MIDDELBÜRGSCHE COURANT. N° 112. 1869 Zaterdag 10 Juli. Middelburg 9 Juli. "Benoemingen en Besluiten. Gemengde Berichten. Thermometerstaml. Provinciale staten. De provinciale staten van Zeeland hebben heden hunne werkzaamheden voortgezet. Het eerste gedeelte van het verslag omtrent het heden verhandelde vinden onze lezers op deze en de volgende bladzijden. Het overige geven wij morgen, doch deelen daaruit thans reeds het volgende mede. Het voorstel van gedeputeerde staten tot wijziging van de begrooting van enkel provinciale en huishoude lijke inkomsten en uitgaven voor 1869, is aangenomen met algemeene stemmen op 1 na (van den heer J. L. de Jonge). Vooraf was daarin onder anderen deze wijziging gebracht, op voorstel van den heer Fransen van de Putte, dat een afzonderlijk artikel onder hoofdstuk VIII der uitgaven is uitgetrokken voor: toelage aan de pro vinciale commissie voor de door de Vereeniging tot be vordering van fabriek- en handwerksnij verheid in Nederland te houden tentoonstelling, ad f 1000, en daar mede de post voor onvoorziene uitgaven verminderd. Omtrent het verzoek van P. F. W. Engelse, om ver hooging zijner jaarwedde is besloten de beslissing tot de volgende najaarsvergadering aan te houden. De heer Hammacher heeft zijn voorstel tot het vinden van middelen ter voorziening in later te blijken behoef ten tot wegsverbetering in den geest van het in ons vorig nommer medegedeeld verslag gewijzigd; welk voorstel met algemeene stemmen is aangenomen. Ten aanzien van de ontwerp-reglementen op het ver voer van vrachten op de kunstwegen en tot instandhouding der kunstwegen, waaromtrent het verslag derafdeelingen is uitgebracht en waartegen verschillende bedenkingen zijn gemaakt, zullen gedeputeerde staten in de volgende najaarsvergadering nader hun gevoelen mededeelen. ITet voorstel tot aanvulling van het besluit der staten van 8 November 1866, voor zooveel betreft den verkoop van booraen aan de provinciale wegen, is aangenomen. Mede is goedgekeurd de verantwoording van gedepu teerde staten over 1867. Overigens zijn de verslagen der afdeelingen uitge bracht over het voorstel betreffende de Spoorbootmaat schappij en de provinciale begrootingen, waarvan de be handeling zal plaats hebben in de volgende zitting, welke is bepaald op morgen (Zaterd.), des voormiddags te 10 uren. De heer mt W. C. de Crane, op nieuw gekozen tot lid van den gemeenteraad te Zierikzee, heeft die benoe ming niet aangenomen. Er zal dus weder een nieuwe keuze moeten plaats hebben. posterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer M. A. F. M. van der Aa, uit zijne betrekking van commies der posterijen van de 8C klasse; en benoemd tot commies der posterijen van de 3« klasse de heer A. Muller, thans surnumerair der posterijen. Uit Vlissingen schrijft men ons heden„Een Engelschman die met zijne familie in het hotel Wel lington alhier gelogeerd was, is gisteren morgen op ver zoek van een zijner landgenooten, bijgestaan door den vice-consul alhier, onder toezicht der politie gesteld en heeft eene huiszoeking moeten ondergaan. Volgens ge rucht zou hij zich schuldig gemaakt hebben aan fraudu leus bankroet en is hij in het bezit gevonden van een zeer aanzienlijke som, waarvan een groot gedeelte, in bankpa pier, onder de kleederen van een der dames verborgen was. Hij is heden morgen onder bewaking der politie naar Rotterdam vertrokken." Jl. Maandag lieten eenige vreemde personen in den taubourg St. Maguerite te Luik twee beren danseneen talrijk publiek omringde als naar gewoonte de dieren, die vrij boosaardig gestemd waren, tengevolge van de warmte en de vele kunstverrichtingen die hunne gelei ders hen lieten verrichten. Na eenige tijd kwam een persoon, die in de herberg te veel moed gekregen had, nader en begon een der beren te slaan onder het roepen van: „gij zijt geen beer, gij zijt een mensch, ge hebt je maar zoo vermomd om ons te foppenwaarna hij met zijn