föuitmlanö.
3cctijïungcn.
QanMsbcrictjtm.
Thermometerstand.
Algemeen overzicht.
Graanmarkten enz.
Prijzen Tan effecten.
gevalle hun doel zouden gemist hebben, daar het geld
zich nog in het wagentje bevond en het paard gedurende
het gevecht dood bedaard was doorgereden. Men meent
de straatroovers wel te kennen. Hoewel de Hasken van
oudsher in een slechten ïeuk staan, was toch in de laat
ste jaren zulk eene brutaliteit niet vernomen.
In't arrondissement Heerenveen wonen inderdaad
oude luidjes. Te Iinijpe zekere T. de Vries, 105 jaar oud,
die nog geregeld 's weeks naar Heerenveen gaat, om de
door hem gemaakte bezems te verkoopen. TeHoogednurs-
wold woont zekere Koelof de jong, oud 89 jaar, die land
bouwer van beroep, zijne veldwerkzaamheden als: ploe
gen, eggen, zaaien, maaien, hooien, enz. zeli nog verricht
en zulks met eene vlugheid, die menigeen van middel
baren leeftijd tot voorbeeld kan strekken. TeHaulerwijk
wonen Luitzen Egberts Houkes (8S jaar) en Aaltje Luit-
zen Houkes (86 jaar)die sedert meer dan 60 jaar door
den huwelijksband zijn vereenigd en beide dagelijks nog
hunne veldwerkzaamheden flink verrichten, terwijl al
daar nog woont zekere Geert Bijlstra, van beroep tim
merman, die ruim 87 jaar oud, zijn gereedschap nog zoo
kras hanteert, dat menig timmerknecht van jeugdigen
leeftijd van hem een lesje kan nemen. Dezer dagen wan
delde hij nog langs de „naald" van een boerenschuur
(eene hoogte van p. m. 15 meters) waarvan hij het dak
moest herstellen.
Den 25™ September is te Wurtemberg de vijftigste
jaardag van de afkondiging der grondwet gevierd.
Eeuige dagen te voren zond de generaal-majoor graaf
Beroldingen, hofmaarschalk, op 'skonings bevel een uit-
noodiging aan Karl Mayer afgevaardigde van Besig-
heim en een journalist, wiens flinke pen niet moede
wordt voor de zaak der democratie te strijden waarbij
hij uitgenoodigd werd tot het gala-diner, dat in de witte
zaal van het kasteel te Stuttgart zou plaats hebben ter
viering van het jubileum der grondwet.
Niets ontbrak aan de uitnoodiging; noch het uur van
den maaltijd, 5j uur (het gewone uur in die streken),
noch de bepaling van het toilet: zwarte rok en witte das.
Be uitnoodiging was wel geadresseerd aan den heer
Karl Mayer te Stuttgart, doch de heer Karl Mayer was
destijds voor zes weken op kosten van den staat gelo
geerd in de gevangenis van Hobenasperg, tengevolge
van zekere drukpersprocessen die tegen hem gevoerd
waren op klachte van Z. M. den koning van Pruisen en
den heer von Bismarck.
Het briefje van den hofmaarschalk ontving hij even
wel en werd door hem beantwoord met eeue dankbetui
ging voor de eer die men hem wilde aandoen, onder
verontschuldiging dat zijn positie hem voor het oogen-
blik verbood om zulke uitnoodigingen aan te nemen.
