geeft namens gedeputeerde staten een bevestigend
antwoord op de door den heer Verhagen gedane vraag,
doch geeft tevens inlichtingen omtrent de gewone wijze
van handelen tusschen de regeering en gedeputeerde
staten, waarvoor door den heer Verhagen dank wordt
betuigd, tevens echter te kennen gevende dat bij, volgens
de interpretatie van -art. 36 der wet op het lager onder
wijs door deskundigen, van meening is dat op de regee
ring de verplichting rust tot het hooren der provinciale
staten.
Dit hoofdstuk wordt voorts onveranderd goedgekeurd.
Hoofdst. VIII art. 9: Kosten van instandhouding van
den stoombootdienst op de Wester-Schelde 10,000.
De omtrent dit artikel in dc atdeelingen, blijkens het
verslag, gemaakte opmerkingen worden thans herhaald.
De beer Hammacher geeft, na de op nieuw gebleken
belaugstelling in de communicatiemiddelen, aan gedepu
teerde staten den wensch te kennen dat de stoomboot de
Wester Schelde niet op enkele, maar op alle werkdagen,
in bet bekwame seizoen, driemaal daags moge varen,
alsmede dat het uur van vertrek uit Vlissingen van
6 uren des avonds worde veranderd in half 7 uur. Het
eerste gedeelte van dit verzoek is gegrond op eene hem
door den ondernemer van den diligencedienstlh eskens-
JJzendijke gemaakte opmerking met betrekking tot het
personenvervoer van het loodswezen tusschen Brugge,
Ostende enz. en Vlissingen, hetwelk daardoor zeer zou
gebaat worden. Het andere gedeelte van het verzoek
doet hij met het oog op de aankomst der boot van Breskens.
De heer van Oittcrs antwoordt, namens de commissie
uit gedeputeerde staten die met de regeling van den
stoombootdienst op de Wester-Schelde is belast, dat
tegen het tweede gedeelte van het verzoek geen bezwaar
bij de commissie bestaat en zij bereid is toe te geven, te
meer omdat dan ook de klachten zullen ophouden welke
thans dikwerf inkomen naar aanleiding van de vroeger
aangenomen en opgevolgd wordende bepaling, dat de
boot moet wachten op de aankomst der boot uit Rotter
dam. Het andere gedeelte van het verzoek is daarentegen
niet zoo gemakkelijk in te willigen. Zoowel in het belang
der machinerie als in dat van het personeel acht de com
missie het niet raadzaam, het. driemaal daags varen ook
tot de drie overige werkdagen uit te strekken. De
heer Hammacher bedankt voor de welwillendheid waar
mede het eene gedeelte van zijn verzoek is ontvangen,
alsmede voor de belangstelling aan hot andere gedeelte
geschonken, hetwelk hij gedeputeerde staten ter nadere
overweging aanbeveelt.
Dc heer Ilennequin vraagt inlichting op de volgende
drie vragen, mede in het verslag der afdeelingcn gedaan
1°. Of er, bij de bekendheid der aanvrage om concessie
voor een stoombootdienst ReuzenHansweert, geen
mogelijkheid zou bestaan met de concessionarissen van
dien stoombootdienst eene overeenkomst aan te gaan tot
overneming van een gedeelte van een dienst der Westc-r-
Schelde? 2°. Of niet evenzeer met de ondernemers van
de stoombooten Telegraaf voor den dienst Hansweert
Walsoorden een overeenkomst voor een gedeelte van den
dienst der Wester-Schelde zou kunnen getroffen worden
3°. Of niet meer publiciteit aan de dagen en uien van
afvaart der boot kan gegeven worden?
De heer van Citters antwoordt, dat ten aanzien der
publiciteit door gedeputeerde staten een onderzoek zal
worden ingesteld. Met betrekking tot de bedoelde onder
handelingen tot overneming van een gedeelte van den
dienst, deelt hij mede dat hij zich had voorgesteld een
ernstig en eonciliant woord ten aanzien van den dienst
op de Wester-Schelde te spreken; hij zal dit nu echter,
met het oog op andere nog te verrichteu werkzaamheden,
niet doen, maar wil alleen dit zeggen: mocht er maar
eenig uitzicht bestaan dat de dienst op billijke voor
waarden zou kunnen overgedragen worden, dan zullen
gedeputeerde staten geen gelegenheid daartoe onge
bruikt laten voorbijgaan.
De beer Mathon noodigt gedeputeerde staten uit een
onderzoek te willen instellen betreffende het maken van
een steiger te Walsoorden en in de najaarsvergadering
daaromtrent verslag, met begrooting van kosten, uit te
brengen. Blijkens de toelichting van dit verzoek bestaat
aan dien steiger groote behoefte, ter wegneming van
ongerief en gevaar.
