"Veeziekte. Gemengde berichten. Burgerlijke stand. Yerkoopingen en aanbestedingen. tember a. in dienst gesteld, met bestemming tot het doen eener reis naar de Middellandscho zee, en het bevel daarover opgedragen aan den kapitein ter zee F. R. Foe Water. Voorts worden met voorschreven datum de volgende officieren op dat fregat geplaatstde kapitein-luitenant ter zee A. N. L Koops, als 1? officierde luitenants ter zee 1® klasse P. Swaan, H. Dijserinck; de luitenants ter zee 2® klasse J. J. Engelvaart, W. baron van Hogendorp, J. Dalen, H. Nijgh: de adelborsten 1® klasse H. J. Kleyn- hens, W. L. baron van Verschuer, J. F. van Oosterzee, D. Stolp, J. A. P. van Dorth, M. F. T. J. de Nerée tot Babberich, L. G. Krol, J. Wentholt, P. F. II. Volcke, J. G. C. Casteel, W. H. Dittlof Tjassens, J. Lastdrager; de officier van gezondheid 1® klasse C. F.T. Hommel de officier van gezondheid 3® klasse G Franken; de officier van administratie 1® klasse B. M. E. Crevecoeur; de adjunct administrateur J. A. Sonnenberg; de scheeps klerken J. C. Vos, J. de Visser; de officier-machinist G. B. Hardes; de kapitein der mariniers J. A. IJ van Es, en de 2® luitenant der mariniers J. W. van Kiel. De runderpest is ook in de Pruisische provincie Brandenburg uitgebroken. De ziekte is verspreid door een transport ossen, uit Miihlhausen, in Oost-Pruisen, die bij het station Viez, ten noorden van Kustrin, afgeladen en naar verschillende plaatsen verzonden zijn. Op die wijze is de besmetting in de districten Landsberg en Lebns eenige mijlen in het rond verspreid. De regeering heeft voor het district Boven-Barnim den handel in en het vervoer van vee en veevoeder verboden. Ook uit Warschau zijn berichten ontvangen, waaruit blijkt dat zich aldaar gevallen van runderpest hebben voorgedaan. In de volgende maand zal te Amsterdam een fanry fair worden gehouden, ten behoeve van het kinder ziekenhuis. In een ingezonden stuk in de Bergen-op-Zoomsche courant wordt een verhaal gegeven van de verkiezing van een polderbestuur. Men was genaderd tot aan den secre taris penningmeester. „De aftredende secretaris-pen ningmeester Blankkers neemt zijn hoed, waarin de stembriefjes der leden waren opgenomen, en merkt (daar er bij toeval éen niet goed was gesloten) dat zijn naam er niet op vermeld staat. Hij neemt een tweede, waaruit hetzelfde bleek, en begrijpende, dat men zich van een onverdraagzamen last wil vrijmaken, door hem niet te verkiezen, schudt hij de briefjes uit den hoed en roept uit: „ik moet er nog aanblijven; ge hebt geen recht van stemmen, ik sluit de vergadering" en verwijderde zich in galop. De aanwezige leden verklaarden de vergade ring niet voor geslotengaven den galoppeerenden secretaris zijn ontslag en benoemden zijn opvolger." Woensdag morgen is op den Theems de ketel van een nieuwe sleepboot, de Edward, gesprongen, en het boven ste gedeelte van de boot in de lucht geslagen terwijl het overige onmiddellijk zonk. De gezagvoerder en de stoker zijn hierbij omgekomen. Door de nedervallende stukken van den ketel zijn verscheidene schepen en booten in den omtrek aanmerkelijk beschadigd; een man van de equipage der Rotterdamsche boot Hollandia werd door een stuk ijzer zoodanig aan het hoofd getroffen, dat hij naar Guy's hospitaal gebracht werd en daar den geest gaf. De Hollandia zelf heeft aan zeilen en wand ook groote schade geleden. Dinsdag en Woensdag werd te Amsterdam in het lokaal Diligentia, onder leiding van den heer G. Theod. Bom, het