Rechtzaken.
Gemeiu .de berichten.
Terkoopingen en aanbestedingen.
Thermometerstand.
Staten-generaal.
Davelaar tot adv. en proe. bij het hooggerechtsh. van
Ned-Indie, mr. C. Sandenbergh Matthiessen, met intrek
king van zijne ben. tot adv. en proe, bij den raad van
justitie te Soerabaya tot notaris te Palembang, de not.
te Ngawi (Madioen) H. J. G van der Bnrch tot pak
huismeester bij het zout-hoofddepöt te Paradessi (Rem
bang), de zouthoofdd'epöt-pakhuiemeester te Margallela
(Madura) Gr. H. H. van Sadelhof. Tot hoofdonderwij
zers aan de openbare tweede lagere school te Soerakar-
ta, F. B Nunnink aan de openb. tweede lagere school
te Makasser,. G. Koldewijn, en aan de openb. lagere
school te Kediri, J. J. Fonteyn; allen onlangs uit Neder
land aangekomen.
militair departement Ontslagen: Op verzoek
eervol, uit Zr. Mr. mil. dienst, wegens volbrachten dienst
tijd, met behoud van recht op pensioen, de majoor der
infanterie J. B. du Pny de Montbrun.
Verleend: een tweej. verl. naar Nederland, weg.
ziekte, aan den offic. van gez. der 2» kl. J. J. Hooge-
boom.
Be vord er d: bij de mil. adm., tot adj.-int. bij het dep.
van oorlog, de asp.-int. F. H. Sexauer, van dat dep., met
bep. dat hij ook in zijn nieuwen rang zal blijven gevoerd
a la suite van zijn dienst; tot 1™ luit.-kwart., de asp.-in-
tend. E. J. L. Herens.
Benoemd: Tot tweede luit. kwartierm., de adj. on-
deroffic. der art. H. C Stokhekker en de serg. der inf.
J. Focke.
Overgeplaatst: Bij den mil. geneesk. dienst te Ti-
mor-Koepang, de offic. van gez. 2® klasse A. de Graag,
van den geneesk. dienst der Moluksche eilanden.
Heden isterrolleder arrondissements-rechtbank alhier
namens -den heer Lamb de in ons nommer van Donder
dag 30 September vermelde exceptie van onbevoegdheid
dezer rechtbank tegengesproken, voornamelijk op grond
dat het privilege van exterritorialiteit zich niet tot
de consuls uitstrekt en nog veel minder tot vice-con-
suls, die, zooals de heer Ellinckhuysen, niet door eene
vreemde regeering, maar door een consul zijn aangesteld;
tot staving dier stelling werd een afschrift overgelegd
der aanstelling van genoemden heer Ellinckhuysen van
het jaar 1839, afkomstig van den toen te Rotterdam re-
sideerenden Engelschen consul voor Zuid-Holland en
Zeeland.
Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft gisteren
de volgende arresten in hooger beroep uitgesproken.
Abraham Dirks, meestal genaamd Boekhout, oud 30
jaren, laatst wonende te Veere, thans gedetineerd te
Middelburg beklaagd dat hij in den morgen van Maan
dag 26 April 11. omstreeks 8 uren, arglistig weggenomen
en zich toegeëigend heeft 9 katoenen dekens, een emmer,
een tobbe, een koekpan, een waterkan, een roffel ol graaf
en een blikken emmer, alle welke goederen toebehoorden
aan Belgische polderwerkers, en zich bevonden in de
door hen bewoonde kazerne te Veere is bij vonnis der
arrondissements-rechtbank te Middelburg dd. lJulijl.
schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en te dier
zake veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar
en in de kosten der procedure. Op het door den veroor
deelde en den officier van justitie ingesteld hooger be
roep, heeft het hof bovengemeld vonnis bevestigd, met
veroordeeling van den geïntimeerde en mede appellant
in de kosten op het hooger beroep gevallen.
