öuitmlanö. Zeeland, dit laatste met 28 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren van der Lek de Clercq en Fransen van de Putte, die ook vooraf het ontwerp hadden be streden. Woensdag zullen de overige ontwerpen worden be handeld. Bij de tweede kamer is ingekomen een wetsontwerp tot verhooging van het subsidie voor de Nederlandsche bezittingen ter Kust van Guinea met 125,000. Deze verhooging is een gevolg van de bekende voorvallen aan de Kust. De regeering hoopt dat geene militaire maatregelen uit Nederland noodig zullen zijn. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is, met ingang van 1 Juli a., aan den opzichter van den waterstaat 3«*klasse C. A. van der Straaten op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Staatscourant Verkiezingen. Als candidaten voor het lidmaatschap der tweede kamer zijn nog gesteld in de kiesdistricten Assen: H. H. A. Sluis, door de kiesvereeniging „Koning en vaderland" te Assen. Leeuwarden: m'. S. Hingst, aftredend lid, door de kiesvereeniging „Vrijheid en orde", te Harlingen. Zwolle: ms. J. W. Getken, aftredend lid, door de kiesvereeniging „Nederland en Oranje", en mu J. A. Sandberg jr., te Kampen, door de „Constitutioneel- liberale kiesvereeniging", te Zwolle. Ti el: m' C. Th. baron van Lijnden van Sandenburg en m'. J. J. Teding van Berkhout, door de „Centrale kiesvereeniging" en laatstgenoemde mede door de kies vereeniging „Nederland en Oranje". Haarlem: mr. C. J. F. Mirandolle, aftredend lid, door de liberale kiesvereeniging „Koog en Zaandijk", alsmede door de kiesvereeniging „Eendracht", te Haarlem. Delft: J. L. Nierstrasz, aftredend lid, door de kies vereeniging „Eendracht maakt macht", te Delft. Hoorn: jkr. mr. D. van Akerlaken, in eene te Hoorn gehouden meeting. Botterdam: W. A. Viruly Verbrugge en F. W. C. Blom, door de kiesvereeniging „Orde", te Botterdam. Almelo: mr. G. M. van der Linden, aftredend lid, door de „Vereeniging tot bevordering en ontwikkeling van politiek leven". Middelburg: mr. D. van Eek, aftredend lid, in eene advertentie in de Middelburgsche courant, door 32 kie zers in deze gemeente onderteèkend. Mr. C. Th. baron van Lijnden van Sandenburg, oud minister van eeredienst, door de kiezersvereeniging „Vreest God, Eert den koning," te Vlissingen, en de kiezersvereeniging „Nederland en Oranje" te Middelburg. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer m'. W. A.P. Verkerk Pistorius, referendaris bij het depar tement van financiën, tot het aannemen en dragen der onderscheidingsteekenen van kommandeur der orde van den Zaehringer leeuw, hem door Z. K. H. den groothertog van Baden geschonken. onderwijs. Bepaald dat de in dit jaar bij art. 20 van het reglement voor het Koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord bedoelde commissie tof het afnemen van liet eind-examen der adelborsten 2« kl. bij het instituut zal bestaan uit: den heer J. M Obreen, president van de commissie tot het examineeren der zee officieren enz., als voorzitter; den kapitein ter zee F. K. Toe Water, nonactief; den kapiteiu-luiteuaut ter zee N. M. J. Kroef, kommandant van Zr. Ms. raderstoomschip de Valkden kapitein-luitenant ter zee W. F. L. de Vriese, B officier op Zr. M'. wachtschip te Willemsoord, en den kapitein-luitenant ter zee A. N. L. Knoops, non- actief; als leden. Kerknieuws. De heer van Leeuwen, predikant bij de Nederduit- sche hervormde gemeente te Vlissingen, heeft het beroep naar Vlaardingen aangenomen. -De heer Creutzberg, predikant bij de Nederduitsch hervormde gemeente te Vlissingen, heeft voor het beroep naar Alphen bedankt. De heer J. H. Gravenstein, predikant bij de her vormde gemeente te Serooskerke (Walcheren)heeft voor het beroep naar Scheveningen bedankt, Onderwijs. Vrijdag werd te Zierikzee de 23'fc algemeene ver gadering der Gewestelijke vereeniging Zeeland van het Nederlandsch onderwijzersgenootschap