öuitfnlanö.
^antelsbmdjtfn.
Thermometerstand.
Algemeen overzicht.
Uit Parijs.
1 Graanmarkten enz.
15 Sept. 's av. 11 u. 58 gr.
16 'smorg.7u.60gr.'8midd.lu.63gr.'sav.7u.62gr.
Eergisteren is te Lausanne de vergadering van de
Ligue de la paix door haren voorzitter Victor Hugo met
een redevoering geopend. Wij allen, gelijk wij hier
zijn zeide hij wensohen den vrede. Wij wenschen
hem tusschen de individu's, tusschen de natiën, tus-
schen de verschillende menschenrassen. Maar hoe wen
schen wij den vrede? wenschen wij hein tot eiken prijs?
wenschen wij hein onvoorwaardelijk? Neen, wij willen
den vrede niet, wanneer wij den rug moeten buigen en
het oog inoefen nederslaan; wij willen den vrede niet
onder het despotisme, wij willen den vrede niet. onder
stokslagen, wij willen den vrede niet onder den looden
vorstenscepter. De eerste voorwaarde van den vrede is
onze bevrijding. Daarvoor is zeer zeker eene revolutie
noodig, en helaas misschien ook een oorlog, welke de
laatste wezen zal. Dan is het einde daar en zal de on
schendbare vrede voortdurend zijn. Dan geen legers en
geen koningen meer. Dat zal dan alles tot het verleden be-
booren. Ziedaar wat wij willen. Wij beoogen de stich
ting eener groote republiek op het vaste land; wij willen
een Europeesche republiek der Vereenigde staten en
overigens is de vrijheid ons doel, waarvan de vrede het
resultaat zal wezen.
In verband met deze openingstoespraak en tot toelich
ting van den daarin doorstralenden vorstenhaat, deelen
wij de volgende zinsneden mede uit Victor Ilugo's brief,
waarin hij verklaart het voorzitterschap aan te nemen.
Na te hebben betoogd dat de strenge afscheiding der
natiën in het belang van den vrede moet ophouden en
al die verderfelijke grensscheidingen tusschen de volken
moeten worden uitgewischt, gaat hij aldus voort: Wie
heeft er belang bij al die grenzen De vorsten. Zij ver-
deelen om te heerschen. Bij een grenspaal denkt men
zich een schildwachthuisje en bij een schildwachthuisje
denkt men zich een soldaat. „Men mag hier niet door
gaan", ziedaar het woord van alle privilegiën, belem
meringen, censuren, tyranniën. Die grenzen, dat schild
wachthuisje, die soldaten zijn de oorzaak van de rampen
der menschheid. De vorst heeft den soldaat noodig om
zich te veidedigen en de soldaat heeft behoefte aan den
oorlog. Anders hebben zij geen reden van bestaan. De
conclusie is dat derhalve de soldaat moet opgaan in den
burger opdat de natiën éen en eenstemmig worden in
het verlangen naar den vrede.
De Parijsche beurs is weder onder den indruk eener
paniek geweest tengevolge van ongunstige geruchten
omtrent den toestand van keizer Napoleon. Daarbij kwam
nog dat er sprake was van een onderhoud des keizers
met den heer Anselme Petetin, lid van den staatsraad
en directeur der keizerlijke drukkerij, waaruit werd
afgeleid dat er hoogst belangrijke staatsstukken moeten
gedrukt worden, welke op eene abdicatie betrekking
zouden hebben. Volgens andere verhalen zouden deze
stukken in verband staan met het plan om den keizer
lijken prins deel te doen uitmaken van het Fransch gou
vernement of met een beroep op de natie om zich in
zeker geval te scharen rondom keizerin Eugénie als
regentes. Le Public geeft intusschen het denkbeeld aan
om de troonopvolging van den keizerlijken prins aan
eene volksstemming te onderwerpen. Daargelaten of
dergelijke volksstemming voor de toekomst wel veel
waarborgen zou opleveren, zou daardoor het beginsel
van een erfelijke dynastie worden verlaten, hetgeen toch
Zeker wel niet in keizer Napoleon's bedoelingen kan
liggen.
