Uuitrnlanö. Marine en leger. Rechtzaken. Gemengde berichten. Burgerlijke stand. Thermometerstand. Staten-generaal. Algemeen overzicht. Tengevolge van het onlangs op de Teteringsche heide alhier plaats gehad hebbend ongelukkig geval waarbij een korporaal bij het schijfschieten door een mi licien doodelijk werd getroffen, heeft de Minister van oorlog de chefs der korpsen gelast dat de voorschriften, voorgeschreven bij het reglement op het schijfschieten en de dienstregeling bij de schijf met de meeste gestreng heid moeten worden opgevolgd, en dat de bevelvoerende officieren bij die oefeningen voor alle afwijkingen en nala tigheden zullen verantwoordelijk zijn. Heden heeft het openbaar ministerie bij den hoogen raad zijn conclusie genctnen in de zaak van Jacob de Vletter. Die conclusie strekte tot verwerping van het beroep in cassatie. De voorzitter heeft gemeend den verdediger van den beschuldigde, mr J. J Bergsina,eene scherpe terechtwijzing te moeten toevoegen wegens ge brek aan eerbied in zijn pleidooi aan den dag gelegd. Vrijdag 11. is te Westkape Ie uit zee aangespoeld bet lijk van een onbekenden, naar gissing 18jarigen jon geling, lang omstreeks 1.5 meter. Het lijk was reeds in gevorderden staat van ontbinding en had geen andere kleederen aan dan een blauw linnen broek. Naar aanleiding der mededeeling in ons vorig nom- iner van een jongeling, die bij de kanaalwerken te Veere de oogen vol met kalk heeft gekregen, herinnert een onzer lezers aan een reeds vroeger aangeprezen en door hem meermalen bij werklieden in zoodanig geval met goed gevolg beproefd middel: namelijk het betten of uitwasscben van het oog met sterk gesuikerd water (broodsuiker), hetwelk men droppelsgewijze tusschen de oogleden laat glijden. De aangekondigde wedstrijd tusschen de leden van het Nederlandsch rederijkers verbond heeft jl. Zaterdag te Utrecht plaats gehad. De jury was samengesteld uit de heeren J. H. Ankersmit te Deventer, C. Fogteloo te Alkmaar, H. Scheurleer te Amsterdam. De uitslag van den wedstrijd was als volgt Verhalende en beschrijvende poëzie (Het onweder van J. Bellamy). Eerste prijs, de heer J. de Jager, lid der vereeniging Boogaers, te Koog en Zaandijk. Tweede prijs, de heer J. A. Beyerman, lid der rederijkerskamer Jan van Beers te Utrecht. Lyrische poëzie (Rei van Engelen uit Lucifer, treur spel van J. van Vondel). Eerste prijs, de heer A. Oorver, lid van de rederijkerskamer Nicolaas Béets te Utrecht. Tweede prijs, de heer W. A. Monnik Schmidt, lid van de vereeniging Hooger zij ons doei, te Amsterdam. Dramatische poëzie (de Bode uit Gijsbrecht van Am- stel, treurspel van J. van Vondel). Eerste prijs, de heer W. A Verhoeven, lid van de vereeniging Kunstmin te Dordrecht. Tweede prijs, de heer J. A. Gunther, lid van de vereeniging Hooger zij ons Doel, te Amsterdam. Derde prijs, de heer G. J. D. O. Goedhart jr., lid vaa het genootschap Eloquentia, te Arnhem. Luimige poëzie (Een vers, dat als een nachtkaars uit gaat, van dr. E. Laurillard). Eerste prijs, de heerS Polak, lid van het genootschap Demostheneste Deventer. Tweepe prijs, de heer F. Boogaard, te Weesp. Derde prijs, de heer H. C. Helleman, lid van de rederijkerskamer Aurora aan den Kinderdijk. De prijs van uitmuntendheid, waarnaar werd gedon gen door de vier eerst bekroonden, met de voordracht van het fragment: de Wolken uit de Schepping