Thermometerstaiid.
verband met een bericht van den commissaris van politie
te Zutfen, nopens zekeren zich noemende Dunet uit
Atroi, koopman in servetgoederen enz., bekend gemaakt,
dat eenigen tijd geleden, zich ook aldaar bij verschil
lende ingezetenen heelt vervoegd een persoon, groot
van gestalte, gezet en van fatsoenlijk voorkomen, zich
noemende H. Hoswitz; volgens zijne opgaven wonende
Rue ftivoli te Parijs, te koop aanbiedende linnen servet
goederen enz. en wel op crediet, tenzij tegen overgave
van acceptatiënmet bepaling dat zoo mocht blij
ken dat het gekochte niet geheel uit zuiver linnen
bestond de koop daardoor als nietig zou worden be
schouwd. Na aan eenige personen eene hoeveelheid
goederen tegen acceptatiën te hebben afgeleverd, bleek
het dat deze grootendeels uit katoenen bestonden en
nauwelijks het derde gedeelte van den koopprijs waard
zijn. Daarover aan hem gerichte brieven aan het door
hem opgegeven adres te Parijs, bleven zonder antwoord,
terwijl is gebleken dat hij te dier plaatse niet woonach
tig is. Een der bovenbedoelde acceptatiën verschenen,
op 15 Juni jlwerd, wegens wanbetaling, geprotesteerd
en vervolgens door een der geëndosseerden J. Duues
te Rotterdam, in handen gesteld van een deurwaarder,
teneinde de door ET. Hoswitz bedrogen personen tot be
taling te noodzaken.
- Uit Nijmegen wordt als eene bijzonderheid mede
gedeeld, dat de boschbessen, een artikel dat van daar
naar Engeland verzonden wordt, die in vorige jaren
omstreeks dezen tijd 25 a 30 cent het vaatje kostten,
thans nog f 1 en 125 gelden, terwijl de aanvoer nog
even groot blijft. Wekelijks wordt van daar voor zeven
duizend gulden van die bessen verzonden.
In Havelte barstte jl. Donderdag tengevolge van
hooibroeiing een geweldige brand uit. Degroote buiten
plaats Oersinge van dr. Kijmell is vernield. De brandspuit
uit Meppel heeft zich derwaarts begeven. De brand
duurde bij het afzenden van dit bericht aan het Utrechtsch
dagblad, waarvan wij het ontleenen, nog voort.
P>ij eene kerkelijke plechtigheid in de omstreken
van Napels, hadden de aangebrachte versieringen door
een der ontelbare waskaarsen vlam gevat. De aanwezige
menigte zag naar den voortgang der vlam, doch als ver
bijsterd door den schrik bewoog zich niemand. Een der
aanwezigen voor het lot der geloovigen bezorgd, riep r,u,
teneinde hen het gebouw te doen verlaten: het gewelf
stort inOnmiddellijk snelden allen naar de uitgangen,
waardoor een ontzettend gedrang ontstond, met dat ge
volg dat men behalve de gewonden, de gestolen voor
werpen en gescheurde kleedingstukken, het verlies van
zestien menschenlevens te betreuren heeft.
Eenige sensatie maakt in Engeland de zelfmoord
van een jong meisje, welke een contract met een land
verhuizers-maatschappij gemaakt had, doch berouw kreeg
van haar daad, en door de verklaring, dat zij bij de ver
breking van het contract 40 p. st. rouwkoop zou moeten
geven, zoodanig uit het veld geslagen was, dat zij, met
doodelijken afloop, vergif heeft genomen. De bladen vra
gen met ongerustheid, of door sommige landverhuizers
maatschappijen inbreuk gemaakt wordt op de vrijheid
vau hen, die er toe overhellen hun land te verlaten.
De ontploffing van mijngas in de steenkolenmijn
in het dal Plauenscher Grund in Saksen heeft aan 450
menschen het leven gekost; slechts drie mijnwerkers
hebben zich kunnen redden; ook eenige personen, die
terstond waren toegesneld om hulp te bieden, heeft men
niet uit de mijn zien terugkeeren; zij zijn waarschijnlijk
het slachtoffer geworden hunner hulpvaardigheid. De
oorzaak van de ontploffing is onbekend.