Volgens le Moniteur is de oplossing van de aan den
heer Petetin verleende raadselachtige audiëntie eenvou
dig deze. Niet de keizer, maar de schrijver van La vie
de César heeft met den heer Petetin een onderhoud ge
had over de uitgave van zijn derde deel.
Wat het regentschap van keizerin Eugénie of van
prins Napoloon betreft, schaart zich ook le Journal de
Paris aan de zijde van la Presse om te betoogen dat het
onverschillig mag geacht worden aan wie het regent
schap zal worden opgedragen, indie'n toch voortaan de
macht der kroon zoodanig gelimiteerd wordt dat de ver
tegenwoordiging in alle belangrijke quaestiën beslist.
Wij merkten echter reeds op dat dergelijke beschouwing
omtrent Frankrijks toestand wat al te optimistisch is,
hetgeen onder meer blijkt uit het thans aangenomen
senaatsbesluit, waarin de tegenstrijdige leer der verant
woordelijkheid van den keizer en der verantwoordelijk
heid van het ministerie wordt gehandhaafd.
De berichten omtrent oneenigheden in den boezem
van het Fransch ministerie en van prins Napoleon's reis
naar Florence op last des keizers, worden heden tegen
gesproken. Wat het eerste betreft ,zegt de Constitutionnel,
blijkt de onjuistheid uit de omstandigheid der laatste
liberale hervormingen, waartoe geheel het ministerie
gezamenlijk heeft medegewerkt. Dit argument is echter
van weinig waarde want het is genoeg bekend dat keizer
Napoleon met een meerderheid in den ministerraad het
senaatsbesluit, waarvan sprake is, heeft ontworpen, ter
wijl eene minderheid, waartoe de minister de Forcade la
Roquette behoorde, zoolang mogelijk de meer vrijzin
nige bepalingen van dat stuk heeft bestreden.
Uit Florence wordt omtrent de aldaar heerschende
ministerieele crisis gemeld dat onderhandelingen zouden
gevoerd zijn met den heer Ricasoli en den generaal Cial-
dini over het aanvaarden van eene portefeuille, doch dat
die onderhandelingen vruchteloos waren geweest. Thans
zou men zich tot den generaal Durando hebben gewend.
Te Berlijn is eergisteren de honderdjarige gedenkdag
der geboorte van den grooten Alexander von Humboldt
feestelijk herdacht. Dit feest is echter niet zeer geani
meerd geweest. Het publiek is over het algemeen nog
niet bijzonder overtuigd van zijne verdiensten en de
conservatieve partij zag in dit Humboldtsfeest eene
verheerlijking van den man, die zich steeds een vijand
heeft getoond van stilstand en achteruitgang. Zij kon
dus aan de feestvreugde slechts op eenigszins gereser
veerde wijze deelnemen en slechts tot op zekere hoogte
sympathie betoonen voor den op 14 September 1769
geboren Pruisisehen geleerde, den vertrouweling maar
niet den politieken geestverwant van koning Frederik
Willem IV.
De houding der regeering te Washington ten aanzien
der opstandelingen op Cnba heeft in Spanje groote sen
satie verwekt en verschillende dagbladen dringen er op
aan dat zoo spoedig mogelijk nieuwe troepen naar dat
eiland zullen worden gezonden. Desnoods zoo be
toogen enkele stemmen onder de dagbladpers te Madrid
moet geheel het leger naar Cuba worden gezonden om
vóór het bijeenkomen van het Amerikaansch congres
een beslissende slag aan den opstand toe te brengen. Dit
schijnt ook het gevoelen van den generaal Print te zijn.
Het is niet onbelangrijkzegt een Parijsch dagblad
eens na te gaan welk een schitterende hervorming de
plaatsen ondergaan hebben waar onze vaderen hier ge
woon waren hun kop koffie of chocolade te gebruiken
en hun partij domino te spelen. De koffiehuizen, koffie
huishouders en de limonadiers zijn geheel veranderd.