belangrijke fonds geveild van den heer G.T.N. Suringar te Leeuwarden. De groote voorliefde van den heer Suringar voor zijn fonds deed hem daaraan een dubbele waarde hechten, zoodat de belangrijksteartikelen niet werden verkocht. Daaronder behooren de werken van Des Amorie van der Hoeven, Van der Palm, Tollens enz. De dichtwerken van Tollens werden opgehouden voor de belangrijke som van 24.980.531. Men is te Scheveningen bezig het gestrande schip, de Noordsche brik Alfred, gezagv. Andreas Olsen, reeder M. Hansen, te onttakelen en men zal vervolgens overgaan de lading te lossen. Er spoelt tusschen Ter Heijden en Loosduinen veel hout aan van een schip, dat men zegt voor Brielle te zijn vergaan. De pastoor van Baux, in het Zuiden van Frankrijk, Dionis, is vrijgesproken van medeplichtigheid aan den moord door vrouw Tongay op haar man gepleegd. Deze vrouw was gewoon zich zeer slecht te gedragen, en ging in de plaatsharer inwoning, toen zij een vroegeren minnaar had verlaten en in dienst was bij den pastoor, voor diens maitresse door. Toen Dionis naar een andere gemeente verplaatst werd, stierf plotseling de man van vrouw Tongay, en tengevolge van een lijkschouwing en van bekentenissen van zijn weduwe, bleek het dat hij met kopervitriool vergiftigd was. Vrouw Tongay heeft Dionis van den beginne af voor haar medeplichtige verklaard, zelfs beweerd, dat hij haar had afgeraden kort na de vergiftiging een geneesheer te roepen om te trachten haar slachtoffer nog te redden. De pastoor bleef zijn schuld hardnekkig ontkennen. Weldra heeft de vrouw haar verklaringen ingetrokkeneerst waren haar nieuwe beweringen zeer onsamenhangend en verward, doch zij heeft haar eerste getuigenis blijven ontkennen. Zij had meermalen verklaard, dat zij een groote zonde zou begaan tegen de kerk met vol te houden in haar beschuldigingen tegen den pastoor, en op zekeren avond, dat zij in haar cel haar medebeschuldigde hoorde weenen en klagen, was het besluit om hem te redden bij haar tot vastheid gekomen. De onverwachte vrijspraak van den beschuldigde Dionis toont, dat geen voldoend bewijs tegen hem is kunnen gevonden worden. Ernstige rustverstoringen hebben weder te Triest plaats gehad. Op 10 Augustus moest voor de militie worden geloot. Toen het vierde nommer getrokken was, werd de commissie, met de loting belast, in hare werk zaamheden gestoord. De bus werd neörgeworpen en de commissie gedwongen om te vertrekken. Do menigte verstrooide zich, echter niet zonder gewelddadigheden te plegen. Dertien personen zijn in hechtenis genomen. Volgens de Neue freie Presse is de bekende non Barbara Ubryck, krachtens bevelschrift van het gerechts hof, thans onderworpen aan een onderzoek van gerech telijk geneeskundigen. Deze schijnen echter tengevolge van de houding des directeurs van het hospitaal hun onderzoek te hebben gestaakt en aan het gerechtshof eene klacht over de houding van dien directeur te heb ben ingeleverd, met verzoek om tegenover hem in hunne bevoegdheid te worden gehandhaafd. De in Oostenrijk heerschende agitatie tengevolge van het ontdekken der opgesloten non te Krakau is nog steeds zeer levendig. Zij zal niet weinig vermeerderd worden door het drama: Barbara Ubryck, of de non te Krakau, hetwelk in de volgende week te Pesth ten tooneele zal gevoerd worden. Volgens 1'Opinion van Antwerpen heeft te Angers een dame onder treurige omstandigheden den dood ge vonden. Zij had van haren verloofde een paar oorbellen gekregen