öuitmlcmïj. Algemeen overzicht. Brieven uit België. verwachting heeft overtroffen, dan is dit, in aanmerking genomen het groot aantal krachten, die ingespannen zijn, niet geheel te verwonderen. Nu volgt het reglement. Daaruit wil ik alleen wijzen op een paar artikelen. Art. 1. De internationale tentoon stelling van voorwerpen voor de huishouding en het bedr.jf van den handwerksman, waarvan de bekendma king bij programma geschied is. zal te Amsterdam worden gehouden in het Paleis van Volksvlijt, van 15 Juli tot 4 October 1869. Art. 4. De regelings-commissie behoudt zich het recht voor om voorwerpen te weigeren, die niet aan het doel, in art. 1 van het reglement uitgedrukt, beantwoorden, of afkomstig van inzenders, die niet voldaad hebben aan de bepalingen van dit reglement. Zij zal van deze wei gering onmiddellijk aan den inzender kennis geven. Hoewel de redactie aan duidelijkheid iets te wen- schen overlaat (aangezien art 4 van een doel gewaagt, hetgeen eigenlijk niet bepaald omschreven staat in art. 1, waarnaar wij worden verwezen) kan toch de zin niet anders zijn dan dat de commissie voorwerpen kan wei geren, die niet bestemd zijn voor de huishouding of het bedrijf van den handwerksman. Een doorbladering der advertenties heeft ons ver sterkt in deze beschouwing. Do heer de Prouw geeft kennis dat hij heeft ingezonden drie prachtige pianino's, „meenende dat zij bepaald geaccepteerd zouden wor den, als zijnde een huishoudelijk artikel. De commis sie nam echter geen goederen aan van groote waarde, en had bepaald, goederen te doen exposeeren van eerste behoefte en van zeer geringe prijzen." Hierop volgt dan eene aanwijzing waar die instrumenten te vinden zijn. Wij gaan voort met onze doorbladering van den cata logus en vinden de voorwerpen verdeeld in zeven klassen of rubrieken, te weten: 1° Klasse. Huisvesting. 2" Klasse. Huisraad. 3e Klasse. Kleeding en uitrusting. 4e Klasse. Voeding, verkwikking, versnapering. 5C Klasse. Gereedschappen. 6e Klasse. Middelen ter zedelijke, verstandelijke en lichamelijke ontwikkeling. 7» Klasse. Statuten, reglementen en verslagen van Vereeniging ten behoeve van den arbeider. Bij al deze klassen is eene nadere omschrijving ge voegd, waaruit nog duidelijker blijkt dat het belang van den handwerksman het bepaalde doel dezer tentoonstel ling moet worden genoemd. Laat ons echter zien hoe men zich daaraan gehouden heeft. Kostbare pianino's, dit weten wij reeds, zijn gewei gerd. Het moet dan zeker in de mindere kostbaarheid liggen, dat andere pianino's (overigens fraaie meubel stukken) niet geweigerd zijn. De vraag mag echter ge daan worden of pianino's en melodiums wel in het geheel tot eeneder rubrieken kunnen gebracht worden. Gaan wij nu eenmaal voort met vragen, dan zou men misschien bij meer dan de helft der ingezonden voorwerpen een vraag- teeken, somtijds van een uitroepingsteeken vergezeld, kunnen plaatsen. Men mag toch vragen, welk recht heeft men pianino's te weigeren, als men spiegels van haast fabuleuzen om vang, prachtige gouden cylindcrhorloges, tapijtwerk, zoo fijn als Gobelins, aanneemt? En wanneer wij nu een stap verder gaan en ons verplaatsen in de positie der jury, hoe moet zij handelen Voorwerpen, die ieders bewondering tot zich trekken, zooals de spiegels van de Société anonyme de glacés et verreries du Hainaut buiten mededinging laten omdat ze niet aan heudoel beantwoorden, terwijl immers de commissie ze eenmaal niet heeft geweigerd! Dan zal men het vreemde ver schijnsel vinden dat juist de fraaiste stukken onbeloond blijven. Buitendien, wie zal hier eene lijn trekken. Neemt men de zaak zeer ruim op, beweert men dat alles, zonder ondei'scheid, de aandacht van den handwerksman waardig is, omdat het zijn geest onwikkelt door hem een blik te doen slaan op den grooten vooruitgang dor indus trie in het algemeen, dan mag gevraagd worden, welk verschil is er tusschen deze tentoonstelling en eene ge wone nijverheids expositie Waar men met de eene hand wil specialiseeren, moet men met de andere hand niet generaliseeren, of men begaat onwillekeurig onrecht vaardigheden. Evenals de heer de Prouw, door weige ring op dien grond, mishandeld is, evenzeer heeft men eene onbillijkheid begaan jegens den Nederlander, door alles maar aan te nemen van den buitenlander, hoe vor stelijk hij ook voor den dag kwam. Daardoor immers woi'dt de inlander in de schaduw geplaatst. Er is meer. Wij hebben nu nog maar gewaagd van de kostbare voorwerpen, maar zelfs wanneer wij den blik richten naar machineriën, naar verduurzaamde levens middelen, naar muziekinstrumenten,naar zoo vele andere artikelen, wie zal dan de lijn trekken, wat