2ltïtJfrtfntiën.
Bekendmaking.
Graanmarkten enz.
Prijzen van effecten.
Aan de Kiezers van Leden voor den
Gemeenteraad te Ylissingen.
Mr. P. J. G. van Diggelen.
J. P. van Yisvliet.
Jhr. Mr. A. W. Snouck ïïurgronje.
Dr. S. Dobbelaer de Wind.
Jhr. Mr. A. van Reigersberg Yersluijs.,
teekening luidt aldus: „Op 19 Januari [liet tijdstip
der laatste keizerlijke toezegging omtrent de bekende
later ingevoerde zoogenaamde liberale hervormingen]
heb ik een groote fout begaan. Door zonder voorafgaand
overleg met de meerderheid te handelen, heb ik haar
wantrouwen tegen mijne gevoelens ten haren opzichte
ingeboezemd. Al mijne pogingen moeten strekken om
haar vertrouwen te herwinnen." Deze keizerlijke ont
boezeming, de wonderlijkste nog van al zijne politieke
uitingen, wat de wijze derpubliekmakingbetreft, schijnen
een soort van amende honoralle aan de meerderheid te
zijn. Dat le Pays hier als officieus regeeringsorgaan het
slachtoffer eener mysteficatie zou wezen, is moeielijk aan
te nemen. De keizer zal wel verlof hebben gegeven tot
het publiek maken dezer zoogenaamde aanteekening.
Bij het onderzoek der geloofsbrieven van den heer
Darblay in het wetgevend lichaam verwachtte men een
protest van zijn mededinger den heer Bos. Dit had
echter niet plaats en de minister Rouher zou bij die
gelegenheid de bekende versregel van den vallenden os
gemompeld hebbenprocumbit humi bos. „Deze woor
den zegt het dagblad le Frangais-welke zoojuist
een zwaren val te kennen geven, werden eenigszins
melancholisch door den nog aan het bestuur zijnden
minister van staat uitgesproken."
Te Parijs is sprake van een zeer liberaal artikel,
hetwelk in le Peuple Frangais zou hebben moeten
verschijnen, doch op bevel des keizers even voor het
afdrukken nog zou zijn teruggenomen.
Het lid van het wetgevend lichaam Gambetta, is
tot herstel zijner gezondheid naar Italië vertrokken.
Het interpellatie-verzoek van het linker centrum
in het wetgevend lichaam is thans reeds door 110 leden
onderteekend. Intussc.hen verneemt men dat verschil
lende onderteekenaars brieven uit de departementen
ontvangen van hunne kiezers, waarin tegen het aanne
men eener revolutionaire houding wordt gewaarschuwd.
Men schrijftdeze brieven toe aan den invloed der prefecten.
Op het Maandag gehouden diner te St. Clond zou
de keizer aan den heer Dugué de la Fauconnerie zijne
verwondering hebben te kennen gegeven over zijne
onderteekening der interpellatie van het linker centrum.
„Sire, antwoordde hierop deze afgevaardigde, ik heb
slechts het voorbeeld gevolgd van een lid der keizerlijke
familie, den hertog de Mouchy. De hertog de Mouchy
is een kind, zou hierop de keizer gezegd hebben. Iloe
is het dan mogelijk sire, was het antwoord, dat men hem
tot officieelen candidaat heeft gesteld en heeft verkozen?
In de gisteren gehouden zitting van het wetgevend
lichaam heeft de minister Rouher in antwoord op een
gezegde van den heer Jules Favre „dat de kamer zich
moest constitueeren om dadelijk de belangrijke politieke
vraagstukken, welke aan de orde zijn, te kunnen behan
delen," te kennen gegeven dat het gouvernement bereid
was om al die quaestiën te behandelen. „Men spreekt
zeide de heer Rouher van een ministerieele crisis,
maar de belangrijke vraagstukken waarop men zinspeelt
betreffen niet alleen enkele personen; zij betreffen onze
staatsinstellingen, de toekomst onzer maatschappij, en
den dam welke tegenover de revolutie moet worden
opgeworpen. Ik weet niet wanneer noch door wien
daarover eenstemmigheid zal worden tot stand gebracht,
maar wel weet ik op welke levende krachten de kamer
zal weten te steunen om de maatschappij te bewaren."
De talrijke ongelukken welke in den laatsten tijd
door het ontvlambaar gas in de koolmijnen veroorzaakt
zijn waartoe onder anderen behoort de jongste ramp
in de mijnen van Karwin in Beieren, waarbij 119 per
sonen het leven verloren geeft aan le Petit Journal
aanleiding om eenige bijzonderheden omtrent dit gas
mede te deelen, waaraan wij het volgende ontleenen.