Nadat de voorzitter het door den vorigen spreker ver
langde onderzoek en rapport heeft toegezegd, zegt de
heer Kroon nog dat hij liet door den heer Mathon gespro
kene ten volle beaamt, en beveelt hij deze zaak in de
welwillendheid zijner medeleden aan.
Hierna wordt het art, 9 onveranderd goedgekeurd.
Bij art. 10 (bijdrage wednwbcurs enzherhaalt de
voorzitter zijn voorstel tot het verzenden naar de afdee
lingcn van het straks ingekomen voorstel van den heer
Verhagen, strekkende om tusschen dit en het volgende
artikel een nieuw artikel op te nemen..Tegemoetko
ming- aan gemeentebesturen ju de kosten voor het geven
van herhalingsondenvijs aan zoogenaamd volwassenen
van 1214 jaren en hooger, alsmede voor het aanleggen
van schoolbibliotheken daarmede in verband staande,
1000."
De beer Verhagen zegt dat bij thans zelfs van de zich
voorbehouden toelichting van zijn voorstel in deze
zitting afziet. In liet voorstel des voorzitters om het
naar de afdeelingen te verzenden ziet hij reeds een
bewijs van belangstelling. De zaak is niet zoo urgent,
zoodat bij in overweging beeft de behandeling tot de
volgende najaarsvergadering aan te houden. In plaats
van nu eene toelichting te geven zal hij die dan tijdig
inzenden. Die toelichting zou thans hoofdzakelijk be
staan in eene verwijzing naar het werkje van Blaupo't
ten Cate: „De wet op het lager onderwijs toegelicht."
De behandeling van het voorstel wordt, overeenkom
stig het verlangen van den voorsteller, aangehouden tot
den aj a a r s v e r g ad u ring.
Art. 16: subsidie voor de Spoorbootmaatschappij te
Middelburg, voor memorie uitgetrokken, wordt thans,
na het straks genomen besluit tot het verleenen van
subsidie, ingevuld op 12000.
Tevens wordt als een gevolg van het straks genomen
besluit, een nieuw artikel 17 opgenomen: Renteloos
voorschot aan de gemeente Scherpenisse voor uit te
voeren havenwerken 2,150.
Het totaal van hoofdst. VIII bedraagt hierdoor alsnu
28,038.60.
Vervolgens worden de inkomsten artikelsgewijs
behandeld, en zonder beraadslaging onveranderd goed
gekeurd tot een bedrag van /"166,918.00 V.
Hoofdst. IX der uitgaven: onvoorziene uitgaven
ƒ23,881.701, wordt tengevolge van de in hoofdst. VIII
gebrachte wijzigingen 9,731.70.1, met machtiging aan
gedeputeerde staten om daarvan tot een bedrag van
8000 (in plaats van 23,000) af - en over te schrijven op
de daarvoor aangewezen artikelen, alsmede om over een
som van 500 te beschikken voor in den loop van het
dienstjaar opkomende behoeften van enkel provincialen
en hnishoudelijken aard, welke hare omschrijving niet
vinden in de artikels der begrooting.
De heer Verhagen zegt dat zijn vroeger reeds te ken
nen gegeven bezwaar tegen die ƒ500 niet hierop steunt
dat hij gedeputeerde staten niet een zoodanig crediet
wil verleenen, maar daarop dat de leden dezer vergade
ring eerst na verloop van twee of drie jaren uit de reke
ning en verantwoording te weten komen op welke wijze
over die som is beschikt. Hij wenscht daarom gedepu
teerde staten uit te noocligen om, ingeval zij over de
500 geheel of ten deele beschikken, voortaan van die
beschikking in de eerstvolgende vergadering der pro
vinciale staten mededeel ing te doen.
De voorzitter verklaart zich, namens gedeputeerde
staten, bereid aan dezen wensch te voldoen.
Over het voorstel betreffende de voordracht aan den
koning der heffing van 10 opcenten op de hoofdsommen
der belasting op de gebouwde en ongebouwde eigen
dommen over 1870 en op de hoofdsom der personeele
belasting over het dienstjaar 1870'71 tot een bedrag
van ongeveer 93,000, heeft geen beraadslaging plaats.
Dit voorstel wordt gelijktijdig met de geheele begroo
ting in omvraag gebracht en met algemeene steramen
goedgekeurd, de laatste tot een onveranderd eindcijfer
van ƒ166,918,004- in ontvang en uitgaaf. De heeren
Kakebeeke, de Casembroot, Wagtho en de Visser waren
bij de stemming afwezig.
