OURANT. N°- 168. Woensdag 1869. 15 September. Middelburg 14 September. Stoi mscliatle. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. In de Staats-courant van Dinsdag 14 September is op genomen het programma voor de opening van de verga dering derstaten-generaal, te's GravenhagejO^M^n/iag 20 September a. De Staats-courant van Dinsdag 14 dezer bevat het koninklijk besluit van den 7el> te voren tot toelating van den reehtstreekschen inslag van buitenslands van het ruwe zout, waarvoor vrijdom van den accijns is toege staan ten behoeve van fabrieken en trafieken. De uitslag van den schietwedstrijd A, jl. Vrijdag door de koninklijke scherpschutters te Botterdam gehouden" is alsvolgt: 1'-' prijs. Een zilveren inktkoker, behaald door den serg.- maj. H. Ficq, van het korps koninkt. scherpschutters. prijs. Een kristallen kan met zilveren deksel en twee glazen op krista'len blad met zilveren rand, door den korporaal H. S. Platei, der Rotterdamsche schutterij. 3e prijs. Een kristallen koelkan met zilver gemonteerd, door den serg. P. J. van der Griendt, van het korps kon. scherpschutters. 4« prijs. Eert revolver in étui, door den serg.-maj. W. F. L. Haus, van het korps kon. scherpschutters. 5e prijs Een revolver met tien loopeu door den serg. W. Prinsen, van de Rotterdamsche schutterij. 6e prijs. Een portret-album, door den sergeant S. H. Tassemeijer Jr. van het korps kon. scherpschutters. 7« prijs. Een Snidergeweer, door den scherpschutter D. Visser, der Schiedamsche vereeniging. 8e prijs. Eeu zilveren zakuurwerk, door den officier van gez. C. H. Eshuys, van het korps kon. scherpschut ters. 9" prijs. Een japansch kistje, door den korporaal J. P. Zuidinulder, van het korps kon. scherpschutters. lCk prijs. Een kristallen beker op zilveren voet, door den luit-adj. J. van Mens, van het korps kon. scherp schutters. 1P prijs. Een staand uurwerk, door den korporaal P. M. van Koetsveld, van het korps kon. scherpschutters. 12e prijs. Een marmeren thermometer, door den 2™ luit. H. J. J. Bos, van het korps kon. scherpschutters. 13e prijs. Een bronzen sigarenkistje, door den marinier le klasse Verhaar. Wedstrijd B werd tot nader order uitgesteld. Toon de illuminatie aan het vereenigingslokaal ontsto ken was, werden door Z. M. de eereprijzen aan de over winnaars uitgereikt. Het diner ten huize van den heer van Stolk werd op geluisterd door de muziek van het korps der scherpschut ters, terwijl zich ook de liedertatel Rottes Mannenkoor deed hooien. Z. M. de koning keerde te 10 uur 40 minuten per spoortrein naar do residentie terug, doch Z. K. H. prins Hendrik bleet te Rotterdam overnachten. De Amsterdamsche courant meldt dat de hevige storm zich jl. Zondag te 12 uren op het hevigst verhief en zeer noodlottig was voor de gebouwen op het voorterrein van het Paleis voor volksvlijt. Van alle zijden zag men wel dra de uitwerkselen. Het Café-Werker leed met den restaurant Bolteu de meeste schade, vooral het eerstge noemd getimmerte. Alle ballons zijn vernield, het pla fond is gedeeltelijk aan flarden. Beide hebben mede groote schade aan het dak enz. De kiosk van rotting is verschrikkelijk gehavend. Van de annexe zijn vele ramen vernield. In den tuin van het Paleis is de muziektent beschadigd en een veranda verwoest. De loge den Toom op het Amstelveld ia verschrikkelijk geteisterd en het fraaie decoratief voor het grootste deel verwoest, zoodat de voorstelling Zondag avond niet kon doorgaan. Een wafelkraam, hoek Utrechtsche straat, is geheel zonder dak geraakt. Op de Botermarkt is een kijkspel totaal gehavend en hebben vele anderen, evenals op de Nieuw- markt, schade bekomen. Voor Rotterdam is Zondag een schuit gezonken, doch de schipper, vrouw en vier kinderen zijn gered. Te Delft zijn al de muren van de aldaar op te richten schietbaan en eenig muurwerk van de in aanbouw