1°) Onder deze som is begrepen ƒ23,000 voor de in 1870
uit te voeren werken; ƒ2500 voor den laatsten termijn der den
16en Augustus 1869 te houden aanbesteding en ƒ2500 voor een
riool onder de schuur van de hofstede Eamsburg, welk werk
voorkwam op de begrooting van 1869, doch in dat jaar niet
meer kan worden uitgevoerd.
AARD DER UITGAVEN.
j VASTGE
STELD
I voor 1869.
GERAAMD
VOOR 1870.
Per transport
voor hunr van die gebouwen en
woningen
c. voor onderhond en aanschaffen
van schoolmeubelen
d. voor verdere kosten ten behoeve
van het onderwijs
Totaal van de le afdeeling.
AFDEELING II.
Armen.
subsidie aan het. burg.armbestuur X4)
Verschot burgerlijk armbestuur elders
armlastigen
Verplegingskosten in de koloniën van
weldadigheid
Idem van krankzinnigen in de krank
zinnigen-gestichten
Totaal van de 2e afdeeling
AFDEELING III.
Pensioenen.
Pensioen aan gemeenteambtenaren en
bedienden
Wachtgeld idem
Toelage aan P. Leupen
Idem aan P. Verhoeven
Idem aan P. D Koning
Totaal van de 3e afdeeling
AFDEELING IV.
Andere uitgaven.
Nadeelig slot rekeuing 1S66
Assurantie-penningen wegens verwaar-
borging van gemeente-eigendommen
tegen brandschade
Kosten der straatverlichting
Kleeding en wapening van dienaars
van politie en naclitwachts
Betalingen bij voorschot, ten behoeve
van het rijk of gewestelijk bestuur
Teruggave van betaalde plaatselijke
belasting bij weder-uitvoer naar
buiten de gemeente
Idem van betaalden hoofdelijken om
slag
Vervolgingskosten van onvermogende
belastingschuldigen, en van wegens
overtreding bekeurde personen
Schadevergoeding aan eigenaren van
of belanghebbenden bij verkeerdelijk
aangehaalde goederen
Kosten van openbare feesten
Vervolgingskosten wegens politieover
tredingen
Schadeloosstelling aan de luthersche
gemeente
Kosten van de wisselbank
Herijk der maten en gewichten
Kosten der jaarmarkt
Kosten van stellen van plaatsvervan
gers, afkoop brandweer
Vacatie-kosten geneeskundig onder
zoek dienstplichtigen id.
Aanplakken van afkondigingen.
Tegeinoetk. Ritthemschen straatweg
Onderhoud enz. oudheidskamer
Tdem instrumenten enz. voormalige
geneeskundige school
Uitkeenng aan het polderbestuur van
Walcheren vergoeding lasten zij
kanten wegen
Totaal van de 4e afdeeling
3e afdeeling
2e afdeeling
le afdeeling
Totaal van het 8e hoofdstuk.
HOOFDSTUK IX.
Onvoorziene nitgav. ter bestrijdingvan
onvoorz. behoeften en rampen
VERZAMELING.
Totaal van het le hoofdstuk
f f rt 2e hoofdstuk
3e hoofdstuk
4e hoofdstuk
n v5e hoofdstuk
n rt tt 6e hoofdstuk
r* tt 7e hoofdstuk
8e hoofdstuk
tt 9e hoofdstuk
1,630
1,630 j
1,705
1,705[—
500
500
4,580
4,530
8.415
8.415
35,421
20
35,250
4,000
4,000
1,352
1,267
903
640
41,676 20
4l,lu7
1,050 -
550 -
800 -
300 -
200 -
2,900
130
520
8,450 -
520
8,450
2,183 44 J
500
52
50
1001—
1,725
150'
Totaal der uitgaven
25
15,683
2,900
41,676
8,415
68,674 30 i
988
73,724 90
4,790 50
90,970
1,857
17,735 50
2,080
7,974
68,674
268,794
23j
30A
03 i
4~7Ï
25
16,425 02
2,955
41,157
8,415
"68,952 02~
3,158 954
73,909 57
4,790 50
86,280
1,857
17,637
2,180
8,067
68,952
3,158
266,832
50
001
02
951
55
BALANS VOOR 1870.
Inkomsten
Uitgaven
Waarschijnlijk batig slot
266,832.55.
266,832.55.
Nihil.