Op de oorspronkelijke eenvoudigheid is een steeds
toenemende weelde gevolgd. Overal verguldsel, beeld
houwwerk, spiegels, marmer, lichtkronen, kristal, schil
derijen, bloemen; het is tooverachtig! Komen wij een
eafé-chautant binnen, we vinden een elegant theater, een
orkest, vrouwen in bal-toilet, die airs uit opera's ot chan-
sonettes zingen voor een bier- of grogdrinkend publiek
dat er slechts half naar luistert. Het was er ver af
dat zij, die het eerst op het denkbeeld kwamen om de
voorbijgangers hun winkel te doen binnentreden, ten
einde hun een aftreksel van gedroogde koffie aan te
bieden, de grondslagen legden voor een zoo bloeiende
industrie. De stoutmoedigste van die eerste koffiehuis
houders was zekere Italiaan Florentin Procope, die zijn
naam schonk aan een etablissement, hetwelk nog in
langen tijd niet vergeten zal worden. Procope had het
middel uitgevonden om limonade ijskoud te maken. Meer
was niet noodig om de menigte tot zich te trekken. En
onder die menigte bevonden zich schrijvers, dichters,
plnlosofen die den naam van den Italiaansehen limo-
nadeverkooper onsterfelijk maakten. Doch niet alleen de
verschillende ijs-preparaten zijn door de Italianen in
Frankrijk ingevoerd, ook de likeuren is men hun ver
schuldigd.
De kooplieden die het publiek de limonaden, de ijs-
soorten, koffie, thee, chocolade, alle soorten van siropen
leverden, hadden wel het recht om eene corporatie uit
te maken; dat privilege verkregen zij dan ook in 1676,
zij werden daarbij limonadiers genoemd, welke naam hun
sedert bijgebleven is. Het was hun niet alleen veroor
loofd om koffie, limonade en chocolade te verkoopen,
maar ook kofficboonen en gemalen koffie, brandewijn
enz., en daarom mochten de fabrikanten zich bij de ver-
koopers aansluiten. Die corporatie heeft echter tallooze
wisselvalligheden ondergaan. De fiscus bediende er zich
van om geld te slaan. Hunne privileges werden hun
eerst ontnomen en daarna weder tot hooge prijzen ver
kocht. Het eerste edict, waarbij hun de ontnomen privi
leges weder toegekend werden, kostte niet minder dan
220,000 franken, hetgeen tegenwoordig met een millioen
gelijk zou staan.
Twee zeer uiteenloopende oorzaken brachten zeer veel
tot de ontwikkeling van deze industrie bij. Vooreerst
de omwenteling, die van elk koffiehuis een soort van
club maakte, een rendezvous van alle staatkundige mee
ningen; ten tweede de instelling in de koffiehuizen van
het biljartspel. Dit werd een rage, welke nog steeds
voortduurt. Telt men thans te Parijs nauwelijks twee of
drie koffiehuizen waar schaak gespeeld wordt, die waarin
biljart gespeeld wordt, telt men bij honderden.
De gewoonte om in het koffiehuis te ontbijten is te
Parijs onder talrijke klassen der bevolking algemeen ge
worden. Plaatst men zich op een huishoudelijk stand
punt, dan is die gewoonte voorzeker betreurenswaardig,
maar op het standpunt van een man van zaken is dit
volstrekt niet het geval. De Franschen worden meer en
meer Engelsch, in dien zin dat zij beter de waarde van
den tijd leeren kennen en waardeeren. Iemand die het
druk heeft en 's morgens vroeg zijn huis verlaat, komt
er niet weder terug om te ontbijten. Dat zou dikwijls
teveel tijd vereischen. Het koffiehuis ligt op zijn weg
en hij maakt er te liever gebruik van omdat hij bijna
zeker is er kennissen aan te. treffen met wie hij onder
het ontbijt over allerlei zaken kan spreken.
