ge wtenmtioimte tentoonstelling
Gemengde berichten.
Thermometerstand.
VOORWERPEN VOOR DE HUISHOUDING FA nET BEDRIJF VAN DEN
rijpe oogst wordt dan ook voorzien. Andijvie-gewas staat
gewenscht, terwijl men zich van de snijboonen nog een
gunstig gewas voorstelt. De augurkenplanten dragen
verscheidene vruchten, maar de kans op gewin is thans
weder verflauwd.
Te Rijnsburg heeft men alle reden om zich in een
gunstig te veld staand gewas van late bloemkool te
verheugen.
De vlasteelt kan gelukkig genoemd worden.
De ziekte onder de aardappelen is zeer gering en
slechts in enkele knollen te bespeuren.
Yan meest alle graansoorten wordt berichtdat de
oogst gunstig is.
De moestuinen blijven allerlei soort van groenten met
gunstig gevolg opleveren.
Men schrijft uit Scheveningen: Behalve den gezag
voerder Andreas 01sen,is de bemanning van de gestrande
brik Alfred van Frederikshald, hoogst voldaan over de
behandeling welke zij mocht ondervinden, Maandag mor
gen door de zorg van den vice-consul van Zweden en
Noorwegen, den heer A. E. Maas, naar Amsterdam ver
trokken, om van daar op hare haardsteden te worden
gedirigeerd. Men is druk bezig de lading van het schip
die, gelijk men weet, uit planken bestaat, te lossen. Men
vleit zich haar geheel te kunnen bergen, om haar in de
volgende week alhier te verkoopen. De lading is te
Parijs geassureerd. Het schip, dat ruim 50 dienstjaren
telt, zal spoedig verkocht worden.
Men schrijft uit Harlingen aan Het vaderland: In
uw nommer voor morgen komt voor een (ook door ons
medegedeeld) bericht betrekkelijk het springen van een
sleepbootje op de Theems, bezijden de boot Hollandia,
welke gezegd wordt te varen op Rotterdam; dit moet
zijn: op Harlingen. De jonge man, die door een stuk
ijzer aan het achterhoofd werd gewond, woonde hier;
hij was gehuwd en had drie kinderen. Toen het ongeval
gebeurde, stond de verongelukte alleen op de plecht van
de Hollandia; de andere aan boord zijnde personen ston
den op het achterdek en hebben niet het minste letsel
bekomen; de ongelukkige heeft nog een dag geleefd.
Door leerlingen der rijks hoogere burgerschool te
Utrecht is 's konings toestemming verzocht tot oprich
ting eener zelfstandige vereeniging tot bevordering van
's lands weerbaarheid. De minister van binnenlandsche
zaken heeft, in overleg met zijn ambtgenoot van oorlog,
aan die adressanten te kennen gegeven, dat het verlee-
nen der verlangde koninklijke bekrachtiging aan een
vereeniging, slechts uit jeugdige scholieren bestaande,
hoezeer ook met de beste gezindheid bezield, aan beden
king onderhevig was en dientengevolge in overweging
werd gegeven, zich bij een der andere, met 's konings
toestemming opgerichte vereenigingen in de gemeente
hunner inwoning bestaande, aan te sluiten.
Uit Roermond wordt van 16 Augustus geschreven:
Gisteren avond hebben op de kermis in het gehucht
Kapel dezer gemeente ernstige ongeregeldheden, waar
van de hier garnizoen houdende huzaren oorzaak zijn,
plaats gehad. Drie gemeen te-veldwachters hielden een
burger, die niet ter goeder naam en faam bekend stond
en in verregaanden staat van dronkenschap verkeerde,
aan, en brachten hem weg, waarop een 25tal huzaren uit
eene herberg te voorschijn traden, dien burger met ge
weld verlosten, twee der drie gemeente-veldwachters
op den grond wierpen, zwaar mishandelden en ernstige
verwondingen toebrachten, zoo zelfs dat een hunner
zeer lang en zwaar gebloed heeft; zij wilden toen ook
de veldwachters, die hunne sabels trokken om zich te
verweren, ontwapenen, doch gingen op het lossen van
een pistoolschot door den derden veldwachter, op de
vlucht.
