MIDDELBURGSCHE COURANT. r 157. Donderdag 2 September. 1869. ÖtnnenlaniX KERMIS Middelburg 1 September. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Koloniën. Gemengde berichten. Burgemeester en Wethouders van Neuzen maken bekend, dat de in die gemeente op de gewone wijze zal plaats hebben, van af Maandag den 20c" tot en met Zaterdag den 25c" September aanstaande. Neuzen, den 30» Augustus 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. Hoewel sedert 1 Juli in depostgemeenschap, voor zoo veel het voormalig vierde district dezer provincie en zijne verbinding met Walcheren betreft, belangrijke ver beteringen zijn tot stand gekomen, hebben burgemeester en wethouders van Sluis er de regeering op attent ge maakt dat van de tweede post, die thans te 31 des na middags van Brugge naar Sluis vertrekt, meer partij zou kunnen getrokken worden voor de internationale brief wisseling, in het bijzonder voor die met Engeland. De post vertrekt thans te vroeg, om de correspondentie, te 3 n. 27 m. van Ostende aangekomen, op te nemen. De Engelsche brieven met de booten in den namiddag aan gekomen moeten dus te Brugge overnachten, hetgeen zou kunnen worden voorgekomen indien de post niet voor ure van Brugge vertrok, in welk geval zij toch nog voor het vertrek der tweede expeditie naar Breskens te Sluis zou aankomen, om den volgenden morgen tijdig te Middelburg te komen. Het vertrek van Sluis naar Breskens zou zelfs nog een uur vroeger kunnen geschie den, zonder dat eenig belang werd benadeeld. Insgelijks is er door burgemeester en wethouders ook bezwaar teren gemaakt dat de Zeeuvvsche correspon dentie, voor België en Engeland bestemd, die des avonds te 7 uren van Breskens te Sluis wordt aangebracht, tot den volgenden morgen in laatstgenoemde gemeente blijft vertoeven. Wanneer deze te8 uren 's avonds naar Brugge werd doorgezonden, zou zij er tijdig aankomen om met de eerste mail van Ostende op Londen te worden ge- expedieerd. Door den minister van financiën is echter naar aan leiding hiervan dezer dagen te kennen gegeven, dat langs den weg van Sluis eenmaal daags in beide rich tingen, door middel van de nachtbooten tusschen Ostende en Londen, met Engeland wordt gecorrespondeerd; voorts dat de briefwisseling van het voormalig vierde district met Engeland zoo uiterst gering is, dat niet de minste behoefte bestaat om daarvoor het kantoor Sluis ook door middel der dagbooten met Engeland in betrek king te stellen,terwijl, wat Walcheren betreft, de brieven van de tweede Engelsche post langs den weg van Ant- werpen-Rozendaal reeds den volgenden morgen te l j uur in Middelburg en te uren des namiddags in Vlissingen zijn. Wel wordt erkend dat bij verzending over Sluis de brieven reeds des morgens te 8 uren te Vlissingen en te 8 u. 45 m. te Middelburg zouden aankomen, maar daar entegen zou de voorgestelde verandering leiden tot ver traging van ongeveer I j uur in de aankomst der post uit Brugge te Sluis, waarmede het belangrijkste gedeelte der Hollandsche correspondentie wordt aangebracht. In de omgekeerde richting zou, bij de voorgestelde wijziging, de correspondente van Walcheren naar Enge land (thans over Rozendaal geschiedende) niet worden bespoedigd, maar die voor België worden vertraagd. Do brieven voor Bilgië, welke uit Sluis en Aardenburg ver zonden worden, zouden dezelfde vertraging ondervinden, terwijl de expeditie der Hollandsche correspondentie van het postkantoor Sluis, met dezelfde gelegenheid, langs den weg Antwerpen-Rotterdam, geheel zou ver vallen. Eindelijk zou een vroeger vertrek der avondpost uit Sluis naar Breskens de gelegenheid opheffen om te Sluis per omgaande met Walcheren te correspondeeren. Om al deze redenen heeft de minister van financiën ge oordeeld aan het voorstel geen gevolg te moeten geven. De Staats courant