Vlissingen en Breskens wordt afgeschaft en de dienst voortaan door de provinciale stoomboot verricht, ten gevolge waarvan vele gemeenten tweemaal daags met Walcheren zullen kunnen correspondeeren. De bodeloop tusschen Aardenburg en Sluis wordt eenigszins gewij zigd en de dienst tusschen Sluis en Brugge met de verbeterde dienstregeling in verband gebracht. De dienst tusschen Breskens via Oostburg en Zuidzande naar Sluis en omgekeerd, alsmede die tusschen Breskens over Schoondijke naar IJzendijke en terug, geschiedt voortaan geregeld tweemalen per dag, de eerste por post- kar de tweede per postbode. De dienst tusschen Bres kens en Groede en tusschen IJzendijke, Biervliet en Hoofdplaat, alsmede die tusschen Nieuwvliet en Groede Zuidzande, Cadzand en Retranchement ondergaat geene verandering. „De gemeente IJzendijke, die reeds herhaaldelijk pogingen aanwendde tot de vestiging van een telegraaf kantoor aldaar, vleit zich nu daarmede meer dan vroeger. „Die gemeente heeft echter onlangs van den minister van binnenlandsche zaken eene afwijzende beschikking ontvangen op haar verzoek om daar een telegraafkan toor te vestigen, op grond dat in andere streken meer dan in deze, behoefte aan uitbreidingvan het telegraaf net bestaat. Ofschoon ik IJzendijke geen telegraafkantoor misgun en die gemeente daarop misschien meer aan spraak had dan andere in Ons district, apprecieer ik toch het besluit des ministers, vermits de vestiging van drie kantoren in een kort tijdsbestek voorloopig geene redenen tot klagen kan geven. „Waar het eerst de spoortrein in ons district zal rijden Dit is cene vraag die de Cadzandtenaren elkander meer dan eens doen, op 't gevaar af of het tegenwoordig ge slacht er wel ooit een op dezen bodem zal zien rijden. Er bestaat toch op dat punt tusschen enkele gemeenten groote naijver. De ijzeren weg van Maldeghem ligt niet ver van Aardenburg, die van Brugge niet ver van Sluis, en binnen kort die van Caprijck niet ver van IJzendijke, ja zelfs spreekt men in België veel over een ijzeren weg tot Watervliet, op een uur afstand van IJzendijke. Welke weg zal men nu het eerst doorleggen, welke Cadzandscbe gemeente de eer gunnen van de eerste te zijri in het bezit van een spoorweg? Ik vermeet mij niet deze vraag te beantwoorden. Misschien dat ik bij een volgend schrijven daartoe meer grond heb." Het overzetveer aan het Sloe is bij overeenkomst van 15 December jl. op de gewone voorwaarde voor éen jaar, het thans loopende, en voor den sedert 1867 bedon gen prijs van 800, aan den veerschipper C. Baas door gedeputeerde staten verpacht. Thans stellen zij aan de provinciale staten voor, hen op nieuw te machtigen, genoemd overzetveer aan den tegenwoordigen pachter, indien hij daartoe genegen is, onder de hand voor het jaar 1870 te verpachten, onder zoodanige voorwaarden als zij in het belang der provincie, van den dienst en van den pachter zeiven aannemelijk zullen oordeclen. Bij besluit der provinciale staten van 8 November 18G6 werden gedeputeerde staten van Zeeland gemachtigd tot den openbaren of onderhandschen verkoop van straat keien, puin en andere oude materialen, aan de provincie in eigendom toebchoorende, en hetzij reeds voortgekomen of in het vervolg voort te komen van de wegen welke voor hare rekening worden onderhouden, alsmede om, indien daarvoor geen redelijke prijzen worden geboden, die materialen niet te gunnen, maar ter hunner beschik king te houden, teneinde daarvan in het belang der provincie gebruik te maken. Thans vragen zij van de provinciale staten uitbreiding dier machtiging tot de aan de provincie toebehoorende böomen der wegen, die door storm of andere oorzaken geheel of gedeeltelijk zijn vernield, en om die of om andere rédenen moeten worden geroeid. *Men schrijft ons uit den Haag: „De Haagsche groote bladen vertellen u zoo veel en alles zoo tot in de kleinste bijzonderheden omtrent het proces de Vletter dat ik er hier gerust van zwijgen kan. Buitendien raakt de Rotterdamsche zaak te afgezaagd in weerwil van den goed berekenden climax in de saraen- groeping en opeenvolging der beschuldigden. Goed zei ik altoos met het oog op de belangstelling van het publiek; minder goed, meer of min afschuwelijk zelfs, met het oog op die beschuldigden zei ven, die, vooral bij den ontzettend tragen gang der procedure, wat men vroeger noemde: apelitfeu gemarteld worden. Overigens, om van dat onderwerp af te komen: liever dan u een ge schreven portret een in houtsneê of gelithographeerd dito zou geen slechte speculatie voor een uitgever zijn en als de octrooien niet half afgeschaft waren, vroeg ik octrooi voor dat idéé van het uiterlijk des hoofdper- soons te geven, deel ik u een