MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 122, 1869, Donderdag 22 Juli. öinnfnlanö. SLAGERIJEN. Middelburg 21 Juli. De Burgemeester en Wethouders van "Vlissingen, Gezien het adres van M. Hakker, houdende verzoek om vergunning om in het perceel wijk I n°. 185, rundvee te mogen slachten; Gelet op lf. Ms. besluit van den 31™ Januari 1824 (Staatsblad n°. 19) maken bekend dat de bij genoemd koninklijk besluit voorgeschrevene nadere informatie de commodo et incommodo zal plaats heb ben op Zaterdag den 24''» Juli 1869, des namiddags te 2 uren, ten raadhnize dezer gemeente; en roepen bij deze op, om daarbij tegenwoordig te zijn, teneinde in hun belang te worden gehoord, alle eige naars of gebruikers van de aan voornoemd perceel gren zende gebouwen of erven, en in het algemeen ieder die vermeenen mocht, tegen de gevraagde vergunning eenig bezwaar te moeten inbrengen. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 17e" Juli 1869. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. Bij de opening der gisteren ingeleverde stembiljetten voor de verkiezing van vijf leden voor den Middelburg- schen gemeenteraad is heden gebleken dat éen biljet van onwaarde was. De volstrekte meerderheid was alzoo 188 stemmen. Er zijn uitgebracht op de.heeren: M'. p. J. G. van Diggelen (aftr. lid.) 303 stemmen. J- P. van Visvliet (aftr. lid.) 278 Lr. S. Dobbelaer de Wind262 E. H. F. W. Mathon169 Jhr. nu. A.W. Snouck Ilurgronje (aftr. lid.) 145 Jhr. nu. A. van Reigersberg Versluys .125 J. H. Snijders99 J. J. den Bouwmeester91 J. van den Thoorn46 A. de Landmeter 45 J. Koole44 C. van de Putte Cz36 Jhr. mr. C. de Jonge35 Jhr. mr. J. W. M. Schorer12 D. Verhulst10 E. K. Boudewijnse10 P. Nagtglas10 Een aantal personen vereenigden minder dan lOstem- tnen op zich. Gekozen zijn alzoo de hecren van Diggelen, van Visvliet en Dobbelaer de Wind. Herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Mathon, Snouck Hurgronje, van Reigersberg Versluys en Snijders. Hieronder geven wij een overzicht van den uitslag der verkiezingen voor leden van den gemeenteraad in ver schillende gemeenten dezer provincie. Nog ontbrekende opgaven deelen wij in een volgend nommer mede. Aagtekerke. Getal kiezers 31, uitgebrachte stem men 22. Gekozen de aftredende leden J. de Visser met 22, J. Simonse met 21 en A. van der Vate met 21 stemmen. Arr.emniden. Gekozen de aftredende leden J. Mesu met 27 en D. Kousemaker met 26 stemmen. Een her stemming moet plaats hebben tusschen de heeren A. Fi- lius, aftredend lid, die 12, en W. Baas die 4 stemmen verkreeg. Goes. Uitgebracht 292 stemmen. Gekozen de heeren Blaaubeen met 202, de Knokke van der Meulen met 164, aftredende leden, en jhr. nu. J. j. Pompe van Meerdervoort met 148 stemmen. Herstemming moet plaats hebben tusschen den heer van Renterghem, aftredend lid, die 115, en den heer nu. J. G. deWitt Hamer, die 111 stemmen verkreeg. Heinkenszand. Getal kiezers 93, uitgebrachte stemmen 30. Gekozen de aftredende leden B. I. Ver mande met 24, en J. van Duyvenbode sr. met 23 steramen. Nieuw-en St. Joosland. Getal kiezers 32. Uitge brachte stemmen 24. V Gekozen de aftredende leden C. Baas met 17 en O. Wrlleboordse met 15 stemmen. O. en W. Souburg. Getal kiezers 75, uitgebrachte stemmen 31, van onwaarde 1. Gekozen de aftredende leden C. Wouters met 30, L. Kodde met 29, en jffi. J. H. Paspoort met 20 stemmen. Ri t th e m. Gekozen de aftredende leden J. van Vlaan deren met 25, en A. Marijs met 23 stemmen. Een her stemming moet plaats hebben tusschen de heeren A. Barentsen die 16 en J. C. Lantsheer, die 14 stemmen verkreeg. Serooskerke (Walcheren). Aantal kiezers 76. Uit gebrachte stemmen 43. Gekozen de aftredende leden P. Melis met 40, B. Brouwer met 36, en P. Spruyt met 30 stemmen. St. Laurens. Uitgebracht 22 geldige stemmen. Ge kozen J. Goedbloed en P. van de Putte, aftredende leden. Herstemming tusschen D. Gideonse, aftredend lid, met 11 en Adr. van Leersum met 6 stemmen. T hol en. Door 122 kiezers is aan de stemming deel genomen. Gekozen zijn, voor de vacaturen door perio dieke aftreding ontstaan, de aftredende leden N. D. Paché Augustijn met 107 en mr. T. A. Wagtho, met 81 stemmen, terwijl ter vervulling der vacature, ontstaan door het bedanken van den heer J. L. Cristiaanse, een herstem ming moet plaats hebben tusschen de heeren A. Geluk met 44 en M. G. van Stapele met 34 steramen. Voor de buitengewone vacature door het overlijden van den heer H. van Gorsel ontstaan, is gekozen de heer M. W. J. de Visser, met 108 stemmen. Veere. Uitgebrachte stemmen 37. Gekozen zijnde aftredende leden J. Poppe met 24, II. C. But met 22 en J. Strehler met 21 stemmen. Vlissingen. Ingeleverd 181 biljetten waaronder 4 oningevuld. De volstrekte meerderheid was alzoo 89. Gekozen zijn de heeren W. A. de Gelder met 118, W. van der Os met 112 en A. Schraver met 99 stemmen, allen aftredende leden. Herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren II. Engelsman Kleijnhens met 65, C. J. van der Hijden, aftredend lid, met 63, J. A. de Wolf met 37 en C. Mortier met 36 stemmen. Zierikzee. Gekozen de heeren mr. J. Moolenburgh, mr. B. C. Cau, II. C. Mulock Houwer, R. Koole en D. B. P. Zuurdeeg, aftredende leden. Voor de vervulling der va cature door het bedanken van den heer de Crane ont staan, moet een herstemming plaats hebben tusschen de heeren mr». P. van der Meer Mohr en J. M. Isebree Moens. De ontvangsten der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen hebben van 1 Januari tot 30 Juni 1869 bedragen f 1,635,348.32, zijnde per dag en per mijl /T0.83, tegen f 1,288,805.85, of f 10.34 per dag en per mijl in hetzelfde tijdvak van 1868. Sedert 1 Januari 1869 zijn gemiddeld in exploitatie 835 kilometers, tegen 696 kilometers in 1868. De Tielsche courant is door eene vriendelijke hand in staat gesteld, het volgend schrijven mede te deelen. Aanboord van Zr. M». stoomschip de Amstel, ter reede St. George d'Elmina, 4 Juni 1869. De Amstel had in den avond van 25 mei 11. de reede van d'Elmina verlaten om naar Commendah te stoomen, welk plaatsje op 2| uur afstands van hier gelegen aan het strand, zich nog altijd vijandig aan onze vlag toonde, en dit bewees door zeeroof op kleine cano's van Elmina, wier opvarenden kort en bondig door de Coinmendeezen den kop afgesneden werden, zoo de ongelukkigen in hunne handen vielen. De nieuwe gouverneur Nagtglas besloot hieraan een einde te maken door Commendah te vernielen, westhalve de Amstel order kreeg om ter reede van Commendah te gaan liggen en alzoo het ontvluchten van Commendeezen over zee te beletten, terwijl van El mina en van het naburige Charaa van weerszijden troepen op zouden rukken om het overmoedige Commendah te straffen. In den nacht van den 25cn op 26m Mei stoomde de Amstel heen en weer om cano's te snappen, zoo ook een gedeelte van den volgenden dag. Wij zagen niets, en kwamen in den middag van 26 Mei ten anker voor Commendah. Nu vroegen twee officierenVriemoet Drabbe en Zegers Veeckens, den kommandant permissie om met eene sloep van boord te gaan, ten einde de kust van naderbij op te nemen. De kommandant stond hun dit toe, maar gaf hun order om niet aan wal te gaan. Zij gingen van boord met een onderofficier en acht