van J. J. L. ten Kate, werd toegekend aan den heer J. de Jager. Wij werden in ons vorig nommer door plaats gebrek verhinderd eenige meerdere bijzonderheden omtrent de arrestatie van een der vermoedelijke schul digen aan den nabij Parijs gepleegden moord mede te deelen. Wij hadden anders nog kunnen melden dat de te Havre gearresteerde volgens geloofwaardige be- „richten niet Kinck maar zekere Troppman was, die zich in het bezit van vele papieren van Kinck bevond. Dit zou aan de geheele zaak, zegt ie Petit Journal, eene andere wending geven en zou de vraag kunnen doen oprijzen of niet Kinck, vader en zoon, onschuldig waren, welk vermoeden nog versterkt wordt door den gunstigen naam welken beide in hunne woonplaats Roubaix hadden. Iemand die alle bewijzen van zijne identiteit gegeven heeft, doch zijn naam niet bekend gemaakt wenschte te zien, beeft aan le Ganlois eenige zeer ge loofwaardige inlichtingen omtrent de familie Kinck hij was de vriend van den ouden heer Kinck gegeven, waaruit deze persoon besluit dat vader en zoon Kinck op hunne reis naar den Elzas, waar de vader zich met zijn familie wilde gaan vestigen, evenzeer vermoord zijn geworden als de overige familie nabij Parijs. De te Havre gearresteerde Troppman en zijne medeplichtigen zouden hieraan schuldig zijn alsmede aan diefstal van de vele papieren en geldswaarden op naam van Kinck die hij tijdens zijne arrestatie bij zich droeg. Ook een door de redactie van den Figaro naar den Elzas gezonden redacteur komt tot dezelfde gevolgtrekking. Naarmate meer licht verspreid wordt over deze duis tere zaak vermeerdert ook de spanning en nieuwsgierig heid der Parijsche bevolking. Zooals wij reeds in een vorig nominer meldden, behoort le Petit Journal tot een der best ingelichte bladen, en bereikte het aantal ver kochte exemplaren van het nommer van Zaterdag het buitengewoon aanzienlijk cijfer van omstreeks 4'.'0,u00; thans verklaart de uitgever dat met de uitgifte van 403,950 exemplaren van het nommer van Zondag nog niet aan alle aanvragen voldaan is kunnen worden. Men kan dan ook zonder overdrijving zeggen dat men in Parijs over niets anders spreekt dan over deze zaak. De politiek zegt le Figaro sluimert, de beurs aarzelt, handel en nijverheid staan stil. De eigenaar van het omliggend terrein waarop de moord gepleegd is, heeft een aanzienlijke schade geleden, doordien deovergroote menigte toeschouwers niet den gebaanden weg gevolgd zijn, maarden kortsten weg over zijne landerijen geuomen en alzoo zijn oogst volkomen vernield hebben. De te Havre gearresteerde Troppman heeft daar eene bekentenis afgelegd die alleszins verdacht mag heeten. Hij bekent op aandrijving van Kinck, vader en zoon, ge handeld te hebben. Volgens hem zon men het voornemen gehad hebben alleen mevrouw Kinck te doodentwee der kinderen, zegt bij, heeft men echter gedood omdat zij zoo schreeuwden toen zij hunne moeder zagen mis handelen en de overigen omdat inen niet wist wat met hen te doen. Dit is evenwel zeker dat mevrouw Kinck, zich heftig verweerd en haren moordenaar, volgens Troppman haar echtgenoot, zijn mes ontrukt heeft, hetwelk Troppman haar echter wederom heeft ontnomen. De haar toegebrachte wonden waren niet onmiddellijk doodelijk, zoodat zij, hoe kort dan ook, levend begraven is geworden. Door de goede maatregelen der politie is Troppman Zaterdag ongehinderd