Toen dit antwoord juist was verzonden, kwam er een
telegram, behelzende dat, indien de heer Karl Mayer het
voornemen had de uitnoodiging aan te nemen die hij
voor het koninklijk diner ontvangen had, hij daartoe
vrijheid zou hebben, daar de minister van justitie beslo
ten had om in dit geval zijne gevangenisstraf van den
24<™ tot den 26™ te schorsen
Stel nu eens dat de journalist, gedost in zwarten
rok met witte das, plaats had genomen aan de konink
lijke tafel en een toast gewijd had aan het Zwabische
vaderland, om den volgenden dag weder naar zijne ge
vangenis terug te keeren tot boete voor de misdaad van
gebrek aan eerbied jegens Z. M. den koning van Pruisen
en Z. M. den heer von Bismarck
Kar! Mayer wilde echter dergelijke rol niet spelen, hoe
gracieus hem ook aangeboden. Hij weigerde het beleefd
aanbod van den heer minister van justitie, er bijvoe
gende dat hij de tot hem gerichte uitnoodiging niet kon
aannemen zondei gevaar te loopen het vermoeden op te
wekken dat hij Z. M. tot het verleenen van gratie wilde
noodzaken, die de staatsbelangen wellicht onraadzaam
zouden maken.
„Uwe excellentie, voegde hij daarbij, zal even goed als
mijne kiezers begrijpen, dat men geen republikein be
hoeft te zijn om zich onder deze omstandigheden te
onthouden van aan de koninklijke tafel plaats te nemen."
Be politieke vrienden van Karl Mayer vernamen wat
geschied was. De leden van den club der Volkspartei
en de hoofden van de Groot-Duitsche party kwamen te
zamen om te beraadslagen over de gedragslijn die in dit
geval gevolgd behoorde te \yorden.
Er werd besloten dat, indien de koning Karl Mayer
geen gratie verleende, geen hunner, voor zooverre zij
eene invitatie voor het banket hadden ontvangen, zou
verschijnen. Een deputatie begaf zich naar den minister
van justitie om een audiëntie bij den koning te verzoe
ken. De minister antwoordde dat de koning niet geneigd
was die toe te staan. Onder andere motieven voerde hij
aan dat, wanneer het eene veroordeeling wegens belee-
diging gold, de toestemming van den beleedigde een der
eerste voorwaarden tot de gratie was.
De deputatie kwam toen van haar voornemen terug,
waarop een brief gericht werd aan den grootmeester van
het paleis, waarin de genoodigden die deelgenomen
hadden aan de bovengenoemde handelingen, zich veront
schuldigden dat zij zich niet naar het hofdiner konden
begeven. Onder al de curiositeiten van dit voorval is
zeker wel vooral merkwaardig hoezeer hieruit blijkt dat
het gewoonlijk aan straf voor eenig misdrijf verbonden
denkbeeld, bij politieke drukpers-misdrijven geheel en
al wegvalt. De handelwijze van de regeering te Stuttgart
geeft thans aan dergelijke veroordeelingen slechts het
karakter eener formaliteit, waarmede men het bovendien
niet zoo nauw nemen moet en die voor een diner wel
eens geschorst kan worden. Daarin ligt dus eenigszins
de erkenning dat toch eigenlijk veroordeelingen wegens
politieke drukpersmisdrijven eenigermate belachelijk
zijn. Men is echter te dien opzichte nog niet overal zoo
ver als te Stuttgart.
Het kanaal van Suez kan thans als voltooid wor
den beschouwd. De heer de Lesseps is met zijne stoom
boot in 15 uren van Port Saïd naar Suez gevaren.
30 Sept. 's av. 11 u. 62 gr.
1 Oct. 'smorg. 7u.58gr. 'smidd.lu.63gr.'sav. 7 u. 61 gr.
Blijkens het verslag der redevoering van den Engel
sehen minister lord Clarendon op het landbouwfeest te
Watford heeft hij daarbij verschillende belangrijke theo
retische en practische vraagstukken van politieken aard
behandeld en wel op eene wijze, welke aan hen, die aan
ministerieele deftigheid zooveel waarde hechten, zeer
zonderling moet klinken. Waarom zijn de discussiën in het
Engelsch hoogerhuis zooveel langduriger dan de debat
ten in het lagerhuis? Lord Clarendon beantwoordt deze
vraag aldus: „Ilc geloof dat dit vooral toe te schrijven is
aan de prijzenswaardige gewoonte der leden van het
hoogerhuis om niet te spreken als zij niets bijzonders te
zeggen hebben (Gelach en toejuichingen). Indien de
andere kamer der vertegenwoordiging dit voorbeeld
volgde zou men eene groote bezuiniging van tijd erlan
gen en eene spoediger afdoening van zaken (Gelach)."