Johannes Blom, oud 38 jaren, wonende te Zierikzee,
herbergier beklaagd ter zake dat hij in den avond van
20 Mei jl omstreeks 10 uren in de gelagkamer zijner her
berg te Zierikzee Joseph Potwersnie, reizend koopman,
moedwillig bij de keel heeft gegrepen en met het hoofd
tegen den muur geslagen, den bootsman Willem van der
Linde moedwillig heeft vastgegrepen en achterover ge
worpen met het achterhoofd tegen de punt eener aldaar
staande tafel, waardoor hij eene verwonding in zijn ach
terhoofd heeft bekomen, en hem bovendien in den vin
ger heelt gebeten, en Jozua Laven, wonende te Zierik
zee, moedwillig uit zijne herberg met het hoofd tegen
de straatsteenen heeft geworpen is bij vonnis der arron
dissements-rechtbank te Zierikzee dd°. 2 Juli jl schuldig
verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen,
stooten en kwetsuren, geenerlei ziekte of beletsel van
te werken veroorzaakt hebbende, en hem te dier zake
veroordeeld tot eene gevangenisstraf van vier maanden,
in eenzame opsluiting te ondergaan, en in drie geldboe
ten ieder van ƒ8, bij wanbetaling, na daartoe te zijn
aangemaand, te vervangen door gevangenisstraf van éen
dag voor elke geldboete, mede in eenzame opsluiting te
ondergaan, alsmede in de kosten der procudure. Op het
door den veroordeelde en den officier van justitie inge
steld hooger beroep, heeft het hof gemeld vonnis beves
tigd, met veroordeeling van den geïntimeerde en mede
appellant in de kosten ook op het hooger beroep gevallen.
Ook het verzoek om gratie, ingesteld door P. Ferwerda, j
bij arrest van het provinciaal gerechtshof in Zuid-Hol
land van 28 April jl. veroordeeld tot een correctioneele j
gevangenisstraf voor den tijd van drie jaren (in het
eerste der Rotterdamsehe rechtsgedingen), is afgewezen.
Eergisteren is de onlangs voltooide spoorwegbrug
over de Waal bij Bommel, in tegenwoordigheid van den
minister van binenlaudsche zaken en vele deskundigen
en belangstellenden, aan een zware proef onderworpen,
welke zij in alle opzichten heeft doorstaan.
Berichten uit de Rijnprovinciën maken melding
van een aardbeving, die daar Zaterdag avond tusschen
half twaalf en kwartier voor twaalven is gevoeld en
waarvan de schok zich in zuidoostelijke richting
voortbewoog.
Den lOn October a. zullen te Antwerpen feeste
lijkheden plaats hebben ter gelegenheid van de opening
der maritime-etablissementen aldaar, bestaande in een
vuurwerk, verlichting van den stroom, volksspelen enz.
De stedelijke regeering heeft te dien einde eene som van
fr. 17 000 beschikbaar gesteld.
Bij gelegenheid der onlangs te Brussel gevierde
feesten is de Belgische schilder Louis Gallait benoemd
tot groot-officier van de Leopoldsorde.
Te Hamburg heeft een onaangename ontmoeting
plaats gehad tusschen een ambtenaar van de inkomende
rechten en een reiziger, die naderhand zich bekend
maakte als de militaire gevolmachtigde van Frankrijk
aan het hof te Bellijn. Deze wilde zijn koffer eigenmach
tig zonder visitatie naar het spoor laten brengen, en be-
leedigde den ambtenaar, die hem beleefd op de bepalingen
der wet opmerkzaam maakte, met zulke ruwe bewoor
dingen, dat de hoofdambtenaar last gaf persoon en koffer
te arresteeren. Toen het bleek wien men voor had, is
van de gevangenneming niets gekomen. Niet onwaar
schijnlijk evenwel dat de diplomatie zich met de zaak
zal bemoeien.
-- Uit Naarden schrijft men aan Het Vaderland: „Er
bestaat hier een aardig, of liever een zeer onaardig con
flict tusschen de burgerlijke cn kerkelijke autoriteit.
