waarvan de stoomvaart de onmiddellijke voortzetting zal uitmaken. Krachtige inspanning en onverzwakte volharding tot bevordering van het plan wordt in de eerste plaats verwacht van de in die provinciën geves tigde besturen, collegiën cn ingezetenen. De onder teekenaars der circulaire hebben zich op verzoek tot taak gesteld, de denkbeelden van den heer Jansen door verspreiding van zijn geschrift vooral in Zeeland ingang te doen vinden, verzekerd dat de bekwaamheid van dien heer hun alleszins de soliditeit der zaak waarborgt. Daartoe bieden zij den raad een exemplaar van meer genoemd geschrift aan, met dringend verzoek om, indien hij zich met de daarin vervatte denkbeelden kan ver eenigen, door alle gepaste in zijn vermogen zijnde mid delen mede te werken tot de verwezenlijking der onderneming, die bloei en welvaart voor geheel Nederland belooft. Wordt besloten het geschrift voor de leden ter inzage te leggen en ter gelegener tijd van burgemeester en wethouders een nadere voordracht daaromtrent af te wachten. De heer Luteyn komt ter vergadering. In overeenstemming met het door den voorzitter namens de financieele commissie uitgebracht rapport op het in de vorige zitting ingekomen verzoek van het bestuur da- godshuizen, om machtiging tot af- en over schrijving eener som van f 3,790.29 en tot beschikking over den post voor onvoorziene uitgaven tot een bedrag van f 134.31, is dit verzoek toegestaan, en het daartoe opgemaakt en voorgelezen concept-besluit goedgekeurd. Gelijk besluit is, op voordracht van burgemeester en wethouders, genomen ten aanzien van een verzoek van den schuttersraad om machtiging tot af- en overschrijving op zijne begrooting ten bedrage van f 277.45, terzake van de aanschaffing van schouderpassanten en gedeel telijke invoering van nieuwe modelrokken voor de schutterij. De voorzitter deelt mede dat mejufvr. wedt C. Proos, tijdens het overlijden van haren man eene aarden graf ruimte voor vier kisten op de begraafplaats heeft aange vraagd. Dit verzoek is, in overeenstemming met het advies van den gemeentebouwmeester, ingewilligd en onder de gewone voorwaarden n<>. 71 in de rij der eigen aarden graven aangewezen. Het proces-verbaal der opneming van de boeken en de kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat alles in orde is bevonden, zijnde in kas f 18,455.82, wordt voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter legt over het jaarverslag van den toe stand dezer gemeente in 1868, onder mededeeling dat het gedrukt wordt en daarna aan de leden rondgezonden en verkrijgbaar zal worden gesteld. Deze mededeeling wordt mede aangenomen voor kennisgeving. Burgemeester en wethouders hebben, volgens mede deeling des voorzitters, het gevoelen gevraagd van het burgerlijk armbestumr omtrent het voorstel van den heer van Kuylt, in de tweede kamer der staten-generaal gedaan, tot wijziging' der artt. 45 en 48 der wet tot rege ling van het armbestuur. Het burgerlijk armbestuur heeft daarop te kennen gegeven dat naar zijn oordeel de aanneming van het voorstel-van Kuyk niet wensche- lijk is, maar integendeel op déze gemeente een verderfe- lijken invloed zou uitoefenen, en geadviseerd tot het zenden van een adres aan de tweede kamer met verzoek dat zij genoemd voorstel niet aanneme. Daar bedoeld stuk voor de leden ter inzage heeft gelegen, stelt de voorzitter spoedshalve voor, burgemees ter en wethouders te machtigen tot het opmaken en verzenden van een adres aan de tweede kamer, in den geest van de door het burgerlijk armbestuur aangevoerde bezwaren. Zonder beraadslaging wordt overeenkomstig het voor stel des voorzitters besloten. De voorzitter deelt mede dat eenige in de waag aan wezige goederen gebleken zijn niet aan de gemeente te behooren, maar het eigendom van den vorigen waag- meester, wijlen den heer J. Snijders, zijn. Die voor werpen bestaan in schalen, gewichten, ijzeren balansen enz., getaxeerd op eene waarde van f 241.95. De zoon van genoemden heer heeft zich bereid verklaard die goederen voor gemelde som in koop af te staan. De controleur en de gemeentebouwmeester achten de over name dier goederen noodig, zoodat burgemeester en wethouders voordragen daartoe te besluiten. De heer Lantsheer vraagt eene inlichting. In de instructie voor den waagmeester staat dat alle benoodigd- heden van gemeentewege zullen verstrekt worden, zoodat