MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N* 158
1869.
Vrij da
3 September.
ötttrtcnlanö.
O
Middelburg 2 September.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Of
Burgemeester en Wethouders van Arnemuiden zijn
voornemens Vrijdag den 17 September e. k., op het raad
huis te Arnemuiden, aan te besteden
het verbouwen van de onderwijners-
woning te Kleverskerke.
Bestek eu teekening liggen ter lezing op het raadhuis
te Arnemuiden.
Aanwijzing Vrijdag den 10 September e. k., des namid
dags tusschen 2 en 3 uren, te Kleverskerke.
Arnemuiden, 2 September 1869.
Burgemeester en wethouders voorn.,
SCHORER.
De Secretaris,
C. J. CRUCQ.
Het dezer dagen versohenen Verslag van den toestand
der provincie Zeeland over 1868 hetwelk wij hier niet
op den voet zullen volgen, maar waaraan wij enkele
mededeelingen zullen ontleenen werd door ons open
geslagen met eenige nieuwsgierigheid naar hetgeen zou
vermeld zijn omtrent twee aangelegenheden welke ge
acht kunnen worden voor een groot deel onzer provincie
van het meeste belang te zijn: de toestand der duinen
en het strand van Walcheren, en bijzonderheden, voor
zoover die onze provincie betreffen, aangaande de door
het rijk uitgevoerd wordende spoorweg- en kanaal werken.
Omtrent het eerste punt meldt het verslag, bij de op
gaven van eenige stormschaden, dat bij den storm van
36 November het Zuiderstrand van de Noordwatering
tusschen de scraudpalen 18 en 33 van 0,25 tot 1 meter is
afgenomen; aan de Westwatering bedroeg het duinver-
lies op het Zuiderstrand,"wederzijds strandpaal 38, van
2 tot 3 meters.
In de begrooting van den polder Walcheren werd voor
het onderhoud der duinen uitgetrokken f 1969.34, terwijl
buitendien nog aan buitengewone werken werd besteed:
aan de Noordwateringvoor de verzekering van den
duin voet vóór Domburg, door bekleeding met eene Door-
niksche steenglooiing over 905 vierk. meters f 4900;
en voor het beglooien van het rijsbeslag met Doornik-
schen bloksteen, ter oppervlakte van ongeveer 1000 vierk.
meters te Zoutelande f 2350;
aan de Oostwatering: voor het verbreeden van het
duin ten westen van het fort den Haak met 25 meters,
en het over eene lengte van 80 meters aanvullen van de
paalrij langs den duinvoet bij den hoek aldaar met voor
handen steen f 1700;
en voor het maken langs den duinvoet, tengevolge
van den stormvloed van 2 December 1867, tusschen de
strandpalen 3 en 5 en 9 en 13, over eene lengte van 720
meters van 2860 vierkante meters van paalrij en voor
ziene steenglooiing, benevens het binnenwaarts over
halen van het duin, tusschen de strandpalen 3 en 5, over
45 meters lengte, en het vlakken en bepooten van het
buitenbeloop, tusschen de strandpalen 3 en 5 en 9 en 11,
over 4500 vierkante meters f 7800, te zamen 16750.
Aangaande den spoorweg Rozendaal, langs Bergen
op Zoom, Goes en Middelburg tot Vlissingen wordt in
het verslag overgenomen hetgeen in de halfjarige regee-
rings-verslagen, welke in de Staats-courant zijn voorge
komen, wordt medegedeeld.
Hierna volgen eenige bijzonderheden omtrent den
spoorweg NeuzenGent, welke sedert den tijd waarover
het verslag loopt, voltooid is.
„Nog lezen wij verder in het verslag meenen wij
te dezer plaatse melding te moeten maken van een twee
tal adressen om concessie tot het leggen en exploiteeren
tan een paardenspoor tusschen Middelburg en Vlissin
gen, waaromtrent door den minister van binnenlandsche
zaken ons gevoelen werd gevraagd.
