O Maandag 26 Juli. Middelburg 24 Juli. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Marine en leger. Necrologie. Gemengde berichten. u Donderdag jl. had alhier de zomervergadering derVer- eeniging van genees- en heelkundigen in Zeeland, in een der lokalen van de sociëteit St. Joris, plaats. Na eenige huishoudelijke werkzaamheden werd onder ande ren het rapport der commissie voor therapie bij monde van den heer dr. Fokker uitgebracht, waarin deze, behalve van de ingekomene bijdragen van de heeren J. Deijer te Hontenisse en dr. J. C. de Man te Middelburg, melding maakte van het onlangs verschenen verdienstelijke werk van den heer Th. Snoep, te Kapelle, over Dyptheritis, naar aanleiding eener epidemie van Angina dyptheritica. Voorts werd hij monde van den heer J. Egberts Ris- seeuw J.Ez. rapport uitgebracht als afgevaardigde ter vergadering der Nederlandsche maatschappij ter bevor dering van geneeskunde, gehouden 23 en 24 Juni jl. te Botterdam, waaruit bleek dat genoemde maatschappij zich in voortdurenden bloei mag verheugen. Na afloop der vergadering vereenigden zich de aanwe zigen aan een gemeenschappelijken maaltijd, waarna de spoorweg- en kanaalwerken nabij Vlissingen in oogen- schouw werden genomen. De collecte ten behoeve van het fonds ter aanmoedi ging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden in het 1« district van de provincie Zee land heeft bedragen als volgt 1868. 1869. Middelburg f 197.54 f 182.88 Vlissingen33.52^ 33.72 Veere5.89.i 5.33 Aagtekerke12.06^ 12.66 Arnemuiden4.43i 5.52,^ Biggekerke11.06 3.25 Domburg15.20 7.06j- Grijpskerke8.16 8.39 Koudekerke15.28.^ 15.90 Melis- en Mariekerke6.32 7.01 Nieuw- en St. Joosland. 6.08i 8.77 j- Oostkapelle33.56 32.02 i Oost- en West-Souburg. 12.— 20.— Ritthem4.45 5.723j Serooskerke13.79.14.02 St. Laurens. 4.17^ 6.76.^ Vrouwepolder13.73^ 17.16.^ Westkapelle5.19j 5.62 j- Zoutelande6.47 j- 6.08 Totaal f401.96 f 397.91 Uit den Haag schrijft men ons „Ware het heden niet wat dragelijker geweest dan gisteren, toen wij hier een van de ouderwetsche „honds dagen" hadden, ik zou er toe hebben kunnen komen om, aa mijn morgenbad, aan het Scheveningsche strand, op de duinen of in de boschjes te blijven luieren, in plaats van mijn plicht als uw correspondent te gaan vervullen. Biet slechts omdat het op zichzelven voor een enkelen keer vele Hagenaars en vreemdelingen meenen zelfs: alle dagen aan pleizieriger is, maar ook omdat ik u zoo weinig en dan daarbij nog zoo bijzonder weinig goeds te schrijven heb. „Want, gij weet het reeds, wij hebben het verloren bij de verkiezingen voor den gemeenteraad, de geheele lijst van „Koning en vaderland" en van het Haagsche dagblad m er met vlag en wimpel doorgezeild. Dat heeft mij teleurgesteld en ontstemt mij, zoodat gij kans hebt op een knorrige, pruttelenden brief, 't Is waarde kiezers zijn traag opgekomen, maar dat geldt van de onzen zoo- Wel als van de tegenpartij. Bij de jongste verkiezing voor de tweede kamer stemden er ongeveer een paar honderd kiezers meer dan nu voor den caadidaat van „De grondwet" Ditmaal had ik het getal eer grooter dan kleiner gewacht, wijl het de belangen gold, die in de vergaderingen dier vereeniging breedvoerig waren Besproken, en er thans eene categorie van burgers oaeêstemde, welke ik van die belangen meer bepaald doordrongen geloofde. „Het is maar al te waar: de meeste menschen zien er tegen op om, ter wille van beginselen of algemeene belangen, medeburgers, tegen wie zij persoonlijk niet de minste grief hebben, het