Voorts zeide lord Clarendon ten aanzien van het
hoogerhuis, na te hebben betoogd dat dit staatslichaam
nooit in oppositie zou komen met de behoorlijk gecon
stateerde wenschen der natie: „Het huis der lords moet
niet vergeten dat, indien een der kamers een snel
trein en de andere een parlementairen trein verkiest,
een der beide reizigers natuurlijk vroeger aan het einde
der lijn zal zijn gekomen dan de andere, hetgeen onge
duld en eene onaangename stemming teweeg brengt;
men zou dit alles kunnen voorkomen door wat meer
stoom. (Gelach, toejuiching). Aan het huis der lords ont
breekt nu juist wat stoom en ik ben verzekerd dat
elk der hier aanwezige voorstanders van het staatslichaam
in zijn belang en in dat des lands het bezigen van wat
meer stoom zon verlangen."
Wat overigens lord Clarendon's reeds medegedeelde
gevoelens omtrent den politieken toestand van Europa
betreft, deze formuleerde hij aldus: „Ik heb eenigen tijd
op het vasteland doorgebracht en ben van daar in de
vorige week teruggekeerd. Ik was daarbij in de gelegen
heid om gevoelens te vernemen en personen te spreken,
welke zekeren invloed op het lot van Europa uitoefe
nen. Hoewel ik nu de gave der voorspelling niet bezit,
hoewel ik geen aanspraak maak om beter de toekomst in
te zien dan ieder ander, kan ik mij thans niet onthouden
van als mijne overtuiging uit te spreken dat in geen
tijdvak der laatst verloopen driejaren, dat nooit sedert
den tusschen Pruisen en Oostenrijk gevoerden oorlog,
wij een beter vooruitzicht hebben gehad op het behoud
des vredes, dat onwaardeerbaar goed, dan thans (Lang
durige toejuichingen)."
De Parijsclie berichtgever van the Daily News deelt
omtrent lord Clarendon's verblijt op het vasteland en de
redenen van zijne geruststellende gevoelens omtrent het
behoud des vredes eenige bijzonderheden mede, welke,
hoewel niet geheel en al onwaarschijnlijk, toch bevesti
ging behoeven. De Engelsche minister zou met vorst
Gortschakoft', met den heer von Beust en met de Pruisi
sche regeering de eventualiteit van keizer Napoleon's
overlijden, in verband met de in dat geval door de groote
mogendheden te volgen gedragslijn tot handhaving van
den vrede, hebben besproken. Te dien opzichte zou meu
zijn overeengekomeu om de Duitsche eenheid in hare
verdere ontwikkeling niet te belemmeren. Lord Claren
don zou voorts op zich hebben genomen om aan keizer
Napoleon dit laatste te kennen te geven bij zijn bezoek
te St. Clond en bij die gelegenheid wederom de meest
vredelievende verzekeringen van den keizer hebben ont
vangen. Indien trouwens het bericht juist is, zou Frank
rijk bezwaarlijk vijandig kunnen optreden tegen derge
lijke machtige alliantie der vier groote mogendheden.
Gisteren is de Saksische vertegenwoordiging door
den koning met eene troonrede geopend, waarin, wat de
bondsaarigelegenlieden betreft, werd geconstateerd dat
Saksen zoowel ten opzichte der vreemde mogendheden
als van den Noord-Duitschen bond eene geëerde plaats
inneemt. De regeering zeide de troonrede voorts
heeft steeds getracht om de ontwikkeling van den
Noord-Duitschen bond op den grondslag der bondscon-
stitutie te bevorderen, maar zal terzelfder tijd voortgaan
met pogingen aan te wenden om eene afbakening der
grenzen te behouden, welke de bondsconstitutietusschen
de rechten van den bond en de verschillende staten
voorschrijft.
