MIDDELBURGSCHE COURANT. r 153. - Zaterdag 1869. 28 Augustus. Middelburg 27 Augustus. Benoemingen en besluiten. Gemengde berichten. Uit Rotterdam wordt ons heden per telegraaf gemeld, dat eergisteren en gisteren avond oploopen van jongens hebben plaats gehad. Dientengevolge zijn de daar aan wezige mariniers onder de wapens geroepen, die de jon gens, zonder veel verzet te ondervinden, uiteen hebben gedreven. Er is steeds eene menigte volks op de been. Het eskadron huzaren, gedurende de kermis aldaar gedetacheerd, was jl. Maandag weder van daar vertrokken. V 4 t In het Handelsblad wordt het denkbeeld aangegeven om eene maatschappij op te richten met aandeelen van f 50 en f 100 en desnoods met subsidie van den staat, om het plan van den heer Jansen tot oprichting eener stoom vaart tussehen Nederland en Amerika te verwezenlijken. Jl. Maandag heeft zich te Arnhem, na daartoe door het stedelijk bestuur opgeroepen te zijn, geconstitueerd het bestuur van het 24c, in 1870 aldaar te houden Neder - landsch landhuishoudkundig congres, zooals het voor wei nige weken te Kampen benoemd is, met den burgemees ter, den heer m"1. J. J. A. A. baron van Pallandt van Wes tervoort, als eerevoorzitter, en den heer E. L. baron van Voorst tot Voorst, te Elden, als voorzitter. Benoemd zijn tot tweeden voorzitter de heer mr. B. W. A. E. baron Sloet tot Oldhuis uit Zwolle, die de vergadering bij woonde; tot secretaris de heer dr. L. Mulder, en tot pen ningmeester de heer J. Nagel j1'. Leden van het bestuur zijn voorts de heerenm>'. J. U. de Kempenaer, B. F. baron van Verschuer, mr. G. J. van Hasselt te Velp en K. G. W. baron van Wassenaer Catwijck te Almen. Tot leden van het comité van uitvoering zijn aangewezen de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer J. P. Dudok van Heel, te Amsterdam, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van Med- jidié, hem door Z. M. den sultan van Turkije geschonken, en aan den heer Franco is P. L. Pollen te Scheveningen, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder 2« klasse der orde van den Zahringer leeuw, hem door Z. K. H. den groothertog van Baden geschonken. polderbesturen. Benoemd tot beheerder van den Nieuwen of Jongepolder van Dreischor mr. C. van der Lek de Clercq, en tot dijkgraaf van den van Remoortere- polder C. B. Wijffels. schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den 2C° luitenant bij de dienstdoende schutterij te Ylis- singen C. de Groot. marine. Op verzoek op pensioen gesteld, ten bedrage van f 1500 'sjaars, de kapitein-luitenant ter zee A. W. de Ruyter van Steveninck, uithoofde van in en door den dienst ontstane lichaamsgebrekenen bevorderd tot kapitein-luitenant ter zee, de luitenant ter zee lc klasse C. T. Hackstroh; tot luitenant ter zee le klasse, de luite nant ter zee 2C klasse L. J. E. Hajenius, en tot luitenant ter zee 2C klasse, de adelborsten 1'' klasse R. Bakker en O. Kreet de Virieu. Op verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen de ad junct-administrateur E. Fabius. Benoemd tot scheepsklerken bij de Nederlandsche zeemacht F. H. Verheggen, G. A. Zeegers, A. A. Pronk, J. E. de Visser, J. D. Ising en G. Marcella. leger. Benoemd bij het wapen der cavalerie tot rit meester 3" klasse (naar ouderdom van rang), bij het 3e regiment huzaren, de le luitenant F. L. de Graeff, thans op nonactiviteit. Op verzoek op pensioen gesteld, tot een bedrag van ƒ1300 'sjaars, de majoor F. H. G. A. Enderlein van het 3« regiment infanterie. Benoemd bij den grooten staf van het leger, tot ma joor Zr. Ms. adjudant de kapitein H.J. baron Taets van Amerongen, van dien staf; bij het wapen der infanterie bij het lc regiment, tot P" luitenant (naar ouderdom van rang) de 2C luitenant M. Zelvelder, van het korps; bij het 3« regiment, tot majoor de kapitein W. A. F. G. de Hartitzsch, van het 5« regiment; bij het 5C regiment, tot kapitein 3C klasse (naar ouderdom van rang) de P luite nant A. James, van het regiment grenadiers en jagers. Op verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den officier van gezondheid P klasse H. L. Verspijek van het regiment grenadiers en jagers, met vergunning om de activiteits-uniform te blijven dragen. middelbaar onderwijs. Benoemd tot leeraar aan de rijks-hoogere burgerschool te 'sBosch de heer H. Heynen, tot dusver conrector aan het gymnasium te Boxmeer. - Op. verzoek eervol ontslag verleend aan den heer NÏ.'