hoefte der verpleegden aan koffie en thee, en wijst er op dat het arm-gast- en weeshuis geen gesticht is als de Ommerschans, waarheen bedelaars of landloopers ge- zoude n worden, maar een toevluchtsoord voor meeren- deels oude behoeftige menschen, die hun leven lang zwaar en ijverig hebben gewerkt en daardoor nuttige leden der maatschappij zijn geweest. Hij betreurt dan ook zeer dat door gedeputeerde staten tegen het ver strekken van gelden voor het verlangde doel bezwaar is gemaakt, en geeft in overweging voor dat doel, door de zorg van het gemeentebestuur en na voorafgaande be kendmaking, eene collecte te doen houden. Hij is toch overtuigd dat de liefdadigheid van Vlissingen's inge zetenen nog wel zoo groot zal wezen dat zij die oude behoeftige lieden aan warm drinken zal willen helpen, evenals gelden worden gestort in collecten voor den gewapenden dienst, voor een man die zijn schip, of voor iemand die een paard of eene koe verloren heeft. De heer Pot zou liever het voorstel van regenten wil len aannemen. Dit zou slechts schijnbaar eene ontdui king wezen, daar deze zitting openbaar is en het daarin verhandelde ter kennis van het publiek en dus evenzeer van gedeputeerde staten wordt gebracht. Het voorstel van den heer de Kruyff acht hij op zich-zelf goed, maar hij vindt het verachtelijk, evenals hij het voor den ge- wapenden dienst verachtelijk vindt, eene collecte te doen als gold het een bandietentroep. De last zou dan bovendien weder drukken op dat kleine troepje, uit welks zak tegenwoordig alles komen moet. De heer Laernoes zet zijne meening uiteen, dat het verstrekken van warm drinken door het gesticht som mige misbruiken zal doen ophouden en de economie daardoor bevorderd wordt. Hij is tegen het doen eener collecte, die ook hij vernederend acht. De heer de Kruyff zegt dat het zijn doel geenszins is het gesticht door het houden eener collecte te vernede ren, maar dat hij alleen voor gedeputeerde staten wil doen uitkomen dat voor de verpleegden groote behoefte aan warm drinken bestaat, opdat genoemd college, da ar- van overtuigd wordende, bij de indiening der volgende begrooting den daarvoor uitgetrokken post gaafweg goedkeure. De voorzitter ziet niets vernederends in het houden eener collecte voor het gasthuis en begrijpt het verschil niet dat zou kunnen bestaan tusschen de verpleegden daar en die door de armbesturen van de verschillende gezindten, waarvoor evenzeer collecten worden gehou den het zijn allen armen. De heer Mestdagh meent te moeten herinneren dat de toestemming tot het gebruiken van het batig saldo in nauw verband staat met het brengen van een post op de volgende begrooting voor gelijk doel. Eerstgenoemde zou zonder dit laatste weinig baten, daar de verpleegden eene dubbele teleurstelling zouden onderbinden, indien na een bijvoorbeeld halfjarig genot van warm drinken dit hun weder onthouden werd. De voorzitter repliceert dat hij juist daarom het beter acht den rechten weg te bewandelen en nog eens op toestemming bij gedeputeerde staten aan te dringen. De heer Ockers verklaart dat hij zeer voor het ver strekken van warm drinken aan de verpleegden gezind is, maar evenzeer tegen handelingen in strijd met de zienswijze van gedeputeerde staten, eene zienswijze welke hij als gegrond beschouwt. Daarom stelt hij voor, de zaak thans te laten rusten en op de begroofcing voor het gesticht voor 1870 een post voor het beoogde doel te brengen. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke omvraag besloten. Een ingekomen verzoek van de commissie voor het middelbaar onderwijs om eene som van f 100 beschik baar te stellen tot het doen van verschillende kleine uitgaven, wordt zonder bedenking ingewilligd. De voorzitter deelt mede dat van dezelfde commissie een rapport is ingekomen betreffende het middelbaar onderwijs, met voordracht om, bij goedkeuring van het daarin aangegevene, een adres aan den koning te richten, houdende verzoek om vrijstelling van de verplichting tot het instellen eener burger-dagschool. Volgens dit rapport zal het onderwijs op de burger avondschool zich bepalen tot het minimum van het bij de wet gevorderde, t. w.: wiskunde (volksmeetkunde), de beginselen der geschiedenis, de beginselen der Neder- laudsche taal, en het hand- en rechtlijnig teekenen. Het personeel zal met een onderwijzer moeten vermeer derd worden. De tijd van onderricht is achtmaanden 's jaars, van 1 September tot 30 April, alle avonden, Zon en feestdagen uitgezonderd, van 6 tot 9 uren. De voorzitter deelt mede dat het in dit rapport aan gegevene volkomen overeenstemt met het gevoelen van den heer Steyn Parvé. De gedane voorstellen worden goedgekeurd evenals het voorgelezen concept-adres aan den koning om vrijstelling