het hem niet duidelijk is waarom dit ook niet met de besproken voorwerpen het geval is geweest. De voorzitter antwoordt dat de vorige waagmeester in vroeger tijd die voorwerpen in zijne betrekking als rijksweger noodig heeft gehad. De heer Lantsheer neemt met deze inlichting genoegen, en daar overigens niemand eenig bezwaar had tegen de voordracht van burgemeester en wethouders, is deze goedgekeurd. Daar er wellicht weder aanvraag zal worden gedaan tot het huren van den stoombaggermolen en klepsch uiten dezer gemeente, stellen burgemeester en wethouders bij monde des voorzitters voor, hen te machtigen om een en ander, behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten, bij aanvrage, evenals ten vorigen jare, tijdelijk af te staan, den molen voor f 15 en de schuiten per stuk voor f 2.50 daags, of zooveel meer als burgemeester en wethouders in het belang der gemeente zullen kunnen bedingen. De heer Lambrechtsen van Ritthem vraagt, of het voornemen bestaat tot eene dadelijke verhuring, en den molen niet ten behoeve der gemeente te gebruiken. De voorzitter antwoordt hierop ontkennend, onder mededeeling dat eerst het werk der gemeente zal moeten afgedaan worden. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt vervolgens goedgekeurd. De zitting gaat over in eene met gesloten deuren. Na de heropening worden voor de leden ter inzage gelegd de ingekomen jaarverslagen van het burgerlijk armbestuur, van de kamer van koophandel en fabrieken, en van de leenbank. De voorzitter deelt mede dat, tengevolge van een nader schriftelijk en mondeling onderhoud de heer J. W. van Sonsbeeck thans zich bereid heeft verklaard tot minnelijken afstand van een hem toebehoorend per ceel land, gelegen aan den noordwestelijken dijk der tegenwoordige haven, ten behoeve van het aan te leggen reservoir tot afvoer van faecale en andere stoffen, en zulks tegen den prijs hem van rijkswege voor zijne andere onteigende gronden toegewezen. Omtrent onder handelingen met den pachter zal door burgemeester en wethouders een nader voorstel aan den raad worden gedaan. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Behalve de reeds in de vorige zitting medegedeelde vijf adressen voor de vaceerende betrekking van adsis- tent-waag- en kraanmeester is nog een viertal ingeko men, van de heeren A. C. van Assendelft, J. A. Rosset, C. A. Hertogs en H. B. Verheijen. De voorzitter stelt voor, tot de benoeming over te gaan. De heer Luteyn stelt daarentegen als amendement voor, de benoeming tot de volgende zitting aan te houden, teneinde omtrent de sollicitanten de noodige inlichtingen te kunnen inwinnen en tevens anderen, die soms mede mochten willen solliciteereu, daartoe als nog in de gelegenheid te stellen. De heeren Lambrechtsen van Ritthem en Davnme ondersteunen dit voorstel. De heer N. J. C. Snouck Hurgronje kan zich er niet mede vereenigen. Het is van belang dat de vaceerende betrekking niet langer onvervuld blijve. Het bestaan der vacature is lang genoeg bekend geweest en zoowel tot aanmelding van sollicitanten als tot het inwinnen van informatiën omtrent hen is ruim tijd geweest. De heer Sifflé wil ook met de benoeming doorgaan, te meer daar de heer Huijer hem gezegd heeft dat hij eene vervulling der openstaande betrekking vurig wenscht. Ook de heer A. W. Snouck Hurgronje verlangt dade lijke benoeming. Niet alleen heeft de vacature reeds lang geduurd, maar ook de meesten der sollicitanten hebben zich, niet alleen schriftelijk, doch ook mondeling aangemeld bij de leden, die dus gelegenheid hebben gehad tot een onderzoek. Het amendement van den heer Luteyn wordt in stemming gebracht en met 9 tegen 8 stemmen verworpen vóór stemden de heeren Rekker,Lantsheer, Lambrechtsen van Ritthem, van Visvliet, Luteyn, Magielse, Damme en de Jonge. Dientengevolge tot de benoeming van een adsistent- waag- en kraanmeester overgegaan zijnde, wordt als zoodaning met 12 stemmen benoemd de heer J. A. Sis termans. De heeren J. A. Rosset, A.H.Ingelse enC. Heijnis verkregen ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten oningevuld waren. Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd aan den benoemde eene akte van aanstelling uit te reiken en hem en den controleur van de benoeming kennis te geven. Hierna wordt de zitting gesloten. SNELPEBSDROKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2