Rechtzaken.
Gemengde berichten.
2». Dat die vragen een vijandige strekking hadden.
3°. Dat zij bekennen moesten geen klachten te hebben
over de toepassing der wet door het schooltoezicht en
zoodoende „een wapen gaven aan een partij in den staat,
die hun ondergang bevordert." Een gedrukte circulaire
werd uit Utrecht gezonden aan de christelijke nationale
onderwijzers, en bijna eenparig schrijven zij, die een
antwoord gaven, het volgende, hier en daar met eene
kleine wijziging der bewoordingen, die niets hoegenaamd
aan den zin verandert.
„De 4 eerste vragen kan ik met stilzwijgen voorbijgaan.
„De 5« echter niet.
„Thans heb ik een klacht. Zij geldt de vragen, aan mij
gericht. Tot welk doel zijn deze vragen mij gedaan?
„Zij geldt ook de wijze waarop men over mijn ant
woord wil beschikken.
„Het doel is me niet opgegeven; ik kan daarvan even
goed een ongunstige als gunstige uitlegging aannemen.
„Zij kunnen gedaan zijn, omdat men, zooals uit vraag
4 zou blijken, overtuigd is, dat er rechtmatige grieven
zijn en men deze zoo mogelijk wil wegnemen; maar zij
kunnen even goed mij voorgelegd zijn geworden, juist
zooals ze zijn, om mij met zooveel anderen te nopen, zoo
niet te noodzaken een antwoord te geven, dat door de
regeering, uit haar zelve voorstandster van het open
baar onderwijs, met éclat, zoo niet met vrucht tegen de
voorstanders van het bijzonder onderwijs kan gebruikt
worden." De keus om door geen antwoord te geven, dit
in mijne oogen gevaarlijk voordeel aan den staat te ont
houden, is mij ontnomen door de zeker even onbillijke
ais ongehoorde verklaring, dat zoo ik—om welke reden
ook, vóór den bepaalden datum geenantwoord zal
hebben ingediend, de staat zal meenen, dat mijn per
soonlijke ervaring met zijn wenschen overeenkomt."
Eenig commentaar op dit antwoord schijnt geheel over
vloedig. De geest, die daaruit spreekt, is duidelijk genoeg
evenals het weinige begrip van diegenen, die het stel
den, van den maatregel niet door den staat, maar door
de inspecteurs op eigen gezag genomen.
Eenige andere Chr. Nat. onderwijzers hebben met
inachtneming der meeste beleefdheid te kennen gegeven
dat zij geen grieven hoegenaamd hadden tegen het
schooltoezicht. Het is de wet zelve die, gelijk bekend is,
hun niet voldoet.
De eenige klachten, die ingebracht worden, luiden
o. weder van christelijke nationale onderwijzers in zeer
enkele gemeenten: dat op de openbare school de bijbel
gelezen wordt, dat er psalmen of andere godsdienstige
gezangen gezongen worden, dat gebeden wordt,dat som
mige in een christelijken zin geschreven leerboeken ge
bezigd worden op de openbare school.
Deze klachten zijn door de inspecteurs onderzocht en
in een heel enkel geval meer of minder gegrond bevonden,
terwijl in andere gevallen nog geen beslissing gevallen is;
b. zeer enkele klachten, dat in de verslagen van enkele
schoolcommissiën hetzij in 't geheel niet gesproken wordt
van de bijzondere scholen, of dat dit geschiedt met partij
dige voortrekking van de openbare scholen. Dit is na
tuurlijk een subjectieve opvatting, waarover moeilijk te
oordeelen valt;
c. een enkele bijzondere onderwijzer klaagt „dat de
staat niet zorgt voorde opleiding van onderwijzers aan
de bijzondere school." Het schijnt den steller dezer klacht
onbekend te zijn, dat alle normaallessen en opleidings
klassen (volgens art. 12, 2« lid) voor alle onderwijzers,
van welke godsdienstige richting ook, openstaan en ook
door hen bezocht worden;
d. een paar bijzondere onderwijzers klagen, dat „de
inspecteur en een vierschaar schoolopzieners tweemaal
in het jaar over het lot van den adspirant onderwijzer
van de bijzondere scholen beschikken."