woord meê dat in de ge rechtszaal werd gefluisterd en dat de verdienste heeft, van met éen trek het moreel en intellectueel portret van de Vletter te schetsen. Toen men verham dat niet m', J. A. Philipse, wegens voortdurende ongesteldheid, maar m'. Beelaerts van Blokland als voorzitter van het hof zou fungeeren, werd er gezegd: het is te bezien, wie zal presideeren, de president of de Vletter. In hoeverre hierbij juist gezien werd zal uit het verslag der zittin gen moeten blijken. „Dat men zich in de zaal op het Binnenhof verdringt zal, vertrouw ik, geen reden zijn om in een ander lokaal op het Buitenhof eene slechte opkomst te verwachten. Met dien overgang bedoel ik te komen op de vergadering van het Haagsche departement der Maatschappij tot nut van 'talgemeen, die tegen heden avond is belegd. Het aangekondigde onderwerp van behandeling is: de pun ten van beschrijving ter algemeene vergadering. Intus- schen denk ik dat bij deze gelegenheid nog wel een woordje zal vallen over hetgeen onlangs is gebeurd met het schrijven van het hoofdbestuur dd. 31 Mei jl. aan heeren bestuurders van de departementen, met verzoek om het „ook ter kennis te brengen van de bijzondere leden des departements." Gij weet dat dit schrijven 1». een verslag bevat van de handelingen des hoofdbestuurs na zijn „ernstig woord van opwekking en waarschuwing over de bedreigde volksschool" van ruim een halfjaar geleden, en na en tengevolge van den zeer kijachtigen weerklank, dien dat woord alom had gevonden; 2'. ten doel had, de bevoegdheid en de roeping der Maatschappij om zich dat „niet meereen kerkelijk maar een wetenschap pelijk vraagstuk" aan te tiekken, te doen uitkomen. En die mededceling èn die herinnering waren niet zonder beteekenis, in de laatste dagen vóór de verkiezingen van 8 Juni. Zóo begrepen het ook de bestuurders van het Haagschedepartement en daarom werddoorhen hetschrij- ven van het hoofdbestuur voor notificatie aangenomen. Immers, de man, wiens mandaat voor de tweede kamer door de Hagenaars stond vernieuwd te worden, al had hij voor de amendementen Gefkcn en van Goltstein ge stemd, en al was hij reeds tot candidaat geproclameerd niet slechts door de richting die zich allerbeleefdst betoont in het luisteren naar (zooal niet in het opheffen van) „gemoedsbezwaren",maar ook, en wel dank zijn despotiek ultrainontaanschen invloed, door die, welke het felst èn^ op het Nut èc op de wet van 1857 gebeten is, die man had een diplomatiek stilzwijgen bewaard ten aanzien van de vraag hoe hij dacht over „het ongeschonden behoud der volksschool, de eere en de kracht van Nederland, het lievelingskind onzer Maatschappij" zooals het in de circulaire luidde. Reden genoeg, naar 't schijnt voor het Haagsche departementsbestuur om de kiezers, leden van het departement, door de mededeeling der circulaire niet in een lastigen tweestrijd met zichzelven te brengen. „De heer Witsenborg heeft in eene advertentie in het Dagblad zijne verwondering en afkeuring over die vader lijke bezorgheid te kennen gegeven en twee der bestuurs leden hebben (maar niet als zoodanig) getracht, evenzeer in eene advertentie hunne handeling te verdedigen. Ik vlei mij dat de heer Witsenborg straks de zaak nog wel eens zal „aanbeuren" en dat andere leden van het depar tement hem daarbij een handje zullen helpen. „Overigens, als het aan de punten van beschrijving toekomt, mag ik wel lijden dat het departement zijne afgevaardigden machtige om op de algemeene verga dering punt XV, het voorstel van het departement Middelburg, met kracht te steunen. De afschaffing der Zondagswet, die, zooals terecht ten uwent is betoogd onschuldige vermaken verbiedt en juist daar door ongeoorloofde uitspanningen bevordert," is een van die doeleinden, welke voor eene maatschappij, die volks opvoeding in hare banier heeft geschreven, onmiddellijk voor de hand liggen. „En al schreeuwt de partij, die zoo grif is met hare voorspellingen van „roode republiek en guillotine" als de „natuurlijke en noodwendige" gevolgen van de zege praal onzer beginselen, ook huizenhoog over bedreiging van hetgeen „des Ohristens eenige trbost is in leven en sterven," men zal wél doen zich daaraan niet te sto ren, innig overtuigd, dat niemand, zelfs niet de meest geavanceerde liberaal, er aan denkt, om de individueele vrijheid van wien dan ook in de wijze waarop hij den Zondag wil vieren, te belemmeren. „Zooals gij ziet, haast de tweede kamer zich met kracht om de onderwerpen, die in deze zitting moeten afge daan worden ten einde te brengen. Toch Zal, als i'k wel ben ingelicht, de zitting niet zoo bijzonder lang meer duren en daardoor natuurlijk menige zaak onafgedaan blijven. Overigens is het