-VairD'ipn uit zijne betrekking van leeriuuhtan de rijks- hoogere burgerschool te Helmond, en aanllte èchool tot leeraren benoemd de heeren A.Hersch,te Vierssen (Prui sen), J. M. A. Kramps, J. A. Zeegelaar en J. H. Op de Coul, de drie laatstgenoemden tot dusver tijdelijk leeraren bij die school. Henri Leys, het hoofd der Vlaamsche schilder school, is Woensdag avond te Antwerpen overleden. Gelijk onzen lezers bekend is uit onze „Brieven uit België"Jwaren hem de muurschilderingen in een der zalen van het Antwerpsch stadhuis opgedragen, die hij echter niet heeft kunnen voltooien. Voor het keizerlijk gerechtshof te Parijs is sedert eenigen tijd een eisch aanhangig van den Franschen wapenfabrikant Manceaux, tot intrekking van het aan den heer Chassepot ter zake van het naar hem genoemde geweer verleende octrooi. Als gronden daarvoor worden o. a. aangevoerd, dat het Chassepot-geweer slechts een namaak is van het Manceaux-modeldat door den ge octrooieerde niet voldaan is aan de bepaling der wet, volgens welke het octrooi binnen een zeker tijdsverloop geëxploiteerd moet worden; dat de firma Lion en Cahen, cessionaris sedert 1866 van den heer Chassepot, 100,000 geweren te Luik, Birmingham en Placentia heeft doen vervaardigen en in Frankrijk ingevoerd heeft, ter wijl de wet alleen voor geoctrooieerde landbouw-werk- tuigen eene buitenlandsche fabricatie toelaat enz. Nadat reeds vroeger door de verdedigers der twee partijen het woord was gevoerd, heeft het openbaar ministerie Woens dag jl. zijne conclusiën in deze zaak genomen. Wat het eerstgenoemde punt betreft, hoeft het aangevoerd dat de kamer van het Chassepot-geweer eene wijdte van 18 strepen heeft en die van het Mancheaux-model eene van 11 strepen, terwijl het desniettemin de voordeden van het laatstgenoemde aanbiedt, zoodat het geen namaak genoemd kan worden. Tegen de tweede bewering is aan gevoerd dat, indien de heer Chassepot zelf zijn octrooi niet geëxploiteerd heeft, daarentegen 600,000 geweren in de rijks-wapenfabrieken zijn nagemaakt, en de wet niet uitdrukkelijk eischt, dat de exploitatie door den geoctrooieerde zei ven behoort te geschieden. Voor het beweerde ten opzichte der cessionarissen Leon en Cahen meende de keizerlijke procureur daarentegen dat grond bestond. Hij concludeerde derhalve, dat de aan laatstgenoemden gedane cessie behoorde ingetrokken te worden; maar dat de heer Manceaux overigens in zijnen eisch niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De uit spraak zal over acht dagen plaats hebben. De eischer had doen uitkomen dat de heer Chassepot, tijdens zijne uitvinding werkman in de artillerie-werkplaatsen van den staat, aldaar tot het vervaardigen van zijn model over hulpmiddelen had kunnen beschikken, die hem de aanspraak op het doen zijner uitvinding en de daaraan verbonden rechten behoorden te doen verliezen. Het openbaar ministerie heeft daartegen echter aangevoerd) dat de in dezen alleszins bevoegde directie der artillerie hem nooit de eer en de rechten zijner uitvinding had be twist en deze derhalve tegen derden gehandhaafd be hoorde te blijven. - Een strijd van geheel bijzonderen aard, waarvan de heldenzanger Homerus zeker niet had kunnen droo- men, heeft den llcn dezer maand in den staat New-York op de Albany-Susqurhanna-baan gewoed. Tussehen de Erie-maatschappij en de Albany-maatschappij bestaat eene veete over een stuk baan tussehen Tunnel-station en Harpersville, en deze strijd is met een leger beslecht zooals verscheidene der kleine Duitsche staten niet in het veld zouden kunnen brengen. 