Vroeger, toen de sigaar nog onbekend was, bestond
er een groot verschil tusschen het koffiehuis en het esta-
minet. In het eerste mocht men niet rooken, het laatste
was er hoofdzakelijk voor bestemd. De algeraeene invoe
ring der sigaar heeft dat onderscheid doen wegvallen.
Men rookt thans overal.
Er zijn weinig industriën die zoo winstgevend zijn als
die waarover wij thans spieken. De koffiehuizen ver
meerderen dan ook niet alleen in Parijs maar overal op
ontzaglijke wijze. Ze zijn letterlijk eene behoefte gewor
den. Opmerkenswaardig is het echter dat de groote Fran-
scbe steden, als Lyon, Marseille, Bourdcaux enz., veel
schitterender koffiehuizen bezitten dan Parijs zelf. Het
is door de kamer van koophandel geconstateerd dat
Parijs eenige jaren geleden 2200 etablissementen van
limonadiers bezat, waarvan 20 uitsluitend voor de ver
vaardiging van ijs bestemd waren. Men inag echter
aannemen dat het getal der laatsten sedert verdubbeld
is. Aan die etablissementen zijn 4 a 5000 personen ver
honden, terwijl het daarin omgezet kapitaal jaarlijks ge
middeld vijf en zestig millioen franken bedraagt. Het
salaris der bedienden wordt, zooals bekend is, in het
meerendeel der etablissementen door de bezoekers zeiven
betaald. Het is stellig nog beneden de waarheid wanneer
men de som der fooien op vijf millioen franken per jaar
schat. Men is daaraan zoo gewend dat de pogingen van
eenige koffiehuishouders om dit geven van fooien af te
schaffen, de prijzen der ververschingen eenigszins te
verhoogen en zelve hunne bedienden te betalen, bij het
publiek schipbreuk hebben geleden. De smaak van het
publiek voor ijs, sorbet en dergelijke zaken is in de laatste
jaren overigens zeer vermeerderd, waartoe zeker niet
weinig bijgedragen heeft dat de knust om ijs te maken
in ,den laatsten tijd zulke vorderingen gemaakt heeft.
De ijsvervaardigers bepalen zich niet meer tot hetgeen
hun beroep betreft, zij hebben ook inbreuk gemaakt op
het gebied van den confiseur en den pasteibakker. Zij
hebben overigens een aanzienlijk materieel, zilveren
schotels, prachtig kristalwerk en leveren alles wat tot
de schitterendste soirées behoort
Wij hebben reeds gezegd dat de Italianen de door hen
uitgevonden likeuren in Frankrijk ingevoerd hebben.
Langen tijd muntten zij uit in hun vak. Thans echter
zijn zij op den achtergrond geraakt en wordt nog slechts
hun Maraschino di Zara door de lekkerbekken gezocht.
De meest geliefde likeuren worden overigens thans door
godsdienstige genootschappen van monniken en nonnen
geleverd. In het algemeen is het echter te betreuren
dat het gebruik van sommige zeer schadelijke likeuren,
waarin zich veel absinthe bevindt, zoo buitengewoon
sterk vermeerdert.
Oostburg 15 September. De aanvoer van granen was
lieden niet groot, en van nieuwe artikelen bepaaldelijk
zeer gering. Er was vrij wat kooplust op te merken en
dientengevolge ook eenige rijzing in de puike quali-
teiten. Vooral was dit het geval met jarige tarwe die
van 11 50 tot /Tl.90 werd verkocht, terwijl voor ge
wone soort 11 tot f 11:25 werd geboden. Van nieuwe
waren enkele monsters aan, meest mager en wakke soort.
Er werd voor besteed /9.50 tot 10. Nieuwe rogge ƒ7,
f 7.25 a 7.50, zijnde de qnaliteit hiervan zeer uiteen
loopend. Voor jarige paardenboonen 8 geboden. Win-
tergerst in blanke wichtige soort (diezeldzaam voorkomt)
f 7 tot 7.25 betaald, gewone en mindere ƒ6.25, f 6.50 i