Hiermede de aan de orde gestelde wetsontwerpen
afgeloopen zijnde, vraagt en verkrijgt de lieer Mathon
alsnog het woord. Hij deelt mede dat hij thans gevolg
wil geven aan eene hem door de eerste afdeeling, waar
van bij de eer had voorzitter te zijn, opgedragen eervolle
tank. In die afdeeling werd namelijk door een geacht
lid een onderwerp tor sprake gebracht, hetwelk tegen
woordig allcnvege in Nederland hooge belangstelling
wekt. Eenparig achtte die afdeeling het mot dat lid
wenschelijk, dat de staten van Zeeland thans, als het
daartoe geschikte oogenblik, ook in de openbare verga
dering van hunne belangstelling zouden doen blijken.
Die zaak, welke in allen deele eene rijks-, eene bij ..uit
nemendheid nationale zaak is, en vandaar reeds van
hoog belang ook voor deze provincie, is het tot stand
brengen eenor directe stoom vaartverbinding uit eene
Nederlnndsche haven met. Amerika. Deze zaak nu
brengt hij ter sprake, onder overbrenging van bovenge-
noemden wensch van de eerste afdeeling. Na de brochure
vau den scherpzinnigen kapitein ter zee Jansen over
dit plan, meent hij niet veel tot aanbeveling te moeten
zeggen. Hij herinnert dat volgens die brochure Vlissin
gen dc uithangshaven behoort, te zijn; dat die brochure
in ons land sensatie heeft gewekt; dat de daarin ont
wikkelde denkbeelden velen toelachten en Nederland
waardig werden geacht, ja allerwege gunstig zijn beoor
deeld. Verder wijst hij op den invloed van het plan op het
buitenland en het hooge gewicht voor Nederland; op de
verschillende over dit onderwerp reeds geschreven bro
chures, waaronder die van m'-. O. A. Fokker; en op de ont
wikkelde denkbeelden omtrent de uitvoerbaarheid \ran
het plan, liet nationale der zaak, de omstandigheid dat de
groote Nedcrlandsche koopsteden geen vrees voor den
te verwachten bloei van Vlissingen behoeven te koes
teren, maar geheel Nederland, en niet het minst Amster
dam en Rotterdam, daarin deelen zal, enz. Zich vereeni-
gende in welverdienden lof aan dén heer Jansen hee.ff,
de eerste afdeeling, volgens spreker, met algemeene
stemmen als haar gevoelen te kennen gegeven dat het
oogenblik daar was om het groot belang van die stoom
vaartverbinding openlijk aan te dringen. Hij voegt hier
alleen bij dat hij hoopt en vertrouwt dat de gevoelens
van de leden der eerste afdeeling eenparig door de pro
vinciale staten van Zeeland zuilen gedeeld worden.
Levendige toejuiching der leden volgt op het door den
heer Mathon gesprokene.
Dc heer J. L. de Jonge brengt, als tolk der vergade
ring, den waarnemenden voorzitter dank voor zijne lei
ding, onder bij\'oeging dat hij het betreurt dat de
commissaris des konings door ongesteldheid verhinderd
is geweest als voorzitter de \rergadering te leiden, en
met verzoek om den wensch over te brengen dat hij
spoedig moge hersteld zijn en in de toekomst weer dien
zetel moge vervullen waarop de leden der staten hem
zoo gaarne zien.
De voorzitter bedankt den heer J. L. de Jonge en al
dc leden wederkeerig voor de hem betoonde welwillend
heid; vcreenigt zich met den wensch dat de commissaris
des konings spoedig moge hersteld zijn en verklaart zich
bereid aan liet door den vorigen spreker te kennen ge
geven verlangen te voldoen.
Dc heer Ho ra bach herinnert dat hij in de zomerver
gadering van 1868 de aandacht heeft gevestigd op het
hooge belang van eene halte op den spoorweg Rozen-
daalGoes aan de spoorwegbrug aan het kanaal van
Zuid-Beveland. Destijds heeft de voorzitter de toezeg
ging gedaan, dat hij hierop de aandacht der regeering
vestigen zou. Spreker wenscht dus gaarne te weten wat
de uitslag hiervan is geweest.
De voorzitter zegt dat het moeielijk is hieromtrent
antwoord te geven, daar hij den commissaris des konings
wel vervangt als voorzitter dezer vergadering, maar niet
is aangewezen als plaatsvervanger van den commissaris
des konings in diens betrekking. Hij gelooft evenwel dat
nog geen antwoord van de regeering ontvangen is.
De heer Hombach erkent het bezwaar van den voor
zitter, doch wenscht dat de zaak nogmaals in herinnering
worde gebracht.
Daar de. leden niet verlangen den vollen tijd van veer
tien dagen bij elkander te blijven, wordt de resumtie der
notulen en de uitvoering der genomen besluiten aan
gedeputeerde staten opgedragen, en sluit de voorzitter
deze vergadering der provinciale staten van Zeeland in
naam des konings.
SNELTERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.