MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 68. Donderdag 29 April. 1869. 6tnnenlanÖ. Bij deze conraut behoort eeu bijvoegsel, bevattende: Editie van Woensdag avond 8 uren. 1. Verslagen van het verhandelde in de tweede kamer, zittingen van 24 en 26 dezer. 2. Verslag van het verhandelde in den Vlissingtchen gemeenteraad, zitting van 26 dezer. HOOFDELIJKE OMSLACJ. De Burgemeester en "Wethouders van Vllssingen maken bekend dat het kohier van den hoofdelijken omslag, voor het jaar 1869, door den gemeenteraad is vastgesteld, en ge durende acht dagen, te rekenen van heden den 27 April 1869, voor een ieder ter secretarie der gemeente ter lezing is nedergelegd; en dat ieder aangeslagene, binnen dien tijd, tegen zijn aanslag in beroep kan komen bij de gedeputeerde staten, bij verzoekschrift op ongezegeld papier. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 27 April 1869. De Secretaris, De Burgem. en Weth. voorn. P. FORBES WELS. WINKELMAN. Middelburg 28 April. De beraadslagingen over art. 1 van het wetsontwerp tot herziening der wet op de zeebrieven en de Turksclie paspoorten zijn in de zitting van de tweede kamer van gisteren voortgezet en heden geëindigd. Het regeerings- artikel is zonder stemming aangenomen. De artt. 3,4 en 5 zijn mede aangenomen, na verwerping van een door den heer Blom voorgesteld amendement, hetwelk de strekking had om geen beëedigde verklaring te vergen bij aanvrage van een zeebrief. De minister van financiën heeft heden geantwoord op de in dc zitting van jl. Maandag door den heer W. van Goltstein gedane vraag met betrekking tot de Indische spoorwegleening, en medegedeeld dat de geheele leening door een syndicaat van bankiers is genomen tegen een minderen koers dan 95 pet. De openbaarmaking van ver dere bijzonderheden achtte de minister nu niet raadzaam. De leden van de eerste kamer der staten-generaal zijn ter hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen tegen Vrijdag 30 dezer. De arrondissements rechtbank te Arnhem heeft een tweetal aanbevelingen opgemaakt voor twee vacante rechtersplaatsén in dat college. Op een daarvan is als tweede candidaat geplaatst jhr. m'. L. W. A. Schuurbëque Boeije, kantonrechter alhier. *Uit Goes schrijft men ons: „De lijsten der gemeente lijke inkomstenbelasting ZOo onjuist hoofdelijke om slag genoemd trekken de algemeene belangstelling en velen klagen over te hoogen aanslag. De meesten echter schijnen niet te begrijpen dat zij veel minder betalen dan onder het stelsel der accijnsen, terwijl anderen, hoo- gelijk ingenomen met het principe van eene inkomsten belasting, meer nauwkeurigheid van de grondslagen der belasting wenschten en gaarne daarnevens het stelsel van eigen aangifte zagen toegepast. Zoolang het echter blijft bij uitingen binnenskamer en de wenschen niet geformuleerd worden, zal het wel bij wenschen blijven. „De verdrijving der Belgische polderjongens, die uit het thans minder herbergzame Walcheren gevlucht zijn en hier doortrekken, heeft aanleiding gegeven tot de vraag of er dan geen garnizoen te Middelburg is, dat de door de Hollandsche polderjongens tegen hen gepleegde gewelddadigheden kon breidelen?" Men schrijft ons uit Utrecht „Toen ik u voor eenigen tijd schreef, dat hier met het aanbreken van de lente alle genietingen van de kunst °phielden, wist ik niet, welke verrassingen ons nog door de komst van Minnie Hauck en de begaafde Ristori zouden bereid worden. Vooral door het optreden der laatste werden verrassingen bereid van de meest verschillende zijden en van zeer verschillenden aard. Van de zijde van het publiek vooreerst, daar het toch zelfs om geen kunstenares van zoo hoogen rang van zijne gewoonte scheen te willen afwijken, om nog na Paschen naar eenige zangeres te luisteren of naar eene actrice om te zien. Hoewel de voorstelling der Maria Stuart te 8 uren begon, en men zoo tegemoet kwam aan het overigens vrij onge motiveerde bezwaar, om bij licht een komedie-gebouw binnen te treden, waren toch loge- en parterre-banken