Dit geschiedt ook voor de openbare onderwijzers, en
is in geen geval aan het schooltoezicht te wijten, maar
is een bepaling der wet;
e. een paar klachten (uit éen provincie) luidden, dat
„de toelatingsexamens voor de vreemde talen te moeilijk
zijn", en daardoor worden voornamelijk de onderwijzers
aan de bijzondere scholen benadeeld. Men zal moeten be
kennen, dat dit een vergezochte grieve is tegen het
schooltoezicht, evenals de aloude klacht, nu weder heel
enkel herhaald, dat op de aktenexamens de bijzondere
onderwijzers partijdig worden behandeld. Die klacht
wordt eenparig voor geheel ongegrond verklaard
f. een onderwijzer aan een bijzondere school heeft een
grieve tegen het schooltoezicht gehad. Zijn lokaal werd
door den schoolopziener afgekeurd. Hij beriep zich hier
tegen bij gedeputeerde staten, die zelve een onderzoek
instelden, en, mede op advies van den inspecteur, den
appellant gelijk gaven. Hij erkent terstond herstel van
grieven te hebben verkregen.
Een vierde rubriek van brieven (de inspecteurs consta-
teeren dit met leedwezen) is op zoo onbetamelijken toon
j geschreven, dathet moeilijk valt ze nader te omschrijven
zij bevat geen klachten hoegenaamd tegen het schooltoe-
J zicht, maar louter smaadredenen tegen de regeering,
„die men veronderstelt de vragen als kiesmanoeuvre" enz.
in de wereld te hebben gezonden. Teneinde nu destellers
dezer brieven in de oogen hunner voorstanders niet te
benadeelen hebben de inspecteurs gemeend hunne namen
te moeten verzwijgen.
Andere grieven dan de opgegevene tegen het school
toezicht zijn niet ingekomen. Ze bepalen zich, gelijk men
ziet in hoofdzaak tot de klacht, door christ. nationale
onderwijzers ingebracht tegen het geven van hetgeen
zij als christelijk godsdienstig onderwijs beschouwen op
enkele openbare scholen.
Ter correctionneele terechtzitting der rechtbank te
Rotterdam stond 11. Dinsdag terecht een gepensioneerd
majoor van het Oost-Indische leger, ridder van de mili
taire Willemsorde, begiftigd met een eeresabel door
Z. M. den koning; aangeklaagd van in den loop van het
laatste jaar en ook in dit jaar herhaaldelijk en moed
willig zijne 13-jarige dochter mishandeld en verwond te
hebben, voor welke feiten door het openbaar ministerie
eene gevangenisstraf van drie maanden en eene geld
boete van f 8 werden gerequireerd.
Bij het uitgesproken vonnis heeft de rechtbank als
bewezen aangenomen, dat de beklaagde, wanneer hij
redenen van ontevredenheid over zijne dochter meende
te hebben, wegens hare onreinheid en halstarrig gedrag,
haar nu en dan gekastijd en geslagen heeft met een rot-
tingje, zoogenaamde kleerenklopper, zoodat daarvan de
striemen op haar lichaam en aangezicht soms zichtbaar
waren, ja zelfs eens met een ijzeren tang, welke de be
klaagde toevallig in zijne hand had toen hij haar over
hare onreinheid onderhield, in drift ontstoken haar een
slag op den schouder heeft toegebracht.
De rechtbank oordeelde, dat het toebrengen van zulke
slagen met dergelijke voorwerpen aan een dertienjarig
kind verre de ouderlijke tucht overschrijdt en de ouder
lijke kastijding niet in mishandeling mag ontaarden.
Onder aanneming van verzachtende omstandigheden,
o. a. daarin bestaande, dat de beklaagde als gepension-
neerd officier van een beperkt inkomen moetende leven,
zuinigheid en netheid bij zijne huisgenooten en ook van
zijne dochter verlangde, welke hij geenszins in acht ge
nomen zag, waardoor hij in drift ontstak, is hij tot eene
geldboete van ƒ25 veroordeeld.
