MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
N°- 146.
Vrijdag
'18(59.
20 Augustus.
ÖtmtcnlanD.
Middelburg 19 Augustus.
De Griffier der Staten van Zeeland,
Brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat
bij de Drukkers van het gewestelijk bestuur U. F. Auer
en Zoon te Middelburg, tegen betaling der kosten, alge
meen verkrijgbaar zijn gesteld
1». de rekening en verantwoording wegens de
enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitga
ven van Zeeland over het dienstjaar 1867;
2». de begrooting der kosten van het provinciaal
bestuur voor zooveel het rijksbestuur is, voor het dienst
jaar 1870;
3». de begrooting der enkel provinciale en huis
houdelijke inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar
1870;
4». het verslag van den toestand der provincie
Zeeland, door gedeputeerde staten uitgebracht aan de
provinciale staten in de zomervergadering van 1869.
Middelburg, den 16 Augustus 1869.
De Griffier der Staten voornoemd,
S. VAN DER SWALME.
Bij de heden plaats gehad hebbende opening der bil
jetten voor de verkiezing van een lid voor den gemeente
raad van Vlissingen, tengevolge van het bedanken van
den heer J. A. de Wolff, is gebleken dat van de 155 inge
leverde briefjes 2 oningevuld waren, zoodat de volstrekte
meerderheid van stemmen 77 bedroeg.
Er zijn uitgebracht op de heeren: J. T. Dommisse 34,
II. Engelsman Kleijnhens 32, F. Muller 28, P. H. Maer-
tens 20, B. H. Esser 14, E. J. Muller 6, W. H. Gravestein
4, F. C. Stewart Schultz en C. Mortier ieder 3, en T. C.
Dommisse 2 stemmen, terwijl verschillende personen
1 stem bekwamen.
Er moet alzoo eene overstemming plaats hebben tus
schen de heeren J. T. Dommisse en II. Engelsman
Kleijnhens.
Uit Amsterdam schrijft men ons van 17 dezer:
„Heden middag had alhier, in het Parklokaal de alge-
meene vergad ering plaats,uitgeschreven door de Associa-
tion internationale pour le développement du commerce,"
waarbij besproken werden: de voordeelen welke de
doorgraving der laudengte van Suez aan den interna
tionalen handel en in het bijzonder aan de Nederlandsche
scheepvaart zal oplevereD, ende maatregelen, die ge
nomen moeten worden, om de handelsbetrekkingen
tusschcn Europa en het Oosten talrijker en voordeeliger
te maken.
„De heer von Hemert, vice-president van onze kamer
van koophandel, nam het voorzitterschap waar. Hij begon
met zijn leedwezen te betuigen, dat de minister vanBosse,
door ongesteldheid, niet in de gelegenheid was te ver
schijnen, veel minder te presideeren. Daaropgaf hij kennis
van de aanleiding tot deze vergadering. De heer Donat,
president van voornoemde assemblee, had het voorstel
gedaan, ter gelegenheid dezer internationale tentoon
stelling, de- zaak der doorgraving te behandelen, voor
namelijk ook met het oog op een gevormd plan om,
tijdens de opening van het Suez-kanaal, welke in de
maand November zal moeten plaats hebben, een inter
nationaal congres te Caïro te doen bijeenkomen. Daarop
ontving de heer Donat het woord, om zijne denkbeelden
nader te ontwikkelen.
„Deze sprak eene sierlijke rede uit, die in hare onder
deden niet wel weder te geven is; maar waarin hij zake
lijk vooral wees op de groote belangen, die konden
voortspruiten uit eene vereeniging van alle natiën te
Caïro, dat men als het middelpunt der Oostersche en
Westersche landen kon beschouwen. Egypte is, zeide
bij, een voor den koophandel allerbelangrijkst land, rijk
aan producten, die een goed debouché op onze markten
zouden vinden, en Europa zelve heeft groote behoefte
aan nieuwe markten voor zijne nijverheidsproducten.
Vervolgens zou Caïro kunnen strekken tot eene vereeni-
ginsplaats om kooplieden uit het Oosten met die van
het Westen met elkander in aanraking te brengen.
„De president dankte deu spreker, begreep dat zeker
deze belangrijke zaak door de vergadering zou voor
gestaan worden, en vroeg of ook andere leden nog andere
punten wilden ter sprake brengen.
„De heer Boissevain, reeder in deze gemeente, tevens
lid van den raad, meende dat het hoog tijd werd, de ge
meenschap tusschen Java en het moederland met stoom
schepen in plaats van uitsluitend met zeilschepen te
onderhouden, en hoopte dat de vergadering eene motie
zou aannemen, waarin het wenschelijke (lezer zaak zou
worden beslist en tevens gewezen zou worden op de
noodzakelijke medewerking der regeering.