Dit gas is samengesteld uit hydrogenium (waterstof)
en earbonium (koolstof). Wanneer het in aanraking
komt met de zuurstof der lucht is de vlam eener lamp
voldoende om eene ontploffing te veroorzaken, welke op
hetzelfde oogenblik volgt en alles verbrijzelt, vernielt
en vernietigt. De onderaardsche atmosfeer wordt dan
tevens van zoodanigen aard dat zij, die door de ont
ploffing gespaard bleven, door de bedwelming worden
getroffen. Voordat de bekende lampen, door Stephenson
uitgevonden en doorDavy verbeterd, in gebruik gebracht
werden, trachtte men het in de mijn aanwezig gas eens
voor altijd te doen verbranden; doch daar het gas voort
durend weder gevormd werd moest men op andere mid
delen bedacht zijnzulk een was het volgende. Een
hransch mijnwerker, wiens naam nog in de herinnering
voortleeft, had de onverschrokkenheid om, gehuld in een
kleed van wollen stof hetwelk ook zijn gelaat voor het
grootste deel bedekte, eiken avond, met een kaars aaneen
langen stok bevestigd, het punt, waar het gas zich vormde,
°P te sporen, het gas aan te steken en de mijn alzoo den
v°lgenden morgen toegankelijk te maken. De roem van
dezen onverschrokken man was tot in Engeland doorge
drongen, en de Engelsche mijnwerkers koesterden voor
hem de diepste bewondering; zij hadden hem ook den bij
naam van Fireman gegeven. Wanneer het mijngas in te
groote hoeveelheid aanwezig was, trachtte men de punten
op te sporen waardoor het uit de mijn ontsnapte, en stak
het dan aan, waardoor een voortdurende vlam ontstond,
welke men lampe éternelle heette. Aan een der mijnen te
Newcastle bestond zulk een lamp die twintig jaar lang
gebrand had. Die reusachtige vlam van natuurlijk gas
trok dan ook steeds een menigte toeschouwers uit alle
oorden van Europa.
De Davy-lamp heeft het gevaar wel verminderd doch
niet geheel doen verdwijnen. Het is echter voornamelijk
de onvoorzichtigheid der mijnwerkers zeiven die de
hoofdoorzaak is der talrijke rampen, waarvan zoo velen
de slachtoffers worden. Dit is zelfs in zoo hooge mate
het geval dat men met zekerheid kan aantoonen, dat
negen-tiende der ontploffingen aan onvooizichtigheden
te wijten zijn.
Niet alle mijnen echter zijn blootgesteld aan de nood
lottige ontploffingen van het mijngas. Het zijn alleen de
„vette" mijnen, waarin dit vreeselijke gas gevormd
wordt. Het verzamelt zich in de poriën der kool, en
stroomt er met een aan de mijnwerkers welbekend licht
geruisch uit. Een Engelschman, Ansell genaamd, heeft
een toestel uitgevonden dat de aanwezigheid van het
gas in de mijnen doet kennen. Van zeer groot belang
voor de ontsnapping van dit gas is het of in de mijn een
zwakkere of sterkere tocht of doorstrooming der lucht
plaats heeft. Bij een zwakke doorstrooming hoopt het
gas zich op; in het tegenovergestelde geval wordt het
gas gemakkelijker naar buiten gevoerd. De steeds voort
gaande verbetering in de wijze van luchtverversching
zal dus eenmaal de ontploffing in de mijnen doen ophou
den, mits de werklieden slechts meer en meer het
noodzakelijke eener groote voorzichtigheid leeren inzien.
Spanje.
Portugal.
Turkije.
Griekenl.
Amerika.
Amsterdam 9 Juli. Raapolie op 6 weken ƒ41. Lijn
olie op 6 weken 35]-.
Antwerpen. 8 Juli. Vaste markt voor alle granen.
Voor tarwe goede vraag, voornamelijk voor goede quali-
teiten. Deensche fr. 29, Mecklenburg 28], Hongaarsclie
24], en Donau 23].
Rogge minder vraag. Enos fr. 22]. Gerst vast. Donau
fr. 19 a 19], Sicilië 19, Smyrna 18], Algerië 18, en
Hongarije 19 a 21 de 100 kilo.
Gent 9 Juli. Tarwe fr. 21 a 25, aanvoer onbedui-
duidend; rogge 18 a 18.25, weinig aanvoer; voor gerst
18.50, was vraaghaver vond a 9.50 koopersboek
weit 17, paardenboonen 18 a 18.50 per hectoliter, kool
zaad 39 a 40; lijnzaad 38 a 39; koolzaadolie 50 a 55.10,
in beter doen, lijnzaadolie 44.05 br. gld, boter fr.2.30 per
kilo, eieren 1.65 per 26 stuks.