Europeesehe roeiers, welke allen met geweeren gewa pend waren, om ten minste eenigszins gewapend te zijn tegen een mogelijken aanval van de negers met cano's. Drabbe en Veeckens hadden hunne revolvers bij zich. Daar het schip veel slingerde, zoo was ik dien middag lang op kooi blijven liggen en zag de sloep dus niet van boord steken. Omstreek 5 j uren aan het dek komende, vond ik den kommandant met de twee overblijvende officieren op de verschansing zitten en volgden zij met hunne kijkers de sloep, die intusschen reeds dicht bij de hooge branding was gekomen, die hier overal op de kust staat. Ik liep heen en weer op het dek, en hoorde hen verhalen wat zij zagen; dit was het volgende onge veer: „De sloep gaat door de branding;" kort daar op „de sloep is aan den waltoen„ik zie Drabbe het strand oploopen met twee matrozen. Zij gaan zitten." Vervolgens hoorde ik zeggen: „ik zie een troep negers staan;"' daarop: „Drabbe njet twee matrozen gaan op hen af;" direct hierop: „Drabbe schiet," en eindelijk: „de negers schieten ook." Ik greep nu ook een kijker, daar ik bang voor hen begon te worden. Nauwelijks had ik den kijker goed gericht, of ik zag een groote menigte negers uit het bosch stormen, de onzen overvallen en hen in een oogenblik tijds in het boseh slepen. Ik zag dit het eerst en vertelde het den kommandant, die da delijk het anker liet lichten, een andere sloep klaarmaken en vervolgens den wal instoomde met plan op de massa der negers te schieten, die aan wal bleven staan. Daar het intusschen reeds begon te schemeren en ik bovendien bang was dat het vuur onzer stukken de negers nog meer zou verbitteren, hetgeen ten nadeele van de armo gevangenen zou zijn, zoo raadde ik het den kommandant af. Daarbij kwam, dat de Amstel zoo dicht het strand naderde, dat het schip bijna in de branding was. Dit ziende stoomde de kommandant terug, die daarna besloot onmiddellijk naar Elmina terug te keeren en hier het gebeurde aan' den gouverneur mede te deelen. Om 10 j uren waren wij daar terug. Ik ging men den kom mandant naar den wal. De Hollanders in het fort sliepen reeds. Wij maakten ze wakker met dit droevig bericht. Een ieder huiverde, denkende aan de toekomst van de gevangenen. Ik hoorde toen dat de negers hen niet direct zouden vermoorden, maar ze door allerlei mishan deling zoo ver zouden brengen, dat ze eindelij k van ellende omkwamen. De gouverneur oordeelde het best om de hulp van de Engelschen in te roepen, teneinde onze makkers terug te krijgen, daar Commendah steeds het Engelsche gouvernement na de grensscheiding van 1817 getrouw was gebleven. Den morgen van 27 Mei stoomde de Am stel naar Cape Coast, de hoofdplaats der Engelschen hier ter kuste. De Engelsche gouverneur gaf ons veel moed, en beloofde zijne volle medewerking; des avonds waren wij terug te Elmina. Daags daarop stoomden wij weer terug naar Commendah, om te trachten Commendeezen te pakken. Den i™ Juni keerden wij hier terug en hoor den wij intusschen allerlei berichten, waarvan men ech ter nog niet alles mag aannemen. Op éen punt komen ze nog al overeen, en dat schijnt waar te wezen. Drabbe en twee anderen zijn hot hoofd afgesneden toen zij in het negerdorp kwamen, en de negers hen wilden binden. Drabbe is hooghartig, dapper en sterk, en heeft de dwaas heid gehad zich met nog eenigen te verzetten tegen de kolossale overmacht. Er moet toen een vreeselijke worste ling ontstaan zijn, waarvan het einde was het hoofd afsnijden van Drabbe met nog twee anderen, terwij! de overigen gebonden werden. Het lot van de anderen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1