Indien het weder gunstig is, zal Vrijdag avond te
7 uren een muziek uitvoering op het Molenwater alhier
plaats hebben.
Eene roeiclub te Luik heeft een prijs van vijfhon
derd franken uitgeloofd voor een aldaar te houden roei-
wedstrijd. Eenige Londensche roeiclubs, alsmede de
equipage van de Amerikaansche universiteit Harvard,
die, zooals in ons vorig nommer gemeld is, in een wed
strijd met die van Oxford het onderspit gedolven heeft,
hebben de uitdaging reeds aangenomen.
De heer Delaet is uit naam der kinderen van Jan
van Rijswijck voor het hof van appél te Brussel gedag
vaard tot betaling van 100.000 franken schadevergoeding.
Gisteren berichtten wij 't ontdekken van een complot
opeen Amerikaansch schip, als gevolg waarvan de bevel
hebber zeven matrozen had laten ophangen. Daaromtrent
is bij de Amerikaansche legatie te Parijs van den heer
StewartManwright bericht ontvangen dat 'tloopende ge
rucht onwaar is.
Bij het ontslag der op den 15en Augustus 11. te
Toulon in vrijheid gestelde galeiboeven, heeft de admi
nistratie van het bagno besloten, de spaarpenningen,
welke die lieden tijdens hunnen straftijd hadden bijeen
gebracht, niet aan hen zelve uit te betalen, maar die be
taalbaar te stellen op de plaats, waarheen zij opgeven
zich te willen begeven. De administratie nam dien maat
regel, omdat de ervaring heeft geleerd, dat de uitbetaling
bij het verlaten van het bagno aan de betrokkene per
sonen zelve doorgaans ten gevolge heeft, dat zij, die het
meest bezitten, op weg door hunne minder spaarzame
kameraden worden vermoord.
Het Handelsblad verneemt nog met betrekking tot
de huwelijksverbintenis tusschen prinses Marie der Ne
derlanden en prins Wilhelm von Wied, dat de vorstelijke
personen, na hun huwelijk, het prachtig landgoed het
huis de Pauw, zullen betrekken. De prins zal, naar men
verzekert, in Nederlandschen krijgsdienst treden.
In België is de jacht in vollen gang. Het wild moet
zeer overvloedig zijn. In bet bijzonder wordt dit gemeld
uit de omstreken van Brussel.
—In de Arnhemsche courant wordt gemeld, dat concessie
is aangevraagd voor een spoorweg van Rotterdam, langs
Delfshaven, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis naar de
hoek van Holland, en van daar langs's-Gravezande, Mons
ter en Loosduinen naar Scheveningen. De aanvragers
zijn de heeren Alfred Beeston te Londen en Godefridus
Samuel Pieters te Rotterdam.
Te Lyon zal weldra een congres van vertegen
woordigers der periodieke drukpers in de departementen
gehouden worden. Reeds hebben 2.3 hoofdredacteuren
een programma geteekend, dat zij ter beraadslaging
aanbevelen. Daarin wordt voorgesteld te verklaren1».
dat art. 75 der constitutie van het jaar VIII behoort te
worden afgeschaft, hetwelk bepaalt dat de ambtenaren,
zonder goedkeuring van den staatsraad, niet vervolgd
kunnen worden wegens overtreding in hunne functiën;
2° dat vrijheid van onderwijs in alle takken noodig is;
3° dat het wenschelijk is, dat de gemeenteraden de raaires
benoemen, en dat de departementale raden het recht be-
hooren terug te erlangen, om zeiven hun bureau te be
noemen en de orde hunner werkzaamheden te regelen.
De groothertog van Luxemburg heeft den heer E.
Guyot te Brussel tot ridder der orde van de Eikenkroon
benoemd.
