MIDDELBURGSCHE COURANT. S*- 177. Zaterdag 1869. 26 September. Middelburg 2i September. Onderwijs. Kerknieuws. Marine en leger. Rechtzaken. Gemengde berichten. De minister van financiën heeft heden, bij de indiening der staatsbegrooting bij de tweede kamer, volgens ge woonte weder eene uitvoerige beschouwing geleverd omtrent den tegenwoordigen financieelen toestand. Bij de begrooting zijn de uitgaven geraamd, op ƒ96 228,916, waaronder 10 milüoen voor spoorwegen. De middelen zijn geraamd op ƒ84,856,583, waaronder de vaste koloniale bijdragen ad omstreeks 10 milliuen. Aan eene leening is voor het tegenwoordige geen behoefte, maar mogelijk is een uitgifte van schatkistbil jetten tot een bedrag van 11 millioen wenschelijk. De regeering is van oordeel dat het patenj^echt diende te worden overgelaten aan de gemeentendaarentegen zou het rijk 1/5 der aan de gemeenten afgestane 4/5 van de personeele belasting moeten terugnemen. Misschien zou men ook tot een belasting op den tabak kunnen overgaan, Tot een uniformport voor brieven kon nog niet wor den overgegaan. De bezuinigingen, waarop in de openingsrede is ge doeld en welke omstreeks vijf ton bedragen, betreffen de begrootingen voor binnenlandsche zaken, oorlog en marine. De Indische begrooting is uitgetrokken tot een be drag van 117,703,259 in ontvang en 106,032,092 in uitgaaf. Bij de Indische begrioting voor 1869 waren de mid delen geraamd op 119,034,024 en de uitgaven op 103,415,666. Door de kamer van koophandel en fabrieken te Vlissingen is aan den minister van financiën een adres ingezonden, waarin eenige bezwaren worden aangevoerd tegen de laatste regeling der vertrekuren van de post uit die gemeente. De bezwaren betieffen hoofdzakelijk de verzending der aangeti ekende br even, die in vele ge vallen zelfs 16 uien op de kantoren Vlissingen en Mid delburg verblijven alvorens ze naar Holland verzonden worden, niettegenstaande toch tusschentijds een post naar Holland vertrekt. Volgens bekendmaking van den minister van binnen landsche zaken in de Staats-courant van Vrijdag 24 Sep tember zullen den 1™ October a. onder anderen rijks telegraafkantoren met beperkten dagdienst worden geopend te Bruinisse en Sluis. Den 2l«i dezer heeft weder aan den Nieuwen Neu- zenpolder eene oeverafschuiving plaats gehad ter lengte van 150 en ter breedte van 45 meters. Bij de later gedane peiling is bevonden dat deze val eene gemiddelde diepte heeft van 8 meters en eene voortzetting is van den vorigen. Benoemingen en besluiten. staten-generaal. Benoemd tot voorzitter van de tweede kamer der staten-generaal voor het zittingjaar 1869-1870 de heer H. Dullert, lid dier kamer. ministeribele departementen. Bevorderd bij het departement van marine: tot hoofdcommies de commies C. J. van der Mark, en tot adjunct-commies de eerste klerken A. P. P. van Santen en C. Kuhlman. Tot de lessen aan de hoogeschool te Leiden zijn na gehouden examen 27 van de 55 adspiranten toegelaten. Te Utrecht zijn van de 16 adspiranten tot toelating aan de hoogeschool 5 afgewezen. De heer W. J. Ramaker, predikant bij de Nederduit- sehe hervormde gemeente te Zoutelande, heeft het beroep naar die gemeente te Baarland aangenomen. De heer M. A. van Coeverden Adriani, te Bent huizen, heeft voor het heroep naar de Nederduitsche hervormde gemeente te St.