MDDELBURGSCHE COURANT
BIJVOEGSEL
van ük
van Dinsdag 20 Juli 1869. No. 120.
Gemengde berichten.
Z. K. H. prins "Alexander, vergezeld van zijn gouver
neur, is jl. Zaterdag middag uit Frankrijk te 's-Gra-
venhage teruggekeerd.
Den 28,ü dezer zal te Loosduinen een nationale
wedstrijd worden gehouden, uitgeschreven door de
Westlandscheseherpscliutters-vereeniging. Een negental
vereeuigingen hebben zich reeds tot deelneming aan
dien strijd aangemeld.
De vóór eenigen tijd ontdekte schatten van antiek
marmer aan den oever van den Tiber worden door den
paus in alle landen verspreid om tot restauratie van
kerken te dienen. Ook de beroemde dom van Aken zal
zijn deel ontvangen. De koning van Pruisen beeft de
kosten van het transport voor zijne rekening genomen.
In een paar artikelen van het Noorden betreffende
de tentoonstelling van photographieën, te Groningen bij
gelegenheid van het congres der Nederlandsche maat
schappij tot bevordering van nijverheid gehouden, wordt
in algemeene trekken lof gebracht aan hetggen is geëx
poseerd. Onder anderen worden daarbij vermeld de
portretten, vervaardigd door den heer Carl. Bontraeger
te Wiesbaden. Van het werk van dien kunstenaar trekt
de aandacht eene schoone verzameling van photogra
phieën in den vorm van visitekaartjes, die niet alleen
door bewerking uitmunten, maar bovendien slechts zeer
weinig retouche verraden. Ook de portretten van den
heer C. A. L. Reinhardt te Winschoten geven getuigenis
van studie en inspanning ter bereiking van de eischen
der pliotographie. Als voorbeeld daarvan kan op deze
expositie dienen de heer Walter Woodburg te Londen,
wiens photo-relief printing n°. 523 den bezoeker trekt.
De twee kabinet-portretten, de interieurs vau kerken en
eenige gezichten van dieren, naar de natuur, geven aan
den vervaardiger eene eervolle plaats onder de beoefe
naars zijner kunst. Ook op het aardewerk, glas en porse
lein behaalt de pliotographie een niètgenoegte waardeeren
triomf. Op vazen, koppen met deksel, ontbijtbordjes, ja
zelfs op een muurtegeltje zijn de figuren door pliotogra
phie aangebracht en daarna ingebrand, waardoor het
eens zoo kostbaar genot van geschilderd porselein te
bezitten voor ieder bereikbaar wordt. Die artist ver
vaardigt roet behulp der photographie ook geschilderde
kerkramen 4 80 franken de vierkante meter.'De beer
Kaiser maakt zijn schoon procédé niet tot een geheim,
maar biedt bet aan bnitenlandsche kunstenaars voor
500 franken te koop. Ook wordt het-werk van den heer
Ephrainer te Arnhem, benevens het net, accuraat en
zuiver cliché met een aftrek van photo-litographie van
den heer Johann Schöpff, k. Oberlieutenant te Weenen,
met lof vermeld.
Uit Amsterdam wordt ons het volgende geschreven
Een paar woorden met betrekking tot de in bet Alge
meen Handelsblad medegedeelde procedure tusschen
regenten van een roomsch catholiek weeshuis en een
stiefmoeder, die haar belofte wilde nakomen om het kind
van haar overleden man in de pvotestantsehe kerk te
doen opvoeden. Wij vernemen namelijk dat dit kind
door den predikant Modderman was gedoopt; dat ge
melde regenten voorden herdoop in hun kerkgenootschap
hadden gezorgd en het kind niet wilden afgeven. Zooals
gemeld is, heeft de moeder hef bij een bezoek terugge
houden en vorderen de regenton het terug, zich beroe
pende op hunne qualiteit van voogden. De moeder had
intussehen gezorgd dat door den kantonrechter een
voogd was benoemd, zoodat de hoofdvraag in het geding
zal zijn, wie rechtens als voogd is te beschouwen. De
dagvaarding van regenten is eerst onlangs geschied,
zoodat de zaak nog vooreerst niet zal worden bepleit.
