gegeven, zal wel buiten allen twijfel wezen. Telkens bovendien als kleine staten zich dergelijke gebeurte nissen laten welgevallen, brengen zij een deel hunner onafhankelijkheid ten offer. Indien de Nederlandsche regeering hiervan overtuigd ware, zou overigens, zoo al niet bet diplomatiek-voorzichtigste, dan toch bet meest afdoende middel tot het erlangen van voldoening wezen om zich de tusschenkomst der Vereenigde Staten van Noord-Amerika te doen aanbieden. Wij durven ons overtuigd houden dat de Nederlandsche minister van buitenlandsche zaken, met het oog op zijn verblijf te Washington, wel de opinie zal deelen dat Lamb, bij de bestaan de verhouding tusschen Amerika en Engeland, binnen tweemaal vier en twintig uren na dergelijke aanbieding op Nederlandsch grondgebied zou terug zijn. Het Engelsch lagerhuis heeft, ingevolge het voorstel van den heer Gladstone, reeds eenige door het hooger- huis aangenomen amendementen op de Iersche kerkwet verworpen met eene meerderheid van honderd tot honderd twintig stemmen. Verschillende meetings worden intusschen georganiseerd om het lagerhuis in zijne handhaving van het oorspronkelijke wetsontwerp zoo veel mogelijk een moreelen steun te verschaffen. Te Londen, Leeds, Manchester, Bradford en verschillende andere steden hebben reeds dergelijke volksvergade ringen plaats gehad. De Oostenrijksche regeering heeft de door het gerechts hof te Linz tegen den bisschop Rudigier uitgesproken veroordeeling tot eene gevangenisstraf van veertien dagen slechts willen doen beschouwen als eene manifes tatie tegen de bonding der geestelijkheid ten aanzien van de laatste liberale hervormingen in de wetgeving. De keizer heeft hem gratie geschonken. Men schijnt te meenen dat de veroordeeling op zich zelf een genoeg- zamen invloed zal uitoefenen op dc geestelijke hoeren in Oostenrijk en heeft hen waarschijulijk niet willen ver bitteren door de executie van het arrest ten laste van den heer Rudigier. Deze laatste, die zich waarschijnlijk de martelaarskroon op het hoofd wenschte te drukken, heeft echter de gratie geweigerd, hetgeen hem trouwens met het oog op de meest aangenomen opvattingen van het gratie-recht, niet veel helpen zal. De laatste Chineesche mail heeft berichten aangebracht waaruit blijkt dat de geruchten omtrent gewelddadig heden, waarvan eenige Franschen en Engelschen de slachtoffers zijn geworden, juist waren. In hoeverre echter deze lieeren, officieren der Engelsche marine en tot de Fransche legatie beboorende ambtenaren, bij die voorvallen zelve tot deze gewelddadigheden aanleiding hebben gegeven, zal editor nader moeten blijken. Onze lezers weten dat dikwijls dergelijke verwikkelingen ont staan door de inbreuk van de zijde der vreemdelingen op de Japansche zeden en gewoonten. Het Japansch volkskarakter is dan ook in het algemeen zacht en goed aardig, en wanneer de Japannees overgaat tot geweldda digheden tegen een vreemdeling moeten daartoe redenen bestaan, welke uit het oogpunt van de zeden en gewoonten des lands niet altyd zijn te misbillijken. Laatste berichten. Een heden avond ontvangen telegram uit Parijs meldt: Nog heden zal hoogstwaarschijnlijk een ministerie ad interim, worden samengesteld, waarin echter geen enkel lid van den tiers-parti zal zitting nemen. Het zal samen gesteld zyn o. a. uit de heeren: de Forcade la Roquette, binnenlandsche zaken; Du vergier, justitie; de la Tour d'Auvergne, buitenlandsche zaken; de Parieu, openbaar onderwijs.Het wetgevend lichaam zou daarbij binnen zeer weinige dagen worden bijeengeroepen om het onder zoek der geloofsbrieven te voleindigen. Frankrijk. Een bericht uit Parijs van gisteren meldt dat de onderhandelingen tot samenstelling van het nieuw ministerie steeds voortduren. De keizer heeft aan de leden van het wetgevend lichaam, wier verkiezing nog niet bekrachtigd is, medegedeeld, dat het nieuw minis terie in de eerste plaats in overweging zal nemen of het wetgevend lichaam behoort te worden bijeengeroepen. Men verzekert op nieuw dat de heer Rouher de hem herhaaldelijk aangeboden betrekking van president van den