OURANT.
N° 13G.
Maandag
1869.
9 Augustus.
Middelburg 7 Augustus.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
Landbouw.
Gemengde berichten.
UITSLAG DER STEMMINGEN
"voor Letlon der Gemeenteraden.
Vervolg
Nienw vl i et. Ingeleverd 22 biljetten. Gekozen de
heer J. Kense, aftredend lid, met 16, en J. Dnbois Jz.,
met 13 stemmen. De heer J. Dubois Sr., had verzocht
niet in aanmerking te komen.
De Arnhemsehe courant beweert dat een onzer cor
respondenten gemeld heeft, dat de minister van oorlog
"wenschte weder in den raad van state zitting te nemen.
De redactie schijnt zich echter te hebben vergist; zij
heeft geen bericht van dien aard in de Midd.p'^'j-gsche
courant kunnen aantreffen.
De Staatscourant van 7 Augustus bevat eene ministe-
rieele bekendmaking, volgens welke ter opleiding voor
telegrafist bij den dienst van de rijks-telegraaf, na verge
lijkend onderzoek, ongeveer twintig leerlingen worden
toegelaten tot het te dien einde aan hen te Amsterdam
te verstrekken onderricht. Adspiranten moeten zijn Ne
derlanders, geboren in een der jaren 1839 tot 1851 inge
sloten. Het vergelijaend onderzoek vangt te's-Graven-
bage aan don 4 October a De verdere voorwaarden zijn
in de staatscourant opgenomen.
jun.nERORDEN. Benoemd tot ridder der orde van den
Nedcrlandschen leeuw de generaal-majoor J H. L. Rijs-
terborgh, lid van het hoog militair gerechtshof.
ministerieelë departementen. Op verzoek eervol
ontslag verleend, met den laatsten September a., aan den
heer J Z Burnet, nit zijne betrekking van referendaris
hij het departement van marine, behoudens aanspraak
op pensioen en onder dankbetuiging voor de langdurige,
trouwe en goede diensten, door hem aan den lande be
wezen.
In de Staatscourant van 7 Augustus zijn opgenomen
de verslagen der commissiën belast met het afnemen der
examens van hen, die akten van bekwaamheid verlang
den voor middelbaar onderwijs: a in wis- en natuurkun
dige wetenschanpenlandbouwkunde, zeevaartkunde,
teekenen en boetseeren; b in de Nederlandsclie en
vreemde taal- en letterkunde, de geschiedkundige,
staats- en handelswetenschappen, het schoonschrijven
en de gymnastiek.
De adelborst 3" klasse bij het koninklijk instituut
voor de marine te Willemsoord H. A. de Rugter van
Steven inck wordt, op daartoe gedaan verzoek, met den
laatsten dezer eervol uit den zeedienst ontslagen.
Den 11' dezer zullen de miliciens der lichtingen van
1866 en 1867, beboerende tot de infanterie, die niet
langer dan vijf maanden onder de wapenen zijn geweest,
hij hunne korpsen tegenwoordig moeten wezen. Den
8tn September zullen zij weder met onbepaald verlof
huiswaarts keeren.
De miliciens der lichting van 1865, behoorende tot de
infanterie, zullen in de eerste dagen van September bij
de korpsen aanwezig moeten zijn. Zij zullen hoogstens
30 dagen in dienst blijven.
Met uitzondering van enkele bepalingen zijn, ten aan
zien van de niet op hun verzoek met verlof gezonden
manschappen, van de nationale militie die op een be
paald tijdstip weder bij hunne compagniën onder de
Wapenen moeten komen, toepasselijk verklaard de
bestaande voorschriften nopens het met groot verlof
zenden der miliciens.
Z. M. heeft de traktementen der kapiteins bij het wa
pen der marécliaussée verhoogd en bepaald, dat het trak
tement voor kapiteins, divisie-kommandeerende, zal be
dragen /"2400; en voor de overige officieren van dien rang:
voor de twee oudste 2100 en voor de overigen /1800.
In verband met de wet van 15 Juli 11., nopens het
verstrekken van rijkspaarden aan officieren, niet tot de
korpsen te paard behoorende, is door den koning een
besluit genomen, waarbij regelen gesteld zijn, volgens
welke niet alleen de bij die wet bedoelde officieren, maar
in het algemeen al dè officieren, die tot het houden van
dienstpaarden verplicht zijn, van rijkswege in de gele
genheid zullen worden gesteld zich van dienstpaarden
te voorzien.
