öuitnüanï).
Yerkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Staten-generaal.
Algemeen overzicht.
bodem te Moerdijk, op ruim 20 el onder Amsterdamsch
peil, eene belangrijke hoeveelheid beenderen voor den dag
is gekomen van een kolossaal dier, vermoedelijk behoo-
rende tot eene zeer ver teruggaande periode der aard
vorming. Volgens deskundigen, schijnen zij behoord te
hebben aan een exemplaar van het geslacht der mastai-
lonten of wel der rhinoceros-soorten. Onder anderen be
vindt zich daarbij een gedeelte van den kaak. met vrij
goed geconserveerde, zeer ontwikkelde kiezen. Waar
schijnlijk zal de vond naar het rijks-museum te Leiden
worden opgezonden.
Te Zeist werd vrijdag avond een prachtige vuurbol
waargenomen, groen lichtende en zich vertoonende ter
grootte van de schijf der maan.
Onder Wilp bij Deventer sloeg Zaterdag avond te 8
uren bij een zwaar onweder de bliksem in de hofstede van
de wede. Lokin. De geheele huizing brandde af met de
geoogste vruchten. In Noord-Brabant heeft ook het onwe
der op Zaterdag avond hard gewoed. Onder elk der ge
meenten Lieshorst en Schijndel is eene boerderij door den
bliksem in brand gestoken en geheel vernield.
Uit Haarlem schrijft men van 3dezer: „Vóór eenige
dagen vervoegde zich hier bij den directeur der hoogere
burgerschool een welgekleed en beschaafd Duitscher,
die van een brief van een Deenschen graaf voorzien was,
waarin twee van 's graven zoontjes ter plaatsing op de
Haarlemsche school werden aangeboden, en tevens de
uitnoodiging gedaan, brenger zoo hij om eenig reisgeld
verlegen was dat te verschaffen. De onderhandeling
had een gunstig gevolg en de Duitscher trok met een
rijksdaalder af die hij noodig scheen te hebben om
naar den Moerdijk te komen. Vóór hij daar echter nog
heengingvervoegde hij zich evenzoo bij den directeur
van 's rijks kweekschool voor onderwijzers met een
dergelijke uitheemsche commissie, en liep er f 5 reis
geld op. Daardoor aangemoedigd begaf hij zich ook
naar een paar dames onderwijzeressen ditmaal denke
lijk met het doel uitheemsche gravinnetjes in plaats
van graafjes bij haar op school te doen de dames
toonden zich minder lichtgeloovig dan de heerenen
gaven als hare meening te kennen, dat hij. met zijn reis
geld waarschijnlijk wel uit zou komen. Van Haarlem
wam dezelfde heer vervolgens naar Amsterdam meld
de zich bij den directeur der handelsschool, en wellicht
oo nog elders aan en wist ook daar eenige reispennin-
®en 10 uaar men zegt machtig te worden. Van
Amsterdam vertrok hij naar Utrecht, in de hoop ook daar
rijn niet onvoordeelig handwerk voort te zetten zijn
toelaag mislukte echter, denkelijk omdat men van el
ders reeds van hem vernomen had en hij raakte in
plaats van naar den Moerdijk, in de zekere handen van
't gerecht, die nu alle reisgeld voor hem overbodig ma
ken en hem waarschijnlijk weldra op minder aangena
me wijze met zijn Haarlemsche en Amsterdamsche
slachtoffers in aanraking zullen brengen." Arnhcour.)
Eenigen tijd geleden was in Pruisen sprake van
de instelling eener censuur betreffende de grafmonumen
ten. Hoewel het zeer werd betwijfeld of men hiertoe zou
kunnen overgaan, is echter door het provinciaal consis
torie en de regeerings antoriteiten te Potsdam en Frank
fort aan den Oder zulk eene censuur ingesteld. In de
daartoe uitgevaardigde publicatie wórdt gezegd, dat er
in de laatste tijden herhaaldelijk klachten zijn gerezen
over het aanstootelijke in den vorm en inhoud van som
mige opschriften op grafsteenen op kerkelijke begraaf
plaatsen, tengevolge waarvan voortaan alle opschriften
aan de goedkeuring van het kerkbestuur moeten worden
onderwoipen alvorens zij geplaatst mogen worden. Hier
bij is bepaald dat die goedkeuring niet wordt vereischt
wanneer het opscbi ift alleen namen en datums bevat.
