MIDDELBURGSCHE COURANT. sits t N°- 94. Zondag 1869. 13 Juni. Ötttmmlcmï». Bij deze courant behoort een bijvoegsel, bevallende: Editie van Zaterdag avond 8 uren. Het vervolg van het verslag der jl. Donderdag gehou den zitting der provinciale staten, benevens het verslag der zitting van jl. Vrijdag. VJ AT KA K\ GEHICtlTEX. Dc Burgemeester en wethouders van Vlissfngcn, maken bekend: dat tot den herijk der maten en gewichten binnen deze gemeente zal worden gevaceerd in het gewone lokaal in de stadswaag, van Woensdag den 9 tot en met Woens dag den 23 Juni dezes jaars, dagelijks van des morgens 8 tot 12 uren, uitgenomen des Zaterdags en Zondags. En is hiervan afkondiging geschiedt, waar-het behoort den 5 Juni 1869. De Secretaris, DeBurgem. en Weth.voornoemd, P. FOllBES WELS. WINKELMAN. Middelburg 13 Juni. Nadat in de heden gehouden zitting der provinciale staten het 1' punt behandeld is, is de vergadering tot aanst. Woensdag morgen te 11 uren verdaagd. De geneeskundige raad van Zeeland hield Donderdag eene openbare vergadering, waaromtrent wij het volgende mededeelen. Door den voorzitter geschiedden de gewone mededee- lingen betreffende de handelingen van het geneeskundig staatstoezicht sedert de jongste vergadering van den raad. Onder meer werd medegedeeld, dat de conventie met België betreffende de vergunning tot uitoefening der geneeskunst in de grensgemeenten der beide rijken, door de wet is bekrachtigd en dat als uitvoering van die wet deze vergunning voor Zeeland geldende is, voorde grensgemeenten Eede, Hcilie, Retrancbement, St.-Anna ter Muiden, St.-Kruis, IJzendijke, Klinge, Koewacht, Overslag, Philippine, Sas van Gent, St.-Jansteen en Zuiddorpe. Betreffende den gezondheidstoestand, bleek, dat in het afgeloopen jaar, behalve de keelziekte, waaraan in 18 ge meenten 79 personen overleden zijn, geene epidemische ziekten geheerscht hebben die invloed op het sterftecijfer uitoefenden, tenzij men onder deze rubriek zou willen brengen de diarrhée bij kinderen welke ecu zeer grooten invloed op de sterfte had. Ongunstiger schijnt deze verhouding in het loopende jaar te zullen worden, daar thans reeds eenige epidemi sche ziekten in verschillende gemeenten zekere uit breiding erlangd hebben. Onder de ingekomen stukken bevond zich een adres aan gedeputeerde staten van den lieer H. P. W. Steen kamp te Neuzen, verzoekende vergunning om aldaar ge neesmiddelen te mogen leveren, omtrent welke zaak het oordeel van den raad werd ingeroepen. Door don heer de Ligny werd als rapporteur eener commissie, bestaande uit de heeren mt A. P. Snouck urgronje, dr. S.D. de Wind en P. M. de Ligny, in wier anden het adres gesteld was, teneinde den raad hierom trent voor te lichten, geadviseerd, om het verzoek niet gen'0 St:>a"' hoofdzakelijk op grond, dat de behoefte aan door°l halp niet drinSend genoe£ is, om van de Deze Wet toe£estane vergunning gebruik te maken, deel de Teen'ng de' commissie werd door bet meeren- ook met6'1'n gedeeId' en na eeniSe discussie werd dan staten te f'°ote meerderheid besloten, gedeputeerde te' staa^' V'seeren> om requestrantzijn verzoek niet too mininVr'"!"8 Werd door den raad vastgesteld eene minimalijst voor <1« huishoudelijk tarief PnmnCie Z,eelaad> b?.nevens een eebmiko hit Ho 00r geneeskundige diensten, ten deze3 den voorzitter werd besloten dit tarief, ma ijs en de in eene vorige vergadering vastgestelde prijslijst te laten drukken en aan ieder ge neeskundige en gemeentebestuur in de provincie een~ exemplaar uit te reiken. Vervolgens kwam in behandeling liet rapport der ge- commiteerden tot het ontwerpen van maatregelen om de apotheken van geschikt hulppersoneel te voorzien. Dit rapport, de strekking-hebbende te trachten, dat bij de hoogere burgerschool alhier een zesde studiejaar worde ingevoerd, in welk jaar de lessen meer bepaald moesten worden ingericht voor