koude ongestadige zomerweder vooralsnog niet uitlokkend genoeg voor fle kamerleden en andere hooge personages die op reis of naar buiten willen. Onze liev» Haagsche dames rillen in hare lichte, luchtige zomertoiletjes en zelfs Dunkler's voortreffelijk muziek, al is bijv. zijne splinternieuwe fantasie uit Wagner's Rienzi in staat zelfs het koelste gemoed te doen ontvlammen, is niet bij machte op de Woensdag avonden in het Bosch het terrein van de sociëteitstent te doen volstroomen. Hierna beter, honen wii no" maar altoos." Vanwege het hoofdcomité der Nederlandsche vereeni- ging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog zal op nader te bepalen tijd en voorwaarden in September a. te's-Gravenhage eene tentoonstelling worden gehouden van voorwerpen, verdeeld in vier afdeelingen en bestaande uit: Hulpmiddelen: geneeskundige, heelkundige, phar- maeeutische, hygiënische middelen; orthopedische toe stellen, spalken, kunstmatige ledematen, brillen, gehoor buizen, kunstoogen, korsetten, breukbanden, verbanden, pluksel enz. Verpleging smiddel en: ledikanten, kribben, veld bedden, ziekenstoelen, hangmatten, matrassen, dekens, lucht- -en andere kussens, nachtstoelen, clysopompen en hetgeen verder in eene ziekenkamer noodig, nuttig en wenschelijk is. Voedings- en verversehingsmiddelen (verduurzaamde, geconcentreerde), alsmede werktuigen om deze snel, eenvoudig en in groote hoeveelheid te be reiden; toestellen tot bereiding van ijs. Kleeding en uit rusting van ziekenverplegers en verpleegsters, helpers en helpsters; kleedingstukken voor zieken. Badtoestellen. Vervoermiddelen: wagens (bewogen door stoom, paarden, muilezels), vaartuigen (stoomschepen, zeilsche pen, roeibooten, ponten, vlotten, trekschuiten, pramen, sloepen), draagstoelen, draagbaren (brancards met en zonder wielen, eenvoudig of samengesteld), draagzeilen, draagschorten, berries, rolstoelen enz. Verblijf middelen: hospitalen, veldhospitalen, hou ten of linnen hospitaalstenten, drijvende ziekententen, hospitaalschepen, vlotten enz. Van niet vervoerbare, zeer groote en ook van andere voorwerpen kunnen modellen of teekeningen en schet sen worden ingezonden. Bij de algemeene rekenkamer zullen, na vergelijkend onderzoek, in dienst worden gesteld drie 2C klerken, aan vankelijk op eene bezoldiging van ƒ400 's jaars. Tot het examen, te houden te 's Gravenhage, in de lokalen van het college, op 13 Juli a., des morgens te 10 uren, zullen alleen worden toegelaten zij, die op 1 Januari 18t>9meer dan 18, doch minder dan 25 jaren telden. De op zegel geschreven verzoekschriften van hen, die aan het examen wenschen deel te nemen, zullen, vergezeld van eene ge boorte-akte, vóór 5 Juli a. bij de rekenkamer moeten ont vangen zijn. Mededingenden moeten, bij het onderzoek, blijken geven ervaren te zijn: a. in het vlug en goed schrijven en rekenen; h. in de vaderlandsche geschie denis; c. in de aardrijkskunde; d. in de Nederlandsche taal, ook wat stijl betreft, en e. in de Fransche taal; ter wijl tot aanbeveling zal strekken de kennis der Engel- sche en Hoogduitsche talen. In het bijvoegsel der Staatscourant van 22 dezer is opgenomen een door het ministerie van koloniën mede gedeelde staat van nalatenschappen, afkomstig van officieren, onderofficieren en verdere manschappen, be hoord hebbende tot de landmacht in Nederlandsch Iudië, welke gedurende het 3' kwartaal 1867 onder het beheer der weeskamer te Batavia zijn gesteld, en die, voor zooveel de saldo's meer dan 250 bedragen, bij die weeskamer, en daar beneden bij het departement van koloniën in Nederland, door de rechthebbenden behooren te worden opgevorderd onder overlegging van de noodige bewijzen van erfrecht. Benoemingen en besluiten. loodswezen. Eervol ontslagen met den laatsten dezer maand, behoudens aanspraak op pensioen, de commissa rissen der loodsen, tevens ontvangers der loodsgelden M. J. van Oosten, ter standplaats Veera, en J. Dregmans, ter standplaats Neuzen; en ter hunner vervanging be noemd D. Turfboer, ter standplaats Veere, en J. L. van •IJsselsteijn, ter standplaats Neuzen. roL dek best UREN. Benoemd tot dijkgraaf van den Krabbendijkepolder en van den Maagspolder, C. C. Wel» leman; tot dijkgraaf van den Loven- en Willemskerfce- polder, P. Scheele; en tot gezworen van den polder de Perponcher, J. M. Kakebeeke. pensioenen. Pensioen verleend, ten laste van den staat en ten bedrage van ƒ423 's jaars, aan J. Nauta, ge wezen bode-concierge ter provinciale griffie van Zeeland. Kerknieuws. Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Grijps- 'kerke is tot predikant 'beroepen de heer L. Kan de Beer, te Vrouwepolder.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2