O U R A N T.
MIDDELBURGSCHE
C
1869.
V 108.
Dinsdag
6 Juli.
ÖmncnlanSX
Middelburg 5 Juli.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
Koloniën.
Rechtzaken.
CrEWAPElVOE DIENST.
De Burgemeester en Wethouders van Vltsslngen
maken bekend
dat de gewone jaarlijksche collecte ten behoeve van
het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den
ge wapenden dienst in de Nederlanden, is bepaald op
Woensdag den 7 Juli a. s.
en noodigen een ieder uit om door milde bijdragen
mede te werken tot verzachting van het ongelukkige lot
van zoovele oude en gebrekkige krijgslieden, die, na hun
leven te hebben gewijd en hunne krachten en gezond
heid ten offer gebracht aan de verdediging des vader
lands, in kommervolle omstandigheden hunne overige
levensdagen slijten.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 3 Juli 1869.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
In de heden door de tweede kamer gehouden zitting
is de behandeling van het wetsontwerp tot regeling van
het onderwijs op de Koninklijke militaire academie voort
gezet en gevorderd tot art. 16. De hoofdbeginselen welke
heden zijn aangenomen zijn deze: de cadetten verbinden
zich voorden militairen dienst gedurende vijfjaren; de
bijdrage voor het onderwijs aan de academie wordt
voor alle cadetten op ƒ600 bepaald,
Heden avond wordt weder eene zitting gehouden ter
voortzetting der beraadslaging.
De gemeenteraad alhier zal op Woensdag a., des na
middags te half twee uur, eene openbare zitting houden
ter behandeling der onderstaande stukken: missive
mevrouw de Kanter, overlijden den heer J. J. de Kanter;
adres J. J. Bal, verlenging van het erfpachtsrecht grond
ijskelder; idem A. L. Wijnne, tot het bekomen van eene
aarden grafruimte op de begraafplaats; rekening Vlis-
singschen rijweg; idem schuttersraad der dienstdoende
schutterij; benoeming leden van het stembureau20 Julia.
*Te Zierikzee had op 3 Juli de opening plaats der
stembriefjes voor de keuze van een lid van den gemeen
teraad aldaar, ter vervulling der vacature ontstaan door
bet door den heer ra'. W. C. de Crane genomen ontslag.
Van de 427 kiezers hadden 173 hunne stembriefjes inge
leverd. De heer mr. W. C. de Crane is op nieuw gekozen
met 142 stemmen.
Bij beschikking van den minister van financiën is be
paald, dat de volgende ambtenaren bij de administratie
der posterijen hunne functiën zullen uitoefenen als volgt,
de commiesen 3" klasse: C. S Hein, ten postkantore te
Utrecht; J. W. Vorster, ten postkantore te Amsterdam;
de surnumerairs: J. li. Gostelie, ten postkantore te Am
sterdam; N. Schuit, op het spoorweg-postkantoor Am-
aterdam Emmerik-Bentheim; J. tenCate, op het spoor-
weg-postkantoorAmsterdam-Emmerik-Bentheiin; J.Esser.
ten postkantore te Amsterdam C. van Ghert, ten post
kantore te Nijmegen; W. F. Viëtor, ten postkantore te
Leeuwarden; C. C. Vrendenberg, ten postkantore te
'sGravenhage; A. Burkens, ten postkantore te Haarlem;
J. A. H. A. Jansen, voorloopig ten postkantore te Sittard;
W. E. Carp, ten postkantore te Middelburgjhr. H. M. E.
baron van Asbeck, in de bureaux van de afdeeling pos
terijen bij het departement van financiënG. IJssel de
Schepper, ten postkantore te Goes.
Volgens het Provinciaal blad van Zeeland n». 64 heeft
de commissaris des konings aan burgemeester en wet
houders in deze provincie eene circulaire gericht, waarin
h9 te kennen geeft dat gebleken is dat uit Duitschland
ingevoerd meel was vermengd met voor de gezondheid
schadelijke stoffen, en het overweging verdient nu en
dan buitenlandsch, bepaaldelijk uit Duitschland inge
voerd meel aan een onderzoek te onderwerpen. Hij ves
tigt hierop de aandacht, met nitnoodiging om, indien
daartoe naar het oordeel van biffgemeester en wethou
ders termen bestaan, monsters van dat meel ter onder
zoeking aan den inspecteur voor het geneeskundig
staatstoezicht in dit gewest te doen toekomen.