bevat het bericht, dat gisteren te 's-Gravenhage de uitwisseling heeft plaats gehad der akten van bekrachtiging op de overeenkomst door de Nederlandsche en Belgische commissarissen den 15P» Maart jl. geteekend, omtrent, de grensscheiding in het 7IV1 Tl t-i tfTB*, Tot Nederlandsche leden der jury van de heden te 'sllage geopende tentoonstelling onder het Roode kruis zijn benoemd: Prof. Polano, te LeidendL Rienderhoff, te Rotterdam; dr. Rombaeh, lid der tweede kamer der staten-generaal dr. Schmidt, geneesheer te Rotterdam, dtWeteling, 1« offi cier van gezondheid te Utrecht; dr. van Hasselt, Poffi- cicr van gezondheid, te 's BoschSlot, waarnemend in specteur van den geneeskundigen dienst der zeemacht; luitenant-kolonel Boers, militair intendant te 'sHage; en tot adviseerende leden: d'. Gustave Moynier, presi dent van het Internationaal centraal-comité te Genëve; dr. Castiglioni, eerste officier van gezondheid te Milaan; dr. II. van Holsbeek, secretaris van het centraal comité te Brussel; voorts tot plaatsvervangende leden: van der Harten, 1» officier van gezondheid te Roermond; dr.Steinj geneesheer te 'sHage; dr. Baum, eerste officier van ge zondheid te 'sHertogenbosch; majoor Verheijen van Sonsbeek, directeur der artillerie stapel- en constructie magazijnen te Delft; en tot hunne plaatsvervangende adviseerende leden: dr- Loeffler, chef van de Friedrich Willems academie te Berlijn dr. Gurlt, hoogleeraar in de heelkunde te Berlijn: dr. Appia, te Genève. Jl. Maandag werd in het gebouw van kunsten en wetenschappen te Utrecht, onder presidium van m». A. de Pinto, gehouden de jaarlijksche algemeene vergade ring van de Maatschappij tot nut dor Israëlieten in Ne derland. Verschillende afdeelingen werden door hare afgevaardigden vertegenwoordigd.' Een der belangrijkste genomen besluiten is de oprichting van een schoolfonds voor minvermogenden. Tot leden van het hoofdbestuur werden herkozen mr. A. de Pinto, te's Hage, en mr. E van Lier, te Amsterdam, en gekozen in de plaats van professor Goudsmit, die verzocht had niet verder in aanmerking te komen, dr Ali Cohen, te Groningen. Het slot van het verslag omtrent de aanwinsten van het koninklijk penningkabinet, gedurende het jaar 1868, is opgenomen in de Staats-courant van Woensdag 1 Sep tember. Naar aanleiding eener missive van den minister van binnenlandsche zaken van den 14« Augustus, gericht aan de provinciale autoriteiten en betrekking hebbende op de onteigening van kwaaddrocsige paarden en de daar voor te verleenen schadeloosstelling ingeval van onteige ning, is aan de gemeentebesturen als 's ministers gevoelen te kennen gegeven: 1». dat, wanneer een kwaaddroesig paard behoorlijk wordt afgezonderd en verder de noodi- ge voorzorgen tegen verspeiding worden genomen ,er bij de onteigening en afmaking niet zoo veel haast is dat die niet zoude kunnen wachten op een besluit van het collegie van gedeputeerde staten, en do minister daarom niet kan toegeven dat er dringende noodzakelijkheid be staat tot onteigening door gemeentebesturen; 2». dat wat betreft de waarde van een kwaaddroesig paard men moet in aanmerking nemen, dat, naar het oordeel van veearsenij- kundigen, afmaking van kwaaddroesige paarden alleen dan behoort te geschieden, wanneer zij niet vatbaar zijn voor herstelling; dat daarom in art 25 van hetjongste wets ontwerp, regelende het veeartsenij kundig staatstoezicht en de veearsenijkundige politie, de bepaling is opgenomen, dat „de burgemeester verplicht is, afmaking te bevelen van paarden aan kwaden droes of aan huidworm lijdende, wanneer zij door den rijks-veearts geoordeeld worden voor geene herstelling vatbaar te zijn," en dat derhalve de waaide van zoodanig paard niet grooter is dan die van zijne huid, d. i., volgens den directeur van 's rijks veeartsenijschool, niet meer dan