O U R A N T. N° 132. Woensdag 1869. 4 Augustus. Middelburg 3 Augustus. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Landbouw. Gemengde Berichten. Aan de heden gehouden herstemming voor de verkie zing van twee leden voor den Middelburgschen gemeen teraad hebben 383 van de 757 kiezers deelgenomen. Bij de eerste stemming op 20 Juli jl. hebben 376 hun biljet ingeleverd. De uitslag der gisteren te Goes gehouden herstem-— ming voor de verkiezing van twee leden voor den ge meenteraad is als volgt. Er zijn 275 geldige biljetten ingeleverd (bij de eerste stemming 292). Daarvan zijn uitgebracht op dr. C. A. van Rcnterghem, aftredend lid (die bij de eerste stemming 115 stemmen verkreeg), 176 en op mt J. G. de Witt Hamer (die bij de eerste stemming 111 stemmen op zich vereenigde) 99 stemmen. Eerstge noemde is alzoo gekozen. Wij vernemen dat m'. J. J. van Deinse, voorzitter dei arrondissements-rechtbank te Goes, wegens vergevor derden leeftijd zijn ontslag uit die betrekking hee t ge vraagd. Tot tweeden veldwachter in de gemeente Wissekerke, met aanwijzing van Camperland als standplaats, en om den R" October 1869 in functie te treden, is benoemd Lieven Bakker, thans kommies bij de plaatselijke be lastingen te Vlissingen. De Staats-courant van Dinsdag 3 Augustus bevat het koninklijk besluit van den 24en Julijl., houdende herzie ning van het koninklijk besluit van 2 Juli 1849, n°. 55, omtrent het toekennen van wachtgelden aan burgerlijke ambtenaren. Uit Leeuwarden schrijft men van 29 Juli „Gelijk onlangs is medegedeeld, heeft de hooge raad bij arrest van 16 Juni jl., vernietigd een door de arron dissements-rechtbank alhier bevestigd vonnis van het kantongerecht te Berguin, waarbij een ingezetene van dat dorp wegens weigering om de betrekking van arm voogd aan te nemen, op grond van de verordening betreffende de algemeene armbesturen in de gemeente Tietjerksteradeel, tot geldboete van 25 of subsidiaire gevangenisstraf van 3 dagen was veroordeeld. Geheel in overeenstemming met een vroeger arrest, van 10 Mei 1859, nam de hooge raad aan, dat de gemeenteraad onbe voegd was om straf te stellen op de overtreding van een reglement, dat eeniglijk zijn grond heeft in de wet op het armbestuur. Gedeputeerde staten van Friesland hebben thans gemeend de aandacht van de gemeente besturen op deze beide arresten te moeten vestigen en hen aan te bevelen, de reglementen, op dit onderwerp in hunne gemeente bestaande, aan een nauwkeurig onder zoek te onderwerpen. Mocht dat onderzoek aantoonen, dat die reglementen ook zoodanige bepalingen bevatten, dan zal het op den weg der gemeentebesturen zijn gele gen, bij den gemeenteraad de vereischte stappen te doen tot het aanbrengen van de noodige wijzigingen in de reglementen." (A. Roti. cour.) militie-commissarissen. Op verzoek en onder dankbe tuiging voor de bewezene laugdurige diensten, met ingang van 1 October a., eervol ontslag verleend aan H. de Greef, als militie-commissaris in het 3» militie district der provincie Noord-Brabant, en aan A. D. Wcber, als militie-commissaris in het 4° militie-district der pro vincie Zuid-Holland. Benoemd, met ingang van 1 October a., tot militie commissaris in het 3« militie-district der provincie Noord- Brabant,de gepensioneerde kolonel, laatstelijk plaatselijk komraandant te Nijmegen L. E. Tiesselinck; tot militie commissaris in het 4e militie-district der provincie Zuid- Holland, de gepensioneerde majoor, laatstelijk provinciale adjudant in Overijsel J. T. Evers. leger. Benoemd bij het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht in Oost-lndië tot officier van gezondheid 3« klasse, de studenten voor den mili tairen geneeskundigen dienst in Oost-Indië J. Timmer mans en J. P. L. Fischer. Op verzoek eervol ontslag uit Zr. Ms. militairen dienst verleend, met ingang van 1 dezer, aan den met verlof hier te lande teruggekeerden 2™ luitenant der infanterie van het leger in Né jf^landsch lndië