Jl. Vrijdag is te Kampen de tweede algemeene verga
dering van hetXXIIPNederlandsch landhuishoudkundig
congres gehouden. De heer M. H. Jansen, die door het
bestuur uitgënoodigd was het congres bij te wonen,
heeftin eene redevoering zijne bekende brochure: „Een
brug over den Oceaan, stoomvaart op Amerika," nader
toegelicht, het daarin vervatte denkbeeld ontwikkeld en
de hooge noodzakelijkheid van des poedige oprichting
eener zoodanige stoomvaart krachtig doen uitkomen. Met
grooten bij val werd hij aangehoord en het bestaan dier
noodzakelijkheid met algemeene stemmen aangenomen.
Ook heeft de vergadering besloten een adres tot den
minister van koloniën te richten, met verzoek een onder
zoek te doen instellen op onze kleine eilanden in den
Indischen archipel, of daar ergens guano te vinden is.
Omtrent de tentoonstelling van vee, pluimgedierte en
voorwerpen ten dienste van land en tuinbouw, wordt
medegedeeld, dat zij zeer belangrijk was en door schoone
inzendingen werd opgeluisterd, o a. door apparaten voor
bijenteelt van den heer Mehring uit Hannover, die
spoedig een belangstellend kooper hebben gevonden.
Z. M de koning is met een eersten prijs bekroond
voor ingezonden inlandsche boter.
Naar wij vernemen, heeft dezer dagen iemand, die als
arts volgens de wet van den lm Juni 1865 geëxamineerd
is, zich bij adres tot den minister van binnenlandsche
zaken gewend, om na verdediging van eene dissertatie
te mogen promoveeren tot doctor in de geneeskunde. De
minister heeft dit verzoek van de hand gewezen, waar
schijnlijk uitgaande van de stelling, dat academische
graden alleen na voorafgaande volledige academische
examens kunnen worden verkregen.
KOLOsiën. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst
verleend, met toekenning van pensioen, aan den Oost-
Indischen ambtenaar A. Cupaerus, laatstelijk 1° onder
wijzer aan de gouvernements derde lagere school te
Samarang, thans met verlof hier te lande.
legee. Eervol ontslag uit Zn M». militairen dienst ver
leend, met toekenning van pensioen, aan den met verlof
hier te lande teruggekeerden kapitein der infanterie van
het leger in Nederlandsch Indië B. G H. L. F. Tromp-
holier, wegens ongeschiktheid tot het gaan hervatten
van den werkelijken dienst, tengevolge van lichaams
gebreken.
Examen C volgens de wet op het middelbaar onderwijs
is voldoende afgelegd door de heerenH. E. van Berckel,
H. van Capellen, II. P. Gutteling, J. A. Roessingh van
Herson, A. Keurenaer, H. G. Levert, J. Mulder, G. Oos-
ting, H. J. Rink, C. B. Schuurman, J. R. M. Wiegel,
N. W. Nachenius, H. van Heumen, II. J. W. Jonker,
H. A.Mansfeldt.
De luitenant ter zee 2klasse A. W. Vinkhuyzen wordt
met den 1CM dezer geplaatst op Zn 11*. ramschip de Schor
pioen.
Gedurende het eerste halfjaar van 1869 zijn bij het
koloniaal werfdepot te Harderwijk aangekomen: 626 on
derofficieren en manschappen, uit het leger hier te lande
bij de koloniale troepen overgeplaatst, ieder onder genot
eener gratificatie van 160 tot 200 550 personen, die
zich op de gewone wijze voor den kolonialen militairen
dienst hebben verbonden, waaronder 307 vreemdelingen
allen onder genot van eene som van ƒ160 tot 200 per
hoofd als handgeld of gratificatie208 onderofficieren en
manschappen uit Oost-Indië, waaronder 131 met een jaar-
lijksch gagement van ƒ100 tot ƒ200; en 72 onderofficie
ren en manschappen uit West Indië, waaronder 12 met
aanspraak op gagement. Gedurende dien tijd zijn aan
suppletie troepen naar Oost-Indië uitgezonden 970 on
derofficieren en manschappen en naar West-Indië 140
onderofficieren en manschappen.