gehouden, welke door 31 leden, waaronder 2 honoraire, werd bijgewoond. Na de gewone huishoudelijke werkzaamheden hield de heer Beijers van IJzendijke eene redevoering over de spreuk „Alles heeft zijn tijd." Tot afgevaardigde ter algemeene vergadering van het genootschap, in Juli te 's Hage te houden, werd gekozen gemelde heer Reijers en tot plaatsvervanger de heer J. Bevelander Schoo van Groede. Hierop werden de punten van beschrijving voor die vergadering in behandeling genomen. Voor het teekenen uit het hoofd van eene kaart van Frankrijk, door hulponderwijzers op deze vergadering werd de prijs behaald door M. de Bil van Nieuwerkerk, en de premie door J. Buijk van Zierikzee. Vervolgens werd door een viertal hulponderwijzers een dichtstukje gelezen en als voor kinderen verklaard, waarvoor de prijs werd toege wezen aaft J. H. Letzer en de premie aan B. O. van der Zalm, beiden van Zierikzee. Op de ten vorigen jare uit geschreven prijsvraag was geen antwoord ingekomen. Er werd besloten haar op nieuw uitte schrijven. Nadat de heer Beijers den voorzitter had dank betuigd voor de leiding der vergadering, werd deze gesloten. De commissie uit de tweede kamer, belast geweest met het onderzoek van[de door den minister van binnen- laudsche zaken den 30 Januari jl. ingezonden opgave der gemeenten, waar het openbaar onderwijs kosteloos is, heeft een verslag van hare bevinding uitgebracht. Aan die opgave ontbrak eene wijziging van het aantal kinderen, die op het einde van 1867 het tijdstip waar over de opgave loopt op alle scholen ingeschreven warenbij gebreke daarvan nam de commissie ter verge lijking de cijfers van 1866,hetgeen weinigverschilmaakt. Uit het verslag blijkt, dat van de 252 gemeenten, waar geen schoolgeld geheven wordt, ongeveer een zesde der bevolking, bijna 18 pet. der scholen en 17.j pet. der leer lingen van geheel het land hebben. De verhouding van de bevolking tot de scholen en de leerlingen is dus iets gunstiger voor deze gemeenten dan voor het rijk in zijn geheel. Over de verschillende provinciën zijn echter deze gemeenten zeer ongelijk verdeeld. Onder deze gemeenten zijn er echter met minder dan 1200 inwoners 82, te zamen eene bevolking van 65081 zielen en 7008 leerlingen heb bende. Zij verdienen afzonderlijke vermelding, omdat in zoo kleine gemeenten het bestaan van bijzondere scholen nevens de openbare niet wel mogelijk is, wegenss gebrek aan schoolkinderen. Van 1863 tot 1866 heeft het kosteloos onderwijs in verhouding tot het geheel geene noemenswaardige ver andering ondergaan. Er schijnt ook meer geneigdheid te bestaan, om het heffen van schoolgeld in te voeren dan af te schaffenalthans in 1866 heeft het eerste in 7, het laatste in slechts 4 gemeenten plaats gehad, terwijl hier mede later voortgegaan is. Vergelijkt men de gemeenten, waarin schoolgeld gehe ven wordt met die waar het niet plaatsvindt,ten opzichte van het openbaar en het bijzonder onderwijs (gesubsidi eerd en niet gesubsidieerd bij elkander), dan vindt men in de gemeenten met schoolgeld 1068 openbare scholen met 249,794 ieerlingeu en 982 bijzondere scholen met 84,952 leerlingen; in de gemeenten zonder schoolgeld, 604 openbare met 65,747 leerlingen; 83bijzondere scholen met 5274 leerlingen. Hier ziet men een aanmerkelijk verschil; want waar schoolgeld geheven wordt, bevindt zich ougenveer 1/4 der leerlingen op de bijzondere scholen; waar het niet plaats vindt, slechts ruim 1/14. Maar een aandachtig onderzoek van de verhouding tusschen de openbare en bijzondere scholen in de verschillende gewesten, heeft de commissie doen zien dat; zij in geen verband staat met het al-of niet-heffen van schoolgeld. De commissie durft niet beslissen, waaraan het groote verschil tusschen bijzonder en openbaar onderwijs in de onderscheidene provinciën toe te schrijven is. Zij wenscht slechts te doen uitkomen dat het