op deze ten toonstelling behoort en wat niet? Zelfs wat de dranken en versnaperingen betreft, vindt men hier allerhande fijne likeuren, daar Spaansche wijnen, nota bene onder de leus: „Volksdranken," ginds fijne chocolade tentoon gesteld. Is het wonder dat de tentoonstelling wel iets tweeslachtigs vertoont, dat het voor uwen verslaggever hoogst moeilijk uit die mer a boire te kiezen, waartoe zich te bepalen, en vooral dat de jury haast met de handen in het haar moet staan, hoe zich hieruit te redden. Bij zooveel schoons, bij zooveel wat terecht aller be langstelling opwekt, bij zooveel wat het bewijs levert dat de diverse besturen en commissiën hunne taak met ernst hebben opgevat, mag gevraagd worden, wat is de hoofd oorzaak dat toch de tentoonstelling maar gedeeltelijk aan hare bestemming beantwoordt? Het antwoord ligt voor de hand, waarmede echter volstrekt niet bedoeld wordt, dat men gebonden was vooruit de leemte te zien, die zich thans door de praktijk duidelijk openbaart. Het is eenvoudig dit: de taak die men zich gesteld heeft was eene onmogelijkheid. Hoe merkwaardig en zelfs als uit den tijd genomen het doel ook moge zijn, liet is eigen lijk óf niets anders als wat elke industi-ie-tentoonstelling wezen moet, namelijk eene oefenplaats voor den hand werksman, óf wel, wil men de welvaart van het individu, door voorwerpen meer direct betrekkinghebbende op zijn eigen huiselijk en maatschappelijk leven, bevorderen, dan woi'dt de cirkel, waarin men zich bewegen kan te klein, de voorwei'pen, hoe interessant ze }n zieh zeiven wezen mogen, te weinig spi'ekend of schitterend voor eene expo sitie. Vandaar dat door den vreemdeling het ware doel dikwijls is uit het oog verloren, vandaar dat xnen, om toeh eene fraaie, de oogen trekkende verzameling bijeen te krijgen, op twee gedachten is gaan hinken. Geloof nu echter niet dat mijne gevolgtrekking is, dat ik tegen alle speciale tentoonstellingen ben. Juist geheel iets anders wordt ons in het Paleis voor volksvlijt aangetoond. Bij het groote succes dat, sedert de Amster- damsche kristallen markt, onze tentoonstellingen hij het buitenland ondervinden, wordt het haast onmogelijk om de geheele industrie aldaar bijeen te brengen. Wan neer toch voorwerpen als sigaren, als messen, boren en zagen gansc-he trofeeën van enormen omvang vorderen, zooals werkelijk in deze zalen plaats heeft, en hetwelk ook niet weinig het algemeene aspect, daarvan verhoogt, daar vragen wij, denkende aan machineriën van vele paardenkrachten, aan locomotiven, aan zoovele andere voorwerpen, die veel ruimte vorderen, hoe toch alles goed te plaatsen en zijn eisch te geven. Neen, een speci ale afdeeling te nemen, mits het dan ook werue 1 ij k eene goed omschrevene specialiteit is, ziedaar, dunktmij, den weg, dien men voortaan zal te bewandelen hebbenen om nu met een voorbeeld aan te toonen wat en hoe ik het bedoel, zoo komt het mij voor, dat men een volgende keer eens de proef zou kunnen nemen met eene tentoonstelling uit te schrijven voor alle middelen van vervoer. Ook die zou waarlijk uit dezen tijdgenomen zijn. Zijn de middelen van vervoer, de spoorwegen, de bruggen, de viaducs, de tunnels, de stoomschepen, de kanalen, niet de monumenten van onzen nieuweren tijd? Zou het zoo onbelangrijk zijn, zou het, hoewel eene spe cialiteit, niet genoeg ruimte geven tot eene zeer merkwaar dige tentoonstelling, wanneer men daar de prachtige Kuilenburgsche brug naast het model van den atmos- pherischen spoorweg van Saint Germain, de modellen en onderdeelen van den Great Eastern naast die van een prachtig klipperschip, de gracieuse landdauer naast de snelle vélocipède, de afteekeningen van het Suez-kanaal naast die van den reuzenspoorweg, welke het westelijke Amerika aan het oostelijke verbindt, te zien kreeg? Zou het niet kunnen strekken tot verheffing van ons, ook op dat punt nog wel wat ten achteren blijvende, volk? De door Napoleon III verleende amnestie aan allen die wegens eenige politieke handeling, of door het ge bruik dat zij van de drukpers gemaakt hebben, veroor deeld zijn, heeft, gelijk wij reeds onder de „laatste berichten" in ons nummer van gisteren mededeelden, te Parijs over het algemeen een gunstigen indruk gemaakt. Dit is althans het geval bij hen die daarin een bewijs meenen te mogen zien dat voortaan omtrent de drukpers in de openbare bij eenkomsten met minder gestrengheid zal worden te werk gegaan. De dagbladen die daaruit gevolgtrekkingen omtrent meerdere vrijgevigheid voor de toekomst maken, doen dit echter nog met zekere schroomvalligheid, en zien daarbij niet over het hoofd dat de eenige considerans van het decreet waarin