verdriet aan te doen van hen uit eene eenmaal verkregene positie te verdringen. Zelfs, waar zij overtuigd zijn dat, zooals hier, hunne plaats door zeer waardige en wakkere vertegenwoordigers hunner wenschen en belangen zou zijn vervuld gewor den. In die bonhomie, van flauwheid en indolentie niet zoo heel wijd verschillend, zoek ik dan ook liefst de verklaring van het verschijnsel dat zich jl. Dinsdag in de T-esidentie heeft voorgedaan. Niet gaarne zou ik mij, bij dit warme weêr, nog warmer maken door het denkbeeld dat wij, dank zij sommige herkiezingen, weder eenige jaren lang de in hunnen natuurstaat zoo schilder achtige Kanaalboschjes als een reusachtige taart in symetrische vakjes zullen zien verdeelen, of niet slechts de „besproeiing," tot de aristocratische buurten beperkt, maar ook het plaveisel van de straten waar „men" met zijn rijtuig nooit komt, halsbrekend ellendig zullen zien blijven. Evenmin wil ik mij laten beangstigen door het vooruitzicht dat mijne vier dochtertjes mij eerlang een kleine duizend gulden zullen kosten als ik ze goed onderwijs wil laten geven, althans wanneer, onder 't delibereeren van onzen raad over de verbetering van den gezondheidstoestand, de miasmen onzer riolen of de verdorvenheid van ons drinkwater, mij nog geen doodelijken typhus op den hals hebben gehaald. „Integendeel, ik wil mij in de zaak schikken en hopen dat de heer van Sypesteyn, getrouw aan zijne (laatste, aan het badhuisdiner uitgesproken) overtuiging, ons weldra helpen zal aan hetgeen hier aan het ook door hem zoo hoog gewaardeerde openbaar onderwijs ontbreekt, dat de overige heeren toch niet doof en blind zullen blij ven voor de teekenen des tijds, al zouden zij zich nu allicht troosten met het denkbeeld dat „die nieuwe kies- vereeniging" toch blijkbaar niet veel invloed heeft. Nog niet, mijne heeren, maar weest er zeker van dat zij invloed zal krijgen, meer en meer, zoo zij slechts den moed harer overtuiging toone en niet stilzitte waar 't er op aan komt licht te helpen verspreiden over gemeentebelangen. „In de politiek is thans de komkommertijd aangebro ken en vinden zelfs de geruchten en canards, die zoo van tijd tot tijd uitgezonden worden, nauwelijks voedsel. Zoodra er serieus nieuws is, zal ik trachten u op de hoogte te houden." „Het Noorden" meldt: „Naar wij vernemen heeft de commissie, die met het afnemen van de examens aan de landhuishoudkundige school is belast geweest, na afloop van hare officieele werkzaamheden eenparig met uitzondering van professor van Hall, aan den minister van binnenlandsche zaken eene memorie ingediend waarin de thans bestaande inrichting dier school onvoorwaardelijk wordt veroor deeld. Niet tevreden met dat vonnis te vellen, hebben een drietal heeren het plan opgevat, om in den loop dezes jaars een geheel nieuw plan van de inrichting eener landbouwschool te ontwerpen en publiek te maken, welk plan, naar wij hopen, aan alle eischen zal beantwoorden, die in den tegenwoordigen tijd aan zulk eene hoogst belangrijke instelling kunnen en moeten gedaan worden." In de Staatscourant van Zaterdag 24 Juli is opge nomen een door den heer W. 0. H. Staring aan den minister van binnenlandsche zaken uitgebracht verslag, ten vervolge op het bericht aangaande zijne pogingen om het aanleggen van dennebosschen in de duinen te bevorderen, in den nazomer van 1867 gegeven. Dit ver slag betreft hetgeen in 1868 en in het voorjaar van 1869 verricht is. De voorzitter van het provinciaal gerechtshof in Zuid- Holland, de heer J. A. Philipse, heeft