niet-heffen van school geld daarop geen invloed, althans van eenig gewicht, kan uitoefenen. Bovendien bestond slechts voor 1/6 der bevolking het kosteloos onderwijs, en laat het zich aan zien, dat dit langzamerhand nog verminderen zal. Gevolg trekkingen te maken uit de opgaven der belastingen, die in de gemeenten geheven worden, is niet doenlijk, omdat niet vermeld wordt welke belastingen het zijn, en hoe veel het 4/5 van bet personeel, hoeveel de hoofdelijke omslagen bedragen. Neemt men tot maatstaf het gemid delde van het schoolgeld, dat in elke provincie geheven wordt en vermenigvuldigt men dit met het gedeelte der leerlingen, dat betaalt, dan komt men tot de conclusie, dat in de zwaar belaste gemeenten nergens het school geld 10 pet. van de opbrengst der belastingen zou be dragen. De commissie acht het overbodig hier nog meer bij te voegen. /De commissie van rapporteurs bestond uit de heeren van Naamen van Eemnes, Gefken, J. K. van Goltstein, Dumbar en Verheijen.) marine en leger. De luitenant ter zee B klasse G. C. C. Thierens, be- hoorende tot derol van Zr. M». wachtschip te Willemsoord, en gedetacheerd op het verdedigingsvaartuig Claudius Civiiis, wordt met den laatsten dezer op nonactiviteit gesteld, en met den le Juni daaraanvolgende vervangen door den luitenant ter zee B klasse D. G. E. Wolterbeek Muller. De miliciens der lichting van 1868 voor zoover zij bij de onbereden korpsen nog in activiteit zijn, zullen in den loop der maand Juli a. in het genot van onbepaald verlof worden gesteld. In den loop van dezen zomer zal het kamp te Zqist worden betrokken door eene compagnie van het bataljon mineurs en sapeurs en door vijf kompagniën vesting artillerie. Op 1 Juni a. wordt het kamp op de Teteringsche heide betrokken door de kadetten van de beide hoogste studiejaren aan de Koninklijke militaire academie te Breda. Zij zullen daar tot 15 juli gekampeerd blijven. Gemengde berichten. Bij den Vrijdag gehouden verkoop van den bij Bors- selen liggenden walviach, zijn de heeren E. van der Bent 0°., te Neuzen, daarvan eigenaars geworden voor 500. De heeren hebben den viseh naar Neuzen vervoerd, waar hij eenige dagen ter bezichtiging zal worden gesteld. Daar er zich, behalve de schipper, die den visch het eerst heeft ontmoet, een aantal medeeigenaren opdoen, die voorgeven ook tot een aan deel gerechtigd te zijn, wegens betoonde hulp enz., verwacht men eerlang daarover eene procedure. De Utrechtsche koopman Antink, die, gelijk men zich herinneren zal, op zijne gedwongen reis naar Am sterdam uit den spoortrein sprong en sinds dien tijd niet te ontdekken scheen, moet zich thans weder te Utrecht bevinden en bereid zijn om aan het accoord met zijne schuldeisehers volkomen gevolg te geven. Wij vernemen dat Z. M. de koning, op voordracht van den minister, heeft bepaald dat den werklieden bij 'srijks marinewerven in het vervolg ook hun gewoon daggeld op algemeene christelijke feestdagen en op Nieuwjaarsdag zal worden toegekend, wanneer die op werkdagen mochten invallen; en hen dus in dat opzicht met de mindere geëmploieerden gelijk te stellen, die steeds dat voorrecht genoten. Donderdag morgen, ongeveer te half zes uren, stond zekere Willem Balder, van beroep bakkersknecht te Alkmaar, van zijn legerstee op en, zonder dat daartoe eene bijzondere aanleiding bestond, nam hij een handbijl en bracht daarmede aan zijne nog slapende vrouw eerst een slag met het scherpe gedeelte en toen, met het achtereinde, twee slagen op het voorhoofd toe. Toen het bloed uit den mond gudste, zegt hij, kwam hij eerst tot bezinning, welke wandaad hij beging. Hij snelde naar het politiebureau, waar hij van het gebeurde kennis gaf en zich in arrest begaf. De vrouw is naar het gasthuis gebracht, nadat door d<\ Dorbeck de hoogstnoodige ge neeskundige hulp was verleend. De man staat bekend als zeer lastig te zijn en naar men