verrassend, maar tevens beschamend ledig. Een tweede verrassing bereidde ons het personeel, 't welk de kunste nares assisteerde. Het was al heel treurig. De costumes waren van tijd tot tijd erg dwaas. Maria's biechtvader droeg in de laatste, plechtige ure, wanneer de ongeluk kige vrouw gereed staat het schavot te bestijgen, laarzen, als keerde hij zoo van de snippenjacht terug. Sommige leden van het personeel kenden hunne rollen zoo slecht dat de stuiptrekkende angst, waarmede zij hoofd en ooi- naar den anders vrij luid schreeuwenden souffleur richtten, veel meer tragisch was dan de wijze waarop de passage door hen werd voorgedragen. Wat nu eindelijk de geroemde actrice zelve aangaat, met het oog op den roep, welke overigens terecht van haar uitgaat, bereidde zij ons toch voor ditmaal, zoowel door de keuze van het stuk als door haar spel, ook menige verrassing:'k las dezer dagen ergens, dat zij het tooneel ging vaarwel zeggen en op haar laatste kunstreis was. Of zij daarom misschien minder nauw let op de keuze harer stukken en de détails in haar spel, zou'k niet durven beslissen; nog minder zal men mogen gelooven, dat zij tengevolge der geringe opkomst minder goed dan gewoonlijk speelde (haastiger deed ze het zeker)maar dit staat, dunkt mij, boven allen twijfel vast, dat de Maria Stuart in den Italiaanschen tekst schromelijk verminkt is, en dat mevrouw Ristori noch het uiterlijk noch de zacht heid van stem, spel en gebaren bezit, welke eene Maria Stuart, juist in tegenstelling van de uitbarsting tegen Elisabeth, vooral in het laatste bedrijf zoozeer te pas komen. Ofschoon zij in die Elisabcth-scè«« een harts tocht, een kracht ten toon spreidt, welke u aan Ristori - Medea doen denken, ofschoon zij in dat gedeelte van haar spel door opvatting van haar rol, door houding en oog oneindig verre staat boven mevrouw Niemann- Seebach, meer gevierd dan opgewassen voor zulk een rol, zal de laatste bij een publiek, dat den schooneren tekst naar Schiller verstaat en herkent, meer applaus behalen en vooral door de siot-scè»e meer effect maken. De stemming, waarin nu 't publiek naar huis ging, was zoo niet vroolijk over 't vele dwaze, dat de medespelers ons te zien gaven, toch niet zooals ze zijn moet na een treurspel, waarin een hoog begaafde kunstenares ons onder den invloed van haar spel heeft trachten te bren gen. Zij grensde aan ontevredenheid. „Naar ik verneem zullen, hoe toevallig! beide actrice» hier andermaal optreden, Ristori in de Maria Antoinette, Niemann-Seebach in de Faust en dat wel in eene en dezelfde week. Er opent zich dus als 't ware een kamp strijd. Wij willen hopen, dat daarbij de kamprechters niet ontbreken." In de Staatscourant van 27 April is opgenomen de wet van den 4™ te voren, houdende goedkeuring van de herziene akte omtrent de Rijnvaart. Benoemingen en bestuiten. ridderorden. Vergunning verleend aan m'. W. A. P. Verkerk Pistorius, referendaris bij het departement van financiën, tot het aannemen en dragen der onscheidings- teekenen van ridder der orde van den Rooden adelaar 3e kl., hem door Z. M. den koning van Pruisen geschonken. telegraphie. Benoemd tot directeur van een der rijks telegraafkantoren de telegrafist 3e klasse E. Zijlstra. bblastingen. Benoemd de heer G. D. P. S. Hubar, thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Hilvarenbeek c. a., tot ontvanger derzelfde middelen te Oirschot c. a. Koloniën. Volgens een telegram uiuPoint de Galles van 21 April, zijn daar uit Batavia particuliere berichten ontvangen, deels met elkander onderling in strijd, omtrent ongere geldheden, anderen zeggen een algemeenen opstand, te Bekassi, op 12 mijlen afstand van Batavia, waarbij eenige Europeanen zouden gedood zijn. Aan de dagbladen op Java zou verboden zijn, bijzon derheden van het voorgevallene mede te deelen. Rechtzaken. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft eergis teren de volgende arresten in hooger beroep uitgesproken Rosalia Kalle, oud 23 jaren, dienstmeid, wonende te Houtenisse beklaagd ter zake dat zij op 13 Decem ber 1868, te Stoppeldijk op de openbare straat, ten aan- hoore van anderen, zonder daartoe uitgetergd te zijn, aan E. Verdurmen heeft toegevoegd „Gij deugniet, gij slechte vrouw, gij zijt veel slechter dan ik, gij hebt een schuifsteen van van Remortel met uwe slechtigheid ver diend, gij slecht wijf;" is bij vonnis der arrondissements rechtbank te Goes dd. 22 Februari jl. schuldig verklaard aan het tegen iemand uiten van scheldwoorden, zonder daartoe uitgetergd te zijn, en ter dier zake veroordeeld in eene geldboete van vijftig centen, bij wanbetaling, na daartoe te zijn aangemaand, te vervangen door ge vangenisstraf van Óen dag; alsmede in de kosten van het geding. Op hef door den officier van justitie'ingesteld hooger beroep, heeft het hof gemeld vonnis vernietigd en de geïntimeerde ter zake van de te lastlegging in het open baar eener daad, die in dien zij had plaats gehad, den- gene tegen wien zij geduid was, aan de verachting en den haat der burgeren zou blootstellen, veroordeeld tot eene geldboete van [8, bij wanbetaling, na daartoe te zijn aangemaand, te vervangen door gevangenisstraf van drie dagen, alsmede in de kosten der procedure zoo in eersten aanleg als in hooger beroep gevallen. Frans Dieleman, oud 23 jaren, landbouwerszoon, Jacobus de Kraker, oud 23 jaren, landbouwerszoon, Ser- vaas Verbrngge, oud 23 jaren, landbouwerszoon, en Hubrecht van Houte, oud 21 jaren, werkman, allen wo- nendeteHoekbeklaagd ter zakedatzij op 1 Januari jl. te Hoek elkander onderling moedwillig slagen en stooten hebben toegebracht zijn bij vonnis der arrondisse- ments-rechtbank te Goes dd. 22 Februari jl. de D, 2e en 3e schuldig verklaard aan moedwillige mishandeling geen ziekte of beletsel om te werken hebbende veroorzaakt van meer dan 20 dagen, en veroordeeld ieder tot gevan- genzettiug van acht dagen cellulair, en ieder voor éeu derde in de kosten van het rechtsgeding; en de 4» vrij gesproken, de kosten te dragen door den staat. Op het ingesteld hooger beroep door de drie eerste beklaagden en door den officier van justitie voor zoo veel de'drie eerste beklaagden betreft, heeft het hof gemeld vonnis bevestigd, voor zoo verre daarvan is ge appelleerd, doch alleen wat betreft het bewezene en de qualificatie van het aan Frans Dieleman ten laste gelegde feit en van de verzachtende omstandigheden waaronder het gepleegd is, alsmede zijne schuldigverklaring daar aan, het vernietigd voor zoo verre er van is geappelleerd en de beklaagden Jacobus de Kraker en Servaas Ver- brugge vrijgesproken, als zijnde de schuld aan het linn ten laste gelegde feit niet bewezende kosten in heide instantiën ten hunnen opzichte gevallen, te dragen door den staat; voorts den geïntimeerde en mede-appellant Frans Dieleman veroordeeld tot eene geldboete van f 25, bij wanbetaling, na daartoe te zijn aangemaand, te ver vangen door gevangenisstraf van zeven dagen, met ver wijzing in de kosten zoo in eersten aanleg als in hooger beroep ten zijnen opzichte gevallen. Finantius de Smet, oud 30 jaren, wonende te Lede thans gedetineerd te Middelburg beklaagd dat bij 1". den 12™ Februari jl. op de hofstede van J. Rosseel onder Aardenburg, om een boterham gevraagd en dien ontvangen heett van het dochtertje van genoemden Rosseel 2°. den 23™ dierzelfde maand, ten huize van P. J. de Vos, molenaar in de gemeente Lede, om een aalmoes gevraagd en die van diens vrouw ontvangen heeft is bij vonnisderarrondissements-rechtbank alhier, dd. 18 Maart jl. schuldig verklaard aan bedelarij in eene plaats, voor welke eene openbare inrichting tot voorko ming van bedelarij bestaat, en veroordeeld tot eene gevan genisstraf van 14 dagen, met bevel dat hij na het uiteinde zijner gevangenisstraf zal worden overgebracht naar een bedelaarsgesticht of werkhuis, alsmede in de kosten der procedure. Op het door den veroordeelde en den officier van justitie ingesteld hooger beroep heeft het hof gemeld

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1