Men ziet dus hier een tegenhanger van de Bosscher zaak,
waar regenten van het hervormde weeshuis, zich op den
zelfden titel beroepende, een kind niet aan zijne tot den
roomsch catholieken godsdienst behoorende moeder
voogdes willen afgeven. Geen wonder dat de algemeene
aandacht op deze procedure gevestigd is. (A. Roti. cour.)
Uit Zwolle wordt, onder dagteekening van 14 dezer,
het volgende nog al krasse verhaal als waarheid mede
gedeeld: „Zooals wordt verhaald, zou eeu landbouwer,
onder de gemeente Staphorst woonachtig, eergisteren met
zijn zoon in het hooiland zijnde, met hem twist hebben
gekregen en tengevolge daarvan hem in drift met de hooi
vork hebben doodgeslagen; hij loopt naar huis om*aan
zijn vrouw zijn ontzettenden misslag mede te deelen;
deze, vier dagen te voren bevallen, vliegt het bed uit,
legt, door den schrik bevangen, baar kind op eenig hooi
op den vloer neder, en spoedt zich naar de plaats waar
het verschrikkelijke onheil heeft plaats gehad. Na zich
hiervan te hebben vergewist, keert zij in diepe droefheid
huiswaarts; het achterhuis ingaande, om naar haar pas
geboren kind te zien, bemerkt zij tot nieuwe droefheid
dat bet varken bezig is het te verslinden, en eindelijk
tot overmaat van ramp vindt zij haar man in de voor
deur opgehangen, die, waarschijnlijk door zijn gepleegde
misdaad tot wanhoop gebracht, op deze wijze een einde
aan zijn leven heeft gemaakt."
De bekende Atnerikaansche dichter Henry Long
fellow bevindt zich op dit oogenblik te Parijs.
Waarover de geleerden tegenwoordig ook twisten
mogen, zooveel is zeker, dat de aanraking der Europeanen
met andere mensehenvassen voor de laatsten juist niet
de heugelijkste resultaten heeft opgeleverd! Overal waar
de blanken zich vestigen, verminderen de kleurlingen
of wel verdwijnen ze geheel. Zonder ons nu op te hou
den met de omstandigheden, die daartoe aanleiding
hebben gegeven, en die wél een onderzoek zouden ver
dienen, constateeren we eenvoudig een feit, dat tot ons
spreekt in den vorm van onloochenbare cijfers. Zoo zieu
wij bijv. dat nog slechts 380,000 Indianen over zijn van
de tallooze scharen, welke vroeger de wouden vau Noord-
Amerilca bevolkten. Op Tahiti is sedert de nederzetting
der Europeanen de bevolking, voor 60 jaren nog 15,000
inwoners, tot 6000 verminderd. Op de Sandvvichseilanden
was de jaarlijksche vermindering zelden minder dan
4 pet., en de 130,000 mensehen, die Cook er vond, waren
in 1855 tot 63,000 gesmolten. Ten jare 1853 stonden
tegen 1500 geboorten 8000 sterfgevallen over. Het getal
inboorlingen op Nieuw-Zeeland wordt thans op slechts
60,000 geschat en de dichte bevolking op van Diemens-
land is geheel uitgestorven. (A(g, dagbl. van Nederland.)
Te Chicago (in Noord-Amcrika) werd op een avond,
in een duistere en eenzame straat, een burger door
iemand aangesproken, die hem een stuk papier voor den
neus hield met verzoek hem den inhoud bij de naaste
lantaarn voor te lezen. De aangesprokene voldoet daar
aan en leest het volgende: „Wanneer gij een woord zegt,
zijt ge een man des doods. Geef mij onmiddellijk uw
horlogie en uwe portemonnaie en verwijder u spoedig
of ik stoot u eeu mes in het hart." De burger werpt eeu
blik op den onbekende en houdt zich overtuigd dat
deze in staat is om de bedreiging, in het geschrift vervat,
ten uitvoer te brengen. Hij geeft hem zwijgend het ver
langde over, waarop de onbekende zich verwijdert, maar
spoedig door een „policeman", wien de burger zijne
ontmoeting had medegedeeld, achterhaald wordt. De
onbekende verschijnt voor het gerecht, ouder beschuldi
ging van diefstal gewapenderhandhij droeg het hor
loge van zijn slachtoffer op zak en hoort de aanklacht
lachend aan, terwijl hij zich volgenderwijze verdedigt.