Amsterdam 9 Juli 1869.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2] pet. 56]
dito dito dito 3 64]
dito dito dito 4 87]
Aand. Handelmaatschappij 4]
dito exploitatie Ned. staatssp. 66]
België. Certificaten bij Rothschild 2V
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5" 95]
Certific. adm. Hamburg 5 71]
dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 77]
dito f 1000 1864 5 „92]
dito f 1000 1866 5 91]
Loten 1866 5 „260
Oblig. Hope Co. Leening 1860 4] 83]
Certific. dito4 67]
Inscript.StiegIitz&Co.2ca4eL. 4 67]
Obligatiën 1867 4 66 T\
Certificaten6 45]
Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 235]
Oblig. dito 4
dito spoorweg Poti-Tiflis 5 „83
dito dito 1868 5 82]
Polen. Schatkistobligatiën4 63
Pruisen. Obligatiën5
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 47^
dito 1847/1852 2] 23]
dito rente Amsterdam5 62
dito nationale5 54]
dito 1864 5 59]
dito fr. 500 18655 62jV
dito 1866 0. W5 48]
Bankactiën3
'g I Oblig. metall. in zilver Jan./Juli 5 56]
4 dito dito April/Oct. 5 „56]
I dito in papier Mei/Nov. 5 49]
vdito dito Febr./Aug. 5 49]
Italië. Leening 18615
Certific. bij Lamaison c. s. 5 „53
Brazilië.
Mexico.
Grenada.
Obligatiën3 thans 2] pet. 29]
dito Binnenlandsche3
dito 1856—1863 3
dito 1867 3
dito (binnenl.)5
dito (blauwe) 5
dito Vereenigde Staten (1874) 5
dito dito dito (1904) 5
dito dito dito (1882) 6
dito dito dito (1885) 6
dito Illinois7
dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7
dito dito geconsolideerde 7
dito dito debentures 8
dito St.Paul Pac. Spw. 2e sec. 7
dito 1863
dito 1865 5
dito 1851
dito afgestempeld6
25A
34A
34A
43]
76 f]
87
85A
67]
81]
12]
Heden overleed, na eene ongesteldheid van weinige
dagen, mijn geliefde Echtgenoot ANDERIES LEEF-
LANG, in den ouderdom van 72 jaren, na eene genoe-
gelijke Echtvereeniging van ruim 33 jaren.
Middelburg, J. C. VAN HELDIJK,
8 Juli 1869. Wede. A. Leeflang.
Algemeene kennisgeving.
Heden nacht overleed tot onze droefheid te Kampen
in den ouderdom van 78 jaren, onze waarde Moeder en
Behuwdmoeder, Mevrouw de Weduwe DE JONG.
Vlissingen, B. VAN LIER Ez.
den 9 Juli 1869. E. VAN LIER-de Jong.
Ondergeteekende, behoorende tot de vijf Raadsleden
die in 1869 moeten aftreden, acht het noodzakelijk
Heeren Kiezers opmerkzaam te maken dat zijn verge
vorderde leeftijd en periodiek lichamelijk lijden hem
dwingen de onderscheiding" eener eventueele herkiezing'
bepaaldelijk te verwerpen, en hij hen alzoo verzoekt
hunne stemmen niet op hem uit te brengen. Dat hij,
na twaalf jaren hunne belangen en die der Gemeente
met een warm hart en de zelfstandigheid van een eerlijk
man te hebben voorgestaan en verdedigd, de rust en
vergetelheid na een werkzaam leven voor zijn Vaderland,
voor zijne ongelukkige Natuurgenooten, en meer bijzon
der voor de welvaart van het hem altoos geliefde Vlis
singen niet geheel en al onnut besteed, als het grootste
geluk moet beschouwen dat de Voorzienigheid den
moeden wandelaar hier beneden kan schenken.
Twaalf jaren heb ik door uwe keus den zetel bekleed
dien ik nu verlaat zonder hem ooit door ongerechtig
heid te hebben bezoedeld en ik geloof niet dat ik mij
aan onbescheidenheid of laatdunkendheid schuldig maak
wanneer ik mij op de achting en het vertrouwen van allen
die mij kennen durf verhoovaardigen.
Vlissingen, 8 Juli 1869. A. RUIJSCH.
De Kiesvereeniging Zeeland heeft tot
bate Kandidaten voor de verkiezing van Leden
van den Gemeenteraad op 3© Juli a. s. gesteld de
Heeren:
Het Bestuur der Kiesvereeniging,
DE JONGE, Voorzitter.
A. P. SNOUCK HURGRONJE,
Secretaris.
De CENTRALE DIRECTIE VAN WALCHEREN
maakt bekend, dat de in de Algemeene Vergadering van
den 22 Mei 1869 vastgestelde Rekening van den
Polder over 1868, benevens de goedgekeurde fiegroo-
tlng voor het dienstjaar 1869, gedurende eene maand,
te rekenen van heden af, aan haar lokaal in de Abdij te
Middelburg, ter inzage van de ingelanden zal liggen.
Middelburg, 8 Juli 1869.
De Centrale Directie van Walcheren,
VON BRUCKEN FOCK,
loco President.
J. P. VAN VISVLIET,
Griffier.