-Philipsland bedankt. Uit Nieuwediep wordt, van 22 dezer gemeld, dat de vacatures aan boord van Zr. M». stoomschip de Amstel ter kust van Guinea, ontstaan door het overlijden van den luitenant ter zee 2e klasse J. V. Drabbe en het naar het vaderland terngkeeren van den luitenant ter zee 2« klasse S. T. Land, zijn aangevuld door de luitenants ter zee 2' klasse P. P. baron van Heerdt en F W. Hudig, onlangs per mail uit Nederland daar aangekomen. De Amstel wacht op de komst van Zp. M». stoomschip Admiraal Koopman, om gezamenlijk als het kan de Ashantijnen voor hunne trouweloosheid te tuchtigen en hen de Neder- landsche vlag te doen eerbiedigen.; De minister van oorlog heeft bekend gemaakt, dat het algemeene eereteeken voor belangrijke krijgsverrich tingen, ingesteld bij koninklijk besluit van den 19™ Fe bruari jl., is toegekend aanden kapitein A. H. Schade van Westrum, den sergeant G. W. Tiernagau en den grenadier H. Hnyer, van het regiment grenadiers en jagersden sergeant N. M. Perrin, van bet le, den soldaat J. Vei hoek, van het 3«, den kapitein C. L. H. von Freytag van Overstraten, en de soldaten A. W. Leent- vaart, C. Zwart en J. Landa, van het 4e, de soldaten H. L van Gelder, H. L. van Piggelen en D. Itomeyn, van het 5e, de soldaten A. van Reenen, J- Lankair en J. Bij kerk, van het 6e, de soldaten H. Kortbeek en II. F. Paars, van het 7«, en den kapitein H. P. J. Hennus en den sol daat J. J. Kolk, van het 8« regiment infanterie; den huzaar B. Huisman, van het2e, den wachtmeester S.Brug geling, van het 3e, en den korporaal A. H. Paesschen, van het 4e regiment huzaren; den kapitein P. L. Berail, de wachtmeesters J. de Vink en J. de Voort, alsmede de kanonniers 2e kl. J. G. Robart en J. Schultz, van het regiment veldartillerie; ae kapiteins G. D. Birnie en G. F. W. Borel, den sergeant P. J. Fallot, den hoorn blazer A. Balsarelli, alsmede de kanonniers lc kl. D. de Groot, F. Coldewijn, M. Zwanenburg, J. J. Huyzen en K. H. Huyzer, van het 1', den kanonnier le kl. C. Boot, van het 2®, en den korporaal C. A. Pothast, de kanon niers 1« kl. H. Sikkens en W. Hoekstra, en die der 2C kl. F. J. A. Bartels en J. Wilkens, van het 3« regiment vesting-artillerie- de werklieden bij de artilleriestapel- en constructie-magazijnen A. Rodenburg en II. Lang; den poortier J. A. Stelwagen en den werkman G. J. Stei ger, vroeger genaamd van den Bosch, beiden van den geweerwinkel te Delft; den adjudant-onderofficier- titulair-schrijver G. van lieerde en den mineur 2» kl. C. Mooyman, van het bataljon mineurs en sapeurs; den njaiéchaussée te voet J. A. Lamgeveld, van de divisie maréchaussée van Noord-Brabant en Zeeland; en de geëmploieerden bij het rijks hospitaal W. Tammelen^ J. van der Meyden en A. Bijnders, en dien van het gar- nizoens-hospitaal te Amsterdam N. L. Lansdorp. De arrondissements rechtbank alhier heeft gisteren de volgende vonnissen uitgesproken. Maria Bossant, oud 26 jaren, arbeidster te Schoon- dijke beklaagd dat zij den 24™ Augustus aldaar aan Maria Sara van de Vijver moedwillig slagen heeft toege bracht, zonder dat daardoor ziekte of beletsel om te werken is veroorzaakt is aan het haar ten laste ge legde feit schuldig verklaard en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot drie da gen gevangenisstraf en in de kosten. Jacobus Grootenboer, oud 36 jaren, en Adrianus Grootenboer, oud 34 jaren, beide polderwerkers alhier, waren beklaagd dat zij den 29™ Augustus jl. te zamen in een keet onder Middelburg L. Moois moedwillig aan gegrepen, getrapt en verder mishandeld hebben, waar door verwonding is ontstaan. De schuld van den tweede beklaagde is niet wettig en overtuigend bewezend ver klaard, zoodat hij is vrijgesproken, de kosten ten zijnen aanzien gevallen te dragen door den staat. De eerste be klaagde is echter schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van kwetsuren, waardoor geene ziekte of beletsel om te werken van meer dan twintig dagen is veroorzaakt en, onder aanneming van verzachtende om standigheden, veroordeeld tot veertien dagen gevange nisstraf, benevens in de kosten. Cornelia Eliza Goote, oud 18 jaren, dienstbode te Middelburg beklaagd dat zij den 26™ Augustus jl. op de