MIDDELBURGSCHE COURANT. N" '105. 1869. Vrijdag 2 Juli. Middelburg 1 Juli. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Rechtzaken. Heden heeft de tweede kamer de algemeene beraad slagingen gevoerd over het wetsontwerp tot regeling van het onderwijs bij de koninklijke militaire academie. Om trent de hoofdqnaestie, of het middelbaar onderwijs moet aansluiten aan het militair onderwijs, bleek veel ver schil van gevoelen te bestaan. Sommige leden keurden die aansluiting goed, terwijl anderen van mee ning waren dat daardoor het militair karakter te veel zou opgeofferd worden. De minister van oorlog heeft het ontwerp verdedigd en tevens toezegging gedaan van eene latere wettelijke regeling van de opleiding van onderofficieren bij de korpsen tot officieren. De minister van marine verklaarde dat hij nog niet overtuigd is van de noodzakelijkheid eener wettelijke regeling van het onderwijs met betrekking tot de zee macht In de gisteren avond gehouden vergadering van het Middelburgsche département der Maatschappij tot nut van 't algemeën is tot lid van het bestuur, in de plaats van wijlen den heer J. J. de Kanter, benoemd jht A. W- Tcding van Berkhout. Tot afgevaardigde naar de algemeene vergadering dei- Maatschappij is gekozen de heer F. Nagtglas, en tot plaatsvervangers de heeren J. de Kanter en O. D. Röell. Als leden der commissie voor de volksbibliotheek, in de plaats van de heeren D. Verhulst en J. O. Altorffer, zijn gekozen de heeren B. A. Verhey en J. C. Altorffer. Het Vaderland meldt otntrent de werkstaking der drukkersgezellen te Amsterdam het volgende: „Men beschouwt de werkstaking als een uitvloeisel van den Typographcn-bond, waartoe ook behooren de leden der coöperative vereeniging (firma Regenboog) van welke het prospectus afkomstig is van het Alge meen dagblad van Nederland. De meeste knappe werk lieden hebben dien bond verlaten, welke thans hoofd zakelijk bestaat uit min bekwame gezellen, die „lange messen" dragen om zich een faux air van „koks" te geven. Vermoedelijk zullen de werkstakers slechts korten tijd nonactief leven van de verhooging, welke enkele hunner medeleden hebben verkregen, daar deze spoedig tot de conclusie zullen komen dat hunne ver dienste beter te pas komt in eigen huishouding dan tot bevordering van werkstaking. „Het is een belangrijk feit dat op enkele kapitale druk kerijen, en ook op minder groote, geen enkel gezel het werk gestaakt heeft. Het Handelsblad en de Am- sterdarasehe courant zullen blijven verschijnen. De tijd zal leeren of de Tijd misschien een paar dagen in 32m» moet verschijnen, in plaats van met 1 Juli in groot for maat." In het Utrechtsch dagblad lezen wij nog het volgende: „De werkstaking der letterzetters en drukkers te Amster dam, die zich eerst tot een 200tal personen bepaalde, heeft nog eenigo uitbreiding erlangd, zoodat op 32 druk kerijen geheel of gedeeltelijk het werk is gestaakt. Het Handelsblad en de Amsterdamsche courant blijven ver schijnen; op de drukkerij van de Tijd schijnen moeilijk heden te zijn ontstaande Tijd is niet uitgekomen." Volgens het Handelsblad en de Amsterdamsche courant is de werkstaking op de drukkerij van de Tijd (firma C. L. van Langenhuysen) niet doorgegaan, en is het niet uitkomen van de Tijd slechts een gevolg van den jl. Dinsdag gevierden catholieken feestdag. Uit Rotterdam schrijft men ons: „De strike onder de zonen van Lourens Koster heeft zich niet tot Amsterdam bepaald, maar is ook hier be proefd. Tot hiertoe echter heeft zij onder de Rotter- damsche letterzetters geen groot succes gehad. Zondag is hier eene vergadering gehouden van een aantal hunner, meerendeels leden van den bond, die tot werkstakingen aanzet. Maandag daarop hebben zich op de drukkerijen de eerste verschijnselen van verzet vertoond. Op de grootste drukkerij hier ter stede (waar het personeel reeds in gunstiger omstandigheden verkeerde dan