Den lc» Juli is in Massachusetts eene nieuwe
„matigheids wet" ingevoerd, bestemd om de in 1866
aangenomen, doch haar doel gemist hebbende soortge
lijke wet te vervangen. De verkoop niet slechts van
eigenlijk gezegde sterke dranken, maar van alle geest
rijke vochten, ook van wijn en bier, wordt bij die nieuwe
wet tot staats-monopolie verklaard en zal voortaan door
den gouverneur of door de aldermen aan bepaalde agen
ten worden opgedragen. Deze maatregel moet hoofd
zakelijk strekken om het misbruik dier dranken tegen
te gaan. Indien de agenten schriftelijke aanzoeken van
ouders, voogden, echtgenooten of kinderen ontvangen
om iemand, die zich aan dronkenschap overgeeft, de
afgifte van sterken drank te weigeren, zijn zij, op ver
beurte eener geldboete van 20 tot 500 dollars, verplicht,
daaraan gevolg te geven. De nieuwe wet ontmoet, even
als de vorige, te Boston en elders in den staat, een heftig
verzet; maar de regeering heeft besloten, aan hare uit
voering streng de hand te zullen houden.
Men weet dat Ismaïl pacha de onderkoning van
het land alwaar de ibis als .een heilige vogel wordt ver
eerd gedurende zijn verblijf te Parijs zich vooral zeer
ingenomen betoonde met het ballet en dus ook met het
ballet-personeel. Een der daartoe behoorende danseres
sen zal waarschijnlijk eene kunstreis naar Egypte onder
nemen intusschen prijkt op haar brievenpapier een ibis
met het opschriftquo ibisibo.
Het Engelsch dagblad the Economist bevatte dezer
dagen zegt de Figaro een artikel, hetwelk bij eerste
lezing eene theorie scheen te verkondigen, welke ons
met ontzetting vervulde: „Indien de souveréinen acht
tien jaren lang gediend hebben moet men hen vernieti
gen en nieuwe nemen. De kronen kunnen hoogstens
dien tijd duren." Bij nadere lezing bleek dat er van
munten sprake was.
Het volgende had voor eenigen tijd te Reading in
Pensylvanië plaats. Een jong Amerikaan had een duel
op de pistool. Het eerste schot was aan hem en hij miste.
De tegenpartij legt aan. „Halt! riep de Yankee, „wat
verlangt gij, om afstand te doen van uw recht om te
schieten? Laat ons hierover onderhandelen." De tegen
partij, een flinke vent, maar arm, stond verlegen en
zeide: „hoe hoog schat gij mijn schot?" „Vijfhonderd
dollars" was het antwoord. „Dwaasheid," en de pistool
werd aangelegd. „Zeshonderd. „Uw leven is veel
meer waard... „Duizend dan, en een heerlijk ont
bijt?" Top!Hierop wordt de pistool in de lucht
afgeschoten, en met een vrooilijk gemoed ging men aan
het ontbijt.
In het adres der ingezetenen van Krakau komt o. a.
het volgende voor
„Met grenzelooze verbittering en afschuw hebben wij
opgemerkt hoe de jezuïeten zich binnen onze muren nes
telen.
„Overal waar zij ooit vasten voet hebben verkregen,
komt het fanatisme in plaats van het zuiver en onbevlekt
geloof, eene schijnheilige femelarij in plaats van ware
vroomheid, en godsdienstvervolging in plaats van ver
standige verdraagzaamheid. Het volk verviel in ellende
en luiheid, omdat het den tijd, die tot werken was be
stemd, in de kerken met bidden doorbracht. De alge-
meene treurige gevolgen van hun verderfelijken invloed
op de geschiedenis van ons eigen vaderland doen zich
nog heden ten dage gevoelen.
„Wel is waar, wij hadden onder de Poolsche jezuïeten
mannen als Skarga, Wujek, Sberbiewski en Kojatowich,
maar die maken eene uitzondering. Zij waren telgen dei-
universiteit van Krakau, zij hadden meer liefde voor hun
vaderland dan voor hunne orde.