van Havre naar de Morgue te Parijs kunnen vervoerd worden. De menigte volgde het rijtuig waarin de moordenaar gezeten was en gaf de dui delijkste blijken harer woede. Bij de confrontatie met de lijken legde Troppman de grootste onverschilligheid aan den dag. Bij den steenkolenm'jn-brand in Pennsylvania zijn niet 203 maar 106 personen omgekomen. Wat de ramp echter nog vreeselijker maakt, is, dat bet vinden van on- verbrande gedeelten hout onder in de schacht en tus schen den oven en de verbrande schacht, het vermoeden schijnt te bevestigen, dat de brand, een eind van den bodem der groote schacht, isaangestoken. Men herinnert zich nu, dat de Iersehe werklieden altijd twist hadden met die uit Wallis afkomstig, dat zij zelfs wel gedreigd hebben, dat de Wallisers op een goeden dag beneden zouden blijven, terwijl men opmerkt, dat de om gekomenen bijna allen uit Wallis afkomstig waren. Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den 26»" dezer: I. Bnijs, jm. 28 j. met M. Poppe, jd. 25 j. J. de Klerk, jin 33 j. met M. E. Vocht, wed". 4C j. (Van 18 tot 25 September.) Vlissingen. Gehuwd: J. de Wolf, jm. 26 j. met J. A. Raff, jd. 20 j. Bevallen: H. P. Fraser, geb. Moronier, d. J. C Eve raars, geb Dijkgraaf, d. O. Roelse, geb. Ilendrikse, z. G. J. Thonus, geb Storm, z. J. Bok, geb. Engels, d. F. J. de Koning, geb. Kastelijn, d. M. Steeher, geb. Muller, z. C. van den Bos, geb. Bebelaar, z. B. M. Callenfels, geb. Biisken, d. OverledenS. J. Swennen, jd. 27 j. C. Botting, z. 2' j. C. Maquelin, z. 4 m. E. Phernambucq, vrouw van G. P. van der Tak, 25 j. L Quite, z. 5 m. S. E. Mulder, wëdri. van J. Bakker, 66 j. II. de Vries. 10 m. A Kuyl, jd. 79 j. Goes. Gehuwd: J. de Ridder, jm. 23 j. met D. A. Iva- relse, jd. 20 j. Bevallen: W. de Witte, geb. deKievit,z. D.Nonnekes, geb Reijnhout, d. J M. Key, geb.Spaapen, z. W. Visser, geb. de Smit, d. G. Elseman, geb. Meyler, z. A. M. Visser, geb. Moolhoek, z. Overleden: M. Fouw d. 6 m. C. Westerweel, wed» van A. van der Mei, 72 j C J. Blonkert, jm. 24 j. P. J. van Voorst Vader, man van H. J. P. Kloppert, 64 j J Brou wer. z. 8 m. D. Dirriks, man van M. Nieuwkerke, 67 j. Zierikr.ee. Gehuwd: B. Joppe, jm. 30 j. metC.de Haan, jd. 23 j. Bevallen: W. den Boer, geb. Boot, z. S. Verpoorte, geb. van Dijke, z. W. C. Guinée, geb. Schouten, z. J. Peute, geb. Bakker, z. W. van der Jagt, geb. van der Jagt, z. J. van der Klift, geb. Verboven, d. J. van Don gen, geb. Erkes, z. C. van Westen, geb. van der Jagt, z. C. van den Ende, geb. Mays, z. Overleden: A. Berretoets, d. 12 j. G. Spetters, mam van E. van Zeebroek, 68 j. 25 Sept. 's av. 1L u. 65 gr. 26 'smorg.7u. 60gr.'smidd.lu.6Ggr.'sav.llu.56gr» 27 'srnorg. 7u.58gr. 'smidd.1 u.64gr.'sav.7 u.57gr» TWEEDE KAMER. Zitting van Zaterdag 25 September. Mededeeling inge komen stukkenregeling werkzaamheden. Ingekomen 1» een bericht van den heer Heydenrijlt dat hij verhinderd is in den eersten tijd aan de werk zaamheden van de kamer deel te nemen, tengevolge van gewichtige huiselijke omstandigheden; 2° het vetBlag der handelingen van het geneeskundig staatstoezicht over 1868, dat gesteld wordt in handen van eene com missie bestaande uit de heeren d». Westerhoff, d» Idserda, d». Rombaeh, Kien en Verbeyen; 3° een adres van adhuefie aan de suikerwet en een boekwerk. Het gewijzigd ontwerp-adres van ant woord op de troon rede wordt ter tafel gebracht en de openbare beraadsla ging daarover bepaald op Maandag 27 September te 11 uren. Het is van den volgendeu inhoud: 1. De tweede kamer der staten-geneiaal stelt het op hoogen prijs, dat uwe majesteit de vertegenwoordiging van het Nederlandsche volk, bij bet openen dezer zitting, welkom heeft gehecten en op het vele goede heeft kun nen wijzen, 't welk zich in den toestand des vaderland» vertoont. 