Bij het opmaken van een lijst van stembevoegden voor
kerkelijke colleges, waarop volgens bet synodaal regle
ment niet mogen voorkomen personen die van kerke
lijke of burgerlijke instellingen van weldadigheid be
deeling ontvangen, hebben kerkvoogden van het dage
lijkse]! bestuur mededéeling gevraagd van een lijst der
bedeelden van het burgerlijk armbestuur. Burgemeeestcr
en wethouders hebben hierop weigerend geantwoord
met te zeggen, dat ze meenen daartoe geen bevoegdheid
te hebben.
„De commissaris des konings, tot wien het kerkbe
stuur zich daarop wendde, heeft geantwoord, „dat bij,
indien liet gemeentebestuur ongezind was, het niet door
wettelijke bepalingen kon dwingen." Een verzoek aan
den gemeenteraad om een afschrift van do lijst der be
deelden tegen betaling der kosten te bekomen, werd
mede kortweg met neen beantwoord. Het kerkbestuur
heeft zich thans tot de ministers van hinnenlandsche
zaken en van hervormden eeredienst gewend,met verzoek
om maatregelen te willen nemen dat het kerkbestuur
niet door die ongezindheid van het gemeentebestuur in
de onmogelijkheid zij zijne wettelijke verplichtingen na
te komen.
„Het is te hopen, dat de ministers zullen kunnen hel
pen. In elk geval is eene terechtwijzing aan het ge
meentebestuur stellig noodig, dat door eenvoudigen onwil
tegenwerkt. Eer de overtuiging bij ons gemeentebestuur
wortel vat dat het bestuur is voor de ingezetenen, en
dat de autoriteiten zoowel tegenover andere lichamen als
tegenover particulieren in de allereerste plaats tot mede
werking en dienstvaardigheid verplicht zijn, zal er nog
veel moeten gebeuren. Wanneer de hooge autoriteiten
nu maar willen en kunnen helpen, opdat het gemeente
bestuur gedwongen worde tot datgene, wat het uit eigen
beweging had behooren te doen
De zuidercitadel van Antwerpen die, zooals
onze Brusselsche correspondent in ons vorig nommer
meldde, aan een ondernemer uit Berlijn verkocht is
heeft, met de annexen, die in den koop begrepen zijn,
een oppervlakte van 104 hektaren, dus groot genoeg om
eene vrij groote stad op te bouwen. Bewaarheidt zich de
verwachting dat de kooper over aanzienlijke middelen
te beschikken heeft, dan meent men dat Antwerpen een
even schoone toekomst tegengaat als Marseille. Deze
citadel zal de beste inrichtingen voor schepen aanbieden.
De wegneming van de Scheldebocht op die plaats zal nog
4 a 5 hektaren bij de 104 eerstgenoemde voegen en zal
aan de stoomvaart eene kade van 12 a 1500 meter schen
ken. Bassins zullen gegraven worden, groot genoeg om
een gansche handelsvloot te bevatten. Rond deze zullen
zich de entrepots verheffen en de dokken zullen door
dubbel spoor met den staatsspoorweg verbonden worden,
zoodat daar geen vertraging, geen tijdverlies hij het
laden en lossen ondervonden zal worden. Deze inrichting
zal, naar men verwacht, eene handelsbeweging in het
leven roepen die Antwerpen tot eene koopstad van den
eersten rang zal verheffen.
Toen het stoomschip de Tycho Brabó, dat uit Liver-
pool den 15e" Juli afgevaren was, den 14«> Augustus
voor de Kaapstad kwam, waar de 10 dagen vroeger uit
Liverpool vertrokhen mailboot nog gewacht werd,waren
de nieuwstijdingen d e het schip aan boord had zooveel
waard, dat voor het eenige nommer van een der aller
laatste couranten 120 geboden werd, en verscheidene
schepen den eigenaar er van vrijen overtocht naar
Shanghai aanboden, op conditie van het nieuws uit zijn
blad te mogen overschrijven.