alleen gezegd wordt dat de keizer door een daad die met zijn gevoel overeenstemt den honderdsten jaardag van Napoleon's geboorte wil wijden daartoe geenerlei aanleiding geeft. De commissie uit den Pi'ansehen senaat belast met het uitbrengen van rapport omtrent het ontwerp-senaats- besluit, heeft dezer dagen eene ware slachting aange richt onder de verschillende amendementen op het ontwerp ingediend. Slechts een paar hebben genade gevonden en zullen het onderwerp eener nadere beraad slaging uitmaken. Daaronder behoort een amendement van den senator Michel Chevalier, strekkende om de be paling dat voortaan de senaatszittingen publiek zuilen wezen in een dadelijk af te kondigen senaatsbesluit op te nemen, zoodat reeds de eerstvolgende zittingen, waarin de in fe voeren hervormingen zullen worden behandeld, door het publiek kunnen worden bijgewoond. Volgens ie Gaulois is door een groot aantal kiezers te Parijs een verzoek gericht aan de leden der liukerzijde jn het wetgevend lichaam om de afschaffing van art. 75 der constitutie van jaar VIII te willen bewerken Men weet hoe deze bepaling, gelijk zij onder het keizerrijk wordt toegepast, alleregeeringsbeambten eene onschend baarheid waarborgt, welke allerbelachelijkst is. Reeds dikwijls hebben wij voorbeelden daarvan vermeld. Een ambtenaar van politie bijv. gaat zijne bevoegdheid te buiten en maakt zieh schuldig aan willekeurige aanhou ding. Verzet men zich tegen dergelijke willekeurige aanhouding dan is men strafbaar. Onderwei-pt men zich en stelt men later eene civiele vordering tot schadeloos stelling in dan wordt men niet-ontvankelijk verklaard, tenzij dat men eene machtiging van den staatsraad om den politie beambte te vervolgen kan prodticeeren. Die machtiging nu wordt nooit verleend. Ziedaar de be staande toestand in Frankrijk op dit gebied, welke wel bijzonder aangenaam is vooralle regeeringsambtenaren, maar minder aangenaam voor de burgerij en volstrekt niet in overeenstemming met het beginsel der gelijkheid van alle burgers voor de wet. Op 14 September zal te Lausaune weder eene ver gadering der Ligue de la paix et de la liberté gehouden worden. Het bestuur heeft het programma voor dit con gres publiek gemaakt. Daarbij wordt gezegd dat de ligue zich teu doel stelt om de volken van Europa in eene republiek te vereenigen op de wijze als de confederatie der Vereenigde staten van Noord-Amerika, om de staande legers te doen afschaffen, ora overal de scheiding van kerk en staat te bewerken, om de maatschappelijke en politieke rechten der vrouw te verzekeren en de sociale quaestie op te lossen door verbetering van opvoeding en verspreiding van onderwijs, door ontwikkeling van het beginsel dat kapitaal het gevolg is van individueelen of in vereeniging met anderen volvoerden arbeid. Op het congi-es zullen dan ook verschillende op deze punten betrekkelijke vragen worden behandeld. Wij vinden daaronder ook een van politiekcn aard en wel deze: Op welke wijze moeten, met het oog op de beginselen der ligue, de Oostersche en Poolsche quaestiën opgelost worden. De verwikkeling tusschen Romanië en het koninkrijk Hongarije, tengevolge van de plaats gehad hebbende schending der grenzen van Ilongaarsche zijde, is op de meest vriendschappelijke wijze opgelost. Er zal eene Romaansch-Hongaai'sche commissie worden benoemd om de grensscheiding op de qitaestiense punten te bepalen. Overigens blijkt dat het zenden van een detachement Romaansche troepen naar de grenzen is geschied op bevel van een te ijverigen provincialen gouverneur en niet op last der Romaansche regeering. Reeds in ons vorig nommer meldden wij dat de repu- blikeinsche agitatie in Spanje toeneemt en ook dit ver schijnsel alzoo nadrukkelijk de noodzakelijkheid aantoont om niet langer een koningschap zonder koning te doen voortduren. Omtrent het resultaat der nieuwe onderhan delingen met den hertog van Aosta verneemt men intus- schcn niets; dit schijnt dus niet gunstig te zijn geweest. Het is niet onwaarschijnlijk om aan te nemen dat dit aan den invloed der Fransche regeering op Victor Emma- nuel moet worden toegeschreven. Men weet dat het hof te Parijs den prins der Asturiën op den troon te Madrid wenseht te zien. Brussel 15 Augustus. Is het de schuld der hondsdagen of moet men aan een zonnesteek denken, waar men ziet hoe onze geheele liberale pers in de weer is over de quaestie der kloosters! Van zekere zijde, wellicht opgezet door den een of anderen onzer ministers, is gebruik gemaakt van de algemeene verontwaardiging, die door de verschrikke lijke geschiedenis van Krakau in ons land teweeg-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 3