BIJVOEGSEL VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT.
Zondag 25 April 1869. No. 66.
Staten-generaal.
TWEEDE KAMEH.
Zitting van Donderdag 22 April. Aangekondigde interpel
latie kust Guinea; voortzetting discussie kiestabel.
In den aanvang der zitting is aan den heer van Sype
steijn verlof verleend op een nader te bepalen dag tot
den minister van koloniën eenige vragen te richten om
trent de aangelegenheden van de kust van Guinea.
Vervolgens zijn de beraadslagingen voortgezet over
art. 1 van het wetsontwerp tot herziening der kiestabel,
en wel over de districten Zutfen, Arnhem, Nijmegen,
Tiel, Amersfoort, Utrecht, Brielle, Dordrecht, Gorinchem,
Middelburg, Zierikzee, Goes en Breda, metde drie daarop
voorgestelde amendementen door de heeren Nierstrasz,
Begram en van Eek.
De zeer uitvoerige discussie liep hoofdzakelijk over
de afscheiding van de Veluwe van Arnhem en de indee
ling der Zeeuwsche districten. Vooral over deze laatsten
Waren de gevoelens verdeeld. De heer Heemskerk Az.
bleef op nieuw aandringen op overlegging der adviezen
van gedeputeerde staten, speciaal van dat van Zeeland,
teneinde tot de wetenschap te komen welke indeeling
de staten van dat gewest hadden gewenscht.
Het amendement van den heer van Eek werd vooral
bestreden door den heer van Kerkwijk, die van oordeel
Was dat met de vereeniging van Goes en Zierikzee vol
strekt niet de belangen van Zeeland werden bevorderd.
De minister van binnenlandsche zaken verklaarde
zich tegen al de amendementen en gaf nopens het
advies van gedeputeerde staten van Zeeland te kennen,
dat deze zich uitsluitend uitgelaten hadden over de
Vraag van de vereeniging van Goes met Zierikzee, die
zij wenschelijk achten. Die vraag werd door hen toe
stemmend beantwoord. De regeering heeft evenwel
gemeend dat thans de overbevolking aan Zeeland moest
Worden gelaten om later te komen tot een nieuw district,
betzij door verdubbeling van Goes of het maken van
een district Bergen-op Zoom.
Nadat de heer Heemskerk nogmaals zijn leedwezen
over het niet overleggen der stukken had betuigd, werd
door den heer Insinger bepaald voorgesteld van den
'ninister de overlegging van het advies van gedeputeerde
staten te vragen. Dit voorstel werd na eenige discussie,
verworpen met 41 tegen 15 stemmen, waarna de discus-
siën werden voortgezet, in den loop waarvan door de
beeren Begram en Nierstrasz hunne amendementen nog
Werden gewijzigd.
Over de districten Hoorn, Alkmaar, Leiden, Delft,
Botterdam en Eindhoven werd geene discussie gevoerd.
Vervolgens kwamen in behandeling de districten
Baarlem, Haarlemmermeer en Amsterdam, waarop drie
Amendementen waren voorgesteld: 1». door den heer
Viruly, om te maken twee enkele districten Haarlem en
Zaandam2°. door den heer W. van Goltstein, om de
voorgestelde districten Haarlem en Haarlemmermeer tot
een driedubbel district te vereenigenen 3». door den
beer van Sypesteijn, om Haarlem te behouden met 2 af
gevaardigden en een nieuw district Zaandam te vormen
""et een afgevaardigde.
De minister heeft zich ook tegen deze drie amende
menten verklaard, zich hoofdzakelijk weder hierop
grondende dat de meerderheid der leden in de sectiën
be indeeling heeft gewenscht zooals die nu laatstelijk
boor hem is voorgesteld.
Ten slotte kwamen heden nog in discussie de districten
Maastricht, Roermond en Boxmeer, waarop twee amen
dementen zijn voorgesteld: 1». door den heer van der
Maesen, om Maastricht te maken tot een driedubbel
Ij'trict; Roermond een dubbel en Boxmeer een enkel
A'strict te laten; 2". door den heer van ZinnicqBergmann,
Boxmeer als enkel district te behouden en een nieuw
mtrict Venlo te vormen.
Zitting van Vrijdag 23 April.Voortzetting discussie kies
tabel; stemming amendementen; aanneming wetsontwerpen.