„Het waren de jezuïeten, die in Polen de dweepzucht
aanwakkerden en door hun noodlottigen invloed den
ondergang van dat land bespoedigden, doordien zij in
hunne scholen in plaats van eerlijke burgers slechts
lichtzinnige en geestelooze individuen plaatsten. Zij
waren het, die de Poolsche gemoederen van de Rutheni-
schen broeders vervreemd hebben. Zij hebben den ver
derf aanbrengenden Kozakken-oorlog in het leven geroe
pen. Zij hebben koning Ladislaus verhinderd, den troon
van Moskau te beklimmen. Zij hebben den haat tegen
de dissidenten verwekt, de schooljeugd opgehitst. Toen
paus Ciemens XIV hunne orde ophief, schaamden zij
zich niet bij de schismatieke Katharina bescherming te
vragen tegen het hoofd der catholieke kerk.
„Altoos en overal waren zij er op uit, om de volken in
onwetendheid te houden, de beschaving te bestrijden, de
voorstanders van vrijzinnigheid en vooruitgang te onder
drukken en te vervolgen, rijkdommen te verzamelen, de
geheele aarde in hun net van intrigues te wikkelen, en
heinde en ver hunne heerschappij uit te breiden.
„Schijnbaar deemoedig, maar met den trots van satan
in het hart, sluipen zij overal binnen. Zij maken zich
meester van de zwakke vrouwenharten, en evenals po-
lypen zich overal in vertakkingen uitbreidende, alle merg
en bloed uitzuigende, worden zij de meesters der volke
ren. Zij worden op den voet gevolgd door geestelooze,
trage, in luiheid bestaande orden, die achter muren en
traliën Gods zonnelicht ontvlieden en den arme zijn
laatste penning aftrochelen, terwijl er soms slechts toe
vallig, en dan nog nauwlijks iets aan het licht komt van
de geheimenissen, die zij in het duister bedekt houden.
„De laatste gebeurtenissen hebben bewezen, hoe de
sedert lang tegen hen bestaande en bedwongen afkeer
zich plotseling heeft lucht gegeven.
„Het geloof is ons heilig, maar wij willen dat de uit
oefening van de geboden des geloofs berust in handen
van priesters, die wij kunnen hoogachten en beminnen.
„Moge de raad naar de onbevangen waarschuwende
stem eener vastberaden bevolking hooren, en er voor
zorgen dat de Karmiiieterinnen, de beruchte Feliciane-
rinnen en jezuïeten, die door allerlei lage list onzen
dierbaarsten schat, onze Jagelloonsche universiteit,
trachten ten onder te brengen, voor immer en altoos uit
Krakau worden verdreven."
The Times is in staat gesteld, een beknopt dagboek
mede te deelen, hetwelk aan boord der Great-Eastern
gehouden is gedurende hare jongste reis tot het leggen
van den Franschen trans-atlantischen telegraafkabel.
Dat dagboek vangt aan met den 19™ Juni, den dag, waarop
de Great-Eastern van Portland naar Brest is gestevend,
en eindigt met den 14™ Juli, als wanneer het schip, nabij
het eiland St.-Pierre zijn werk volbracht hebbende, en
het leggen van den kleinen kabel tusschen het genoemde
eiland en het vasteland van Noord-Amerika aan de drie
schepen William Corry, Scanderia en Chiltern overlatende,
de terugreis naar Engeland aanvaardde. Ziehier een en
ander, hetwelk daaraan ontleend is: „Donderdag, de
24™ Juni, bracht een ochtend van zorgen, want te 3 uren,
juist even voor het aanbreken van den dag, klonk de
alarm-gong door het schip, te kennen gevende, dat
een ernstig ongemak aan den electrischen toestand van
den kabel was opgemerkt. Terstond werden de stoom
machines omgezet het schip lag stil, en het werk
van uitvieren werd gestaakt. De proeven, door den werk
tuigkundige, den heer Willoughby Smith, genomen,
toonden aan, dat eene fout over boord gegaan was, en sir
Samuel Canning, de hoofd-ingenieur der ondernemingen,
liet terstond den kabel aan den achtersteven weder op
halen, terwijl de kapitein, de heer Halpin, teneinde hem
daarin behulpzaam te zijn, het schip op eene meesterlijke
wijze bestuurde. Nadat ongeveer I j mijl waren inge
palmd, bleek het, dat de fout aan boord teruggekomen
was. Spoedig was het gedeelte van den kabel, waarin zij
zich bevond, uitgesneden de daardoor noodzakelijke
aanhechting bewerkstelligd, en te 10 uren begon men
weder uit te vieren. De machine, welke gebruiktwerdom
den kabel op te halen, was gebleken uitmuntend te werken.