Onlangs zijn in den voorgevel van het in aanbouw
zijnde nieuwe opera gebouw te Parijs eenige wit marme
ren beelden groepen geplaatst, onderscheidene kunsten
voorstellende. Over 't geheel is aan de uitvoering daar
van veel lof toegezwaaid, maar algemeen is men het
hierover eens geweest, dat de figuren van éene daarvan,
die den dans verzinnelijkt en door den beeldhouwer
Carpreaux vervaardigd is, te naakt zijn afgebeeld; het
heeft zelfs niet aan stemmen ontbroken, die dit ernstig
gegispt hebben en er is, naar men beweert, spraak van
geweest om de groep hetzij te verwijderen, hetzij eene
wijziging te doen ondergaan. In het laatst der vorige
week heeft eene onbekende hand des avonds of des
nachts eene flesch inkt op die groep geworpen, waardoor
verscheidene der figuren, inzonderheid éene, daarvan
met groote zwarte spatten bedekt zijn, die zoo diep in
het marmer zijn doorgedrongen, dat men aan een vol
ledig herstel wanhoopt. Sommige Parijsche bladen heb
ben deze „weêrgalooze daad van wandalismus" tersfond op
rekening derclericalen,en wel bepaald van „de Jezuïeten"
gesteld. Thans blijkt het echter, dat die wandaad niet zon
der precedent is. De Parijsche beeldhouwer Ottin maakt
namelijk in de dagbladen bekend, dat omstreeks veertien
dagen geleden aan eene door hem vervaardigde en op
de fontein van de Medisis, in den tuin van het Luxem-
bourg geplaatste beeldengroep dezelfde brutale schennis
is gepleegd geworden. Een elericaal Parijsch bericht
gever ziet in dit laatste feit eene rechtvaardiging van
„de Jezuïeten" in dezen, en meent, dat hier noch aan
clericalen, noch aan ijverzuchtige kunstbroeders van den
heer Carpeanx, maar eenvoudig aan eene straatjongens
streek gedacht moet worden, en wel aan eene streek van
die soort van gamin*, welke met den kernachtigen naam
van voyous of schuim van den weg bestempeld
worden.
Prof. M. de Vries stelt in bet Leidsch dagblad voor
om aan den vélocipèdo den naam te geven van wieier. De
taal ontleent hare woorden liefst aan datgene, dat in de
zaak, die zij benoemen moet, het meest in'toog valt:
slang van slingen, vlieg van vliegen; bij den véloci-
pède vallen de wielen het meest in het oog. De naam
is kort en gemakkelijk in 't gebruik, biedt een werk
woord, wielen, aan en geeft gemakkelijke samenstellingen.
De Lancet, een blad, dat in Engeland eene groote
reputatie bezit, geeft aan de moeders den raad om de
pasgeborenen niet meer op bedjes te slapen te leggen,
maar ze op of liever onder zemelen te doen rusten. Het
kindje wordt tot op het middel geheel ontkleed en dan
in de zemelen gelegd, waarin men vooraf eene holte heeft
gemaakt. Vervolgens dekt men het met zemelen weder
toe. De Lancet beweert, dat deze wijze, zoowel uit het
oogpunt van de gezondheid als van de zindelijkheid,
alleszins aanbevelingswaardig is.
Naar men verneemt zoo schrijft men uit Alkmaar
is Splinter, de achtelooze wachter, die zich 11. Zater
dag aan zulk verregaand plichtverzuim heeft schuldig
gemaakt, thans in hechtenis. De conducteur is dadelijk
op nonactiviteit gesteldmen zegt dat hij, op de beschul
diging, dat hij had moeten stoppen toen hij geene witte
vlag zag, ten antwoord geeft: dat zulks te dikwijls ge
beurt om zich daarnaar te regelen. Mocht dit waarheid
zijn, dan ligt daarin eene groote aanklacht tegen de
directie. De drie lijken bevinden zich thans hier in het
gasthuis. Morgen ochtend, Dinsdag, worden zij te Rinne-
gom, onder Egmpnd-Binnen, ter aarde besteld. De toe
stand der moeder, die sinds eenigen tijd sukkelend was,
is thans zorgwekkend. Zij verloor dan ook zoo met éen
slag twee oppassende zonen, waarvan de een haar
boerenbedrijf beheerde, en eene dochter, die haar in
haren ziekelijken toestand zeer behulpzaam was.