Bij de hervatting der beraadslagingen over de distric
ten Maastricht, Roermond en Boxmeer en de daarop
voorgestelde amendementen door de heeren van der
Maesen en van Zinnicq bergmanu, werd het amendement
van eerstgenoemden verdedigd door de heeren de Bieber-
stein, Haffmans en Pijnappel, doch bestreden door de
heeren van Eek, ïhorbecke en den minister van binnen
landsche zaken,1 voornamelijk wegens het bezwaar, ver
bonden aan een driedubbel district, waarna de beraad
slagingen over die districten werd gesloten; terwijl over
het district 's-Bosch geen discussie werd gevoerd.
De verschillende amendementen werden vervolgens
iu stemming gebracht
1". Van den heer Fransen van de Putte (afzonderlijke
districten Groningen en Zuidhorn) aangenomen met 34
tegen 32 stemmen.
Tegen stemden de heeren Gratama, Kien, Jonckbloet,
van der Maesen, Dumbar, Moens, Guljé, Lenting, van Eek,
Pijpers, van Beyma, Sloet, Cornelis, Zijlker, Ilingst, van
Blom, de Roo, Thorbecke, Dullert, Wybenga, Olivier,
van Delden. van der Linden, Fokker, Blussé, Dam, Wes-
terhoif', Heemskerk Bzm, de Bruyn Kops, van Naamen,
Godefroi en W. van Goltstein.
2». Van den heer Pijnappel (Sneek dubbel en Heeren
veen enkel district) verworpen met 49 tegen 19 stemmen.
Voor stemden de heeren: van der Hucht, Taets van
Amerongen, Heydenryck, J. K. van Goltstein, Haffmans,
van Kuyk, Bots, de Brauw, van Delden, Nierstrasz, van
Naatnen, van Houten, Pijnappel, van Zinnicq Bergmann,
van Foreest, Smitz, van Hardenbroek, van Voorthuysen
en de voorzitter.
3°. Van den heer van Kuyk, (Sneek een enkel en
Heeren veen dubbel district).
Er verklaren zich 34 stemmen voor en 34 tegen, zoo
dat de stemmen staken en de beslissing tot morgen
wordt uitgesteld.
Voor stemden de heeren: van der Hucht, Taets van
Amerongen, Fransen van de Putte, Heydenrijck, J. K.
van Goltstein, Haifmans, van Eek, Blom, Begram, van
Kuyk, Rocbtissen, de Brauw, Nierstrasz, van Naamen,
Godefroi, Pijnappel, W. van Goltstein, Insinger, de
Casembroot, Hoffman, Bichon, Verheijen, Bergmann,
Saaymans Vader, Heemskerk Azn., van Wassenaer,
Kien, van Sypesteijn, van Foreest, Smitz, Kalflf, van
Hardenbroek, Bots en van Voorthuysen.
Tegen stemden de heeren: van Kerkwijk, Guljé, Len
ting, Pijpers, van Beyma, Sloet, Cornelis, Zijlker, Hingst,
van Blom, Storm, de Roo, Thorbecke, Viruly, Dullert,
Wybenga, Olivier, van Delden, van der Linden, Fokker
Blussé, Dam, Westerhoff, de Bieberstein, Heemskerk Bz.,'
de Bruyn Kops, van Houten, Gratama, Jonckbloet,
van der Maesen, Dumbar, Moens, Mirandolle en de
voorzitter.
De stemming over de amendementen van de heeren
Begram, Nierstrasz en van Eek, als met dat amendement
in verband staande, wordt aangehouden.
4°. Van den heer Viruly (Haarlem en Zaandam enkele
districten). Verworpen met 35 tegen 33 stemmen.
5°. Van den heer W. van Goltstein (Haarlem driedub
bel district) verworpen met 62 tegen 6 stemmen.
Voor stemden de heeren van der Maesen, de Bieber
stein, Nierstrasz, W. van Goltstein, Hoffman en Saaymans
Vader.
6°. Van den heer van Sypesteijn (Haarlem dubbel en
Zaandam enkel district) verworpen met 48 tegen 20
stemmen.
Voor stemden de heeren W. van Goltstein, Insinger,
de Casembroot, Hoffman, Bichon, Verheijen, Bergmann
Saaymans Vader, Heemskerk Az., van Wassenaer, Kien'
van Sypesteijn, van Foreest, Smitz, Kalff, van Harden
broek, van Voorthuysen, Heydenrijck, J. K. van Golt
stein, Haffmans, Storm, Begram,'van Kuyk, Rochussen,
Bots, de Brauw, Nierstrasz en Pijnappel.