„Wat mijnheer zegt is volkomen waar, doch gij zult
spoedig overtuigd zijn dat het horloge en de portemon
naie mijn rechtmatig eigendom zijn. Ik kan lezen noch
schrijven, en daar zit juist de oorzaak der valsche be
schuldiging. Donderdag avond vind ik het bewuste
papier op de straat; ik neem liet op en denk het kan
voor mij of voor een ander van waarde zijn. Juist gaat
deze heer voorbij en ik verzoek hem beleefd den inhoud
te willen lezen. Hij doet dat en geeft mij, zonder dat ik
hem iets vraag of zeg, zijne horloge en zijne porte
monnaie. Ik wilde het aanvankelijk teruggeven, maar hij
verwijderde zich te snel, en toen moest ik wel denken
dat de inhoud van het papier voor hem zoo gewichtig
was dat hij mij daarvoor beloonde. Zoo is de zaak gele
gen en ik houd mij verzekerd, dat men mij niet zal ver-
oordeelen iets terug te geven wat mij vrijwillig gegeven
is." Het gerechtshof was van dezelfde opinie als de
beklaagde en sprak heui vrij, hem tevens de voorwerpen
in quaestie als rechtmatig eigendom toewijzende.
Eergisteren werd in de rue Richelieu te Parijs door
een voorbijganger een volgens de zoogenaamde wet
Grammont veel te zwaar geladen wagen opgemerkt; liet
paard trok dan ook, hoewel het zsveepslagen regende,
met moeite den wagen voort. De voorbijganger gaat naar
een op den boek der place Louvois staandenjpolitie-ageut
en maakt hem op deze overtreding der wet opmerkzaam.
De agent zegt dat hem dit niet schelen kan, waarop de
voorbijganger opmerkt dat, naar zijne meening, juist de
plicht van den agent medebracht om dergelijke wets
overtredingen te constateeren. De agent begint den
voorbijganger daarop beleedigende uitdrukkingen toe te
voegen, waarop laatstgenoemde hem wil doen roede
gaan naar het politie-bureau. De agent weigert, waarop
een viertal andere personen uit de intussehen verzamelde
groep door den beleedigde tot getuigen worden geroe
pen, die den agent nu gezamenlijk aanvatten en naar
het politie-bureau brengen. Na eene nieuwe woorden
wisseling met den aldaar aanwezigen ambtenaar werd
voorts proces-verbaal tegen den agent opgemaakt.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den
18en dezer: C. J. van der Harst, jm. 22j. met P. A. Hille-
brand, jd. 23 j. J. Casteleijn, jm. 24 j. met J. A. Yerhage,
jd. 23 j. H. P. van de Ree, weduwn. 39 j. met P. H. de
Meijer, jd. 35 j. A. Penny, jm. 23 j. met A. M. Buijsjd.
26 j. NV. J. J. lCoole, jm. 28 j. met S. J.Halffman, jd. 23 j.
J. Schoep, jm. 35 j. met 0. C. Menk, jd, 27 j.
(Van 10'tot 17 Juli.)
Vlissingen. Gehuwd: A. II. de Wolff, weduwn. van
M. C. de Pooter, 49 j. met E. Dommisse, jd. 25 j.
Bevallen: J. E. Dewitte, geb. Verhaaren, d. A. Staal,
geb. Robevs, d. J. W. Kaufmaun, geb. van der Plaat, d.
N. Theune, geb. de Groot, d. L. Koops, geb. Torré, d.
M. Jansen, geb. van der Gijp, d. (doodgeb.)
Overleden: J. F. Everaert, jm. 26 j. M. W. Cars, wede.
van M. Wels, 68 j. A. Geertse, man van P. Geldof, 27 j.
P. M. Fritz, cl. 18 m, J. P. van den Dobbelsteen, z. 3 w.
A. Swennen, man van A. J. Baljeu, 41 j. M. Speek, wed*,
van Geerloff, 92 j.
