Dé internationale tettiafltïfMiitjg 6uitmlanï>. Gemengde berichten. Yerkoopingen en aanbestedingen. VOORWERPEN VOOR DE MJISHOÜDING E\' IIET BEDRIJF VAN DEN handwerksman. Thermometerstand. Algemeen overzicht. van die te Appingadam van 23 October 1863, waarbij hij wegens bedelarij onder verzwarende omstandigheden is veroordeeld tot twee en driejaren gevangenisstraf. Hoewel de beschuldigde zijne schuld aan het hem ten laste gelegde over het algemeen ontkende, achtte het openbaar ministerie die schuld wettig en overtuigend bewezen. De advocaat-generaal requireerde dan ook schuldigverklaring van den beschuldigde aan1». dief stal met geweldpleging, na reeds te voren tot gevange nisstraf van langer dan een jaar veroordeeld te zijn ge weest 2°. het moedwillig en met voorbedachten rade toebrengen van slagen, waardoor geene ziekte of beletsel om te werken is ontstaanen 3». het moedwillig verbre ken van afsluiting; en zijne veroordeeling tot tuchthuis straf van niet minder dan vijf en niet langer dan twintig jaren. De conclusie van den verdediger mr. A. J. van Deinse strekte tot vrijspraak. De uitspraak is geremitteerd tot a. Vrijdag, des mor gens te 10 uren. De gepensioneerde binnenloods bij het Nederland- sche loodswezen M. van de Velde, een der weinige over geblevenen, wellicht de laatste, van de bemanning der Nederlandsche kanonneerboot onder bevel van van Spey k, wiens dood wij eenigen tijd geleden ten onrechte mede deelden, is thans werkelijk overleden. Jl. Woensdag avond is de cipier der gevangenis te Waalwijk verraderlijk vermoord door een kantoorbe diende uit 's-Hertogenbosch, vroeger maréchaussée te Waalwijk en bij den cipier in de kost. De moordenaar heeft zich vrijwillig in arrest begeven. Jl. Donderdag nacht is te Haarlem de crinolinen- en corsettenfabriek van H. D. van Breemen en c». geheel uitgebrand, terwijl een gedeelte van het aangrenzend wijnpakhuis van den heer van Bemmelen insgelijks door de vlammen is vernield, zonder dat de oorzaak van den brand bekend is. Het gemeentebestuur van Antwerpen wendt po gingen aan om een monument ter nagedachtenis van Leys op te richtenhet vindt daarvoor bij de regeering steun. In New-York worden thans aan de hoeken van de straten vruchten uit Californië aangeboden. De reus achtige peren trekken vooral de aandacht; zij zijn zoo groot dat éene peer voor een niet te talrijk huisgezin alleszins voldoende is. Zij dragen dan ook terecht den naam van „familieperen." Bij het plechtig leggen van den deksteen voor een nieuwe brug over de Irwell te Lowerbroughton gebeurde 11. Zaterdag een ongeluk, dat min of meer aan het Haar- lemsche Costerfeest in 1856 herinnert. De mayor, welke bij die feestelijke gelegenheid een toespaak zou houden, had nauwlijks eenige woorden geuit, of ten gevolge van den grooten aandrang van genoodigden en publiek, be zweek de stellage, waarop dat alles gebeurde, en de hoofdpersonen vielen hals over kop in de vuile en stin kende rivier. Velen gingen kopje onder,anderen beland den in den modder, en enkelen hadden het geluk van op eenige planken neer te komen, waardoor ze zich wel min of meer kneusden en bezeerden, maar toch hun waardig heid beter konden bewaren. Dit laatste geluk bij het ongeluk viel den mayor van Lower Boughton en zijn ambtgenoot van Solford te beurt, die dus hun officieel kostuum voor de bezoedeling der te overbruggen rivier konden bewaren. Gelukkig had dit incident, dat veel belangstelling bij het publiek ondervond, geen erger ge volgen, dan dat het de feestviering afbrak en de genoo digden de redevoering van den mayor deed verliezen. Vrijdag avond is te Vlissingen te koop aangeboden 1». een huis en erve binnen Vlissingen bij de Roode- brug, wijk K n°. 42; opgehouden. 2». Een huis, pakhuis en erve in de Oranjestraat, wijk K n». 47, een pakhuis en erve, mede aldaar, wijk K n». 48, en een dito, mede aldaar, wijk K n». 