L. J. A. J. Broman, wegens ongeschikth%^1bt het gaan hervatten van den werkclijken dienst,5tengevolge van lichaamsgebreken. '"'De heer J. A. van der Scheer hield jl. ZojUag zijne afscheidsrede als predikant bij de Nederduitseke her vormde gemeente te Cortgene, naar aanleiding van de woorden uit 1 Joh. II: 28a. Na afloop van den dienst brachten vele belangstellenden en vrienden den naar Onderdendam vertrekkenden predikant een laatsten groet. Ook werden hem verschillende geschenken ver eerd, waaronder twee fraaie schilderijen en een album met de namen der gevers, aangekocht uit vrijwillige bij dragen van de meesten der ingezetenen, waaronder vele armen. Tot predikant bij de christelijk gereformeerde kerk te Goes is benoemd, om daarna te worden beroepen, de heer A. S. Entingh, predikant te Rotterdam. De tentoonstelling van landbouw der Koninklijke maatschappij in Engeland, die den 19™ dezer te Man chester geopend werd, kan in vele opzichten belangrijk genoemd worden. Op een uitgestrekt veld gehouden, werd zij gedurende zes dagen door 40 a 60,000 menschen bezocht, die twee dagen drie gulden, êen dag een gulden 50 cent en de overige dagen zestig cent entreegeld betaalden, zoodat er na aftrek der kosten van prijzen en der regelingscommissie nog al wat voor de maat schappij overbleef. Het beste gedeelte der tentoonstel ling bevatte stoomploegen, stoomsleepers en andere stoomwerktuigen en maaiwerktuigen. Wanneer zal men ook in Nederland het nut van het gebruik dezer stoom krachten meer en meer inzien! Toen schrijver dezer regelen in 1860 zich 't eerst vervoegde bij John Fowler te Londen, de uitvinder van den stoomploeg, zooals hij er tegenwoordig uitziet, kon deze hem enkele landgoe deren aanwijzen waar zijn vernuftig werktuig beproefd werdgaat men hem nu zien, dan verneemt men van zijne „erven" (de uitvinder is dood), dat ze in elk graafschap van Engeland in gebruik zijn geraakt. Op ruim 160 boerderijen wordt het land met stoom bewerkt. Men heeft hier te lande ook reeds openbaar zijne ver wondering te kennen gegeven waarom deze bewerking geene toepassing vindt, en in eene vergadering van het genootschap ter bevordering van nijverheid te Onder dendam verklaard, dat het in Nederland niet bij een enkelen stoomploeg moet blijven. Ploegen, sleepers en locomotieven voor gewone wegen zullen meer algemeen in gebruik komen, wanneer ze meer vereenvoudigd, minder kostbaar en nog beter worden. Op de tentoon stelling blijkt dat men er weder verbeteringen aan toe gebracht heeft; stoomketels en cilinders zijn nu ook staande in plaats van liggende, en evenals andere rijtuigen rustende op stalen veeren; in plaats van vier heeft men drie wielen, de voorste alleen dienende om te sturen en de wielbanden overtrokken met gomelastiek ter breedte van 30 centimeters en ter dikte van 12 cen timeters. Daardoor heeft men verkregen e e n e zachte beweging, die minder stootend is, minder slijtage veroorzaakt, minder gerucht maakt en meer uitwerking uitoefent, doordien het met gomelastiek overtrokken wiel zich, evenals de poot van een olifant of kameel, zet naar den vorm des voorwerps dat er mede in aanra king komt en meer punten van aanraking er mede heqft. Dat men Fowler's stoomwerktuig tot verschillende doeleinden gebruikt blijkt op een landgoed in Glouclies- tershire te Buscat van den heer Campbell, dat wel dei- moeite waard is om bezichtigd te worden, waarom het vol gende vermelding verdient. Op dit uitgestrekte land goed heeft men dit voorjaar eene proef genomen met beetwortelen aan te bouwen, daarbij gebouwd eene beet. wortel-alcolioltabriek (het is bekend dat de beetwortel ove rigens in Engeland niet verbouwd wordt), en daartoe ge nomen een veld van 140 helctares grootte. Dit veld met den stoomploeg bewerkt;werd tot 60 centimeter diepte bezaaid, voor de helft met Franscb, voor de helft met Pruisch zaad in rijen, op afstanden van 60 centimeter om daar- tusschen met werktuigen het