stok den beer nog harder sloeg. Deze verliest eens klaps zijn geduld, vliegt op hem aan, pakt hem bij den arm en rijt hem de hand tot boven den pols open daardoor nog woedender gemaakt, rukt hij zich van zijn ketting los, grijpt den onvoorzichtige tussehen zijne voorpooten, en zou hem zeker verstikt hebben zonder de krachtige hulp van de twee geleiders, wien hel ge lukte den woedenden beer van zijn prooi af te rukken. Donderdag zijn te Moerdijk een groot aantal Bel gische ingenieurs aangekomen met het doel om de werken der spoorwegbrug te dier plaatse te bezichtigen. De burgemeester van Brussel, de heer Anspach, was hierbij tegenwoordig. Volgens de Nieuwe Rotterdamsche courant werd dezer dagen te Makkinga een huwelijk gestoten, tot welker voltrekking de armbestuurders eene som van f 30 hadden uitgeloofd, om zich zoo doende van de bruid zijnde eene weduwe met vier kinderen, wat den armen- last betreft, te ontdoen en op de geboorteplaats van den bruidegom over te brengen. De plaatselij ke gezondheidscommissi e te Amsterdam heeft een stuk door den druk openbaar gemaakt over de muggenplaag te dier stede in 1868. Men herinnert zich hoe verbazend groot in de laatste jaren en wel bepaal delijk in het vorige jaar het aantal muggen daar was, en tevens dat de meening vrij algemeen verspreid was, dat het muskieten zouden zijn, die door een of ander schip waren aangebracht. Door de onderzoekingen van de entomologen Snellen van Vollenhoven en Verloren is gebleken, dat de vermeende muskieten niet dan inland- sche mugsoorten waren De commissie verklaart het zoo menigvuldig voorkomen van die dieren in de laatste jaren, door de aanwezigheid van regenbakken te Amsterdam, die wegens den aanleg der duinwaterleiding steeds ge vuld en meestal onaangeroerd blijven. Het water van die bakken was bij onderzoek over het geheel zoo gevuld met larven of poppen van muggen, dat men in een glas vol water duizenden er van kon vinden. De muggen vinden in het stilstaande water eene uitmuntende ont wikkelingsplaats, en verlaten dan door de openingen der bakken of reten der tonnen hare geboorteplek. Zoo komen uit éen regenbak millioenen muggen tot ontwik keling. De bovengenoemde commissie geeft als middel om het kwaad uit te roeien, het zwavelen der regen bakken aan. In het begin der volgende maand zal te Frankfort een congres van tandheelmeesters geopend worden, dat, naar men verwacht, zeer druk bezocht zal zijn. De openbare schuld van Engeland bedroeg op 31 Maart jl. 796,161,067 p. st. In de laatste tien jaren is geamortiseerd voor eene som van 27,073,813 p. st. 8 Juli 's av. 11 u. 65 gr. 9 'smorg.7u.65gr.'smidd. 1 u.7@gr.'sav. 7u.66gr. Zitting van Vrijdag 9 Juli. Resumtie notulenbehan deling eonolusiën rapporten verzoekschriftenidem ver zoekschriftenidem verslagen der afdeelingen omtrent voorstellen gedeputeerde staten en voorstel-Hammacher nieuwe verslagen afdeelingen omtrent voorstellen en be handeling daarvan. Tegenwoordig de heer Becius als voorzitter, voorts 37 leden en de griffier. Na goedkeuring der voorgelezen notulen van het in de zitting van 8 dezer verhandelde, wordt voor kennis geving aangenomen de mededeeling des voorzitters, dat de heer Benteijn, nader opgekomen, aan de eerste afdee- ling is toegevoegd. Aan de orde is de behandeling der conclusiën van de gisteren uitgebrachte rapporten der commissie voor de verzoekschriften op ingekomen adressen, t. w.: I. Op het adres van den gemeenteraad van Scherpe- nisse, om een renteloos voorschot tot voorziening in de lage ligging der zeewering langs de haven dier gemeente, waaromtrent de commissie adviseert: een renteloos voorschot toe te staan ten bedrage van f 2,150 (zie het verslag in ons vorig nommer). De heer J. L. de Jonge, vraagt of het niet wenschelijk zou zijn de beslissing over dit punt aan te houden en het stuk alsnog te stellen in handen van gedeputeerde staten, die, naar hij vernomen heeft, nog niet met