De Volks-Zeitung behelst het volgende: „Hoe men
te Rostock de vrijheid van handel opvatkan uit het
volgende voorval blijken. Een koopman aldaar had vol
gens zijne aankondiging voor rekening van een fabrikant
te Aken een magazijn van manufacturen geopend. De
prijzen waren zeer laag, en de winkel werd dientenge
volge druk bezocht. De Rostocksche lakenhandelaren
Irebben zich daarop met een protest tot de overheid ge
iend die het magazijn vervolgens verzegeld en gesloten
heeft."
T ®.e Northern Ensign geeft een overzicht van de
hanngvisscherij aan de Noord-Oostkust van Schotland,
gedurende het seizoen dat thans afgeloopen is en door goed
weder begunstigd werd. 4.300 booten, bemand met 22.000
mannen en jongens brachten 313.000 ton haring aan
tegen 283.000 ton in het vorige seizoen. De waarde van
de versehe visch beliep 370.000 u. st. en gekaakt meer
dan 500.000 p. st. Voegt men hier nog bij wat in den
omtrek van Lewis en Boisdale en aan de Westkust bij
Eijemouth gevangen werd, dan mag het aantal tonnen
wel aangenomen worden op 700.000, die meer dan een
mulioen p. st. opbrachten.
Te Berlijn heeft zich dezer dagen eene vrouwelijke
arts gevestigd. Mojufvrouw Henriëtte Hirschfeldt, uit
Holstein geboortig, vertrok in den herfst van 1867 naar
Amerika, en studeerde te Philadelphia aan het Deutistic
college in de heelkunde. Na een schitterend examen te
hebben afgelegd, is zij naar Pruisen terrugekeerd en
heeft van de Pruisische regeering, op grond der uitmun
tende getuigschriften door haar medegebracht, de ver
gunning tot uitoefening der praktijk verkregen.
Gisteren is te Vlissingen te koop aangeboden het
op de Calloot zittende masteloos en afgekeurd Noordsch
brikschip Wennerne, verkocht voor f230.
6 Oct. 's av. 11 u. 51 gr.
7 's morg. 7 u. 50 gr. 'smidd. 1 u. 62 's av. 7 u.56gr-
Onveranderd zijn weder ingediend de wetsontwerpen
houdende regeling van de bevoegdheid der consulaire
ambtenaren enz. en tot intrekking van sommige artikels
van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.
Het wetsontwerp tot regeling van het onderwijs van
rijkswege in de beeldende kunsten heeft, wat de redactie
van sommige artikelen betreft, eenige wijziging onder
gaan.
De hoofdstrekking is geblevenoprichting eener rijks
academie van beeldende kunsten tot hoogere opleiding
van kunstenaars.
Tegen het geopperde denkbeeld om op verschillende
plaatsen het onderwijs te doen geven en door verschil
lende instellingen te subsidieeren blijft bedenking be
staan. De kosten der op te richten academie zullen
f 20.000 a f 24.000 bedragen, de jaarwedde van ieder
der vijf te plaatsen hoogleeraren gerekend op f 3000.
Omtrent de plaats der vestiging van de academie wenscht
de regeering zich eene nadere beslissing voor te behou
den. Tegen Amsterdam, dat 5000 subsidie heeft aange
boden, bestaat echter nog geen overwegend bezwaar.
Aan de verlangde opneming van de bouwkunde onder
de leervakken is geen gevolg gegeven; deze is in haar
geheelen omvang opgenomen in het programma der
polytechnische school. Met de inwerkingtreding dezer
wet vervalt de bestaande koninklijke academie en dus
ook het lidmaatschap.