aanstaande pharmaceu- ten, werd door den heer deLignyijverig verdedigd, door andere leden bestreden als strijdig met do wet op het middelbaar onderwijs, weshalve besloten werd het rap port aan de commissie terug te geven, met verzoek, om, gebruik makende van de gemaakte bedenkingen, in de eerstvolgende vergadering nader verslag te doen. Der commissie, bestaande uit de heeren di-. Hazenberg en de Ligny, werd thans als derde lid toegevoegd de heer H. P. Winkelman. Voorts geschiedde door den secretaris voorlezing van het verslag der handelingen van liet bureau van vacci natie in 1868; alsmede van de te Serooskerke (Schou wen) en te Kruiningen mislukte putboringen. Na eenige discussie, waaruit bleek, dat nog op meerdere plaatsen putboringen zonder resultaat gebleven zijn, werd echter besloten de proeven nog op enkele plaatsen te herbalen. Eindelijk werd nog op voorstel van den voorzitter be sloten om eene commissie uit den raad te benoemen, welke zich zon onledig houden met het onderzoek van het uit vreemde fabrieken ingevoerde meel. Nadat de heeren dr. Daunneen de Ligny hadden mede gedeeld, dat de in Middelburg gebruikt wordende meel soorten op een paar na, door de gezondheidscommissie onderzocht zijn, doch dat tot dusverre geene vreemde bestanddcelen in dezelve gevonden zijn, en nadat d1'. Ver schoor en dr. de Bruine verklaard hebben dat ook te Goes en Zierikzee de meelsoorten onderzocht en goed bevonden zijn, wordt het benoemen der commissie toch wenschelijk geacht en als leden daarvan benoemd: de heeren de Ligny, van der Grijp en Verhulst. Verder werd de vergadeiing voortgezet in eene zitting met gesloten deuren. Uit den Haag schrijft men ons „Het verwondert u zeker niet dat ik, uit de residentie naar Middelburg schrijvende, begin met de Zeeuwen geluk te wenschen over den uitslag der verkiezing in uw kiesdistrict. Inderdaad, die uitslag is schitterender dan ik had durven hopen en hij bewijst dat men eerlijk heid, onafhankelijkheid en ware vrijzinnigheid, waarvan mr. D. van Eek sinds vele jaren een toonbeeld is in de tweede kamer, weet op prijs te stellen. Eere aan de Zeeuwsche vrijzinnigen, dat zij der zonderlinge houding van den heer van Tets, die, onder het betuigen zijner liberale gevoelens de candidatuur, hem door eene conser vatieve vereeniging aangeboden, aanvaardde, recht heb ben doen weervaren. Het bewijs, ter dezer gelegenheid geleverd, dat zij bijna dubbel zoo sterk zijn, als de conservatieven en anti-revolutionairen te zaaien, geeft goeden moed voor de toekomst. „Trouwens dat doet ook de uitkomst van den gewich- tigen achtsten Juni-dag over geheel ons land. Het be nieuwt mij wat men van zekere zijden nu nog zal weten aan te voeren, om te betoogen dat de vereenigde cleri- cale en conservatieve partijen de eigenlijke en eenige nationale partij uitmaken. Ik schreef daar: vereenigd, maar vraag er bijzal het nog lang zoo biij venMij dunkt, de wijze waarop de anti-revolutionairen den ouden heer van Goltstein (dien de conservatieven allengs onder de hunnen hadden gerangschikt, maar in wien velen met mij een veteraan der constitutioneele beginselen zullen betreuren) in Amersfoort den voet hebben gelicht, om er den orthodoxen heer van Loon voor in de plaats te drin gen, zal niet strekken om den vriendschapsband te ver sterken. Toch verwacht ik dat men, met het oog op de herstemming te Gouda, vooreerst nog uiterst voorzichtig zal zijn in het uiten van den zeer natuurlijken wrevel. De zegepraal van den conservatieven caudidaat iu dat district op den flinken Bosscha hangt toch alléén af van de houding der anti-revolutionairen aldaar, die, met hoe scherpe ironie de heer Groen ook de geestverwanten van mr. de Brauw moge gegeeseld hebben, toeh allicht met hem de liberalen voor „den waren Amalck" zullen blij ven houden. „Wij behoeven overigens nu niet langer te vragen