In de Staatscourant van Zondag en Maandag 4 en
5 Juli leest men het volgende:
„Wij zijn door het departement van marine in staat
gesteld omtrent het gebeurde met eene sloep van Zn Ms.
schroefstoomschip de Amstel, gestationeerd ter Kuste
van Guinea, de navolgende bijzonderheden mede te
deelen
„Op den 26<™ Mei jl. was de Amstel ten anker geko
men voor Commeudah, een krom waarvan de bevolking,
vroeger onder Engelsche heerschappij, doch sedert de
laatste grensregeling aan het Neaerlandsche bestuur
toegewezen, nog steeds eene vijandelijke houding tegen
dat bestuur aanneemt.
Eene sloep met twee officieren, en wel de luitenants
ter zee der 2e klasse J. Yriemoet Drabbe en F. Zegers
Veeckens, benevens een onderofficier, de 2' schiemans
maat J. C. van Es, en acht gewapende roeiers, zijnde de
matrozen der 1« klasse D. de. Vries en K. P. C. de Bazel,
de matrozen der 2» klasse A. Ballemeijer, L. J. de Rijke,
J. H. Zurburg en J. Garcet, alsmede de matrozen der
3® klasse W. Greve en W. F. Drioel, vertrok op verken
ning naar den wal, waar de bemanning door negers over
rompeld en gevangen gemaakt werd.
Na gehouden overleg met den gouverneur ter Kuste
van Guinea, en ook ingevolge den raad van den gouver
neur der Engelsche bezitting Cape Coast, die nog eeni-
gen invloed op de bevolking van Commendah schijnt uit
te oefenen, besloot men om vooralsnog geene middelen
van geweld te gebruiken om hen tot het uitleveren der
gevangenen te noodzaken.
De beide gouverneurs, bekend ipet de zeden en ge
woonten der inlandsche bevolking, waren overtuigd dat
deze mits niet in het nauw gebracht aan blanke
gevangenen uit eerbied het leven zoude sparen, en men
vond het dus geraden, eerst door den gouverneur van
Cape Coast pogingen te doen in het. werk stellen om de
uitlevering der gevangenen te verkrijgen.
Volgens de laatste berichten zou de uitlevering op
den 10*'" Juni plaats hebben, doch volgens geruchten
zouden er intnsschen reeds eenige der gevangenen be
zweken zijn; met zekerheid was daarvan echter niets
bekend.
Er blijft alzoo hoop bestaan op hun behoud, te meer
daar de berichten, dat reeds een luitenant, de onder
officier en vijf matrozen zouden zijn omgekomen, zich
alleen gronden op geruchten, die bij het afzenden van
de officieele rapporten nog door niets bevestigd zijn.
De minister van marine heeft het echter noodig ge
acht onverwijld twee zeeofficiereu, en wel de luitenants
ter zee der 2« klasse P. F. baron van Ileerdt en F. W-
Huding, met de Engelsche mail naar de Kust van Guinea
uit te zenden, als waarborg om, indien onverhoopt deze
nootlottige geruchten mochten bewaarheid worden, in
den dienst aan boord van het stoomschip te voorzien."
Jl. Zaterdag is voor het provinciaal gerechtshof in
Zuid-Holland de behandeling voortgezet en ten einde
gebracht van het rechtsgeding tegen Jacob de Vletter.
De advocaat-generaal mr. Terpstra heeft de schuld van
den beklaagde met kracht volgehouden; diens verdedi
ger, mr. J. J- Bergsma, met niet minder kracht en warmte
de vrijspraak bepleit. Daarna werd het woord gegeven
aan den beschuldigde zelf, die in eene improvisatie,
welke ongeveer anderhalf uur duurde, zijne handelingen
verklaarde en verdedigde, en ten slotte het hof dankzeg
gende voor het geduld en den tijd, aan de beraadslaging