2. Aangenaam was het ons, de vernieuwde verze kering te ontvangen, dat onze betrekkingen met de andere mogendheden van den meest vriendschappelijkea aard zijn. 3. De getuigenis door uwe majesteit afgelegd omtrent den loffelijken ijver, waarmede zee- en landmacht vooitdmend hare plichten vervullen, wordt door ons zeer gewaardeerd. 4. Gelijk in vrije ontwikkeling van landbouw, han del en nijverheid, stellen wij met uwe majesteit levendig belang in de gewichtige zaak van bet volksonderwijs. Elke voordracht, onderwijs betreffende, zullen wij nauw gezet onderzoeken. 5 Overtuigd, dat door spoedige voltooiing van het spoorwegnet en andere groote openbare wei ken levens belangen des vaderlands krachtig zullen worden bevor derd, verblijden wij ons dat daaraan steeds met ij,ver wordt gearbeid. Indien voor die voltooiing buitengewone hulpmiddelen noodig zijn, en dientengevolge eenige verzwaring van de rentelast, die op den staat drukt, onvermijdelijk wordt, hechten wij waa.de aan het door uwe majesteit geopend uitzicht, dat desniettemin het eindeijfer der staatsbegrooting voor het volgende jaar beueden dat van het loopende jaar zal kunnen blijven. 6. Van het verslag van het beheer en den toestand der overzeesche bezittingen en koloniën, zullen wij met belangstelling kennis nemen. Uwe majesteit vindt ons doordrongen van het plichtbesef om aan de verbeteringen, welke die toestand behoeft, en dus aan alle daartoe strek kende voordrachten onze meest ernstige zorg te wijden. 7. Uwe majesteit doet ons de aanbieding van een aantal wetsontwerpen voorzien, tot de rechtsbedoeling, de belastingen, het verdedigingstclsel en andere gewich tige binnenlandsche aangelegenheden betrekkelijk, van grooten omvang zal dientengevolge in dit zittingjaar onze taak zijn. Wij hopen, sire, die door inspanning van alle kracht tn te volbrengen en alzoo, onder hnogeren zegen, met uwe regeering nuttig werkzaam te zijn voor het dierbaar vaderland, waarvan het welzijn zoo nauw aan dat van uw doorluchtig stamhuis verknocht is." De moord te Attbervilliers gepleegd wordt in ver schillende rijken door de dagbladen, die liet behoud der doodstraf voorstaan, als wapen gebezigd tegen de voor standers der afschaffing. Moeten nu zoo betoogen zij de monsters, die zich aan dezen zesvoudigen moord hebben schuldig gemaakt, hetzij dan de vader eu de oudste zoon, of andere personen, niet ter dood worden gebracht? Moeten dergelijke misdadigers niet hunne ver- foeielijke daden met hun leven boeten? Wij meenen echter deze vragen ontkennend te moeten beantwoorden. De doodstraf is in Frankrijk niet afgeschaft en wordt steeds ten uitvoer gelegd, znodat. de schnidigen in deze zaak hun leven wel op het schavot zullen verliezen. Maar waartoe zal het dienen Tot afschrikking voor anderen, die ook zes personen te gelijk zouden willen, vermoorden? Die bewering is toch wat al te dwaas. De

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2