wat nationaal is. De Nederlandscho kiezers hebben bewezen dat de openbare neutrale school, de wet van 1857, meer dan iets anders, aanspraak heeft op dat epitheton. „Niet nationaal het is even onmiskenbaar geble ken is de Utrechtsehealgemeene kiesvereeniging, die, dunkt mij, na het zich terugtrekken van deze en het échec van gene haror candidaten, veilig kan opgedoekt worden. Niet nationaal, de cameleontische houding van den heer Wintgens, wiens nederlaag in twee districten velen eene ernstige les moet wezen. „ik zou op die wijze nog lang en breed over de groote topic of the Ja;/ kunnen voortschrijven en b. v. het prach tige voorbeeld van Amsterdam, met den gewichtigen wenk daarin voor den heer Insinger gelegen willen releveeren, ware het niet dat ik toch in 't eind wel ge noodzaakt ben de reloarner a mes pénates. 's-Gravenhage, het valt niet te ontkennen, maakt met Delft, Tiel, Breda een leelijke vlek in het heldere tafereel. Toch niet zóo' leelijk als de pessimisten hier voorspeld hadden. Het getal stemmen dat de heer Metelerkamp hier verkreeg, door éene enkele, nog jeugdige vereeniging en door een blad, dat nog pas begonnen is de Hagenaars, zoo mogelijk, te genezen, gesteund, is toch respectabel. En vergeet niet dat de heer van Sijpesteyn, dank zij zijne weigering om zich te verklaren ten aanzien van de onderwijs- qnaestie en dank zij vooral de tactiek der coalitie, die hem steunde, om zulk eene verklaring schijnbaar onnoo- dig te achten, nog de stemmen van een aantal moutons de Panurge heeft verworven. „Waarschijnlijk van dezelfde zijde (uit dezelfde fabriekf zooals prof. Vreede, in zijne even beleefde als welge gronde onderstellingen betreffende de identiteit van den schrijver der Parlementaire portretten cu de redactie van den .Spectator, schrijft) van dezelfde zijde, die het bestuur van de Grondwet verwijt dat zij om Metelerkamp te steunen, Sijpesteyn hebben durven voorstellen als van zeer dubieus allooi wat de onderwijsquaestie betreft, zijn strooibilletten (zonder naain van drukker of schrij ver) verspreid, waarin én omtrent den heer Metelerkamp de malste leugens werden verteld, én waarin van den heer Sijpesteyn werd verzekerd dat hij „'slands financiën redden" en Nederland bewaren zou voor eene vernieu. wing van den strijd tusschen patriotten en oranjeklanten. Dit argument werd voor de Hagenaars nog wat nader aangedrongen door de angstwekkende onderstelling hoe 't hun wei te moede zou zijn, als er geen koning meer in den Haag zetelde en geen ambtenaars (lees: hofpersoneel) nijverheid en handel hier bloeien deden. Die zich door dergelijke praat hebben laten beet nemen, zouden eigenlijk te Meerenberg tehuis bchooren en toch zij ioopen hier los rond en hebben meêgestemd. „De opkomst der kiezers had beter kunnen zijn. Vooral van de neringdoende burgerij zijn er velen thuis gebleven. Vijverberg' en Voorhout daarentegen hebben als éen man gestemd (op wien kunt ge wel gis sen); behalve de, ook in het Voorhout wonende, candi- daat der liberalen, die moeilijk zijn mededinger kon gaan stemmen en zich zeiven niet wilde stemmen. Of alle candidaten gedaan hebben als hij „Nu de verkiezingskoorts bedaard is, hoop ik r. weldra wat meer bepaald Haagsche zaken mede te deeien. Er is hier stof genoeg, zoowel op wetenschappelijk, als op letterkundig, juridisch, artistisch terrein enz. Morgen wijst de jury de medailles toe aan de door haar uitver korenen op de tentoonstelling van kunstwerken (waar omtrent ik u ocik nog een en ander schuldig ben gebleven in mijn vorig schrijven). Had ik den ring van Gyges, het zou mij de moeite waard zijn om in de achtbare ver gadering, of des noods op het diner, dat de burgemeester vervolgens aan de leden van de jury geelt, de namen te gaan afluisteren der bekroonden, om ze u te kunnen tcle-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1