De zakkenrollers hebben jl. Maandag bij 's konings
komst te Utrecht goede zaken gemaakt; aan onderschei
dene personen zijn verschillende voorwerpen ontvreemd,
waaronder horloges met ketting, enz.
Rij Drimmelen ontstond op de stoomboot van Rot
terdam naar Waalwijk een twist, doordien de conducteur
vracht vorderde van eene meid, die vroeger bij den
hofmeester in dienst was. De gezagvoerder, die sinds
lang iets tegen den conducteur scheen te hebben, trok
voor de meid partij en mishandelde met een passagier
en een knecht den conducteur zóo, dat deze te Waspik
de boot verliet en aan de bevoegde macht aangifte deed.
Hoe de passagiers bij dat tooneeltje te moede waren,
laat zich denken. (Ulr. dagbl.)
Tijdens de volksvoorstellingen die op den Napo
leonsdag te Parijs plaats hadden deed zich het volgende
incident voor. Eene Caraïbische vrouw, die men in ge
zelschap van een reuzin in een tentje liet kijken, kreeg
onder de voorstelling twist met haar mede-wonderver-
schijnsel. Zij, de inboorlinge uit de landen aan den
Orinoco, haar rol en zichzelf vergetende, hield in een
pauze tusschen twee bokspartijtjes een treffende alleen
spraak in de gemeenste Parijsche straattaal, die natuur
lijk bij het publiek een enorm succes verwierf. De toe
schouwers dreigden de leuningen der zitplaatsen te
breken van genot. De regisseur kwam echter tusscben-
beide en de Caraïbische vrouw vroeg excuus aan de
reuzin, om ver volgens de voorstelling in haar rol van wilde
met verdubbelden ijver voort te zetten.
-Eergisteren is in een op het champ de Mars opge
slagen circus een der paarden die al galoppeerende met
een zijner beenen over de omheining geraakte, met zijn
berijdster onder de toeschouwers gevallen. Deze laatste
bekwam geen letsel, maar eene dame werd door het paard
ernstig gewond, zoodat op de plaats zelf de eerste
heelkundige hulp moest worden verleend en zij vervol
gens naar hare woning is vervoerd.
Onder de feestelijkheden in het kamp van Chülons
op Napoleonsdag behoorde ook het opstijgen van een
luchtballon, die, te Reims met gas gevuld, en van daar
met zeer veel moeite naar het kamp was getransporteerd.
Eerst des avonds te half acht werd het, ofschoon de wind
nog vrij hevig was, mogelijk voor den heer Godard met
zijne vrouw om de luchtreis te ondernemen. Bij de opstij"
ging was de keizerlijke prins tegenwoordig. De ballon
was spoedig uit het gezicht.
Men weet dat sedert eenigen tijd te Parijs door de
winkelbedienden wordt aangedrongen op het sluiten der
winkels en magazijnen gedurende den Zondag. Zij wor
den in deze wenschen ondersteund door de clericale
party en vooral de heer Veuillot trekt zeer hun partij.
Een der Parijsche dagbladen maakt echter de opmerking
dat 1'Univers, het dagblad waarvan de heer Veuillot
hoofdredacteur is, toch Zondags verschijnt en de redac
teurs dus ook Zondags werken. De heer Veuillot ant.
woordt hierop dat er een groot verschil bestaat tusschen,
„handenarbeid" en „arbeid met den geest en de pen."
Bedoeld dagblad repliceerde echter dat waarschijnlijk
toch 1'Univers des Zondags niet door engelen en serafij
nen werd gezet en het personeel op de drukkerij van
F Univers des Zondags dus ook handenarbeid verricht.