„Na daaromtrent de betrokken gemeentebesturen te
hebben gehoord, deelden wij den minister mede, dat,
naar 't ons voorkwam, de tijd nog niet daar was om met
kennis van zaken d&jgïgrschreven aanvragen te beoor-
deelen. Eerst dan wanneer de spoorweg- en kanaalwerï
ken zoover zouden zijn gevorderd, dat met voldoende
zekerheid kon worden aangenomen, welken weg, zoowel
voor de gewone middelen van gemeenschap tusschen
Middelburg en Vlissingen, als voor een paardenspoor, de
verkiesljkste zou zijn, kon naar onze meening worden
beslist, of de aanleg van zoodanig spoor uitvoerlijk
ware. Eerst dan zou ook kunnen blijken ofxlk de^r
beide plaatsen een daarvoor geschikten uit- en toeging
zou erlangen. Wellicht zou ook dan eerst zijn na te
gaan of eene onderneming als de onderwerpelijke met
uitzicht op welslagen zou tot stand te brengen zijn.
Na daarbij nog de opmerking te hebben gevoegd dat,
voor het geval de aanvragers van den tegenwoordigen
straatweg zouden willen gebruik maken, alsdan twee
malen, éénmaal nabij elk der b ide plaatsen, de spoorweg
en het kanaal zou moeten worden overgetrokken,hetgeen
niet zonder bezwaar scheen, zoowel uithoofde van het
zeer drukke verkeer dat zich over de bruggen laat ver
wachten, als uithoofde der noodzakelij kheid welke daaruit
zou voortvloeien om de bruggen van spoorregels te voor
zien, stelden wij zijne excellentie voor aan de adressanten
te kennen te geven, dat vooralsnog de gevraagde ver
gunning niet kon worden verleend, doch dat zij later
zich nader konden aanmelden, wanneer zij bepaaldelijk
den weg konden opgeven dien zij wenschten te volgen,
en daarbij vermelden op welke wijze door hen zou wor
den voorzien in de veiligheid en zekerheid van het ge
wone verkeer over dien weg."
Gisteren morgen te tien uren werd te 's-Gravenhage
de eerste algemeene vergadering der Nederlandsche ver-
eeniging tot hulp van zieke en gewonde krijgslieden in
tijd van oorlog door den voorzitter van het hoofdcomité,
den heer J. Bosscha sr., geopend.
De vergadering werd bijgewoond door de meeste leden
van het hoofdcomité, door afgevaardigden van de beide
comités te 's-Gravenbage, waarvan een uitsluitend vrou
welijke leden telt, van het comité te Amsterdam, en van
die te Groningen, Utrecht, IJselraonde en Voorburg, be
nevens een aantal dames en heeren, leden van onder
scheiden comités.
De voorzitter hield eene rede, waarin hij het doel en
den werkkring dezer vereeniging uiteenzette en tot
algemeene deelneming opwekte.
Uit het vervolgens door den secretaris uitgebracht
verslag van het hoofdcomité bleek onder anderen, dat de
ontvangsten ongeveer /6,800 en de uitgaven van het
hoofdcomité nog geen f 100 hadden bedragen. Voorts
werd een overzicht gegeven van de werkzaamheden der
veertien in Nederland opgerichte comité's, gevestigd in
Nijmegen met 14, Bergen op Zoom met niet minder dan
144, Schiedam met 20, Amsterdam met 124 leden en
12 donateurs, Haarlem met 30, Voorburg met 16, Sittard
met 42, Almelo met 15, Middelburg met 14, Groningen
met 10 en IJselmonde met 132 leden, waaronder 12 dames.
Na dit verslag werden de werkzaamheden tot den vol
genden dag verdaagd.