land schoon te houden. Terwijl dit veld op een half uur afstand van de fabriek verwijderd is en het vervoer der wortelen veel tijd ver- eischt, heeft men hierin voorzien door een kanaal te graven waarin met vier pompen voortdurend water ge pompt en dus een stroom verkregen wordt, die de wor telen naar de fabriek voert en door middel van schep raderen door verscheidene werktuigen in beweging brengt. Wellicht ware deze wijze van vervoer ook in polders, waar ringvaarten of bermslooten zijn, met voor deel in toepassing te brengen. Dat die landeigenaar van zijne groote veestallen al de mest vloeibaar maakt en door onderaardsche buizen op het land brengt, en nog andere verbeteringen aan wendt, is wellicht een geschikt onderwerp om later te bespreken. Het is mogelijk dat er onder deze laatste zulke zijn, welke geen direct voordeel aanbrengen. Genoeg zij dit echter als een nieuw voorbeeld van de groote middelen die men te baat neemt, om den 'andbouw productief te maken door hen, die niet met den ploeg in de hand maar met ondernemingsgeest bezield, haar tot een ruim middel van bestaan en wiustgeving maken. Tot de tentoonstelling terugkeerende, zij nog gemeld dat dit jaar de maaiwerktuigen bijzonder de aandacht der jury moesten trekken; groote prijzen waren daarvoor uitgeloofd, waarvoor zich ruim 60 maaiwerktuigen hadden aangemeld. Uit een brief van den luitenant ter zee Zegers Veekens, den 24''" Juni te Cape Coast, ten huize van den gouverneur geschreven, blijkt omtrent het gebeurde met een gedeelte der bemanning van de Amstel (behalve hetgeen reeds door de Staats-courant is medegedeeld), dat het doel, waarmede de sloep van boord werd gezon den, dit was, dat men wilde trachten eene rivier te vin den, die op de kaart was aangewezen, maar van boord door de kijkers niet gevonden werd. Na verhaald te hebben hoe de sloep tengevolge der hooggaande zee was omgeslagen,hoe hij-zelf en vier matrozen zwemmende het strand hadden bereikt, en hoe de geredden besloten hadden, te trachten langs het strand het Hollandsche fort Cham te bereiken, toen het opdagen van een troep negers hun belette, dat voornemen ten uitvoer te brengen,ver volgt de schrijver aldus: „ik zag don vijand op geen twintig pas van ons. Ik wenkte met de hand, dat wij niet zouden schièten en dat zij moesten ophouden met vuren (in den aanvang hadden de negers geschoten en daardoor een der matrozen in den arm gekwetst), waarop ik de matrozen toeriep, geene vijandelijkheden te plegen en recht op den vijand toeliep. Twee of drie mannen pakten mij, evenals anderen den matrozen deden, aan, rukten mijn pistool uit de hand en al mijne kleederen van het lijf, zoodat ik in een ondeelbaar oogenblik geheel naakt voor hen stond. Daarop liepen zij met ons de struiken in, brachten ons voor eene rivier en voerden ons in kano's naar den anderen oever, waarna zij ons in hun krom voerden, onder groot krijgsrumoer, en ons dreigden met den hals af te snijden. Wij dachten ook niet anders dan dat ons laatste oogenblik gekomen was. In hun krom gekomen, werden wij (voornamelijk door vrouwen) met klappen in het gezicht begroet en daarop in het huis van het hoofd van het krom gevoerd. Zij zetten ons naast elkander op den grond, doch in plaats van vijf waren wij nu slechts vier. Later vernam ik, dat de ontbre kende had willen vluchten, en toen hem dat onmogelijk was tegenstribbelingen had gemaakt, toen zij hem wilden medevoeren, waarop zij hem op den grond hadden ge worpen en het hoofd afgesneden hadden Wij waren alzoo met ons vieren, als boetvaardige zondaars geheel naakt voor eeuige hoofdpersonen gezeten. Van het strand naar het krom gevoerd wordende, had ik mij in het En- gelsch tot iemand gewend om hem te zeggen, dat wij door een ongeluk op strand gegooid waren en geene vijandelijkheden wilden plegen. Deze zelfde man diende als tolk tegenover het hoofd en eeuige grooten, en toen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1