1) ƒ100 minder dan voor 1869 is voorgedragen, zijnde het
bedrag waarmede dc jaarwedde van den conciërge voor het
raadhuis w verminderd, b.j de aanstelling van een nieuwen
titularis en het aan den eervol ontslagene toegekend pensioen.
S) Oe jaarwedden van de leeraars, onderwijzers enz. zijn tot
gelijk bedrag voorgedragen als op de gemeente-begrooting voor
1869, met uitzondering van dc jaarwedde voor de hoofdonder
wijzeres op de gemecnte-bewairschoo), welke men gemeend heeft
50 hooger te moeten voordrrgen, terwijl het aantal hulponder-
wijzeressen op de school A voor gewoon en meer uitgebreid
lager onderwijs voor meisjes, met eene vierde, op eene jaarwedde
van ƒ400, wegens het steeds toenemend aantal leerlingen op die
school, zal moeten worden vermeerderd. Op het eindcijfer van
dezen post is van invloed de percentsgewijze bulooning van de
onderwijzers. Verschil in meer ƒ284 67.
3) De totale som van dit artikel hcuft, in vergelijking met
de voor 1869 uitgetrokken en onvermijdelijk bevonden uitgaven,
geene wijziging ondergaan. Knkele onderdeeien, a—f zijn,
naarmate zich daarvoor behoefte deed gevoelen, eenigszins ver
anderd. Bij dc. vaststelling d?r begrooting voor 1868 is de som
onder letter d verhoogd met ƒ350 voor het schoonhouden van
verschillende slooten, in en rond de gemeente. Daar vele dezer
inmiddels gedempt zijn, zou die verhooging kunnen vervallen,
doch men heeft haar behouden, om daarmede een aanvang te
maken met het uitdiepen der buitenvesten, hetgeen op sommige
gedeeiten moeilijk langer kan uitgesteld worden. Men zal er
-1- 800 kub. meters (stères) voor kunnen verwerken. Voor
zoover de werken, althans die van eenigen omvang, vatbaar zijn
voor eene publieke aanbesteding en daarvoor een behoorlijk
bestek kan worden opgemaakt, worden zij publiek aanbesteed.
Het gewoon, dagelijks terugkeerende werk, daarvoor geheel
ongeschikt, geschiedt onder eigen beheer. Het daartoe benoo-
digd personeel bestaat uit 4 timmerlieden, 3 metselaars, 4 opper
lieden, 2 smeden, 1 schilder, 1 jongen en' 1 boodschaplooper,
voor wie op dit artikel ƒ4542 aan daggelden is beschikbaar
gesteld. Voor buitengewone daggelden, ingeval meer personeel
noodig is, alsmede voor dag- en nachtwachten bij hooge vloeden,
onweder enz., mitsgaders voor sleeploonen en dergelijke uitgaven
moet men ƒ700 reserveeren. Het bedrag der benoodigde mate
rialen, bij onderhanüsche aanbesteding te leveren, wordt geraamd
op ƒ.2120. Evenals ten vorisen jare is onder litt. b f20 750
uitgetrokken, uitsluitend bestemd voor dc haven- cn lcidijken,
benevens het uitbaggeren der kaaien en grachten. Mocht, het
havenkanaal met 1870 of vroeger door het rijk overgenomen
worden, dan zal op dezen post reeds dadelijk ƒ7000 beschikbaar
blijven, aangewezen voor het kramwerk. Hoeveel op het bag-
gerwerk zal kunnen bezuinigd worden, is moeilijk met juistheid
te bepalen. Het baggerwerk in de haven heeft zich in de laatste
jaren niet verder uitgestrekt dan tot de bocht. Het is te voor
zien, dat met het diephouden van dat gedeelte, al is het ook
in mindere mate dan dit jaar, in het belang der scheepvaart
zal moeten voortgegaan worden, totdat, na liet graven van eett
hulpkanaa! en het afdammen der bocht, ook daarop aanmerkelijk
zal kunnen bezuinigd worden. Wanneer dit zijn zal is nog
geheel onbekend. De uitdieping der kaaien moet intusschen
haren gewonen loop hebben.
4) De voorgedragen som is hetgeen moet worden bijbetaald,
om de uitgebaggerde slijken uit de kaaien en grachten (hoofd
stuk 111, afdeeling I, 1 b) te vervoeren naar het Molenwater.
l)e ter vernieuwing voorgedragen pomp (aan dc Suiker
poort) is voor geene herstelling vatbaar, te meer wanneer zij,
gelijk het voornemen is, verplaatst wordt.