De spanning, waaraan de kabel was onderworpen, be
droeg 3 a 4 ton, en deze weerstond hij zeer goed, of
schoon de zee te dier plaatse ongeveer twee mijlen diep
was. Alles ging weder zijnen gewonen gang en men had
zich over en weder hartelijk geluk gewenscht, toen te
half 12 uren de gong andermaal luide door het schip weêr-
klonk. Op nieuw werden de stoommachines omgezet,
staakte het schip zijnen loop, en de uitvierings machines
haren arbeid, en wachtte een ieder, met spanning op het
aangezicht, berichten uit de kamer, waar de proeven wer
den genomen. Zij kwamen binnen 5 minuten, en het
oponthoud was slechts veroorzaakt door een valsch alarm
van de kust. De kabel was volmaakt goed, en wij gin
gen dus weder voort. Op den middag waren 405 mijlen
van den kabel naar wensch gelegd, en peilde men eene
diepte van 2200 vademen. De fout, waarvan hier spraak
iS, en zooals er later nog twee malen eene ontdekt werd,
bestond in eene zeer kleine opening in het gutta-percha,
waardoor het water binnendringen kon, zoodat de tele
graafdraad niet langer geïsoleerd was. Den 30™ Juni
moest, om dergelijke reden, een gedeelte van den kabel
weder worden ingehaald, en ditmaal onder een hevigen
storm, en terwijl geweldige stortzeeën het schip van
oogenblik tot oogenblik overstelpten. „Het was een
I moeilijk vol te houden strijd (aldus wordt geschreven),
terwijl het groote schip van den boegspriet tot den
achtersteven trilde op eene wijze, die iedereen ver
baasde. Toch hield de machine vol, den kabel in
te halen, en het scheen, dat zij, langzaam doch zeker,
slagen zou om de fout, die over boord gegaan was,
weder op te halen. Ten laatste, na een twee uren lang
volgehouden strijd, kwam, ter plaatse waar de kapitein
stond, eene stortzee binnen, die van zoo ernstigen aard
was, dat het eenige seconden onzeker bleef, of niet een
der manschappen over boord geslagen was. Sir Samuel
Canning, de hoofd-ingenieur, gaf daarop bevel om den
kabel aan eene boei te bevestigen en af te kappen. Nog
nauwelijks was dit bevel gegeven, toen een luid ge
kraak zich deed hooren, en toen het bleek, dat de kabel
in den voorsteven van het schip gesprongen was. Daar
hij de geheele lengte van het schip doorloopen moest,
bleek het spoedig uit de blijde kreten, der manschappen,
dat men hem had weten in te houden, pene boei werd
aan den kabel bevestigd en men liet hem daarmede aan
den storm over." Twee dagen later, toen de storm be
daard was, is het einde van den kabel weder opgehaald,
en daarna is het werk zonder noemenswaardige stoornis
voortgezet. De Great-Eastern is aan het punt harer be
stemming aangekomen met te meer in het oog vallende
juistheid, naarmate het moeielijker was om, met eene zoo
grooto en steeds afnemende hoeveelheid ijzer- en koper
draad aan boord, op het corapas af te gaan. De aldus ge
legde trans-atlantische kabel is de langste, welke tot
dusver gelegd is; hij vereenigt twee kusten, die 2684
zeemijlen van elkander verwijderd zijn, en de zee is hier
en daar dieper dan tot dusver bij eenige kabellegging
gepeild is.
5 Aug. 's av. 11 u. 61 gr.
4 'smorg.7u.62gr.'smidd.lu.67gr.'sav. 7u. 61gr.