Gemengde berichten. maanden gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te on dergaan, alsmede in de kosten. Lein Leinse, oud '29, en Jan de Pagter, oud 23 jaren, beide dijkwerkers onder Westkapelle beklaagd d^t zij in den nacht van 14 op 15 Augustus jl. op de straat aldaar onderling hebben gevochten zijn schuldig ver- aan het hun ten laste gelegde feit en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld ieder tot eene geldboete van 8 en beiden voor de helft in de kosten. Maatje Maas. oud 35 jaren, waschvrouw te Vlissin- gen beklaagd dat zij in den avond van 15 Augustus jl. op de openbare straat aldaar Gerardus Jokker na eene voorafgegane woordenwisseling een klap in het aange zicht heeft toegebracht is schuldig verklaard aan het. geen haar is ten laste gelegd en, met aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene geldboete van 3, alsmede in de kosten. Jannetje Verhoef, oud 65 jaren, zonder beroep, al hier wonende beklaagd dat zij den 24C|> Augustus jl. Maatje de Vos in den gang harer woning moedwillig heeft mishandeld door haar met een schoen te slaan en schoppen toe te brengen is schuldig verklaard en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene geldboete van 8 en in de kosten. De in deze zaak gedagvaarde, doch niet verschenen getuige Maatje de Vos is, terzake harer niet-verschijning, veroordeeld tot eene geldboete van 3. Wilhelmina Bastiana Heijra, oud 37 jaren, wonende te Vlissingen beklaagd dat zij den 20«> Augustus jl. op de openbare straat aldaar aan Maria Machielse belee- digende uitdrukkingen toegevoegd en geslagen heeft is, met vrijspraak van het eerste haar ten laste gelegde, doch onbewezen verklaarde feit, schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, waar door geenerléi ziekte of beletsel om te werken is veroor zaakt, en veroordeeld tot eene geldboete van 8, bene vens in de kosten. {Vervolg in een volgend nommer.) Dezer dagen stond voor de arrondissements rechtbank te Goes terecht Johannes ElisaDroogendijk, oud 53 ja ren, herbergier, wonende te Kapelle bij Zierikzee, be klaagd ter zake: 1°. dat hij op 26 Juli jl. zich heeft ver voegd bij den herbergier G. Meulenberg te Wemeldinge, valschelijk voorgevende te zijn aannemer, met van der Klippe en van Popering, van het werk aan het kanaal aldaar, en daar gekomen te zijn om het werk op te Demen, en de boeken na te zien, tengevolge van welke valsche op gaven de herbergier hem in zijne herberg heeft opgenomen en nachtverblijf, eten en drinken verschaft, ten bedrage van 2.25; dat de beklaagde die herberg zonder betaling den volgenden dag 's morgens weer heeft verlaten, voor gevende des middags te zullen terugkeeren 2». dat hij op 31 Juli daaraanvolgende zich heeft vervoegd inde herberg van J. Lamper, te Yerseke, valschelijk voorge vende te zijn vlaskooper,-' en aldaar eenige verterin gen gemaakt te hebben en den nacht van 31 Juli op 1 Augustus 11. te hebben doorgebracht, in den avond van 1 Augustus aan de vrouw van genoemden Lamper zijne gemaakte verteringen heeft willen betalen en daarvoor in betaling heeft gegeven een bewijs van toegang voor den Rotterdaraschen dierentuin, hetwelk hij valschelijk voorgaf eene waarde te hebeeti van 3.30, welk bewijs van toegang door de vrouw op aanhouden van den be klaagde, en nadat hij haar had gezegd dat zij die bij den heer Baarens, koopman te Kruiningen, kon inwisselen in betaling is aangenomen, terwijl zij daarvoor na aftrek van ƒ1.30 voor verteer, hem ƒ2 heeft teruggegeven; dat hij eenige uren later aan dezelfde vrouw, onder dezelfde valsche voorgevens, weder ter betaling van gemaakte ver teringen,andermaal een dergelijk bewijs van toegang heeft gegeven, en daarvoor heeft ontvangen, na aftrek van gemaakte verteringen, ƒ2.50, van welke gelden hij zich alzoo bedriegelijk heeft meester gemaakt. De beklaagde werd schuldig verklaard aan het met gebruikmaking van valsche qualiteiten en door zich van bedriegelijke mid delen te bedienen om de hoop te verwekken ten aanzien van eenigen uitslag van zaken, zich gelden doen afgeven en alzoo zich bedriegelijk meester te maken van eens anders bezittingen, en te dier zake veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van zes maanden, eene geld boete van, 25 bij wanbetaling na daartoe te zijn aange maand te vervangen door eene cellulaire gevangenis straf van drie dagen en in de kosten van het rechtsge ding; met bevel tot vernietiging der voorwerpen die gediend hebben tot het plegen van het misdrijf, ter wijl hij is vrijgesproken van het eerste feit hem ten laste gelegd, als zijnde niet bewezen. Tegen dit vonnis is namens den