De tentoonstelling van voorwerpen tot hulp, verple
ging, vervoer en verblijf van zieken en gewonden door
de zorg der Nederlandsche vereeniging tot het verleeuen
van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van
oorlog tot stand gebracht, is gisteren namiddag plechtig
geopend. Hunne majesteiten de koning en de koningin,
Z. K. H. prins Alexander der Nederlanden en Z. K. H.
prinsFrederik der Nederlanden vereerden deze plechtig
heid met hunne tegenwoordigheid. Staats-courant
De Staats-courant bevat een koninklijk besluit van
18 Augustus, houdende vernietiging van art. 10 der ver
ordening van den gemeenteraad van stad Almelo op de
brandweer van 13 April 1869, gewijzigd bij raadsbesluit
van 26 April 1869. De vernietiging is gegrond op de
overweging, dat volgens die bepaling tot den dienst bij
de brandweer verplicht zijn de ingezetenen, die hun
23e jaar zijn ingetreden en hun 57« jaar niet hebben
volbracht; dat die verplichting algemeen is en niet vrij
gesteld worden zij, die door lichamelijke gesteldheid of
om andere redenen voor den dienst ongeschikt zijn, noch
ook zoodanige rijksambtenaren, die door hunne betrek
king juist bij het ontstaan van brand andere plichten in
het algemeen belang te vervullen hebben, hetzij tot
handhaving der openbare orde, hetzij tot beveiliging van
/goederen en waarden, hun van 's rijkswege toevertrouwd;
1 dat art. 192 der gemeentewet, aan den raad de bevoegd
heid gevende om van de ingezetenen in het openbaar
belang persoonlijke diensten te vorderen, niet kan
bedoeld hebben, dat zoodanige diensten ook geëischt
knnen worden van hen, die door lichamelijke gesteldheid
of om andere redenen ongeschikt, of wegens eene reeds
op hen rustende verplichting tot andoren openbaren dienst
in de onmogelijkheid zijn den door den raad gevorderden
dienst in persoon te verrichten; dat art. 193 der ge
meentewet wel spreekt van afkoop van den dienst of
van het stellen van een plaatsvervanger, hetgeen ook de
verordening van den gemeenteraad van stad Almelo heeft
vrijgelaten, doch dat af koop en plaatsvervanging uit den
aard der zaak niet te pas kunnen komen dan waar wer
kelijk verplichting bestaat; dat toch van afkoop en
plaatsvervanging in de wet melding is gemaakt alleen"
om den dienstplichtigen het vervullen hunner verplich
ting gemakkelijker te maken, doch niet om aan hen, die
den dienst zeiven kunnen waarnemen, eene andere ver
plichting op te leggen; dat derhalve de bovenvermelde
bepaling strijdig is met de wet.
koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst
verleend, met toekenning van pensioen, aan den heer
G. Schilthuis, laatstelijk ambtenaar bij het bosehwezen
in de residentie Samarang, thans met verlof hier te
lande.
Zaterdag had te Arnemuiden het vergelijkend examen
plaats voor de betrekking van onderwijzer op de openbare
school te Kleverskerke. Uit de tien hulponderwijzers, die
aan het examen deel namen werd eene voordracht opge
maakt van drie personen, zijnde de heeren Buisonjé te
Middelburg, Buys te Axel en Kosten, waarnemend onder
wijzer te Kleverskerke. De gemeenteraad van Arnemuiden
beeft in zijne zitting van Dinsdag jl. daaruit tot onder
wijzer benoemd den heer Jacobus Buys, hulponderwijzer
te Axel.
De commissie, welke zich thans te s' Hage bezig
houdt met het afnemen van het examen van de candida-
ten naar de betrekking van hoofd onderwijzer in Indië,
bestaat uit de heeren: d'. Lindo, inspecteur van 'tlager
onderwijs in Zuidholland; A. Moens, lid van de tweede
kamer der staten-generaal en schoolopziener Humme,
assistent-resident met verlof; van der Thoorn, school
opziener in Noordholland, en dr. Dumortier, dirigeerend
officier van gezondheid in West-Indië, thans met verlof.
In de jongste vergadering van inspecteurs van het
lager onderwijs zijn, behalve de in een onzer vorige nom-
mers medegedeelde, onder anderen nog de volgende
punten behandeld.
De inspecteurs deelen elkander mede de ingekomen
antwoorden op de door hen aan onderwijzers van bijzon
dere scholen gedane vragen, betreffende de toepassing
der wet op het lager onderwijs door het schooltoezicht.
De inhoud der ingekomen antwoorden wordt geresu
meerd, en men besluit daarvan mededeeling aan den
minister te doen in de volgende bewoordingen:
a. Talrijke antwoorden zijn ingekomen, waarbij te
kennen wordt gegeven dat men geen grieven hoegenaamd
tegen het schooltoezicht in te brengen heeft.
b. Velen gewagen bovendien met erkentelijkheid van
de ondervondene behandeling tijdens het schooltoezicht.
c. Met groote bevreemding is door de inspecteurs op
gemerkt, dat vele onderwijzers aan de christelijke natio
nale scholen schijnen in den waan te hebben verkeerd
1°. Dat de vragen alleen tot hen gericht waren of
voornamelijk hen golden;