Betrekkelijk den siand der veldgewassen in Schou
wen en Duiveland kan het volgende gemeld worden.
De, aardappelen staan niet zeer gunstig. Het kwaad
begint zich in het loof en ook aan den aardappel te ver-
toonen.
Zomertarwe is in zeer geringe mate geteeld.
Wintertarwe levert over liet algemeen een goed gewas.
Hier en daar treft men veel witte en zwarte doode aren
aan, die niets opleveren.
De rogge is oogenschijrilijk een goed gewas, maar stelt
onder de behandeling teleur, daar de korrel klein van
stuk is. Ook de wintergerst valt niet zeer mede;
deze wordt echter weinig geteeld. Maartsche gerst isover
het algemeen een zeer goed, Zomergerst een matig gewas.
In Schouwen is de haver voortreffelijk, maar elders is
er veel zeer slecht.
Erwten zijn over het algemeen tamelijk wel.
Paardenboonen staan zoo uitmuntend als men ze in
geen jaren gezien heeft Kleir.e boonen beloven een
tamelijk gewas. Ook hot vlas is bevredigend, doch niet
zoo goed als ten vorigen jare.
Het hooi heeft een rijken oogst opgeleverd. Men be
groot de opbrengst wel ruim de helft meer dan ten vorige
jare. Ook de qualiteit is veel beter. De mede, zoowel 1
als 2 en 3jarige staat uitmuntend.
De Amsterdamsche courant bevat den volgenden brief
van een der matrozen van de Amstel die in de sloep aan
wezig waren, waarop zich een deel der bemanning van
de Amstel aan de knst van Guinea bevond. Die brief is
hier zonder eenige verandering opgenomen.
„St. George d'Eimina, 4 Juli 1869.
„Waarde ouders
„Ik neem de pen op om uw eenige letteren te doen
weten weegens mijne gezondheid, die wei beter kon
wezen. Ik heb een paar keeren de koorts gehad, maar
dat zal wel spoedig weder beter zijn; ook hoop ik tevens
dat uw dezen brief in gezondheid mag ontvangen.
Ja vader, mogelijk hebt gij het al vernomen en mogelijk
ook niet. Wij zijn op vijands kust met een sloep, bemand
met elf gewapende mannen, door de zee omgeslagen,
waarvan er zes zijn verdronken en een is er doodgescho
ten, zoudat wij met ons vieren overschoten en in vijands
hand vervielen, die met wilde heesten gelijk staan. Zoo
dra zijo ns in hunne magt hadden, hebben zij ons van
onze kleederen ontdaan en ons een rivier overgevoerd
naar eene plaats, waar wij met een geschreeuw, vergezeld
van schoppen, slagen en andere schandaalige spotternijen,
ontvangen werden. Daarna werden onze handen op onze
ruggen gebonden, om 4 uren wijder het bosch in te trek
ken, waar wij weder aan eene plaats kwamen, die zoo
veel als een dorp heet, waar wij weder met groot ge
schreeuw en getier en allerlei schandelijke spotternijen,
die ik hier niet op het papier mag zetten, ontvangen;
toen hebben zij mij en ook de anderen met eene kram,
waar mijn arm door was, aan een groote balk geslagen.
Zoo hebben wij 24 uren ten spot van al die zwarte on-
menschen gezeten. Ook kwamen zij den anderen dag
met het vel van onzen kameraad zijn hoofd en dat heb
ben zij over ons gezigt heengetrokken. Ook een hand
hadden zij afgekapt en op een stokje gebonden, daar zij
ons mede sloegen links m regts, en daarna kwamen er
nog met een bullepees, die ons de stukken vleesch uit
het ligchaam haalden. Wij hebben daar veel moeten
lijden; dan kwamen er dagelijks wel 300 bij ons die ons
wijsden ons hoofd af te snijden; dus vader, uw kunt wel
begrijpen welke angsten ik. heb uitgestaan. Alzoo zijnde
hebben wij een dag of vier doorgebragd, toen nam het
een keer met ons, want toen werden wij niet meer ge
boeid en hadden onze broeken weder gekregen; dat was
voor ons als Europeanen een groote. Maar toen werden
wij weder bij elkander van daan gehaald. Wij bleven met
ons beiden op die plaats, de officier ging naar een andere
plaats en ook de vierde weer naar een andere plaats.