7». Van den heer van der Maesen (Maastricht drie
dubbel, Roermond dubbel en Boxmeer enkel districten)
verworpen met 51 tegen 18 stemmen.
Voor stemden de heeren Insinger, de Casembroot,
Hoffman, Bergmann, Saaymans Vader, Heemskerk Az.,
van Wassenaer, van Sypesteijn, Smitz, van der Maesen,
Haffmans, Begram, van Kuyk, Rochussen, Gefken, de
Bieberstein, Nierstrasz en W. van Goltstein.
8U. Van den heer van Zinnicq Bergmann (twee enkele
districten Boxmeer en Venlo).
Voor stemden de heeren van Houten, Pijnappel, W. van
Goltstein, Insinger, de Casembroot, Hoffman, Bichon,
Verheijen, Bergmann, Saaymans Vader, Heemskerk Az.,
van Wassenaer, Kien, van Sypesteijn, van Foreest, Smitz,
Kalff, van Hardenbroek, van Voorthuysen, van der Hucht,
Heydenrijck, J. K. van Goltstein, Haffmans, Storm, Be
gram, van Kuyck, Rochussen, Bots, de Brauw, Gefken,
Nierstrasz en de voorzitter.
I11 de zitting van Zaterdag zal de herstemming plaats
hebben.
Hierna zijn aangenomen de wetsontwerpen: 1°. tot
vaststelliug van het koloniaal batig slot voor 1865;
2». verhooging der Indische begrooting voor 1868.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van Vrijdag 23 April. Missives gedeputeerde staten;
circulaire betreffende -Een brug over den Oceaan"; machti
ging af- en overschrijvingen godshuizen en schuttersraad;
uitgifte grafruimte; proces-verbaal kasopneming; verslag
toestand gemeente; adres tegen voorstel-van Kuyk, wijzi
ging armenwet; onderhandsche aankoop goederen'waag
verhuring stoombaggermolen en klepschuiteningekomen
verslagensollicitanten en benoeming adsisteut-waag- en
kraanmeester.
Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke.
De heer Luteyn komt later.
De notulen van het verhandelde in de zitting van
24 Maart worden gelezen en goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede dat een viertal missives van
gedeputeerde staten zijn ingekomen, houdende goedkeu
ring der raadsbesluiten: a. tot het doen van af- en over
schrijving en beschikking over den post voor onvoorziene
uitgaven, b. tot onderhandschen verkoop van gemeente
grond, c. tot aankoop van een perceel grond en tl. van
het kohier van den hoofdelijken omslag. Aan al deze
besluiten is door burgemeester en wethouders de noodige
uitvoering gegeven. Deze mededeelingen worden voor
kennisgeving aangenomen.
Geschiedt voorlezing van eene ingekomen circulaire
van de heeren J. J. de Kanter, B. A. Fokker, uw. G. N.
de Stoppelaar, mr. M. F. Lantsheer en mr. W. C. Borsius,
betreffende een geschrift van den oud-kapitein ter zee
M. H. Jansen, getiteld: „Een brng over den Oceaan.
Stoomvaart op Amerika". Volgens de circulaire wordt
in genoemd geschrift de aandacht gevestigd op het groot
belang voor Nederland bij eene rechtstreeksche stoom
vaart op Noord-Amerika. Niet alleen heeft de heer Jansen
aangetoond dat Nederland door zijn Zeeuwsch-Duitschen
spoorweg weldra groote voordeelen zal kunnen genieten,
welke thans nog ten bate van andere natiën verloren
gaan, maar hij heeft ook de middelen aangewezen tot het
terugleiden dier voordeelen tot Nederland en tot het in
het leven roepen eener stoomvaart, welke voor het ge-
heele land de rijpste vruchten belooft. De verwezen
lijking van het plan van den heer Jansen is echter dan
alleen mogelijk, wanneer de overtuiging zal zijn geves
tigd dat het hier niet uitsluitend provinciale of plaatse
lijke, maar nationale belangen, van het geheeleland, geldt.
Ook daartoe stiekt zijn geschrift. Het is echter tevens
waar dat de onderneming, als zij tot stand komt, in de
eerste plaats vruchten zal dragen voor de provinciën
waardoor en de plaatsen waarlangs de spoorweg loopt,