de zaak bekend zijn. Dit uitstel acht hij niet in het nadeel der betrokken gemeente, daar de uitvoering van het werk door den waterstaat dit jaar wel niet zal plaats hebben. Mocht de commissie hiertegen bezwaar hebbe%- dan zal hij een amendement in den aangegeven geest voorstellen. De heer van Citters antwoordt dat een zoodanig voor stel van den heer J. L. de Jonge door gedeputeerde staten zeker niet ongunstig zou ontvangen worden. Mocht de commissie zich daarmede vereenigen, dan zou het gedeputeerd college gelegenheid tot nader onderzoek worden gegeven. Maar aan den anderen kant zou het den schijn kunnen hebben alsof de commissie geen ge bruik hadde gemaakt van al de haar verstrekte données. Hij zet het wezen der zaak kortelijk uiteen en verklaart ten slotte dat hij geen bezwaar heeft tegen het voorstel van den heer J. L. de Jonge, indien het gerucht waar is, dat de uitvoering van het werk dit jaar toch niet zal plaats hebben is dit laatste echter niet waar, dan kan hij zich met dat voorstel niet vereenigen. Naar aanleiding van het gesprokene door den heer van Citters zegt de heer J. L. de Jonge, dat hij geen aan merking heeft willen maken op het onderzoek der zaak door de commissie. Hij persisteert echter bij zijne ziens wijze, dat een nader onderzoek door gedeputeerde staten wenschelijk is, te meer daar de commissie zich vooral op den financieelen toestand der gemeente Scherpenisse heeft gegrond. Hij beschouwt het bovendien als zeker dat de uitvoering dit jaar niet zal plaats hebben en stelt daarom het volgende schriftelijk ingediende amende ment voor: „om het verzoekschrift te stellen in handen van gedeputeerde staten ten fine van nader onderzoek cn praeadvies." De heer de Visser zou de bedoeling van dit amende ment wel nader willen kennen, aangezien daarin niet staat, de tijd wanneer gedeputeerde staten praeadvies zullen uitbrengen. Hij stelt daarom als sub-amendement voor„dat dit praeadvies in de najaarsvergadering zal worden uitgebracht." Nadat de heer van Citters eene uitdrukking van den heer J. L. de Jonge betreffende de verhooging van den dijk in verband met de hoogte van het plateau heeft ge releveerd en laatstgenoemde daarop heeft geantwoord, voert de heer Moolenburgh het woord over het amende ment. Het komt hem voor dat men hierdoor van den weg zou worden gebracht.Hij merkt op dat de commissie door de wijze waarop de zaak bij haar isgebracht, niets anders kon vermoeden of het werk zou dit jaar door het bestuur van den waterstaat uitgevoerd worden. Sommigen schij nen het tegenovergestelde te vermoeden. Wellicht is dat zoo, maar dan zal de uitvoering toch wel in het volgende voorjaar geschieden; en wordt nu de beslissing uitge steld, dan zal de gemeente Scherpenisse op dat tijdstip volstrekt niet gebaat zijn. Om evenwel aan het bestaande bezwaar tegemoet te komen stelt hij voor, de conclusie der commissie aldus te wijzigen de commissie adviseert: „om, bijaldien de door adressant bedoelde verhooging der zeewering tot stand komt, alsdan aan de gemeente Scherpenisse een renteloos voorschot toe te kennen van 2,150." De heer J. L. de Jonge doet uitkomen dat hij de gelde lijke quaestie wil buitensluiten en hij zich geheel veree- nigt met het aangevoerde door den heer de Visser. De heer de Jonge van Ellemeet betoogt dat men geen zaak ondersteunen kan zouder haar te kennen en ver klaart vóór het amendement van den heer J, L. de Jonge te zullen stemmen, omdat hij eene dadelijke beslissing zonder nader advies van gedeputeerde staten als een gevaarlijk antecedent beschouwt. De heer van Citters merkt op dat de commissie eeue dadelijke beslissing wenschelijk acht, omdat, bijaldien het praatje als hij dit minder parlementaire woord hier eens gebruiken mag dat de uitvoering zal uitge steld worden niet waar bleek te zijn, eene beslissing in de aanstaande najaarsvergadering te laat zou zijn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1