„De heer Boelen, lid der firma de Vries O., carga
doors en reeders, sprak in gelijken geest, gaf echter in
nog krachtiger termen te kennen, dat wij, Nederlanders,
op het punt van stoomvaart, bij den vreemdeling zeer
ten achteren staan, en dat het nu, bij de aanstaande
opening van het Suez-kanaal, hoog tijd werd, wilden wij
een deel van onzen handel op Java behouden, onverwijld
goede stoomschepen in de vaart te brengen. Hij ver
klaarde echter door ondervinding de overtuiging te
hebben opgedaan, niet dan door medewerking, èn van
Engelsche krachten, èn van de regeering, eene dusdanige
zaak tot stand te kunnen brengen. Verder deelde hij
mede, op ongezochte wijze aangezocht te zijn geworden,
om tot de oprichting eener dergelijke zaak zijne krach
ten aan te wenden, dat hij reeds geruimen tijd daarmede
werkzaam was en dat de hooge ondersteuning van een
zeer hoog geplaatst persoon, die reeds meermalen had
getoond de Nederlandsche ondernemingen en nuttige
instellingen te willen bevorderen, hem was toegezegd.
Dat ook andere invloedrijke mannen reeds waren toe
getreden, enz.
„Daarop sprak de heer van Stolk, advocaat uit Rotter
dam, eenige weinige woorden om het consignatiestelsel
aan te vallen. Welk verband hij bracht in datstelselen de
opening van het kanaal is mij niet recht klaar geworden.
Nu nam de heer Huet, ingenieur en leeraar te Delft,
het woord om een zeer lang stuk voor te lezen. De quin-
lescens was, een voorstel dat de vergadering mocht stem
men over deze moties: „dat eene enquête worde ingesteld
om te onderzoeken in hoevele jaren het kanaal door
Holland op zijn smalst klaar zal kunnen zijn, hoeveel
het nog zal moeten kosten, en eindelijk of het werkelijk
noodig zal zijn, om in het kanaal door Holland op zijn
smalst sluizen aan te leggen. Ook wilde hij onverwijld
de sluizen in het Noord-IIollandsch kanaal laten ver-
grooten.
„Nadat hij geëindigd had, gaf de president met volle
recht te kennen, dat al deze punten geheel buiten het
programma liggen.
„De heer m'. Mackay (dezelfde die zulk een groot deel
genomen heeft aan onze internationale tentoonstelling)
brengt twee punten ter sprake: ten eerste vraagt hij,
of men als Nederlander uitsluitend Java op het oog moet
hebben, maar ook daaraan niet bepaald noordelijk Austra
lië moet verbinden. Voor een stoomvaart tusschen Java
en Australië is eenmaal door een tak onzer volksverte
genwoordiging eene subsidie geweigerd, waardoor thans
Java wordt voorbijgegaan voor Singapore. Vervolgens
wijst hij op de wenschelijkheid dat onze handelshuizen
zich beter en meer laten vertegenwoordigen in rijken
aan de Middellandsehe zee.
„De heer de Clercq, directeur der Nederlandsch-Indi-
sche handelsbank, bedankt in het Fransch den heer Donat.
Hij wijst er op dat op het kanaal vrij hooge rechten
zullen worden geheven. Die tonne- of kanaalgelden, te
heffen van elk schip, hebben altijd iets vexaloirs. Hij
begrijpt wel dat het kanaal moet betaald worden, doch
hoopt dat er een middel zal gevonden worden om die
gelden bij afkoop of andere wijze te verkrijgen.
„De heer van der Hucht, mede-directeur der Kanaal
maatschappij, releveert dat ook door die maatschappij
reeds vele, echter altijd vergeefsche, pogingen zijn aan
gewend ter verkrijging van stoomschepen op Java.
„De heer Mohr, handelaar in deze gemeente, spreekt
in het Hoogduitsch. Hij stelt voor dat de vergadering
verklare, dat het wenschelijk ia dat het Suez-kanaal
blijve een neutraal terrein, opdat niet te eenigen dage,
ter zake van penurie of anderszins, het kanaal worde
verkocht aan eene groote natie, die dan hare condities
willekeurig zou kunnen stellen. Hij wenscht dus ook dat
ten allen tijde en voor een ieder langs het kanaal dezelfde
voorwaarden van betaling van rechten zullen gelden.