O) De Langevijle-buitenbrug verkeert in zoodanigen slechten
toestand, dat aan geene herstelling valt te denken. Nu al/.oo de
brug geheel moet vernieuwd worden, is het wenschelijk haar
iets noord westelijker dan de bestaande te leggen en wel in de
verlengde asiijn van de Zandstraat. De toegang tot de stad zal
daardoor gemakkelijker worden, terwijl bovendien de onde brug
voor het publiek verkeer beschikbaar kan blijven, tot de nieuwe
bijna voltooid is. Voor de. voorgedragen som zal men kunnen
leggen eene geheel gemetselde brug, mits zich bedienende van
de ijzeren leuningen der oude. De capaciteit zal zijn gelijk aan
die, onlangs door het rijk aangelegd in den singelweg tegenover
den molen «de Hoop."
T') De hierbedoelde twee gedeelten beschoeiing nabij de
ijzergieterij en langs den Korendijk, kunnen voor de uitgetrok
ken som in zoodanigen slaat gebracht worden, dat zij nog een
aantal jaren zullen kunnen gebruikt worden. Aan de errstge-
melde is het niet wenschelijk groote kosten tot geheele ver
nieuwing te besteden, alvorens beslist zij, waar eventueel eene
nieuwe brug als toegang tot het station zal geiegd worden; de
tweede wordt gerekend door deze herstelling gelijk op te zullen
kunnen verslijten met de aan weerszijde daarvan zich bevindende
betere beschoeiingen, waarna het bouwen van een muur over
de geheele lengte in overweging zal kunnen genomtn worden.
5) Men stelt zich voor aan te vangen met de vernieuwing
der kaaimuren tussehen de Vlissiugsche cn Langevijle bruggen,
over zoodanige uitgestrektheid als de voorgedragen som bij aan -
besteding zal blijken toe te laten.
9) Het voorgestelde riool moet loopen langs den Znidsingel
door de Koningstraat tot aan de reeds bestaande riolen in het
Bagijnhof, teneinde met deze laatsten aan le sluiten, en zulks
met het oog op de demping van het gedeelte der zoute grachten
daar ter plaatse.
11) De buitengewone uitgaven voor de brandweer worden
vereischt voor aankoop van een stel znighuizen voor eene der
spuiten, welke uitgaaf niet uit de gewone kosten van onderhoud
kan bestreden worden.
IS) In de rekening over 1870, het jaar dezer begrooting,
zullen moeten worden verantwoord de kwade posten der grond
belasting dienstjaar ]867 en der personecle belasting dienst
jaar 1867/68, voor zoo eet de gemeente-opceuten betreft. Bij
de begrooting voor 1868 werd daarvoor ƒ700 geraamd; op dié
voor 1869 is deze som verhoogd tot ƒ11100, met het oog op
de verhooging der te heffen opcenten, naar welke mate ook de
raming voor het aandeel in de kwade posten moet verhoogd
worden. Eerst bij het einde van den dienst 1869 zal dit bedrag
met juistheid bekend zijn, zoodat voorzichtigheidshalve voor 1870
dezelfde raming is gevolgd.
13) Dezelfde raming als voor 1869. Hoewel het bedrag
nog niet met juistheid bekend is, zoo meent men het er voor
te mogen houden, dat dit nagenoeg ƒ2800 zal bcloopen, wes
halve de uitgetrokken som van ƒ3010 moet behouden blijven.
14) Het subsidie, te verstrekken aan het burgerlijk armbe
stuur, is ƒ171.20 minder dan voor 1869 is toegestaan en
omstreeks ƒ1700 minder dan voor 1868 is noodig geweest,
hetgeen is toe te schrijven aan de vermindering der verple-
gingskosten in liet gasthuis en een minder aantal weezen in de
heide gestichten. Het splitst zich als volgt: a. voor onder
stand aan huiszittende armen, na aftrek van de verhalen,
krachtens de artt. 49—52 der wet op liet armbestuur ƒ8175;
b. voor verpleging in de verschillende gestichten ƒ21,403.60;
c. voor teruggaaf aan andere gemeenten, wegens onderstand en
verpleging van te Middelburg armlastigen ƒ5300; d. in de bij
de wet onverhaaibaar gestelde kusten van onderstand (art. 48)
en voor ouvoorzieue uitgaven ƒ371.40, samen ƒ35,250.