senaat zal aanvaarden. Een der Parijsche dagbladen maakt de opmerking dat als het wetgevend lichaam, na de senaatsbesluiten tot uitbreiding der bevoegdheden dier vergadering, weder bijeenkomt, de oudste afgevaardigde in jaren het presidentschap zal moeten waarnemen tot na de benoe ming van het bureau. Die oudste afgevaardigde in jaren is dc heer Raspail. Het is niet gemakkelijk zegt een Parijsch blad om thans een ministerie samen te stellen en de keizer kan in de tegenwoordige omstandigheden opmerken hoe verkeert hij gedaan heeft om in zijn politieleen tuin geen kiemen aan te kweeken waaruit in de toekomst staatslieden zouden kunnen groeien. Helaas die politieke tuin levert niets op dan wat myrthen en lauwertakken; ziedaar alles. Deze opmerking is niet nieuw en van daar ook het groot verlies voor het tweede keizerrijk telkens wanneer daaraan een zijner steunpilaren door den dood -ontvalt. Men herinnert zich dan ook nog wel eene ont boezeming in den senaat eenmaal aan den president Troplong in een onbewaakt oogenblik ontvallen bij de vermelding van den dood van twee hooggeplaatste die naren des keizers: „Zoo wordt ons de een na den ander ontnomen; wie zal hen vervangen!" La Gazette de France wijst op den zonderlingen indruk, welke de laatste door den keizer toegezegde hervormingen op de natie moeten maken. Terwijl Napoleon III de verkiezing der onafhankelijke candida- ten door zijne prefecten ten zeerste liet bestrijden, als niet in het belang des rijks, zal hij nu aan het verlangen dier onafhankelijke candidaten voldoen krachtens eene keizerlijke boodschap, door hem onderteekend en in alle gemeenten van Frankrijk aangeplakt! Oostenrijk en Italië. Wij deelden reeds mede dat uit het Oostenrijksch „roode boek" bleek van de thans tusschen Weenen en Florence bestaande vriendschapsbetrekkingen. Wij ont- leenen tot staving dier mededeeling het volgende aan een depêche van den heer von Beust aan den Oostenrijk- schen vertegenwoordiger te Florence: „Sedert de vrede de gedurende zoo langen tijd afge broken betrekkingen tusschen de hoven van Weenen en Florence hersteld heeft, hebben al mijne zorgen gestrekt om elk spoor van oneenigheid uit te wisschen en om te bewijzen dat wij op eerlijke wijze, zonder den minsten wrok, in den toestand berustten, waarin de gebeurtenissen ons gebracht hadden. „Geroepen om te Florence de eerste vertegenwoordiger te zijn van Z. M. onzen doorluchtigen meester, weet gij, mijnheer de baron, beter dan iémand anders, in hoeverre onze pogingen voortdurend gestrekt hebben tot de hand having en bevordering der vriendschappelijke betrek kingen, tengevolge der nabuurschap van beide landen zoo nuttig voor hunne wederzijdsche belangen. Ik erken gaarne hoezeer de persoonlijke houding van uwe excel lentie mij in de vervulling van deze taak gesteund heeft, doch hetgeen ik hier vooral in herinnering moet bren gen is de ijver waarmede de Italiaansche regeering mijne wenschen voorkomen heeft, door van hare zijde zooveel mogelijk er toe bij te dragen om onze verzoening oprecht en volkomen te doen worden. Bij alle gelegenheden heb ben koning Victor Emmanuel en zijne ministers huune levendige begeerte te kennen gegeven om de meest- mogelijke eensgezindheid tusschen Oostenrijk en Italië te zien bestaan. Vooral in den laatsten tijd heeft generaal Menabrca de herstelling der goede verstandhouding ge makkelijk gemaakt door zijne verzoenende staatkunde en door de zorg die hij draagt om alle moeilijkheden uit den weg te ruimen die voortvloeien uit de uitvoering van zekere bepalingen, bij den vrede in 1866 gemaakt. „De gedragslijn, welke door de beide regeeringen sedert bijna drie jaren onveranderlijk gevolgd is, geeft dus een geheel natuurlijke verklaring van de vriend schapsbewijzen, welke tusschen beide vorsten gewisseld zijn. Men moet daarin geen voorspel van nieuwe staat kundige verbintenissen van een onrustbarend karakter zoeken, doch wel de bekroning van een werk van vrede en verzoening, hetwelk een zekeren waarborg te meer geeft voor het behoud van de rust in Europa. „Uit dit oogpunt beschouwd