1200 tot 1400 man ston den met pistolen, knotsen en andere wapenen tegenover elkander. Tegen 4 uren des namiddags bezetten 7 A 800 baanwerkers en beambten der Erie-maatschappij Tunnel station, terwijl de Albany-maatschappij met 350 a 400 man het andere einde van den tunnel bezet hield. De Erie opende den strijd om den bedoelden grond te ver overen. Twee waggons werden met circa 250 man bezet, een locomotief werd er voorgespannen en nu ging het nr luid hoer len tunnel door. In dezen ontmoet te-. -i iü'id, doch aan den anderen uitgang vonden zij een rail opgebrokenspoedig werd deze ver nieuwd en de tocht voortgezet. Bij eene kromming van den weg kwam hen een trein met lieden der Albany tegen. Met een geweldigen schok stortten de machines op elkander, waarna de strijders er afsprongen en hand gemeen werden. De Erie-mannen dolven het onderspit en vloden door den tunnel terug, terwijl ook hunne lo comotief zwaar beschadigd den teruehtocht aanvaardde. De Albany-mannen brachten in allerijl hunne niet min der beschadigde locomotief in orde en plaatsten haar weder op de rails om de zege door vervolging te bekronen. Aan het andere einde des tunnels vonden zij echter hunne tegenstanders verzameld en nog versterkt. Nu brak de strijd op nieuw met hevigheid los. De aanval was allerbloedigst. Pistolen werden afgevuurd, steenen geslingerd, knotsen gezwaaid en onder al dat geweld hoorde men dreigingen en wilde vloeken. Tegen 8 uren maakte de invallende duisternis, maar meer nog de aan komst van het 44l' regiment een einde aan den slag. Het aantal der verwonden is zeer groot; de Erie-mannta waren er het slechtst afgekomen, doch konden zich daarentegen op een gevangene beroemen. Zij hadden hem wis gedood, ware niet een zijner bekenden uit hunne rijen te voorschijn getreden, die voorstelde hem als krijgsgevangene te behandelen, zoodat ook hier de ge bruiken van een geregclden krijg in acht werden geno men. Den volgenden dag betrokken de beide spoorweg- legers wederom hunne stellingen; het 44* regiment was echter gelukkig op de plaats zelve gebleven en verhin derde een nieuwen strijd. De gouverneur van den staat nam de baan voorloopig in bezit en droeg aan een der hoogere ambtenaren der politie het toezicht over het verkeer op de lijn op, totdat de strijd voor een der ge rechtshoven opgelost zou zijn. In denzelfden staat New-York, op de centraalbaan tussehen Fonda en Albany, geschiedde nog een ander feit, hetwelk in zulk een dichtbevolkt en drukbereisd land wel opmerkelijk mag genoemd worden. Drie perso nen drongen den postwaggon binnen, knevelden de beide beambten, openden kisten en kasten en plunderden ze, waarna zij eenigen tijd later den trein verlieten. Aan het einde van den tocht vond men de beide beambten gekneveld en de oogen vol cayenne-peperde band waarmede men hun den mond gesloten had, had hen bijna doen verstikken. Den omvang van dezen roof had men nog niet kunnen berekenen. Men heeft, zegt the Times, eene hoogts belangrijke proefneming gedaan, om de vraag op te lossen, of het mogelijk zou wezen om vleesch in verschen toestand aan te voeren uit Rio de la Plata. In de maand April jl. werd medegedeeld, dat de gouvernementen van de Ar- gentijnsche republiek en van Uruguay aan een Engelsch huis het privilege had verleend, om gedurende een aan tal jaren levend vee uit die staten te verschepen, onder vrijstelling van alle haven-onkosten en uitvoerrechten. Voor eenigen tijd werd besloten eene proef te nemen om te zien of het vee bestand was tegen de zeereis, en dien tengevolge kwam het stoomschip City of Rio Vrijdag jl. inEngelandaan, waarmede 19 ossen werden aangebracht, die in Montevideo waren verscheept. De boot had 31 dagen reis gehad en had tot voedsel voor het vee niets dan hooi aan boord, terwijl het op de reis bleek dat men ten opzichte van het water niet genoegzaam was geproviandeerd. Het vee dat voetstoots uit eene kudde aan boord was gebracht, kwam in volkomen gezonden toestand maar zeer vermagerd aan. De prijs, dien men er in Montevideo voor betaald had, was 5 p. st. per stuk maar aanbiedingen zijn reeds gedaan om tegen 4 p. st.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1