openbare straat aliiier, toen zij door de koopvronw Jet Samethini om betaling eener schuldvordering werd aan gemaand, deze moedwillig geslagen heeft is schuldig verklaard aan het haar ten laste gelegde feit, gepleegd onder verzachtende omstandigheden, en veroordeeld tot eene geldboete van 3, alsmede in de kostejïK Felecianus Magnus, oud 22 jaren, /polderwerker onder den Abeele beklaagd dat hij in den nacht van 8 Augustus jl. in de tapperij van J. Carminjool op het Vlissingsch wagenplein alhier J. Tengels en P. Kouijzer moedwillig slagen heeft toegebracht is onder aanne ming van verzachtende omstandigheden, aan het hem ten laste gelegde feit schuldig verklaard en veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf en twee geldboeten, ieder van ƒ8, benevens in de kosten. Joost Vogel, sjouwerman alhier beklaagd dat bij den 30™ Augustus jl. moedwillig met een hooivork geworpen heeft naar en daarmede den voet verwond heeft van P. M. Lahr, die met eene brandende sigaar op een hoop hooi zat, welken de beklaagde bewaken moest en zich op aanmaning nietspoedig genoeg verwijderde is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van kwetsnren, waardoor geene ziekte of beletsel om te wer ken van meer dan twintig dagen is veroorzaakt, en, on der aanneming van verzachtende omstandigheden, ver oordeeld tot eene geldboete van 8 en in de kosten. Dósiré de Loos, oud 32 jaren, polderwerker onder Koudekerke beklaagd dat bij zich den 28™ Augustus jl. des avonds na elf nre.n bevonden heeft in de tapperij van P. Koenen in de 's-Gravenstraat alhierdat h'j, daaruit door de agenten van politie P. de Kloe, P. Poppe en A. Tellier verwijderd zijnde, zoo veel geraas en getier beeft gemaakt dat de bewoners der buurt op straat zijn geko men, zoodat de rust der ingezetenen door dat nachtelijk burengerucht is verstoorddat hij de politie agenten, toen deze hem naar het bureau van politie wilden bren gen, slagen en stooten toegebracht, met hen geworsteld en zich feitelijk en gewelddadig tegen hen verzet heeft is, bij gebrek aan bewijs, niet schuldig verklaard aan en mitsdien vrijgesproken van het hem ten laste gelegde moedwillig toebrengen van slagen aan de agenten van politie, doch schuldig verklaard aan de overige hem ten laste gelegde feiten en ter dier zake veroordeeld tot eene maand gevangenisstraf, eene geldboete van 3 ten bate der gemeente Middelburg en in de kosten. De arrondissements-rechtbank te Amsterdam heeft jl. Woensdag drie zaken behandeld, die betrekking heb ben op de onlangs op den Dam aldaar voorgevallen ongeregeldheden, als een gevolg van de handhaving door de militaire macht van het consigne dat niemand op de kleine steentjes voor het paleis gaan mocht. Het eerste feit was van 29 Augustus jl. De beklaagde bad in beschonken toestand twist met een schildwacht gezocht, en toen de sergeant der hoofdwacht hem gelastte de kleine steenen te verlaten voegde hij dezen de woor den toe: Jij bent een gemeene ploert!' De rechtbank veroordeelde hem tot eene geldboete van 12 of subsi diaire gevangenisstraf van drie dagen. Het tweede feit viel voor op 7 dezer. Een overigens oppassend man had een sergeant, tevens kommandant der hoofdwacht, de woorden toegevoegdJij bent een smeerlap 1" Hiervoor is hem door de rechtbank drie dagen cellulaire gevangenisstraf opgelegd. Het derde feit bad plaats den 8™ dezer. De beklaagde greep toen een schidwacht, die het genoemde consigne handhaafde, bij de borst. Hij moet dit, volgens het vonnis der rechtbank, met vijftien dagen cellulaire gevangenis- straf boeten. Prins en prinses Hendrik hebben zich gisteren avond uit de residentie naar Luxemburg begeven. Volgens zeer uitvoerige mededeelingen omtient

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1