zijnde gist- en spiritus fabriek ingestort. In de goot van een huis in het West-Nieuwland te Rotterdam was het lood door den wind opgerold, en daar men vreesde voor ongeluk ken, verzocht men een 24 jarigen Italiaanschen schoor steenveger, die juist uit de kerk kwam, daarin te willen voorzien. Nauwelijks echter was hij op het dak of hij werd door een rukwind opgenomen en op de straat ge worpen en was een lijk. Uit Scheveningeu wordt betreffende den storm gemeld, dat die aan den Pinksterstoim van 1860 herinnerde. Van ongelukken van belang heeft men echter niet ge hoord. Schepen waren niet in het gezicht geweest. Een vijftiental hoornen, waarvan de meeste nog al jaren tel len, werden op den ouden Scheveningschen straatweg ontworteld of door midden gebroken, en andere van hunne takken beroofd. Was de storm des nachts uitge broken, dan waren wellicht evenals in de maand Sep tember 1853 de meeste badkoetsen verbrijzeld, daar het zich immers Zaterdagavond volstrekt niet liet aanzien dat er een orkaan te wachten was; thans hebben de badkoetsen wel veel geleden, maar niet in vergelijking van destijds. Ook aan de tenten op het strand is veel schade toegebracht. Het sigarenhuisje op het terras aan de landzijde van het bauhuis werd uiteengeslagen; en dit zou met den bazar ook waarschijnlijk het geval zijn geweest, als de eigenaar niet nog bijtijds voor het be hoorlijk schoren had gezorgd. Het wrak van de Alfred, met de slooping waarvan men wilde wachten tot na de sluiting van het badseizoen, geraakte vlot en men zag stukken hout er van in de zee drijven. Het bevindt zich thans voor de eerste villa, naast het badhuis. Bij het verlengde gedeelte van het Marcelisslop stortten twee in aanbouw zijnde visscherwoniugen, welke bijna vol tooid waren, in. Gedurende het hevigste van den storm zijn drie pinken, van de haringvisscherij terugkeerende, op gevaar af van te vergaan, geland. Te-Hellevoetsluis is het Engelsche schip Gertrude Zondag achter het kanaalhoofd aan den grond geraakt. De sleepboot Kinderdijk heeft Maandag vruchteloos ge tracht het af te sleepen. In de omstreken van Utrecht zijn verschillende stuks vee door den wind in het water geraakt. Een paard ver loor op die wijze het leven. Omtrent den Zondag en Maandag gewoed hebbenden storm lezen wij in de Frausche bladen de volgende be richten. Het platteland rond Parijs schijnt letterlijk verwoest, in de bosschen zijn de boomen bij honderdtallen omge worpen, de tuinen liggen bezaaid met vruchten. Dc Seine was in hevige beweging, hare golven geleken op die der zee. Het schip Celestin, liggende aan de quai d'Orsay met een lading zand en gevoerd door den schipper Lebon, die daar met vrouw en kinderen huisvestte, is op eenige meters afstand van den pont d'Alma stezonken. Niet tegenstaande alle pogingen door den schipper in vereeni ging met anderen aangewend is het hem niet mogen ge lukken iemand der zijnen te redden. In de departementen heeft de storm de grootste ver woesting aangericht in die welke aan het kanaal gelegen zijn. Uit Trouville wordt bericht dat de bewoners des nachts plotseling door een verschrikkelijk geweld uit den slaap gewekt werden. De luiken werden uit hunne hengsels gerukt; de ramen der aan de kust gelegen hui zen werden verbrijzeld; de schoorsteenen regenden in de straten, gansche daken werden opgenomen. Zoodra het daglicht aanbrak waren allen op de been om de aangebrachte schade op te nemenvelen snelden naar de kust en hadden het droevig schouwspel schepen in éen oogenblik door de woedende zee verzwolgen te zien. De opgezweepte wateren bereikten de tuinen van het hotel des Roches-noires en deden de daar verzamelde nieuwsgierigen hun heil in de vlucht zoeken. De zee was bedekt met overblijfselen van masten en andere voorwer- pen. Het Journal du Havre bevat een groote reeks namen van schepen