van Z. M. den koning eervol ontslag uit die betrekking gevraagd tegen 1 October a. consulaten. Erkend en toegelaten als consul van "Wurtemberg te Samarang de heer II. P. J. van den Berg. De gemeenteraad van Delft heeft tot leeraar in de staatswetenschappen aan de gemeente-instelling tot opleiding van Indische ambtenaren benoemd den heer J. Spanjaard, tot dusver waarnemend leeraar in die vak ken in de plaats van wijlen den heer Koorders. Door burgemeester en wethouders te Rotterdam zijn de volgende aanbevelingen opgemaaktvoor de be noeming van een leeraar in de geschiedenis en aardrijks kunde aan de hoogere burgerschool: de heeren S. Wage naar, leeraar aan 't gymnasium te Assen, en J. Zelling, candidaat in de letteren te Leidenvoor de benoeming van een leeraar in de Nederduitsche taal- en letterkunde en in de geschiedenis des vaderlands aan het gymna sium: de heeren dr. Jan Ten Brink, leeraar aan 't gym nasium te 's-Gravenhage, en dr. H. J. J'olak, leeraar aan 't gymnasium te Leiden. De Kerkelijke courant geeft eene naamlijst van de candidaten tot den heiligen dienst bij de Nederlandsche hervormde kerk op 1 Juli 1869. Van de 51 daarop geplaatste candidaten behooren 8 bij het provinciaal be stuur in Zeeland, namelijk de heeren P. J. Avis, E. J. J.Berns, J. T. van Binsbergen, G. de Bruijne, D. P. Faure, W. M. de Haan, J. J. Meinsma, leeraar in de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië te Delft, en A. Modderman. Gedurende het eerste halfjaar van 1869 zijn 22 bevestigd, waaronder geen van of in Zeeland. Beroepen zijn 10 candidaten, waaronder in Zeeland J. Visser, te Bath. Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland is aan den heer D. Nieuwhof, predikant te Haamstede, op zijn verzoek eervol emeritaat verleend, in te gaan met 16 October a. De luitenant ter zee 2e klasse C. A. Waldringh, be- hoorende tot de rol van Zf.Ms. wachtschip te Willemsoord, is met den 20 dezer op nonactiviteit gesteld. Jl. Donderdag is in het ziekenhuis te Rotterdam over leden dr. L. J. F. Janssen, vroeger conservator aan het rijks-museum, thans directeur van het munt- en pen ningkabinet te Leiden en lid van verschillende binnen- en buitenlandsche genootschappen. Vooral was hij in en buiten Nederland gunstig bekend als beoefenaar der Germaansche archeologie. In de Staatscourant leest men de volgende bekend making van het Fransche ministerie van landbouw en koophandel: „In Sicilië is door den hcerschenden vee- typhus de veestapel met ruim 300,000 stuks verminderd. Dientengevolge ontbreekt het er aan mest voor den landbouw en is de prijs van het vleesch tot eene buiten sporige hoogte gestegen. Te Palermo, een stad van 200,000 zielen,worden nauwelijks 20 ossen daags geslacht, waarvan nog een gedeelte voor de troepen en de hospi talen bestemd is. Alleen door ruimen invoer kan in de klimmende behoefte voorzien worden, en de handel kan dus zoowel voor vee als voor vleesch op een ruimen en voordeeligen afzet in Sicilië rekenen." Uit Rozendaal wordt van 19 Juli gemeld: Gisteren avond omstreeks 11 uren barstte er brand uit in de schuur bij eene bouwhoeve onder oud-Gastel, toebehoo- rende aan den heer P. F. Eeman. In korten tijd was de geheele schuur met al de omliggende getimmerten, uit gezonderd het woonhuis, vernield. In de schuur bevond zich eenig klein vee, bouwgereedschappen en p. m. 30 a 40,000 Ned. pond hooi, 't welk alles verloren is. Over het ontstaan van den brand is niets bekend. Iu weinige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1