De wetsontwerpen betreifende het veeartsenijkundig
staatstoezicht en de uitoefening der veeartsenijkunde
zijn weder, doch gewijzigd, ingediend, dat, houdende ver
anderingen in het crimineel militair wetboek, onveran
derd. Bij de toelichtingen, die eerstgenoemde ontwerpen
vergezellen, zijn de verschillende aanmerkingen in de
voorloopige verslagen der vorige zitting beantwoord.
Het wetsontwerp, bij hetwelk de Spaansche regeering
bevoegd wordt verklaard om alle streken des lands naar
welgevallen in staat van beleg te verklaren, en dat voorts
tijdelijk alle door de constitutie gewaarborgde individu-
eele vrijheden opheft, heeft betrekking op de artikelen
2, 5, 6 en 17 der constitutie. Bij die artikelen wordt be
paald: „geen Spanjaard of vreemdeling kan worden gear
resteerd of gevangen gezet tenzij uithoofde vau misdrijf;
niemand kan de woning van een Spanjaard of een in
Spanje gevestigden vreemdeling binnentreden zonder
diens toestemming, tenzij in dringende gevallen van
brand, overstrooming en dergelijk gevaar, of in geval
van onwettige aanranding uit eenige woning gepleegd,
of om aan eenigen persoon bijstand te verleenen, die uit
zijne woning om hulp roept. Buiten deze gevallen kan
het binnentreden der woning van een Spanjaard of van
een in Spanje gevestigden vreemdeling en de inbeslag
neming zijner papieren of goederen slechts bevolen
worden door de daartoe bevoegde rechterlijke autoriteit
en slechts bij dag plaatshebben; geen Spanjaard kan
gedwongen worden om zijne woning te verlaten dan uit
krachte van een voor executie vatbare rechterlijke uit
spraak; geen Spanjaard kan beroofd worden: 1», van het
recht om vrij zijne gevoelens en denkbeelden te uiten,
hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, en onverschillig hij
zich daartoe van de drukpers of van eenig ander middel
bediene; 2". van het recht om op ordelijke wijze te ver
gaderen, 3°. van het recht om zich te vereenigen tot
elk doel van het menschelijk leven, welk niet in strijd
is met de openbare zedelijkheid; 4». van het recht om
persoonlijk of gezamenlijk verzoekschriften te richten
aan de Cortes, aan den koning en aan alle autoriteiten."
Bij de indiening van bovenbedoeld wetsontwerp ver
klaarde de minister Prim onder meer het volgende: „Het
gouvernement belooft dat het zich niet in eene reactio
naire richting zal bewegen en van zijne handelingen
rekenschap zal geven aan do Cortes, zoodra de omstan
digheden, welke het verplichten om buitengewone
maatregelen te vragen, zullen hebben opgehouden."
Gisteren heeft de stemming over dit wetsontwerp in
de Cortes plaats gehad, hetwelk nadat de leden der
repubiikeinsche partij de vergadering hadden verlaten—
met algemeene stemmen werd aangenomen. Hierdoor
wordt de Spaansche bevolking dus overgegeven aan de
meest grievende willekeur der hoogere en lagere autori
teiten. Intusschen is men te Madrid in hevige spanning.
Wel worden door de regeering verschillende gunstige
geruchten verspreid omtrent op de revolutionairen be
haalde voordeelen, doch hieraan wordt weinig waarde
gehecht. Men vermoedt dat de revolutionairen ook Ma
drid in opstand zullen trachten te brengen. Overigens
wordt beweerd dat de Carlisten en clericalen de pogingen
der republikeinen ondersteunen om alzoo in troebel
water te kunnen visschen.