Toen kreeg ik na een paar dagen weder hoop, toen zij
mij kwamen zeggen dat ik mede moest naar Caopcoast,
eene Engelsche plaats, waar de Engelsche goeverneur
woont, die veel tot onze verlossing heeft gedaanmaar
terwijl ik daar heen zou gaan kwam ik in de plaats
waar de laatste matroos was en daar zou ik overnachten,
en in die tijd waren er Fanteinsche afgezanten met een
hofmeester en een kok geko nen met een brief, om ons
op europische wijze te belia idelen. Ook moesten wij in
den raad komen, en daar vroegen zij of wij Engelsch kon
den, maat- dat kénden wij niet; wij zeiden dat er één van
ons vieren was die Fransch en Engelsch kon, de offisier,
dus die möëst den anderen dag komen.
„W ij kregen toen die avond al thee met koekjes; sints
die tgd hébben wij van eten of drinken geen klagen meer.
Den anderen dag kwamen onze twee andere kameraden,
dus waren wij weder met ons vieren bij elkander; toen
werd er raad belegd en heeft die officier een brief ge
schreven naar Goapcoast en daarmede liep dat weer af,
maar wij moesten bij elkander blijven, alzoo zijnden be
sloten wij met den officier mede te gaan, toen moesten wij
weder terug, maar dat was niets, na verloop van acht da
gen kwamen zij ons verblijden met te zeggen dat de goe
verneur op Guinea was, dat is die plaats daar de raad
belegd is, en die kwam om ons te halen en een uur daarna
zagen wij kerels met een hoorn die blaasden en hangmat
ten om ons te halen. Die niet loopen konden zouden
gedragen worden, maartoen hoorden wij dat er een doctor
mede gekomen was en geen goeverneur. Wij maakten
ons onmiddebjk klaar en vertrokken maar weer naar
Guinea, waar wij laat aankwamen: maar, vader, ik kan
u de vreugdeniet beschrijven toen wij den doctor zagen,
want dat was den eersten blanken die wij weder zagenf
die bekeek onze wonden nadat wij bij hem op de kamer
waren. Daar werd goed opgedischt en gingen wij verder
na wat gepraat te hebben naar kooi. Wij moesten onder
zijn berusting blijven, die heeft toen verders voor ons
gewerkt, zoodat wij 22 Juni op Coap Coast behouden
aankwamen. Verders zijn wij den 26 Juni met een blijd
hura van onze kameraden onder het aan boord komen
begroet met een extra borrel aan de klok. Ik heb veel
meer te vertellen, maar dat ik alles niet beschrijven dat
zal ik naderhknd als ik met verlof ben wel nader beschrij
ven. Vevolgens hoop ik, vader, dat uw het compliment
doet aan zusters en broeders en moeder, en na uw, vader,
het compliment toegebracht te hebben breek ik af met de
pen maar niet met mij n hart en ik noem mij u geliefde zoon.
„Ik verwacht spoedig antwoord."
Het Utroehtsch dagblad deelt het volgende pro
gramma mede van de feesten hij gelegenheid van den
tweeden nationalen schietwedstrijd:
Maandag 16 Augustus. Te 3 uren plechtige ontvangst
der deelnemers aan den wedstrijd, op de Neitde. Aan
bieding van den eerewijn door den burgemeester der
stad Utrecht ter stadhuize. Te 4j uren vertrek naar het
kamp aan den Bilt per extra-trein; te 6J uren bijeenkomst
der scherpschutters in het kamp, voordracht over de zaak
der volksweerbaarheid. Te 8 uren, muziek-uitvoering.
Dinsdag 17 Augustus. Te 8 uren, aantreding der deel.
nemers aan den wedstrijd A. Te 9 uren. aanvang van den
wedstrijd. De aanvang enheteinde van eiken wedstrijd
zal eiken morgen en middag door een kanonschot worden
aangekondigd. Van 1 tot 4 uren muziek uitvoering. Te
5 uren, militaire manouvres, uit te voeren door deelne
mers. Te 7 uren, concert. Te 8 uren, diner, Z. M. den
koning aangeboden door de regelings-commissie en de
deelnemers aan den wedstrijd.
Woensdag 18 Augustus. Des morgens, aantreding der
mededingers en aanvang van den wedstrijd B als boven.
Van 1 tot 4 uren, muziek-nivoering. Te 4 uren, ontste
king van mijnen, volgens het stelsel van den heer J. E.
Cornelissen. Des avonds te 6 uren, concert.