewaarborgde zelfstandig heid van dat bestuur niet ongedeerd. Het toezicht op de gemeentebesturen, bij de provinciale en de gemeen tewet aan uw college opgedragen, is tot bijzonder aan geduide punten beperkten omvat gewis niet de bevoegd heid om een blaam te werpen op het gemeentebestuur, noch ook om dat aan te schrijven tot het nemen van maatregelen in het belang der openbare gezondheid. Het maken '.van verordeningen tot dat einde behoort uitslui tend aan den raad. Evenmin kan uw college die be voegdheid ontleenen aan de wet tot regeling van het geneeskundig staatstoezicht, hetwelk, onderden minister van binnenlandsche zaken, is toevertrouwd aan inspec teurs en geneeskundige raden. Mocht nu de inspecteur voor dit gewest, naar aanleiding van art. 14 der laatst- vermelde wet, zijne opmerkingen en voorstellen tot ver betering van het rioolstelsel aan het gemeentebestuur willen mededeelen, dan zullen die met belangstelling worden \emomen." eereteekenen. Toegekend, als blijk van koninklijke goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille inge steld bij koninklijk besluit van 12 September 1855, n°. 64, alsmede een loffelijk getuigschrift, aan J. M. Ber- tram en J. Keiler, matrozen der 1* en 3« klasse op Z"" M«. fregat met stoomvermogen Admiraal van Wassenaar, wegens de redding van een over boord gevallen schepe ling op 12 September jl., te Willemsoord, en aan J. C. Holtgrege, matroos der 1« klasse op genoemd fregat, wegens dergelijke redding op 23 September jl. aldaar. rechterlijke macht. Herbenoemd tot plaatsvervan gend kantonrechter te Sluis de heer K. F. Koksma.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1