begrijpen wij dat deze toenaderingen de aandacht trekken van de openbare meening en van de kabinetten. Doch, verre van de minste ongerustheid op te wekken, moeten zij met vol doening door alle verstandige lieden beschouwd worden. „Daar de vijandschap tusschen Oostenrijk en Italië steeds een oorzaak van onrust en verwikkelingen in Europa was, dient waarlijk de opheffing van dien staat van zaken krachtig om den algemeenen vrede te beves tigen. Indien een zeer nauwe vriendschap de oude on eenigheid kwam vervangen, zou daarin niets verrassends zijn, noch iets dat de andere mogendheden wantrouwen kan inboezemen. Terwijl beiden zich bezig houden met de regeling van het binnenlandsch bestuur, hetwelk in zoo hooge mate hunne aandacht vorderen, hebben het Oosten rij ksch-IIongaarsch keizerrijk en het koninkrijk Italië meer dan eenig ander land er belang bij om zich aan de schokken en gevaren van eenige Europeesche verwikkeling te onttrekken. Door dat gemeenschappelijk belang geleid, is de staatkunde van beide landen natuur lijk geroepen om zich dikwijls naar hetzelfde doel te richten, wanneer het geldt een krachtigen steun te geven aan de vredelievende denkbeelden, welke met de be hoeften van beide landen zoo overeenstemmen. „De overweging hiervan heeft ongetwijfeld invloed uitgeoefend op het streven naar eene toenadering, die zich zoowel te Weenen als te Florence heeft doen ge voelen. Wij zien er voorzeker een reden te meer in om betrekkingen, wier gevolgen zoo heilzaam beloven te zijn, aan te kweeken en te bevestigen. „Ik hoop dat de Italiaansche regeering onze waardee ring deelt en dat zij, evenals wij, de gevolgtrekkingen beschouwt, die men uit onze wederzijdsche houding sedert de herstelling van den vrede moet trekken." 3cetijMngcu. Den 14 dezer is te Sundswall gearriveerd het bark schip Noordster, gezagv. C. Tobiassen. Alles wel aan boord. f)anöcl$berifljt£n. Prijzen van effecten. Amsterdam 17 Juli 1869. Nederland. Certific, Werkelijke schuld 2-1 pet. 56£ dito dito dito 3 63yV dito dito dito 4 87 Aand. Handelmaatschappij 4} - dito exploitatie Ned. staatssp. 68} België. Certificaten bij Rothschild 2} r 59^ Rusland. Obligatiën 1798/1816 5* Certific. adm. Hamburg 5 71} dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 78.1- dito /"1000 1864 5 92} dito f 1000 1866 5 92} Loten 1866 5 263} Oblig. Hope Co. Leening 1860 4} 82§ Certific. dito4 67 Inscript.Stieglitz&Co.2ca4eL. 4 Obligatiën 1867 4 67} Certificaten6 46 Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 243 Oblig. dito 4 dito spoorweg Poti-Tiflis 5 84} dito dito 1868 5 84 Polen. Schatkistobligatiën4 Pruisen. Obligatiën5 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 47} dito 1847/1852 2} 23} dito rente Amsterdam5 62 dito nationale5 54} dito 1864 5 59} dito fr. 500 1865 5 62 dito 1866 0. W. 5 48 s Bankactiën3 721 "1 (Oblig.metall.in zilver Jan./Juli 5 57} gJdito dito April/Oct. 5 56^ S J dito in papier Mei/Nov. 5 49} -s Ldito dito Febr./Aug. 5 49/V Italië. Leening 18615 521 Certific. bij Lamaison c. s. 5 Spanje. Obligatiën3 30 f-g- dito Binnenlandsche3 26 Portugal, dito 18561863 3 35} dito 1867 3 35| Turkije. dito (binnenl.)5 44} Griekenl. dito (blauwe) 5 10 fV Amerika, dito Vereenigde Staten (1874) 5 861 dito dito ai to (1904) 5 77} dito dito dito (1882) 6 87} dito dito dito (1885) 6 861 dito Illinois7 dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7 dito dito geconsolideerde .7 dito dito debentures 8 dito St,Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 67} Brazilië. dito 1863 4} 70* dito 1865 5 r 83} Mexico. dito 18513 121 Grenada, dito afgestempeld6 Venezuela, dito3 Ecuador, dito1 llHiiaöigljctö. Middelburg, 17 Juli 1869. DIAKENEN der Nederduitsch Hervormde gemeente alhier, berichten met dankzegging bij de collecte in de avond-godsdienstoefening in de Nieuwe kerk op gisteren te hebben ontvangen: een Bankbiljet L 110, groot ƒ60 en twee Muntbiljetten, n<«. 49 Y. en 990 D. X., ieder groot /T0. Diakenen voornoemd, A. J. VAN DEINSE, Voorzitter. J. B. WALTIIOEBER, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 3