Goes. Gehuwd: J. Goossen, jm. 43 j. met J. de Nooijer,
wede..A. Proos, 37 j.
BevallenC. Matthijssen, geb Rijk, z. A. van Goe-
thern, geb. de Rooij, d. S. de Waard, geb. Meesen, d.
K. Mulder, geb. Wisse, d.
Overleden: W. Moeliker, weduwn. van C. Willemse,
78 j. A. de Jonge, vrouw van F. Ferdinandusse, 65 j.
Zierikzee. Gehuwd: D. Bal, weduwn. van K. van
Seters, 49 j. met E. van Seters, jd. 32 j.
BevallenP. 0. Zegers, geb. Rodes, d. S. van der Kreke,
geb. Bal, z.
OverledenM. P. Dekker, d. 17 m. W. den Boer, z. 43 j.
Iu de maand Juni 1869 zijn in de registers van
den burgerlijken stand ingeschreven
te middelburg:
Huwelijken 19: geboorten 27 (zoons 10, dochters 17);
sterfgevallen 45 (van het mannelijk geslacht 21, van het
vrouwelijk 24)levenloos geboorten 2.
Elders overleden 1.
te vlissingen:
Huwelijken 6geboorten 20 (zoons 13, dochters 7)
sterfgevallen 10 (van het mannelijk geslacht 3, Yau het
vrouwelijk 7); levenloos geboorten 2.
Elders overleden geen.
te zierikzee:
Huwelijken 8; geboorten 18 (zoons 10, dochters 8);
sterfgevallen 9 (van het mannelijk geslacht 4, van het
vrouwelijk 5)levenloos geboorten 0.
Sta teil-generaal.
eerste kamer.
Zitting van Donderdag 15 Juli. Aanneming van het
wetsontwerp tot regeling van het onderwijs aan de
Koninklijke militaire academie. Keer».
De voorzitter deelde bij den aanvang der zitting mede,
dat was ingekomen een telegram van den burgemeester
en secretaris van Zaandijk, om hulde te brengen aan de
kamer voor haar gisteren genomen spoorweg-besluit.
Vervolgens was aan de orde de beraadslaging over
het wetsontwerp tot regeling van bet onderwijs aan de
Koninklijke militaire academie.
De heer van Bylandt verklaarde vóór het ontwerp te
zullen stemmen. Hij achtte het beginsel van wettelijke
regeling van het onderwijs aan de Militaire academie
juist. Gaarne zou bij iets meer gehad hebben dan bier
werd gegeven; gaarne zou hij de wettelijke regeling ook
toegepast zien op andere inrichtingen' van militair onder
wijs, maar voor zooveel de opleiding van officieren bij
de korpsen betreft, vertrouwde hij op de toezeggingen
der ministers en de overige inrichtingen zouden dan wel
volgen. Hij achtte door de amendementen in de tweede
kamer de wetsvoordracht verbeterd en had met genoegen
gezien dat aan de inrichtingen van middelbaar onderwijs
geen privilege was geschonken. Z. i. moest het verband
tusschen middelbaar en militair onderwijs niet nauwer
ziju dan thans was bepaald. Hij was niet overtuigd van
het voldoende vau den tweejarigen cursus, maar men
zou de onderviuding moeten afwachten. Veel zou hier
afhangen van de leiding. Hij verlangde inlichting om
trent éen punt: het in werking treden der wet, in ver
band met de beschikking des ministers, dat ook in 1870
een admissie-examen zou plaats hebben.
De heer Schimtneipeuuinck van der Oije vond zich tot
zijn leedwezen verplicht, zich tegen dit ontwerp en alzoo
ook tegen den minister van oorlog, dien hij hoogachtte,
te verklaren, maar de stem van zijn geweten noopte hem
zulks te doen. Hij zon het betreuren indien door deze
wet de goede geest onder het leger wierd verzwakt. Hij
vreest dat de minister tot uitwerking dezer wet een soort
van schoolmeester heeft genomen, die de eischen van
den militairen stand niet begreep. Er is wel gezegd dat
de wet de wijze van opleiding vrijlaat, maar feitelijk was
dat zoo niet: men zou wel verplicht zijn den cursus der
burgerscholen te volgen, wil men aan het examen vol-