Reeds gisteren deelden wij de twee belangrijkste pun
ten uit de troonrede van koning Wilhelm van Pruisen
mede. Het vredelievend karakter bleek hoofdzakelijk
uit deze zinsneden„De nauwgezette pogingen van
mijne regeering om den vrede te handhaven en te beves
tigen, alsmede om de betrekkingen met de vreemde
mogendheden vrij van alle verwikkeling te houden, zijn
door Gods hulp met een gunstig resultaat bekroond. Ik
hoop dat ook in het vervolg de buitenlandsche politiek,
door mij in denzelfden zin geleid, hetzelfde gevolg zal
hebben, namelijk de bevestiging der vriendschapsbetrek
kingen met al de vreemde mogendheden, de ontwikke
ling van den handel en de verzekering van Duitsch-
land's onafhankelijkheid."
Wat den financieelen toestand des rijks betreft, bevatte
de troonrede het volgende: „Hoewel het vertrouwen in
de handhaving des vredes en een gunstige oogst eene
vermeerdering van inkomsten doet verwachten, is de
financieele toestand des rijks voor het oogenblik nog niet
zeer verbeterd. Het is onmogelijk geweest om evenwicht
te brengen tusschen de ontvangsten en uitgaven op de
begrooting voor het volgende dienstjaar, hoewel daarop
zooveel mogelijk bezuinigd is voor zooverre het staats
belang zulks gedoogde. Het gouvernement is dus ver
plicht eene vermeerdering van belastingen te vragen.
Bij den landdag zal alzoo een wetsontwerp worden inge
diend, strekkende om de bestaande wet op de inkomsten
belasting te wijzigen.
Het adres van antwoord op de troonrede door de Ba-
densche kamer van afgevaardigden bij meerderheid vau
stemmen tegenover het ontwerp-adres der clericale oppo
sitie aangenomen, is, evenzeer als dat der eerste kamer,
in zeer Pruisisehgezindeu geest gesteld. „De kamer vau
afgevaardigden zoo leest men in dit stuk is over
tuigd dat de reorganisatie van Duitschland eerst volledig
zal zijn door de vereeniging der Zuid-Duitsche staten
met den grooten Noord-Duitschen bond; vol vertrouwen
in de vaderlandsliefde en de wijsheid des groothertogs,
ziet de kamer het oogenblik te gemoet, waarin deze ver
eeniging, zoo rijk aan goede verwachtingen, tot stand zal
komen. Die gebeurtenis kan den vrede niet in gevaar
brengen daar zij slechts de toepassing is van een onver
vreemdbaar recht der Duitsche bevolking, hetwelk nie
mand bedreigt of krenkt. Slechts geweld zou tot voor
wendsel eener aanvallende houding kunr.en strekken,
welke wij echter niet voorzien en welke het Duitsche
volk niet vreest." „God geve zoo eindigt het stnk
dat de groothertog ons nog zal kunnen doen aanschouwen
dat de Badensche bevolking een vrij en onafhankelijk
deel uitmaakt van het vereenigd Duitschland." Het
ontwerp-adres der clericale oppositie, hetwelk na een vrij
stormachtig debat verworpen was, droog aan op de
samenstelling eener Zuid-Duitsche confederatie, op de
ontbinding der kamer van afgevaardigden en op de aftre
ding van het ministerie.
De woorden in de Saksische troonrede omtrent de hand
having der rechten van de tot den Noord-Duitschen bond
behoorende staten, deden, zooals men weet, denken aan
eene poging der regeering te Berlijn om Saksen geheel
en al in te lijven, gelijk Hanover. Uit de Pruisische
hoofdstad wordt thans, als opvatting der Saksische
troonrede door de regeering te Berlijn, gemeld dat de
opgemerkte zinsneden in dat stuk slechts betrekking
hebben op de in het Noord-Duitsch parlement gebleken
geneigdheid om de rechten der bondsstaten te beperken
vooral met betrekking tot hunne diplomatieke vertegen
woordiging in den vreemde. Natuurlijk is aan deze
Pruisische interpretatie der Saksische troonrede al bij
zonder weinig waarde te hechten.
Nadat in de zitting der Beiersche kamer van afge
vaardigden op eergisteren nog eene poging was aange-