Met betrekking tot de uitgaven hebben burgemeester
en wethouders bij de aanbieding der begrooting voor
1870, met memorie van toelichting enz., nog het vol
gende ter kennis van den gemeenteraad gebracht.
Hoofdstuk III, afdeeling II, 5. Vernieuwing der
Langevijle bnitenbrug. Voor de raadsleden liggen,
behalve de teekening der bij de begrooting voorgedra
gen geheel gemetse'd brug, nog ter inzage twee andere
teekeningen, voorstellende eene brug met gemetselde
landhoofden, ijzeren leggers, eiken onder- en olmen
bovendek, waarvan de eenvoudigste is begroot op 5100
en de andere, die van gelijke constructie doch eenigszins
sierlijker is, op /5350 wordt geraamd. Met het oog op
het gering verschil tussehen het duurste en het goed
koopste ontwerp en in aanmerking nemende dat de
eerstbedoelde brug bijna geene onderhoudskosten vor
dert, heeit men gemeend daaraan de voorkeur te moeten
geven.
9. Rioolstelsel. Ter betere beoordeeling van den
staat van uitvoering waarin de werken verkeeron, die
in verband staan met het te wijzigen rioolstelsel, is daar
van bij de begrooting eene uitvoerige memorie gevoegd,
waaruit een en ander nader blijken zal. Tot dusver is
het verrichte beneden de daarvoor indertijd opgemaakte
begrooting gebleven.
Hoofdstuk VIII, afdeeling I. 1, b, hunr van school
gebouwen en ondervvijzerswoningen. Doorliet bestuur
van het departement Middelburg der Maatschappij tot
nut van 't algemeen is onlangs te kennen gegeven, dat
het de primo Mei 1870 expireerende huur van het school
gebouw c. a op den Wal niet meer verlangt te conti-
nueeren, tenzij de gemeente zich met het onderhoud
daarvan belast. Deze zaak is nog in behandeling en
maakt bij den gemeentebouwuieester een punt van
onderzoent uit. Burgemeester en wethouders vleien zich
dienaangaande bij de behandeling van de begrooting
aan den raad een bepaald voorstel te zuilen kunnen
doen.
Hoofdstuk VIII, afdeeling III. Pensioenen. Met
het oog op het bij den burgemeester bestaande voor
nemen, om met 1870 eene wijziging te brengen in bet
personeel der beambten van politie waarvan liet pen
sioneeren van een of meer hunner een noodzakelijk ge-
vi Ig is zal deze post hoogst waarschijnlijk nog eene
uitbreiding moeten ondergaan. Zoodra de voordracht
daartoe bij burgemeester en wethouders zal zijn inge
komen, zal deze bij de bijlagen dezer begrooting gevoegd
worden, om daarmede zoo mogelijk te gelijk in behande
ling te worden' genomen.
Na herhaalde stemmingen, waarbij ook Utrecht en
Maastricht in aanmerking kwamen, is op de laatste zitting
van het te Leuven gehouden taal en letterkundig con
gres, onze gemeente, bij loting met Maastricht, als de
plaats aangewezen waar het volgende congres zal bijeen
komen. Gewoonlijk komen bij dergelijke keuze alleen
die gemeenten in aanmerking, van wie men zeker is dat
zij op de ontvangst van het congres prijsstellen. Regel
is liet dan ook dat de gemeentebesturen daaromtrent
worden gepolst. Indien nu deze regel ook hier omtrent
Middelburg gevolgd is en er is grond om te meenen
dat dit het geval is dan mag men aannemen, dat het
dagelijksch bestuur onzer gemeente,, als orgaan der
ingezetenen, per telegraaf de geneigdheid van Middel
burg heeft uitgedrukt om het congres in zijn midden te
ontvangen.
Hoe dit zij, het besluit van het nu afgeloopen congres
legt aan Middelburg verplichtingen op waarvan de be-
teekenis door het dagelijksch bestuur wel niet zal zijn
voorbijgezien.
In de eerste plaats denken wij aan den plicht der gast
vrijheid. Deze is het toch die in de meeste plaatsen
waar de bewuste congressen tot heden gehouden zijn,
zoo schitterend heeft uitgeblonken en waarmede vooral
onze Zuidelijke stamverwanten op de Noord-Nederlan
ders zulk een goeden indruk hebben gemaakt. Ook in
Rotterdam is een paar jaren geleden de ontvangst uit
muntend geweest.