die gezonken zijn of averij bekomen hebben. Eene te Sanvic, bij Havre, gehouden wordende tentoonstelling heeft zeer veel geleden; vlaggen zijn verscheurd, masten en palen omgeworpenmuren inge stort, doch voorwerpen zijn niet beschadigd. Van Dieppe, Rouaan en vele andere plaatsen zijn even eens bericht'.. van verwoesting ontvangen. leger. Benoemd bij het wapen der infanterie: bij het le regiment, tot 1™ luitenant (naar ouderdom van rang) de 2" luitenant J. van der Meer, van het 8e regiment; bij het 4« regiment, tot kapitein 3' klasse (naar ouderdom van rang) de le luitenant H. II. Engelkeus, mede van het,, 8C regiment. koloniën. Op verzoek met ingang van 1 December a. eervol ontslag uit's lands dienst verleend, met behoud van aanspraak op pensioen, de heer N. A. Ro3t van Ton ningen, gezaghebber van St.-Enstatius, thans tot herstel van gezondheid met verlof in Nederland. De minister van binnenlandsche zaken heeft bij mis sive van den 12™ Augustus 1869, naar aanleiding van het verhandelde in de twaalfde bijeenkomst der inspec teurs van het lager onderwijs, gedeputeerde staten der provinciën verzocht, de aandacht der gemeentebesturen te vestigen op een aldaar besproken onderwerp. In de vergadering van inspecteurs van het lager onder wijs, den 24™ Juni jl. gehouden,kwam een punt in behan deling door den minister ter bespreking voorgesteld, van den volgenden inhoud „In hunne bijeenkomst van het vorige jaar hebben de inspecteurs, als middel om in het gebrek aan kweeke- lingen bij de lagere scholen te voorzien, ook gewezen op het aanstellen van vrouwelijke kweekelingen, die, waar zij werkzaam zijn, zeer goed voldoen. Overeenkomstig het voorstel der inspecteurs heb ik in dien zin een schrij ven aan gedeputeerde staten der onderscheidene provin ciën gericht, In hoeverre deze aanschrijving reeds eenige vruchten heeft gedragen, is mij onbekend. Onlangs echter heb ik, door tusschenkomst van mijn ambtgenoot van buitenlandsche zaken, een schrijven van Z'\ Ms. minister resident te Stockholm ontvangen, waaruit blijkt dat in Zweden het onderwijs door vrouwen gegeven vrij alge meen is, meer en meer toeneemt en zeer nuttig wordt geacht. In verband met hetgeen dienaangaande door de inspecteurs werd medegedeeld, scheen het mij niet zon der belang, hen met het schrijven van gemelden minister resident bekend te maken. Daarvan volgt alzoo hier een uittreksel „Elke gemeente in Zweden, waar de kerkelijke en burgerlijke gemeente steeds éen zijn, moet minstens éene volksschool bezitten. Bovendien vindt men in de meeste gemeenten, vooral in de steden en ten plattenlande, zelfs in de minst volkrijke, een aantal zoogenaamde kleine scholen, waar de jongste kinderen, vóór hunne opneming in de volksschool, voorbereidend onderwijs'ontvangeh. De „volksschool" is staatsinrichting, de „kleine school" zaak der gemeenten, die daar steeds vrouwelijke zoowel als mannelijke leeraars aangesteld hebben. In de volks school, wier onderwijzers, op grond eener verordening van 18 Juni 1842, bij een der semënaria examen moeten afgelegd hebben, werden geruimen tijd slechts mannen benoemd, totdat het koninklijk besluit van 21 October 1859, onder gelijke voorwaarde van af te leggen proeven van bekwaamheid, ook vrouwen benoembaar verklaarde. Terstond werd van die bevoegdheid ruimschoots gebruik gemaakt, zoodat reeds in 1855 211 onderwijzeressen tegen 3250 onderwijzers in de openbare volksschool werkzaam waren. Merkwaardig genoeg zijn juist in de beide groote steden des lands bij voorkeur vrouwelijke leeraars aangewend; immers in 1867 waren te Stock holm 105 onderwijzeressen tegen 37 ondeiwijzers; te Gothenburg 79 tegen 15. In die beide steden kunnen dan ook de uitkomsten der genomen proef het best on derzocht en beoordeeld worden. Naar de eenstemmige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1