De heer Veuillot kon dit niet ontkennen, maar beweert
nu dat dit aan het personeel niet belet om hunne kerke,
lijke plichten te vervullen en bovendien „het doel van
den arbeid der zetters van 1'Univers niet hetzelfde is als
dat van den arbeid der winkelbedienden." Men ziet
het, de heer Veuillot is ditmaal niet gelukkig in de ver
dediging zijner stelling, hetgeen trouwens de eerste keer
niet is en ook wel niet de laatste zal wezen.
17 Aug. 's av. 11 u. 59 gr.
18 'smorg.7u.59gr.'smidd.lu.67gr.'sav.7 u.61gr.
VAN
HANDWERKSMAN.
II.
Van een onzer Amsterdamse/ie correspondenten.)
Ik heb er reeds op gewezen dat het in de benaming aan
gewezen doel der tentoonstelling nog al eens is voorbij
gesneld, maar daarom zeg ik nog geenszins dat dit doel:
bevordering van de welvaart van den handwerksman, in
alle deelen is gemist. In tegendeel, ik zou durven bewe
ren dat, van vele kanten beschouwd, de tentoonstelling
zeer nuttig heeft gewerkt en nog werken zal, dat ze meer
vruchten voor den ambachtsman of fabriekwerker zal op
leveren dan eenige vroegere.
Vooreerst heeft dat vooruitzetten van den werkman
nog zijn er die spreken van een handwerkstand
dus de vlag zelve waaronder men zeilt, veel goeds. Onte
genzeggelijk is elke nijverheids-tentoonstelling voor den
werkman hoogst nuttig. Niet altijd echter wordt hij als
het ware zoo uitgenoodigd om er heen te gaan. .Iet
wordt hem op alle wijzen gemakkelijk gemaakt. Komt hij
van buiten de stad, hij vindt voor een zeer matigen prijs
een goede en zindelijk ingerichte slaapplaats, en voor
acht stuivers kan hij vleesch, aardappelen en groenten
krijgen in eene nette eetzaal. Hoogst waarschijnlijk zul
len er in het vervolg, bij de exposities in het volkspaleis,
die goedkoope gelegenheden nimmermeer ontbreken,
maar, hoewel men dus daartoe niet bepaald onder de vlag
van den handwerksman behoeft te varen, heeft toch die
vlag aanleiding gegeven tot dat vaarwater.
Vervolgens worden verscheidene zeer nuttige inrich
tingen of maatschappijen, in het belang van den werkman
opgericht, meer algemeen bekend gemaakt, en dat op
allerhande wijze. Wat dit belangrijk punt betreft, valt
het allereerst het oog van den bezoeker op eene fraaie
trofee, in den vorm van een sierlijk monument, geplaatst
in het midden van het gebouw, vlak onder den koepel.
Dit voorwerp is ingezonden door de „Maatschappij van
den werkenden stand, opgericht te Amsterdam in 1854",
en verdient ten volle de eereplaats, die men het heeft
ingeruimd, niet'alleen om zijne sierlijkheid, maar vooral
ook om den veelzijdigen, en hoogst nuttigen werkkring
waarin die maatschappij zich beweegt. Verbeeld u eene
verhevene naald van achthoekigen vorm, echter meer
een vierhoek waarvan de hoeken zijn afgesneden. De
vier breedere vakken worden gevuld door even zoo vele
tableauxvoorstellende: aan de voorzijde eene min of
meer allegorische afbeelding eener bekroning waar
boven staat geschreven„verdienste bekroond," vervol
gens ons beursplein, gestoffeerd onder anderen met
vrouwen en mannen, die de straat reinigen, terwijl daar
boven staat: „straatvegerij." Dan vindt men: de zaal van
Frascati, waar een redenaar voor een talrijk publiek is
opgetreden, aangeduid door het woord: „volksvoordrach
ten". In het vierde vak ziet men, onder het woord:
„ambachtschool" dat gebouw afgebeeld. Beschouwt men
nu de smallere vakken, als het ware gevormd door het af
snijden der hoeken, dan vindt men aan de voorzijde rechts
een vrouwenbeeld aan den arbeid, en daarboven de leuze:
„Werkverschaffing aan behoeftige vrouwen," en links
een verminkt man, ook naar zijne krachten arbeidende,
en daarboven„Ondersteuning van werklieden bij ver
wonding." De beide overschietende vakken zijn aange
vuld door twee kinderbeelden, waarop de daarboven
geplaatste woorden: „theorie" en „praktijk" van toepas
sing zijn. Boven dat alles verheft zich de naam der
maatschappij „onder het beschermheerschap van Z. K. H.