en liet te dien einde hare oorlellen doorbooren. Deze operatie had echter een ontsteking ten gevolge die spoedig de hersenen berejkte, waardoor zij stierf. Heden wordt te Hoey in België met groote plech tigheid een gedenkteeken onthuld dat aldaar opgericht i§ ter eere van een der beroemdste Belgische staatslieden, Joseph Lebeau, geboren te Hoey in 1794 en in 1865 over leden. Vele hooggeplaatste mannen zullen bij die gele genheid aanwezig zijn, o. a. de minister van binnenland- sche zaken, de minister van oorlog, de voorzitter van bet wetgevend lichaam enz. Donderdag heeft te Kopenhage een groot bal ten hove plaats gehad, waartoe ongeveer twee duizend per sonen waren uitgenoodigd Van de eere-quadrille maakten de vertegenwoordigers van Zweden, Frankrijk, Rusland en Pruisen deel uit. Het schijnt dat de Deensche regee ring dus zelfs bij dergelijke êtiquette-quaestiën het Sleeswijksche vraagstuk geheel en al vergeet. Volgens mededeelingen uit Dresden betreffende het vreeselijk ongeluk in de steenkolenmijn in den Plauen- sehen Grand, blijkt thans, dat het aantal omgekomen arbeiders is 279; zij laten na 221 weduwen en 650 kin deren. Het blijkt dat enkele van de omgekomenen nog eenigen tijd geleefd hebben met den dood voor oogen hebben eenige van hen nog een vaarwel aan hunne huis gezinnen gericht. In hunne nabijheid heeft men strookjes papier gevonden op een waarvan o. a. het volgende ge schreven stond: „Mijne lieve huisgenooten, terwijl wij den dood voor oogen hebben herinner ik mij uwer nog. Leeft allen wel en hoop op een gelukzalig wederzien. Tusschen 9 en 10 uur." Een ander luidde aldus: „Lieve vrouw! Draag goed zorg voor onze kleine Marie. In een boek in de kamer ligt nog 1 thaler. Vaarwel, lieve moeder en zuster. Tot wederziens!" Voorts waren nog enkele gezegden met krijt op planken geschreven als: „Vaarwel, lieve vrouw, vaarwel lieve kinders; moge God voor u zorgen! Gottlieb Heiman." Na 10 uren zal van deze ongelukkigen wel niemand meer in leven geweest zijn. Hoogst opmerkelijk is het, dat in velemijnen in Saksen zeer gebrekkige voorbehoedmiddelen worden aange wend, om onheilen door ontvlamming van schadelijke gassen te verhoeden. Bijna geene enkele mijn wordt geventileerd en het gebruik der niet genoeg te roemen Davylamp is schier eene uitzondering. Algemeen wordt de verwachting gekoesterd, dat de vreeselijke ramp thans geleden, aanleiding zal geven tot het verordenen van zoodanige maatregelen, betrekkelijk de ontgin ning der steenkolenmijnen in Saksen, dat het leven der mijn-arbeiders niet langer zoo roekeloos aan de schrotne- lijkste gevaren wordt blootgesteld, als tot heden het geval is geweest. Men verneemt dat de eigenaar der mijnen, in welke het vreeselijke onheil heeft plaats ge had, aan de nagelaten betrekkingen der verongelukten het volle loon over de maand Augustus heeft doen uit betalen. Dit verdient te meer opmerking daar de eige naar zelf een aanzienlijke schade geleden heeft; de mijn bracht hem jaarlijksch ongeveer 350,000 thaler op. Van alle zijden worden liefdegiften toegezonden aan de commissie te Dresden, welke de inzameling en verdeeling daarvan op zich heeft genomen. Van mejufvrouw Tinne, onze excentrieke landge- noote, die op het voetspoor van Ida Pfeiffer, maar volgens eene geheel andere methode, in de biunenlanden van Afrika is doorgedrongen, zijn weer interessante berichten ontvangen. Eene zoodanige vermaardheid heeft die gril lige dame reeds bij de Arabieren en