veroordeelde hooger beroep aangeteekend. Jl. Maandag heeft de arrondissements rechtbank te Assen weder uitspraak gedaan in twee procedures over de onteigening van pei ceelen, noodig voor den staats spoorweg van Meppel naar Groningen, en toebehoorende aan J. J. Steenbergen te Koekange en R. J. Smit te Broekhuizen, gemeente Ruinerwold. Aan de eerste is toegekend ƒ1169 (de staat had aangeboden ƒ947.96 en de taxatie van de deskundigen bedroeg ƒ1169), aan den tweeden ƒ4941.80 (de staat had aangeboden ƒ3794 09 en de begrooting van de deskundigen beliep ƒ4991.80). Daar in deze procedure de toegekende sommen hooger zijn dan hetgeen door den staat is aangeboden, is de staat veroordeeld in de kosten. De dader van de jl. Zondag namiddag te Brigdamme op eene boerendochter gepleegde mishandeling is Dins dag avond door den brigadier-majoor des rijksveld wacht ontdekt: hij is de zoon van den landbouwer bij wien het meisje in dienst was, en heeft zijne schuld voorloopig reeds bekend. Kwaadaardigheid over de afwijzing zijner aanzoeken tot verkeering met het meisje wordt als de aanleiding genoemd. Niettegenstaande de mishandeling ernstig was is de toestand van het meisje niet zeer be denkelijk, zooals wij bij de mededeeling van het gebeurde meldden, maar integendeel zonder gevaar. H. M. de koningin is gisteren morgen met gevolg uit 'sllage naar Stuttgart vertrokken. De rechtbank te Dresden heeft bevel uitgevaardigd tot inhechtenisneming van den opzichter over de ver lichting van den koninklijken schouwburg, die onlangs is afgebrand; hij wordt beschuldigd door onvoorzichtig heid aanleiding tot den brand te hebben gegeven. Dinsdag heeft te Bordeaux wederom een hevige brand plaats gehad. De aan de haven gelegen scheeps werven zijn geheel en al vernield. De schade wordt op een millioen franken begroot. Een rijtuigongeluk heeft dezer dagen een belang rijke ontdekking ten gevolge gehad. Men'zal zich nog wel de zaak te Manchester herinneren, waarbij twee Fenianhoofden, bekend onder den naam van kolonel Burke en kolonel Kelly, in vrijheid werden gesteld, ter wijl zij van hunne gevangenis naar het gerechtshof vervoerd werden. Een vermetele bende wierp zich op het rijtuig waarin zij gezeten waren en verstrooide de politie. Bij die gelegenheid werden een constabel gedood en drie der aanvallers gearresteerd. Hun hoofd Allen en twee anderen moesten deze stoutmoedige daad met hun leven boeten. Sedert dien tijd echter bleven Kelly en Burke verdwenen en nooit heeft men ze kunnen ontdek ken; men dacht dat ze in Amerika waren. Eenige dagen na de onthoofding van bovengenoemde drie Fenians, welke de Ieren de drie martelaars van Man chester noemen, bood een jongman zich bij eene druk kerij in Londen aan en vroeg er werk onder den naam van Edward Martin. Men nam hem aan Hel was een bekwame, werkzame jongen van een flink uiterlijk. Dik wijls uitte hij een politieke tirade en sprak in welspre kende woorden over de Fenians. Het was een verleide lijke taal, en somwijlen nog al onaangenaam voor Engel- sche ooren. Doch men slaat daar weinig acht op woorden zoolang geen daden volgen. Eenige dagen geleden reed Edward Martin in een cab naar een rendez-vous. Om den koetsier, die zich vergist had, den weg te wijzen stak hij zijn hoofd door het raampje van het rijtuig. De beweging was plotseling, het rijtuig valt, met dat ongelukkig gevolg dat het hoofd van den jongman hevig verwond wordt deze wordt daarop buiten kennis naar het gasthuis ver voerd. Terwijl hij daar lag kwam iemand van de politie, die detective genoemd wordt. Hij beschouwt den lijder en roept eensklaps uit: dat is Burke, de Fenian, ik ken hem wel, want ik heb hem dikwijls te Parijs ontmoet. Den volgenden dag kwamen vele Ieren, voor het meerendeel bekende Fenians, den gewonde bezoeken die nog steeds buiten kennis lag. Bij het doorlezen der vele documenten die ten tijde der Feniansbeweging verzameld zijn, bemerkte de inspecteur van politie dat dc twee hoofden Burke en Kelly verschei dene malen elkanders namen aangenomen hadden. Ten einde nu te weten te komen wie eigenlijk de lijder was, liet men het gedetailleerd signalement van Kelly komen en werd een geneesheer belast met de zorg om hem aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Kelly had, volgens het signalement, een voortand verloren, de ge wonde eveneens, Kelly had in den Amerikaanschen oorlog een banjonetsteek in den buik gekregen, bij den gewonde vond men er het duidelijk litteeken van: het was dus Kelly. Ofschoon echter de Fenians een opper hoofd verloren, vond de politie slechts een lijk. Kelly is namelijk aan zijne wonden