van de verplichting tot het houden der burger-dagschool. Door C. Veldheer ingebrachte bezwaren tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag zullen in eene vol gende zitting, gelijktijdig met die van anderen, worden overwogen. Is ingekomen het jaarverslag der plaatselijke school commissie over 1868, waarvan voor het jaarverslag van den toestand der gemeente gebruik zal worden gemaakt. Voorts wordt voor kennisgeving aangenomen de me- dedeeling van door gedeputeerde staten genomen be schikkingen op eenige raadsbesluiten, alsmede een brief tot aanbeveling van deelneming in de geldleening voor den spoorweg BoxtelCleve. Op voordracht van burgemeester en wethouders wor den eenige bepalingen vastgesteld tot regeling der terug gaaf van betaalde plaatselijke belasting op het geslacht aan vleesckhouwers, handelaren of winkeliers in vleesch voor hoeveelheden van minstens 25 pond, op 1 Mei a., wanneer genoemde belasting wordt afgeschaft. Die teruggaaf zal echter niet geschieden bij bévind van on juiste aangifte of een verschil van 4 pet. tusschen aan gifte en aanpeil, en evenmin bij belemmering in de te vervullen formaliteiten. De door burgemeester en wethouders, in overleg met de commissie voor fabricage, voorgestelde wijze van voorziening in eene calamiteit aan de Beursbrug, wordt goedgekeurd. Op verzoek van het college van regenten over het arm- gast- en weeshuis worden burgemeester en wethouders gemachtigd tot afstand van een gedeelte terrein met be stemming als bleek ten behoeve van het weeshuis. De heer Pot doet een voorstel om bij adres aan de tweede kamer der staten-gcneraal adhaesie te verleenen aan het voorstel van den heer van Kuyk tot wijziging der artikelen 45 en 48 der armenwet. Hij doet dit met het oog op de steeds toenemende uitgaven voor armbe sturen, en vooral voor verstrekte geneeskundige ver pleging. De verplaatsing der marine-werklieden naar Amsterdam vermeerdert voor Vlissingeu de bezwaren. Te Amsterdam toch wordt men niet zooals te Vlissingen door de diaconiën opgenomenmen moet daar eerst 6 jaren gewoond hebben alsvorens de diaconiën der ver schillende gezindten tot die opneming overgaan. Van daar dat men zich bij het armbestuur aanmeldt en dit bestuur strekt de christelijke liefde zoover uit dat het allen opneemt, maar ten koste der gemeente Vlissingen. Wel is waar zal men, bij aanneming van het voorstel-van Kuyk, ook te Vlissingen zieken moeten verplegen, maar dit is slechts tijdelijk, terwijl het te Amsterdam voortdu rend is. En hoezeer de voorgestelde herziening der armenwet slechts eene partieele is, acht hij die gedeelte lijke herziening als een voorbode van latere geheele wijziging zeer aannemelijk. De heer van der Hijden ondersteunt het voorstel van den heer Pot. De voorzitter deelt mede dat bij het dagelijksch bestuur ook stukken zijn ingekomen met betrekking tot de voorgestelde herziening der armenwet, welke aan het armbestuur zijn toegezonden, hetwelk van oordeel was dat het hier slechts eene partieele herziening betreft en deze niet wenschelyk kan geacht worden. Spreker acht het evenwel goed een blik te slaan op de gevolgen die de aanneming van het voorstel in het algemeen zal kunnen hebben en stelt daarom voor de beraadslaging over het voorstel van den heer Pot aan te houden tot de volgende zitting, welke over weinige dagen zal worden gehouden. Dienovereenkomstig wordt besloten en daarna de zitting gesloten. Gemeenteraad van Zicvikzce. Zitting van Maandag 19 April. Toelage onderwijzeres; vaststelling kohier hoofdelijken omslag. Voorzitter de heer Cau. Afwezig de heeren van Dongen, Moolenburgh, de Crane en Koole. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt gelezen het rapport der schoolcommissie op het adres van mejnfvrouw S. P. van Dishoeck, houdende verzoek om de jaarlijksche toelage van 100, als onder wijzeres iu nuttige handwerken. De conclusie van het rapport strekt tot inwilliging van het verzoek over het tydvak namelijk van 1 Mei tot 1 Augustus a., tot een bedrag van 25, met welk tijdstip de reorganisatie van het instituut van meisjeshaar beslag zal gekregen hebben. Burgemeester en wethouders stellen voor, dienovereen komstig te beschikken, waartoe wordt besloten. De zitting wordt met gesloten deuren voortgezet. «Kadat zij heropend is wordt het kohier van deu hoof delijken omslag vastgesteld op een bedrag van f 14,964.40; zullende het gedurende 8 dagen ter openbare inzage op de secretarie worden gelegd, waarvan aan de ingezetenen bij publicatie zal worden kennis gegeven, om het daarna aan gedeputeerde staten ter goedkeuring op te zenden. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. SNELPERSDRUKKER IJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 8