tien gulden. ridderorden. Vergunning verleend aan den kapitein ter zee J. van der Meersch, directeur en kommandant der marine te Ilellevoetsluis, tot het aannemen en dra gen der versierselen van officier der Leopolds orde, hem geschonken door Z M. den koning der Belgen. telegrapiiie. Benoemd tot directeur van een der rijks- telegraafkantoren de telegrafisten 3" klasse J. E. Schmitz j'\, A. Obbes, J. A. Dorrenboom jr. en L. F. Schmeltzer. Het kieskollege der Nederduitsche hervormde ge meente te Cortgene heeft het volgende twaalftal ter keuze van een predikant opgemaakt: de heeren A. H. den Havtog, te RotterdamG. J. var. der Vlier, te Eemnes A. Warteua, te Lichtevoorde; J. D. Looijen, te Ressen; W. Callenbacli, teBergschenhoek; G. H. Bluker, te Fijn- aart; G. C. Boomer, te Ritthem; W. F. Trip van Zout- land, te IlattemG. J. Noomen, te Austerlitz; W. F. van Stipriaan Luiscius, te ScherpenzeelII. V. Hogerzeil, te VeenendaalC. F. Grcutzberg, te Maarssen. Bij beschikking van den minister van koloniën van den 301'» Augustus jl. zijn de heerenB. M. II. Heuvel- dop, mr. L. W. C. van den Berg, E. J. Jellesma, M C. Dannenbargh, J. P. T. van Nunen, G. J. Blnme, A. J. Pluygers, A. M. Joekes, W. de Vogel, P. D. Vreede, J. J. II. van Hall, P. J. Kooreman, P. N. van Doorninck, J. van Oldenborgh, J. H. Hisgen, II. J. Altman. J. Boers,' J. M. Esclie, A. A. van Delden en II. J. A. van Maarse- veen, gesteld ter beschikking var. den gouverneur-gene raal van Ncderlandsch Iudië, om te worden benoemd tot ambtenaar bij den burgerlijken dienst daar te lande. De garnizoensstallen te Amersfoort, die nu bijna een jaar geleden zijn afgebrand en wier opbouw p. m. f 70,000 heeft gekost, zijn thans weder geheel gereed en jl. Zaterdag voor het eerst betrokken. Aan de Nieuwe Rotterdamsche courant wordt uit Willemstad geschreven: Dezer dagen is hier een en ander voorgevallen, dat de aandacht verdient als een teeken des tijds, al was daarvan het tooneel slechts een der kleinere plaatsen van ons land. De predikant der afgescheiden gemeente alhier had sedert eenige jaren zijn zoon laten schoolgaan op de openbare school alhier, totdat ook een bijzondere school te dezer plaatse werd opgericht. Gehoor gevende aan zijn overtuiging, nam gemelde predikant zijn zoon van de openbare school af en zond hem naar de bijzondere. Toen deze hier evenwel ongeveer zes maanden het onderwijs genoten had, was de predikant overtuigd, dat de verandering geen verbe tering was geweest, en nam hij hem van de bijzondere school, om hem weder naar de openbare school te zen den, waar het onderwijs naar zijn meening beter was. Om deze kloeke daad, door welke hij het welzijn van zijn kind toonde hooger te stellen dan den lof zijner geest verwanten en de goedkeuring zijner partij, moet hij echter niet weinig lijden. Vele gemeenteleden, maar ook velen, die eigenlijk tot het hervormde kerkgenootschap behooren, hebben hunne zitplaatsen in zijn kerkopgezegd. In het driemaandelijksch bulletin van „de Fransche vcreeniging tegen het gebruik van tabak", komt o. a. het volgende voor: De graaf de Lautrec, officier van den generalen staf bij het beleg van Gaeta, schrijftIk ben overtuigd, dat een groot gedeelte der soldaten, die bij het beleg van Gaeta aan ziekten gestorven zijn, over leden is aan ziekten, die het gevolg waren van tabaks verbruik. Wanneer men de kazematten binnentrad, gevoelde men zich spoedig onwel, tengevolge van de lucht, die steeds door tabaksrook was verpest. De sol daten, die de kazematten verlieten, om op de batterijen dienst te doen, waren traag van lichaam en geest; een uur later, hoewel gedecimeerd door het vuur van den vijand-, maar onder den invloed van gezonde lucht, waren zij vroolijk en vol goeden moed. Wanneer diezelfde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1