op andere inrichtingen) werd terstond het verbod uitge vaardigd om deel te nemen aan manifestatiën, ten doel hebbende de boekdrukkers-patronen tot verhooging van loon te dwingen. Van die drukkerij waren zeven gezellen tot den bond toegetreden; vijf van hen hebben echter terstond hun oiitslag als leden van den bond genomen; de twee anderen werden uit den dienst der bedoelde drukkerij ontslagen. Op een paar andere drukkerijen werd op gelijke wijze gehandeld. Eene der grootste boek drukkersfirma's hier ter stede heeft, door eene vrijwil lige verhooging van loon, haar personeel bevredigd. Andere patroons hebben zich bereid verklaard om in eene verhooging te berusten, wanneer deze algemeen werd aangenomen. „Op onderscheidene drukkerijen heeft het personeel gedeeltelijk het werk gestaakt. Geen enkele dier inrich tingen echter staat stil, daar nog altijd het meerendeel der werklieden geen lust gevoelt om met de manifestatie meê te doen. De letterzetters die leeg loopen, zijn heden voor het meerendeel door eene Amsterdamsche firma tegen verhoogd loon in dienst genomen. Waarschijnlijk heeft die firma haar oude personeel niet willen behouden, om niet te buigen voor geweld. „Zoowel door boekdrukkers-patroons als door gezellen zijn vergaderingen gehouden. Dinsdag avond hebben een aantal van laatstgenoemden eene bijeenkomst gehad." Jl. Maandag zijn de leden van het 23<- Nederlandsch landhuishondkundig congres te Kampen samengekomen, waar zij door het bestuur in do schouwburgzaal ontvan gen werden. Daarna hebben zij zich begeven naar de beide afdeelingen (de eerstelandbouw, veeteelt en hout teelt; de tweede: staathuishoudkunde, statistiek en natuurwetenschappen) en de bestuurders gekozen, te weten: de eerste afdeeling tot voorzitter den heer dr. L. Mulder van Arnhem, tot tweeden voorzitter den heer C. Geertsema van Zuidbroek en tot secretaris den heer J. Nagel van Arnhem; de tweede afdeeling, tot voorzitter den heer baron-Sloet tot Oklhuis, van Zwolle, en tot secretaris den heer Hofelt van Kampen. Dinsdag heeft de eerste algemeene vergadering plaats gehad. Woensdag is tot opluistering van het congres eene tentoonstelling van vee, voortbrengselen van en werk tuigen voor den landbouw geopend, welke, evenals het congres, Zaterdag a. wordt gesloten. marine. Met 1 Juli op pensioen gesteld de vice-admi- raal G. Fabius, ten bedrage van f 3000, en de kapitein ter zee J. W. de Ruyter de Wildt, tot een bedrag van f 1800 's jaars; eerstgenoemde onder dankbetuiging voor zijne langdurige en goede diensten, en laatstgemelde onder toekening van den titulairen rang van schout bij nacht. Bevorderd: tot vice-admiraal, de schout bij nacht O. A. Uhlenbeck; tot schout bij nacht, de kapitein ter zee A. F. Siedenburg; tot kapitein ter zee, de kapitein-lui tenants ter zee J. E. Buys en J. F. Koopman, Zr. M». adjudant in buitengewone dienst; tot kapitein-luitenants ter zee, de luitenants ter zee 1* klasse A. W.Keuchenius en W. H. baron van Heerdt, Zr. M*. adjudant in gewone dienst; tot luitenant ter zee le kh, de luitenants ter zee 2» kl. A. baron Collot d'Escury en J. H. Commijs, en tot luitenant ter zee 2e kl., de adelborsten 1« kl. E. Kempe en P. H. Ledeboer. Verleend de titulaire rang van vicé-admiraal aan den titulairen schout bij nacht H. Camp, commandant en in specteur van het korps mariniers, en die van kapitein ter zee aan den gepensioneerden kapitein-luitenant ter zee P. van Woelderen, havenmeester te Willemsoord. Voldoend examen B (artt. 61 en 62 der wet op het middelbaar onderwijs) is «aan de polytechnische school afgelegd door de heerenC. A. Besier, A. W. Mees, A. F. L. Rouwenhorst Muller, E. R. van Nes van Meer kerk, F. J. Nieuwenhuis, S. J. CL van Overveldt, M. M, E. A. Hollingerus Pijpers, C. P. E.Ribbius, J. J. Brutel de la Rivière, J. A. Roest van Limburg, L. H. Slinkers, A F. Steers, J. M. Sweep, K. de Vidal de St. Germain. - (Artt- 61, 62 en 64) J. van Hasselt, Ch. M. Schols. (Artt. 63 en 64) J. W, Boom. (Art. 64) H. J. van der Schalk, H. C. Sprenger.