verhaalt, heeft hij reeds vroeger gevangenisstraf gehad wegens mishande ling van deze vrouw. De vrouw verkeert niet in dadelijk levensgevaar. De vorige week is de bliksem geslagen in de waschschuur van den bleeker Spierenburg, aan den Kwakkeldijk te Utrecht. Toen de bleeker, op het gerucht van brand gewekt, er zich heen spoedde, vond hij een gat in 't dak en een aantal wasschen van particulieren óf geheel tot pulver verbrand, öf zoodanig geschroeid dat het goed totaal bedorven was. Een begin van brand werd spoedig gestuit. De waarde der goederen bedroeg zeker meer dan ƒ3000, terwijl de bleeker slechts voor de helft dier som verzekerd is. Tliermometerstand. 22 Mei 's av. 11 u. 49 gr. 23 'smorg.7u.52gr.'smidd.lu.60gr.'sav.llu.51gr. 24 'smorg.7u.54gr.'smidd.lu.63gr. Algemeen overzicht. Gisteren en heden hebben in Frankrijk de verkie zingen plaats voor het wetgevend lichaam. Omtrent den vermoedelijken uitslag zijn natuurlijk verschillende ge ruchten in omloop. De waarschijnlijkste lezing is, dat, hoewel aan het gouvernement ook in het nieuw wetge vend lichaam eene groote meerderheid zal verzekerd zijn, toch de liberale partij een vijftiental stemmen zal winnen. Het vermeerderd getal leden der oppositie, in sommige gevallen vereenigd met de liers porti eii met de onafhankelijkste leden der regeeringspartij, zal dus in allen gevalle een minder onderworpen karakter schen ken aan de toekomstige debatten van dit staatslichaam. In de Spaansche vertegenwoordiging heeft de minister Figuerola zijne financieele wetsvoorstellen ingediend, welke moeten strekken om evenwicht te brengen tus schen de ontvangsten en uitgaven. Daartoe behoort een wetsontwerp tot heffing van een recht op de bezoldiging der staatsambtenaren en een ander tot heffing van eene belasting op de rente der schuldbrieven van den staat. Ook Spanje schijnt dus dit verderfelijk stelsel, waarvan Oostenrijk en Italië het voorbeeld gaven, te willen volgen. Overigens wordt als bezuinigingsmaatregel de opheffing voorgesteld van den staatsraad, het hoog militair gerechts hof en de vermindering van het aantal diocesen, univer siteiten, militaire afdeelingen en provinciën. Ondanks het besluit der meerderheid om den monar chalen regeerinvsvorm in te voeren,blijft de republikein- sche minderheid de vergaderingen der Cortes bijwonen en deelnemen aan de debatten Omtrent de keuze van een koning blijven intusschen zeer verschillende ge ruchten in omloop. Een dezer geruchten stelt een nieu wen candidaat op den voorgrond in den persoon van prins August van Portugal, broeder van koning Lodewijk. Het hierop betrekkelijk gerucht laat voorts dezen twee- en-twintigjarigen candidaat in het huwelijk treden met de achttienjarige prinses Marie Amelia, dochter van den hertog van Montpensier, om aldus, zoo mogelijk, eene coalitie in het leven te roepen tusschen de partij van dezen laatsten, de unionisten en de progressisten. Het is echter zeer de vraag of men in Portugal met deze candidatuur, welke de Iberische eenheid weder als moge lijk stelt, wel bijzonder ingenomen zal wezeu. Vrijdag heeft in de Iersche stad Cork de verkiezing voor een nieuwen mayor, ter vervanging van den heer O'Sullivan, plaats gehad. Na afloop hiervan is namens den gemeenteraad aan dezen laatsten dank gezegd voor de vele en gewichtige diensten aan Cork bewezen. In antwoord hierop heeft de heer O'Sullivan geprotesteerd tegen de beschuldigingen, waaraan hij bloot heeft ge staan en ten gevolge waarvan het bekende wetsontwerp door het ministerie Gladstone in het lagerhuis werd ingediend. Een blijk van eerlijkheid en rondborstigheid werd echter tevens door den hoer O'Sullivan gegeven, die, niettegenstaande hij zich diep gekrenkt achtte door het ministerie Gladstone, toch verklaarde dat hij het volste vertrouwen had in de door dit ministerie gevolgde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2