de prins van Oranje," terwijl eene zeer los gegroepeerde
trofee van voorwerpen, die door de handwerkers vervaar
digd worden, het fraaie geheel smaakvol bekroont. Eene
zoodanige voorstelling moet veel bijdragen om eene
maatschappij bekend te maken, die zoo veelzijdig en zoo
nuttig werkt, en echter nog op verre na niet genoeg van
zich spreken laat. Toch zou men eene aanmerking kun
nen maken, namelijk dat men niets ziet van de eigenlijke
resultaten dier maatschappij, terwijl toch bijv. eene
ambachtschool daartoe wel aanleiding zou kunnen geven.
Dit punt is alweder opgevat door eene andere inrichting
van uitstekend nut, die ook verdient meer bekend te
worden, en wel de industrieschool der vrouwelijke jeugd,
alhier gevestigd. Behalve uitmuntende proeven van tee-
keningen, voornamelijk in het vak van bloemen, heeft
deze school eene groote kast tentoongesteld met naald
werk, en onder anderen (hetgeen een zeer aardig idéé
voor eene internationale tentoonstelling mag worden ge
noemd) een aantal zeer net aangekleede poppen, voor
stellende de volgende nationale kleederdrachten: Zaan
dam, Utrecht, Beierland, Meerleen, Zuid-Beveland,
Scheveningen, Groningen, Ilindeloopen, Vollendam en
eindelijk een Amsterdamsch dienstmeisje. Ben ik wel
onderricht dan moet deze industrieschool uitmuntende
resultaten opleverentrouwens het verdient opmerking
dat een paar der aanzienlijkste Amsterdamsche dames
geregeld, en uit louter liefhebberij, zelve daar in het
werken met de naald les geven. Zoo vindt men er ook
eene tentoonstelling vanwege de Maatschappij tot nut
van 't algemeen, die oude, maar nooit genoeg te waar-
deeren stichting van Nieuwenhuys, die vruchtbare boom,
die door het gansche land zijne takken verspreidt en
vooral thans, nu de wind in ons vaderland uit den
onder wijs-hoek waait, hoog in waarde moet worden ge
houden
Een derde zaak van gewicht is dan ook juist, dat aan
het gansche volk zoo duidelijk gepredikt wordt, hoezeer
men in den tegenwoordigen tijd hechten moet aan gron
dig onderwijs. Een gansche zaal (en de bijzalen van het
paleis zijn tamelijk groot) is gevuld met proeven van
leerlingen van verschillende scholen uit schier alle pro
vinciën. Vooral de teekenproeven zijn uiterst belangrijk.
Een vierde zaak is, dat de handwerksman op de waarde
van een aangenaam leven, van comfort gewezen wordt,
en hier denken wij vooral aan de massa grootere en
kleinere afbeeldingen en teekeningen van arbeiderswo
ningen, dat groote vraagstuk van den tegen woordigen
tijd. Vooral de maatschappij, genaamd: Bouwhuis, heeft
aanspraak op lof, door zich de kosten te getroosten van
het bouwen eener dubbele woning, op wezenlijke grootte
met een afgeschut binnenplaatsje, pomp enz., precies
zooals ze door haar reeds in huur gegeven is. Dit ge
bouwtje versiert zeer eigenaardig het voorplein. Ook
van het buitenland zijn er dienaangaande interessante
zaken, terwijl meestal de matige huurprijs er bij vermeld
staat.