(Art. 65) S. L. G. Birnie, R. Fennema, J. A. Hooze. Het Dinsdag gehouden getuigenverhoor in de zaak van Jacob de Vletter, voor het hof in Zuid-Holland be handeld, leverde weinig nieuwe bijzonderheden op. Een vroegere ondermeester van den beschuldigde, thans ook als getuige gehoord, schreef diens gedragingen aan zucht naar winstbejag toe en meende in zijne houding slechts de bevestiging te zien van de overtuiging die hij reeds als schoolknaap ten zijnen aanzien had, namelijk dat de Vletter „een drijn" was. Deze en andere getuigen hebben den beschuldigde hooren zeggen, dat hij den waterschout zou hebben vernietigd wanneer deze jegens hem het woord „smeerlap" had herhaald, evenzeer als hij een der agenten zou vernielen wanneer deze het waagde hem aan te raken, doch tevens vermanende tot het staken van baldadigheden tegen de politie. Eenander getuige had de Vletter steeds als een hoogst fatsoenlijk man beschouwd. Hij gaf op dat de beschuldigde tot het volk gezegd heeft dat hij zich bij hoogere autoriteit over de lastige vervolgingen zou beklagen, alsmede, op een ander tijdstip, terwijl hij op de menigte wees: „dit is geen demonstratie tegen de politie, maar eene ovatie aan Jacob de Vletter, wonende in de Mannenlaan!" B. van Veen, van beroep sjouwer, gaf op dat hij, na voor het huis van de Vletter de kinderen weggejaagd te hebben die gevaar liepen in het water te vallen, van de Vletter daarvoor een kwartje heeft gekregen, en dat hij de Vletter n i et heeft hooren zeggen dat wie met hem medeging een kwartje zou krijgen. De getuige Dntillienx, fabrikant van zonneschermen, die met den beschuldigde als schoolknaap op dezelfde banken gezeten heeft, verzocht onder anderen verlof iets in het midden te mogen brengen omtrent het karakter van de Vletter, hetgeen volgens het Dagblad van 's Gravenhage hierop neder komt: „Mijne heeren. Ik gevoel mij gelukkig om op deze plechtige plaats eene verklaring te mogen afleggen ten voordeele van hem, dien ik en dit is mij eene eer en een voorrecht mijn vriend mag noemen. De Vletter heeft een zeldzaam, een eigenaardig karakter, dat bij hen, die heul niet zoozeer van nabij kennen, gemakkelijk tot verkeerde beoordeeling aanleiding geeft. „Maar zij, die hem in zijn dagelijkschen omgang bij wonen, zij vereeren, zij achten hem, ja er zijn er onder het volk, die met hem dwepen. Hij is een man, wiens gelijke men in ons vaderland niet vinden zal. Hij is een volkomen origineel man, in den waren zin des woords. „En wanneer Diogenes nog op dit aardrijk rond dwaalde, hij zou in de Vletter den man gevonden heb ben, dien hij, bij helderen dag en met een lantaarn in de hand, niet heeft kunnen vinden. „Hij is een voorstander van strenge zeden en een van die weinigen, die nimmer vloeken of „lubrieke woorden" bezigen. Hij is een braaf, deugdzaam vader en echtge noot van eene even brave vrouw en vier voorbeeldige kinderen. Hij is een ijverig, werkzaam en vooral strikt eerlijk man, een vriend van orde, rust en wet, maar ook alleen zonder willekeur of ongeoorloofd misbruik van macht. „Hij is een man van beginselen, edel van hart en hel der van hoofd. Hij ijvert steeds tot bevordering van het heil des volks, tot veredeling en beschaving van het algemeen. Sinds 20 jaren ot langer nog is hij lid soms bestuurslid van de afdeeling Rotterdam der maat schappij tot afschaffing van sterken drank, waar hij ook meermalen voordrachten hield, door tal van mannen en vrouwen bijgewoond; terwijl hij immer tractaatjes van die vereeniging op de openbare straat uitreikte. „Menigeen, die door het misbruik van sterken drank van den goeden weg gedwaald was, bracht de Vletter weder tot zijn plicht en hervormde dezen tot arbeidzame

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1