48a; verkocht voor f 1740. VAX IV. Van een oneer Amsterdamsche correspondentent) Onlangs vermeldden onze dagbladen dat er in Engeland eene tentoonstelling voor den handwerksman zou worden gehouden. Eenige bepalingen waren daarbij gevoegd, waaruit voornamelijk bleek, dat men aldaar het werk van den handwerksman zelve wilde aprecieeren. Het zou mij niet verwonderen wanneer onze tentoonstelling daar toe de aanleiding heeft gegeven. Ontegenzeggelijk is hun programma veel practischer dan het onze en kunnen dus reeds daarom de resultaten veel belangrijker worden, doch wie zal daarin eene beschuldiging voor ons zien? Is dan de vooruitgang iets anders als overnemen met verbete ringen Wat echter de Engelsche natie bijzonder onder scheidt, en wat hoogst waarschijnlijk het voorname middel is geweest waardoor zij zulk eene hoofdrol in de geschiedenis der ontwikkeling speelt, is dat zij zoo uit nemend weet op te nemen en naar eigen behoefte te verwerken, wat zij bij anderen vindt. Een voorbeeld onder velen. Bij de groote wereldtentoonstelling in En geland bleek het dat in het smaakvol exposeeren deFran- schen bij hunne overzeescbe naburen verre vooruit stonden, en wat zien wij thans? Op onze tentoonstelling heeft geene natie schooner uitgestald dan juist de En gelsche. Zoo vinden wij een enorme kast vol ijzeren werktuigen zagen, vijlen, messen enz. waarin de voorwerpen zoo uitmuntend smaakvol zijn geschikt, dat men er door aangetrokken wordt als ware het goud- en zilverwerk. Zoo heeft de firma Peek Frean en O. te Londen, hare beroemde biscuits uitgestald in een verruk kelijk fraai afgewerkt gothiek kastje. Zoo voelt men zich verplicht den blik te wenden naar kaarsen en stijfsel, artikelen die, bij minder smaakvolle schikking, nauwe lijks aangekeken zouden worden. In zekeren zin kun nen die fraaie vertooningen hare lastige zijde hebben. Om bij voorbeeld bij stijfsel te blijven, zoo is het onte genzeggelijk waar, dat die zuiver blanke, of ook wel zacht blauwe prachtig gevormde groote stukken onze bewondering wekken, maar lieden, die verstand van het artikel dienen te hebben, verhaalden mij dat onze Neder landsche stijfsel, hoewel onaanzienlijker, niet alleen deugdzamer is, maar ook, zelfs in het buitenland, voor hooger prijs kan worden afgezet, en voor een goed deel wordt dit juist toegeschreven dat men, om mooie stijfsel te krijgen, daarin bestanddeelen brengen moet, ten koste van de echte kleefstof, die hetzij uit de tarwe of uit de rijst getrokken wordt. Het zou daarmede evenzoo gele gen zijn als met het brood, waarvan immers de hoog leeraar Gunning in eene zijner lezingen getuigde, dat het leelijkstc. het minst witte brood bepaald het voedzaam ste is. Over het algemeen echter kan men aannemen dat wat er het best uitziet, ook wel het beste is. Doch het is vooral voor onze natie hoogst nuttig, ja noodzakelijk op te merken hoeveel het waard is, zijne goederen smaakvol aan denman te brengen. Wij roemen zoo dikwijls op onze degelijkheid (hetzij dan ten rechte of ten onrechte, ik wil dat onbeslist lateu), maar eilieve, zal dan het goed uit die Almelosche katoenfabriek min der degelijk worden als het, in plaats van in die doodsche, zwarte, onbehagelijke kast te zijn neergelegd, smaakvol geschikt wordt in eene gracieuse étagère? Neen, zal de inzender antwoorden, maar ik heb daar het geld niet voor over. En gij wilt dat men uw goed opmerkt, gij brengt immers uwe artikelen voor het publiek? Wat eene fraaie uitstalling waard is behoeven wij toch niet te leeren in het buitenland. De magazijnen in de Ivalverstraat en op den Nieuwendijk prediken dat luide, en gij kunt er vast op vertrouwen dat de beroemde sigaren van Hajenius er niet minder goed door gewordenzijn, nu zij zijn overge plaatst in het onlangs op den Dam geopend allerprachtigst magazijn.dat, door de vereeniging van luxe, smaak, doel matigheid en comfort, waard is door eiken bezoeker onzer stad te worden bezocht. Vreemd is het, dat nu juist de Franschen. wat het punt van smaakvol exposeeren betreft, niet bijzonder uitmunten. Zij hebben vele modewaren, dameskleedjes, shawls enz. ingezonden, en voorzeker, het mag niet ont kend worden, dat die groote, vierkante kasten van glas en eikenhout, waar men omheen wandelen kan, zeer doelmatig zijn, doch ongelukkig hebben al deze kasten I denzelfden vorm, alsof de verschillende inzenders ze bij éen kastenmaker hadden laten aannemen. Neen, de origineele opvattingen, de spelingen van het vernuft trekken de aandacht, en dat is door de Engelschen en ook door de Duitschers veel beter begrepen. Uit Dresden is er eene zeer fraaie tropee van allerhande goed voor de kraamkamer, waarboven zich verheft een zeer groote ooievaar met een kindjein den bek! Wel, de mama's wor den er immers als met magneten-kracht heen getrokken! Maar maakt dan wat de wijze van exposeeren betreft, onze natie een ongelnkkig figuur? Zoo erg is het niet. Wij kunnen veel leeren in dat opzicht, en er mag vooral niet vergeten worden, dat wij, die ons te strikt aan het programma hebben gehouden, reeds daardoor wat moes ten ten achteren komen. Als Deventer zijne prachtigste tapijten had ingezonden, ze zouden evenzeer bewonderd worden als de uitstekend fijne kleeden en