Uit nadere mededeelingen omtrent de te Barcelona
plaats gehad hebbende straatgevechten blijkt het vol
gende. Op 25 September werd te drie uren in den middag
de kennisgeving der regeering in de straten aangeplakt,
krachtens welke de ontwapening der burgerwacht
werd bevolen, daar hare officieren een protest hadden
onderteekend tegen de ontwapening der vrijwilliger-
korpsen te Tarragona. Al spoedig vernam men nu dat
in een van de kwartieren der stad toebereidselen werden
gemaakt om in verzet te komen tegen den bevolen re-
geeringsmaatregel. Van de burgerwacht kwamen on
geveer drie duizend manschappen onder de wapenen en
begon men onder het spelen van haar muziek-korps bar-
rikaden op te werpen. Ten vijf uur, toen dit verzet een
dreigend karakter erlangde en reeds een officier der
troepen door een van de barrikaden gelost geweerschot
was gewond, werd bevel gegeven om artillerie te doen
aanrukken. Al spoedig werden nu de barrikaden in zoo-
danigen staat gebracht dat ten 1 uur in den morgen tot
eene algemeene bestorming der barrikaden kon worden
overgegaan, welke nu spoedig in de macht der regeerings-
troepen vielen. De gemaakte gevangenen werden voorts
naar een op de reede liggend oorlogschip overgebracht
en de overigens genomen maatregelen tot handhaving
der openbare orde hebben tot dusverre eene herhaling
van ongeregeldheden voorkomen.
Keizer Napoleon schijnt zich weder minder wel te ge
voelen en volgens le Gaulois zou er ernstig sprake zijn
te St.-Cloud van een verblijf' te Nice gedurende den aan
staanden winter. De geruchten dat keizerin Eugéuie
hare reis tengevolge van dezen achteruitgang in 's keizers
toestand zou hebben uitgesteld, blijken onjuist te zijn
De keizerin zou gisteren avond met den nachttrein
St. Cloud verlaten, om door te reizen tot Saint Michel,
aan den voet van den Mont Cenis gelegen, alwaar zij
heden morgen verwacht werd.
Het schoonerschipVertrouwen, gezagv. T. D. de Kuiter,
is 17 Augustus 11. van Old Calabar vertrokken en was
den 19™ over de baar, met palmolie naar Middelburg.
Schip en equipage waren in goeden staat.
De Noordsche bark, die bij Zoutelande gestrand
was en waarvan wij eenige dagen geleden melding
maakten, is in vlot water gebracht en heden morgen
te Ylissingen in het dok gekomen.
In de haven van Ylissingen is gekomen de Neder-
landsche galjoot Twee gebroeders, gezagv. Persoon, van
Engeland naar Ylissingen met steenkolen.
Vlissingen 1 October. Boter 1.40 per kilogram.
Gent 1 October. Jarige tarwe fr. 22.00 nieuwe dito
fr. 25.00 met veel afslag, rogge fr. 17.00 a fr. 18.00, gerst
fr. 16.50 gevraagd, haver fr. 10.00, boekweit fr. 17.00,
paardenboonen fr. 19 00, koolzaad fr. 46.60,4 fr. 47.50
lijnzaad fr. 37.25, koolzaad olie br. gl. 5200 a 53.00, lijn
olie br. gl. 43 05 alles per hectoliter; boter fr. 2.72 per
kilogram, eieren fr. 2.05 per 26 stuks.
Amsterdam 1 October 1869.
Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2j pet. 53J,
*dito dito dito 3 „61*
«dito d'to dito ..4 „84 a
dito exploitatie Ned. staatssp. 70 j
Relvië «Certificaten bij Rothschild 21 58j
Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 94^
«Certihc. adm. Hamburg 5 70
«dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 77
*dito ƒ1000 1864
*dito f 1000 1866
5 9U
■uim iuuu rsbb 5
*0blig. Hope Co. Leening 1860 4j 81
*Certific. dito4 tilj
*Inscript. Stieglitz&Co.2ca4eL. 4 15
*Obligatiën 1867