negers verkregen, dat men haar tot in de zeer verwijderde oasis van Aud- schille, volgons den Duitsche reiziger Gerard Rohlfs, Bank-er-Rey, of Koningsdochter noemt. Haar laatste verblijf was bij den heer Ichnouchen, een hoofdman van de Touaregs, waar zij eenige weken logeerde. Aan den sultan van Barnou heeft zij onlangs eene geheele lading geschenken verzonden, allen geschikt om den kinder- achtigen geest van de zwarten in verrukking te brengen: groote muziekinstrumenten met allerlei leven er in. een automaat die papa en mama zegt, een vogel die eenige minuten vliegt en ander speelgoed van dien aard, rijke stoffen met de schreeuwendste kleuren en eindelijk eene vélocipède, de eerste, die in Soudan is doorgedrongen. {Dagblad van \-Gravenhage.) Volgens de Provinciale Groninger courant zal het gesticht voor weezen, vondelingen en verlaten kinderen te Veenhuizen met 1 October a. worden opgeheven. Dezer dagen is, tengevolge eener amputatie aan een voet, de Duitsche ingenieur Röbling overleden, die bekend is door zijne groote in Amerika uitgevonden werken. Onder deze is de 1200 voet lange en aan metaal draad hangende waterleiding „de Pennsylvania-kanaal- aquaduct." Dit kanaal wordt door zeven pilaren onder steund, en is in 1844 voltooid. Voorts de Monongahela- hangbrug bij Pittsburg, 1500 voet lang met acht span ningen, die in 1848 gereed kwam, en bovenal de groote hangende Niagara-brug, met 820 voet spanning en twee passages boven elkander, waarvan de bovenste voor spoortreinen, de laagste voor wagens en voetgangers dient. Op deze brug die in 1854 werd voltooid, volgde de 1200 voet lange hangbrug over de Ohio bij Cincinnati. Thans zou door den heer Röbling een nog reusachtiger werk ondernomen worden, de East-Riverbrug tusschen New-York en Brooklijn, die 5000 voet lang zal worden met eene centraal-spanning van 1600 voet voor de East- River. Dit laatste werk wordt nu door zijn zoon vol tooid. (Van 7 tot 14 Augustus.) Vlissingen. Bevallen: C. M. Raames, wed®, van G. J. de Jong, z. G. de Haas, geb. Rijkers, z. V. M. Demeyne. geb. Ardaen, z. W. Koole, geb. Stroo, z. E. J. Dermout, geb. Goglin, d. M. J. van der Staal, geb. Lauwereins, z. M. C. Vermeeseh, geb. Ekkers, d. M. Horneman, geb. Levie, d. A. M. Huijssen, geb. Adriaanse, z. II. Brielsman, geb. Fou, z. J.C.Ceulen, geb. LeMarchand, z. (doodgeb.) Overleden: Q. Borgwat, z. 8 m. M. J. van de Velde, jm. 27 j. J. B L. Kleineeder, jm. 18 j. A. van Zetten, z. 8 j. M. C. ten Hacken, d. 7 j. J. G. Hannaart, jm. 43 j. Goes. BevallenA. A. van der Hoek. geb. Moll, z. C. IC. Kramer, geb. Verplakke, d. I. C. van der Made, geb. IClemkerk, (levenloos.) Overleden: F. Stevense, man van F., van de Velde, 37 j. K. E. Molhoek, d. 4 m. P. F. Briels, z. bijna 10 j. C. M. Visser, vrouw van C. J. Reijnhout, 67 j. Ziertkzee. Gehuwd: M. Verschoor, jm. 26 j. met M. van Gastel, jd. 33 j. Bevallen: M. M. Mulock Houwer, geb. van Andel, d. M. A. Troch, wed®, van J. Gilden, z. M. de Keijzer, geb. van den Bout, z. Overleden W. Schuijlings, weduwn. 83 j. J. Mallan- der, z. 10 j. C. Beije, man van G. Vlaander, 52 j. Burgemeester en wethouders van Middelburg hebben heden namiddag in het openbaar, bij enkele inschrijving, aanbesteed: het maken van eenige werken nabij den ouden Arnemuidschen weg, in verband met de verande ring van het rioolstelsel dezer gemeente, bestaande in 1°. den onderbouw van eene bascule brug; 2°. het bouwen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2