gestorven. Jl. Zondag middag heeft bij Aarschoot eene botsing plaats gehad tusschen twee spoortreinen, de een op weg van Leuven naar Aarschoot en de andere op hetzelfde spoor juist van Aarschoot vertrekkende. De botsing had op eenige honderde meters van laatstgenoemd station plaats. De schade is belangrijk, verscheidene reizigers zijn, naar men zegt, gekwetst. In het kolenmijn-district der Loire heeft weder eene zeer uitgebreide werkstaking plaats, welke, volgens de Paiijsche dagbladen, op nieuw vrees voor ongeregeld heden doet ontstaan. De gerechtelijke instructie in de zaak van Pantin en niet van Aubervilliers zooals vele bladen en ook wij in de eerste berichten meldden, maar waartegen de maire van laatstgenoemde gemeente zich in een circulaire aan de Fransche bladen verzet heeft, daar de moord binnen de grer.zen van Pantin heeft plaats gehad de gerech telijke instructie, zeggen wij, staat om zoo te zeggen stil. Het lijk van Kinck, den vader, is nog niet gevonden en de quaestie der medeplichtigen is duisterder dan ooit, indien namelijk het bericht uit Breda, dat wij in ons nommer van heden opnemen, niet het spoor van een hunner aanwijst. De schoonbroeder van Kinck is dezer dagen verscheidene malen door den rechter van instruc tie verhoord, niet zoozeer om feiten betrekkelijk de misdaad mede te deelen, als wel om inlichtingen te geven betrekkelijk de gewoonten en het karakter van Kinck den vader.Troppmann blijft steeds dezelfde stilzwijgend heid en ontkenning van schuld in acht nemen, ook tegen zijne bewakers, bestaande in vier politieagenten als ge vangenen vermomd, die nauwkeurig elk woord opvangen dat hem ontsnapt. Overigens wordt de meeste zorg ge dragen om dezen persoon, die meester van de debatten is zoolang men het lijk van Kinck niet ontdekt of de hand op de medeplichtigen gelegd heeft, voor uitputting te behoeden. Hij is namelijk uitermate zwak. De door de justitie in den Elzas ingestelde onderzoekingen wor den nog voortgezet, doch leveren geen resultaat op. Tot heden heeft men slechts de bagage van Kinck en eenige brieven van Troppmann aan Kinck gevonden. In den loop dezes jaars werd een brief, ter bezor ging van Amsterdam naar Arnhem, toevertrouwd aan en aangenomen door de firma van Gend Loos. De ge adresseerde was ongelukkig nergens te vinden; na lang zoeken kwam de besteller eindelijk op het niet zeer snug gere idéé, om aan het postkantoor te Arnhem onderzoek te doen naar den doorhem gezochten persoon. Daar werd echter onmiddelijk proces-verbaal tegen den ongelukki- gen besteller opgemaakt, op grond van overtreding van art. 25 der wet op de brievenposterij, welk art. het, voor loon vervoeren van brieven door anderen dan door de ambtenaren der postadministratie strafbaar stelt, en niet alleen hen, die brieven tegen genot van vracht vervoeren maar ook hen, die zich hier mede inla ten, verantwoordelijk maakt. De vorige week stond niet alleen de besteller, maar op grond van het laatste vergrijp, ook een employé van het kantoor van van Gend Loos wegens die zaak terecht voor de arrondis- sements-rehtbank te Arnhem. De rechtbank heeft eergis teren den besteller tot een geldboete veroordeeld, maar het o. m. niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering tegen den employé, daar aan dezen de gelegenheid niet was aangeboden de zaak bij wege van transactie af te maken en hij zonder bekeuring was gedagvaard. Als een bewijs van het bijzonder nauwkeurig politietoezicht ten platten lande in Frankrijk vermelden wij het volgende. Eenige dagen geleden ontvangt een inwoner van Sauveterre in Aveyron uit de handen van een gendarme een toegevouwen papier dat den volgen - den brief inhield „Keizerlijke gendarmerie. „Brigade van Sauveterre. „(Aveyron). „Mijnheer! „Ik verzoek u de goedheid te hebben mij wel de be- teekenis te willen doen kennen van de letters die zich op de luiken van de 2« verdieping van uw huis bevinden en wat de beweegreden tot die opschriften is. Wil het mij op een stuk papier mededeelen en dit eigenhandig onderteekenen of de letters zeer spoedig doen verdwijnen. „De kommandant der gendarmerie. „munieii." Wat waren nu die beruchte letters? Een Y en een G. De eigenaar van het huis verklaart dat het hem on mogelijk is aan de nieuwsgierigheid van den heer kom mandant der gendarmerie te voldoen om reden dat de letters die de autoriteit zoozeer bezig hielden, er door hem niet op geplaatst zijn en hij volstrekt niet eens weet wat ze beteekenen. Als eene hoogst merkwaardige bijzonderheid kan worden gemeld, dat bij de vergravingen van den rivier-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2