„Ziedaar de hoofdzaken, die besproken zijn. De moties,
die de president redigeerde en aan de vergadering
voorlag, zijn aangenomen, dat wil zeggen, die waarbij
de wenschelijkheid van het congres te Caïro werd uit
gedrukt, en die waarbij aangedrongen werd op de op
richting van stoombootvaarten op Java en op de zorg,
wat die zaak betreft, onzer regeering, bij volle acclamatie;
wat aangaat de derde motie, namelijk de neutraalver
klaring van het kanaal en de gelijkstelling der rechten,
moeten wij berusten in de uitspraak van den president,
die een zeer licht getrappel van enkelen heeft opgenomen
als eene acclamatie, niettegenstaande meer dan éen per
soon, en daaronder de heer de Mouchy, president der
Handelmaatschappij, nog al wat daartegen hebben aan
gevoerd. Dit is trouwens de eenige aanmerking die ik
te maken heb op den voorzitter der vergadering,
die overigens met takt zijne taak heeft ten einde ge
bracht. En wat doen die goedkeuringen bij handgeklap
en voetgetrappel op dergelijke meetings af? Vau meer
gewicht is het dat eenige nuttige zaken eenigszins meer
onder het publiek worden gebracht. Daartoe zijn ze
over het algemeen, en is ook deze in het bijzonder zeer
nuttig geweest. Er waren stellig meer dan driehonderd
menschen bijeen."
Volgens het Nieuwsblad van den boekhandel mag
binnen kort de indiening van een ontwerp van wet op
het kopijrecht verwacht worden.
De Dinsdag gehouden scherpschutters wedstrijd van
den Nederlandschen weerbaarheidsbond ving te 9 uren
aan en duurde tot ruim 4 uren onafgebroken voort. De
namen der overwinnaars worden door het Utrechtsch
dagblad aldus opgegeven
Wedstrijd A. 1. 1« prijs koninklijke scherpschutters
uit 's Hage, met 219 punten. 2e prijs weerbaarheids ver
eeniging Delft, 202 punten. 3e prijs Wirtz, Gorinchem,
193 punten. 4e prijs weerbaarheids vereeniging, Hqprlem,
193 punten; beide laatsten moeten kampen wie eerst
vermeld zal worden.
1 Zilveren veldflesch aan: mr. Aberson, lid weerbaar
heid Dordrecht" met 48 punten; A. Hazebroek, lid ko
ninklijke scherpschutterij 's Hage met 46 punten; van
de Poll, lid weerbaarheid Dordrecht,45punten; Gijsberti
Hodeupeil, weerbaarheid Delft, 45 punten; J. J. Becht,
koninklijke scherpschutterij 's Hage, 45 punten; II. A.
de Lang Evertsen, weerbaarheid Haarlem, 45 punten
van Leeuwen (Z. E.), weerbaarheid Beesterzwaag, 45
punten; Ruschbroek, weerbaarheid Zeist, 45 punten;
Goedhart (E. W. de F.), koninklijke scherpschutterij
Veluwe Apeldoorn, 44 puntenv. d. Buud, Eendracht
maakt macht, 'sBosch,44 punten; Stellenboom, weerbaar
heid Wirtz, Gorinchem, 44 punten; Ten Sande, "Voor
waarts, Utrecht, 44 punten; Rozendaal, Weerbaarheid,
Hoorn, 44 punten; J. J. Bikkers, artillerie vrijkorps,
Helder, 43 punten; M. Vierling, Koninklijke scherpschut
terij, 's Hage, 43 punten; Ph. A. A. Simonis, idem idem,
43 punten; G. Demmiuk, idem Veluwe, 43 puntenMeu-
lenwerf, Weerbaarheid Wirtz,Gorinchem,43 punten; Col-
lavid, Weerbaarheid,Nijmegen, 42puntenHakkenbroek,
idem Utrecht, 42 punten; J. J. Schippers, Koninklijke
scherpschutterij, 's Hage, 42 punten. Door de 3 laatsten
wordt kamp geschoten om 2 veldflesschen.
1 New-RiflemerL Telescope: mr. Aberson, lid Weer
baarheid Dordrecht, 48 punten; A. Hazebroek, lid
der Koninklijke scherpschutterij te 's Hage, 46 punten;
Gijsberti Hodenpeil, weerbaarheid, Delft, 45 punten;
H. A. de Lang Evertsen, weerbaarheid, Haarlem, 45pun
ten; Goedhart, Koninklijke scherpschutterij Veluwe,
Apeldoorn, 44 puntenStellenboom, weerbaarheid Wirtz,