tapisseriën van Frankrijk, de prachtig gekleurde karpetten van Engeland. Ik kan op veel wijzen, wat doet zien, dat ook wij in dat opzicht vooruitgaan. De tafel, zich vertoo- nendeals een waarlijk fraai gemonteerd mozaïek, terwijl toch de schakeeringen door zoovele soorten van rijst zijn voortgebracht, mag bekeken worden, en zoo zijn er uitstallingen van bier, van sigaren, van ingelegde groen ten enz. die onze eer in dat opzicht ophouden. Buitendien is er nog eene andere wijze van uitstalling die, al kan men ze niet bepaald smaakvol noemen, toch, om het doelmatige, lof verdient. Zoo hebben onze fabri kanten van metselsteenen en tegels gehandeld. Niet ten onrechte wordt onze wijze van bouwen, met baksteenen, door velen in bescherming genomen. Vele onzer gebou wen en particuliere huizen bewijzen hoe schilderachtig daarin gewerkt kan worden, zoodat men waarlijk niet ter bevordering der schoonheid onze gevels met portland cement behoeft te bestrijken. Nu heeft men, in het bij gebouw, geheele muren opgetrokken, waarin het groot aantal soorten van baksteenen, op aardige wijze, en met de namen er bij, wordt vertoond. Ik wil eindigen, en het van de uitspraak der jury, die, naar ik verneem, het maar niet eens kan worden, laten afhangen, of deze mij nog inspireert om u nog een brief te schrijven, die dan zal gewijd worden aan de betrekkelijke waarde der inzendingen van de verschil lende natiën, misschien het voornaamste, doch stellig het moeilijkste punt. Dat nog nimmer eene Nederlandsche tentoonstelling, in alle opzichten, zooveel attentie getrok ken heeft als deze is stellig waar. Een mijner vrienden kwam onverwacht des avonds in de stad en wilde logies hebben. Hij ging naar acht hotels, doch moest zich ein delijk vergenoegen, in een logement van zeer inferieuren rang terecht te komen. Ik bezocht onzen schouwburg. Alle zitplaatsen waren bezet. Het krielde er van diaman ten, dat wil zeggen van buitenlui, zooals wij, stedelingen, ze noemen, want onze dames dragen in de komedie zeer zeldzaam edele gesteenten. En dat even voor de kermis, in den regel de stilste tijd van het jaar! Wat komen zij anders hier doen, dan de tentoonstelling bezoeken? 3 Sept. 's av. 11 u. 54 gr. 4 's morg. 7 u. 54 gr. 's midd.1 u. 70 gr. 'sav. 7 u. 68 gr. Omtrent de bijeenroeping van het Fransch wetgevend lichaam schijnt nog niets bepaald te zijnvolgens som migen zou de bepaling van den dag worden uitgesteld tot na de aanneming der senaatsbesluiten, doch eenige der ministers schijnen eene spoediger bijeen- roepiug te verlangen. Tot de dagbladen, die met kracht op eene spoedige bijeenkomst aandringen, behoort vooral le Siècle, die het noodzakelijke aantoont dat de voor- loopige toestand ophoude, dat het tegenwoordig ministe rie aan den toets van het parlementaire vuur worde onderworpen, en eindelijk, dat de definitieve samenstel ling der kamer haar beslag krijge. Nog is de redevoering van prins Napoleon het evene ment van den dag. Elk dagblad heeft er thans zijn ge voelen over uitgesproken, hoewel een groot deel der officiense bladen daarbij groote voorzichtigheid en terug houdendheid aan den dag legt. Nogtans is het oordeel der officieuse bladen zeer uiteenloopend. Zij vormen te zamen als het ware een toonladder die van openlijke goedkeuring tot hevige veroordeeling daalt, zonder dat een enkele toon ontbreekt. Le Constitutionnel is over de rede opge togen en beweert er zijn eigen programma in te ontdek ken; la France gevoelt er zich door medegesleept; le Peuple francais is aarzelend en roemt tegelijkertijd prins Napoleon en den heer Forcade, de rede van den prins vindt hij merkwaardig, die van Forcade voortreffelijk; le Pays zal zijn eindoordeel nog een dag opschorten la Patrie is zeer onvoldaan en le Public erg vertoornd. Ondertusschen is het doel bereikt, de discussie waar voor reeds zulke sierlijke redevoeringen in behandeling of in gereedheid waren, heeft een knak gekregen. De senaatsleden, die nog meer regeeringsgezind dan de regeering zijn, zijn door het programma van al de her vormingen die nog moeten volgen uit het veld geslagen, de middelmannen zijn verlegen geworden om met hun twijfel voor den dag te komen, en zij die de liberale vlag wilden hijschen, zien dat zij verre zijn voorbij ge sneld. Het vooruitzicht op een lange discussie is alzoo voor een groot deel vervlogen. Sedert eenige dagen was sprake van eene ontbinding van de Italiaansche kamer van afgevaardigden en van eene proclamatie die door den koning aan de natie zou

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2