De kleingeestige, eener krachtige regeering on
waardige vrees voor al wat zij majesteitsschennis gelieft
te noemen, is door het Pruisisch gouvernement in Han-
over nog niet afgelegd. Eene modemaakster te Uslar
had op den 21™ September 11., den geboortedag van den
ex-kroonprins van Hanover, Ernst August, in haren
kleinen winkel wat meer witte en gele linten, bloemen
en andere dergelijke voorwerpen tentoongelegd. Tot
haar grooten schrik verscheen reeds des morgens te 10^
uur een gendarme, met een brief van den „amtshaupt-
mann", waarin stond dat zij met 10 thalers was beboet,
en met bedreiging dat, zoo zij het weer waagde zulke
voor de koninklijke majesteit beleedigende demonstra-
tiën te doen, zij strenger zou worden gestraft.
Heden avond zijn alhier te koop aangeboden1». een
huis en erve in de Lange Giststraat, wijk F n». 203, ver
kocht voor ƒ2415; 2». een huis en erve in de Lange
Breestraat, wijk O n». 154, verkocht voor 10993°. een
huis en erve in de Lange Singelstraat, wijkN n°. 201,
hoogste bod 1001, opgehoudenen 4». een huis en erve
op den Kinderdijk, wijk P n°. 99, verkocht voor 2000.
5 Oct. 's av. 11 u. 53 gr.
6 's morg. 7 u. 51 gr. 'smidd. lu. 61 'sav. 7u.56gr.
De begrooting van den arbeid der gevangenen voor
1870 bedraagt 263,455, alzoo ƒ20,000 meer dan voor
1869, een gevolg van de hooge prijzen der grondstoffen
en het geven van uitbreiding aan het maken van som
mige voorwerpen waaraan behoefte bestaat. De inkomsten
zijn geraamd op ƒ288,600.
De wijziging der wet van 28 Juni 1854 tot regeling
van het armbestuur strekt om daaruit het onderstands
domicilie en het restitutiestelsel weg te neraeu. De ver
blijfplaats wordt als die van onderstand aangewezen.
In de memorie van toelichting zegt de regeering bij
de bewerking van dit ontwerp uitgegaan te zijn van de
volgende beginselen:
Niemand heeft recht op onderstand. De zorg voor de
armen is een zedelijke, geen burgerlijke plicht, zoodat
de nakoming daarvan niet op den weg van clen staat ligt.
De uitoefening van liefdadigheid moet worden overge
laten aan de kerk en aan de bijzondere personen en
instellingen. Wordt echter de arme van geene andere
zijde geholpen, dan kan het noodig zijn, dat de staat of
het burgerlijk bestuur hulp verleent, en in de wijze
waarop dit dan behoort plaats te hebben, moet worden
voorzien bij de wet, bedoeld bij art. 195 der grondwet.
De thans vigeerende wet gaat van dezelfde hoofdbe
ginsels uit, doch de toepassing van onderscheidene harer
bepalingen heeft andere dan de beoogde gevolgen gehad.
Wat betreft het bezwaar dat opheffing van het domi
cilie van onderstand een voortdurend heen en weder
trekken der behoeftigen tengevolge zal hebben, wordt
erkend dat dit in den aanvang zich wel eenigszins zal
doen gevoelen maar deze kwaal brengt haar eigen ge
neesmiddel mede, want een bestuur dat dit toevloeien
naar zijne gemeente bespeurt, zal, bij het vervallen der
restitutie, spoedig kariger worden en de armen zullen
ondervinden dat bij dit verhuizen geen heilis te vinden.
Dat men ten laatste de armen van honger zal laten ster
ven, is niet denkbaarmaar juist die karigheid van be
deeling is immers wat de wetgever moet verlangen? Zoo
niet, dat hij dan de staatsarmenzorg organiseere.
Dat de groote steden door dit stelsel te zwaar zullen
worden gedrukt, wordt ontkendbehalve dat de onge
lijkmatige druk tengevolge van het bestaande restitutie
stelsel erkend wordjj en daarom vermeerdering der uit
gaven voor de grootere gemeenten eendoorde billijkheid
gevorderde maatregel zou zijn, worden bij deze wet de