leeraarsbetrekkingen zal nog eene oproeping yan solli- j citanten plaats hebben. Het voorjaars-examen van het lager onderwijs, heeft voor de mannelijke candidaten het volgende resultaat opgeleverd: hoofdonderwijzers, toegelaten 8, afgewe zen 3; hulponderwijzers, toegelaten 7, afgewezen 3; onderwijzers, afzonderlijke vakken voor Franseh, toege laten 3, afgewezen 3; Hoogduitsch, toegelaten 3, afge- wezen 3; Engelsch, toegelaten 2, afgewezen 1; wiskunde, toegelaten 1, afgewezen 1. Alzoo zijn van de 38 geëxami- neerden 24 toegelaten en 14 afgewezen. Rechtzaken. Bij de voortgezette behandeling voor het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland van de eerste der proce dures betreffende de te Rotterdam gepleegde ongeregeld heden, hebben in de zitting van gisteren als verdedigers het woord gevoerd de heeren m™. Jac. van Gigch voor j den zevenden beschuldigde, A. J. van Randwijk voor den achtsten, negenden en tienden, G. Belinfante voor den elfden, en W. Thorbecke voor den twaalfden. Aller conclusie strekte tot vrijspraak hunner cliënten. Na re- en dupliek werd de uitspraak door het hof be paald op a. Dinsdag, des namiddags te twee uren. kemengde berichten. Uit Groningen wordt gemeld dat een koopman in die provincie het bestaande ijkmerk van de Friesche botervaten gedeeltelijk had nagemaakt met een ijzeren stempel, dien hij in Drenthe had laten vervaardigen. Hij werd te dier zake gerechtelijk vervolgd, doch zoowel het hof als de rechtbank oordeelden dat in deze zaak geen termen tot strafvervolging waren. Gedeputeerde staten van Friesland hebben nu, ter vooikoming van misbrui ken ten nadeele van den Frieschen boterhandel, de ijk- merken der Friesche botervaten gewijzigd. Volgens het Utrechtsch dagblad is het meteorolo gisch observatorium te Utrecht sinds jl. Woensdag ver bonden met het telegraafnet, zoodat men van daar thans met de geheele wereld in rechtstreeksche telegrafische gemeenschap staat. La France bericht het volgende omtrent eene ziekte, welke zich nu voor 'teerst in sommige wijngaarden van Frankrijk vertoont. In het arrondissement Orange is een derde der wijngaarden verloren gegaanvan de 10,000 hectares wijnstokken, welke dit arrondissement bezit, zijn reeds 3G00 dood. De ziekte neemt met iederen dag toe. Zij schijnt tot nu toe den loop der Rhóne te volgen en zich niet diep het land in te verspreidentoch wordt zij reeds over eene lengte van 100 kilometers gevonden. Men schrijft haar toe aan een soort van aardvloo, die aan de wortels van den wijnstok gevonden is. Te Elbcrfeid was ter gelegenheid van het jubileum van den paus bij de catholieken een groot feest georga niseerd. Volgens het programma zouden zij zich des voormiddags te half 9 nren in plechtstatigen optocht naar de kerk begeven, waarna des middags op den Johannes- berg een feestmaal zou plaats hebben, gevolgd door eene muziekuitvoering, terwijl het feest des avonds met illu minatie en vuurwerk zou worden besloten. Wat echter dien optocht betrof, daartoe wilde de politie geen verlof geven. De feestcommissie wendde zich toen tot den regeerings-president te Dusseldorf, maar kreeg van daar geen gunstig antwoord. Nu werd naar Berlijn getelegra- pheerd, om rechtstreeks den koning vergunning te ver zoeken, en daarop ontving de commissie te elf uren een afwijzend antwoord. De optocht kon alzoo niet plaats hebben. Dezer dagen hebben voor de correctioneele recht bank te Parijs vier mannen en twee vrouwen terecht gestaan, beschuldigd van de Lanterne in Frankrijk ge bracht te hebben. Bijna 705 afdrukken werden in de huizen van twee der beschuldigden gevonden; men vond er ook een vrouwenrok met acht ruime zakken,waar in een der vrouwen onlangs 100 nommers van het ver boden blad uit Brussel had medegebrachtbovendien een borstrok, flanellen hemd en buikriem, drie en twin tig zakken bevattende, waarin een der mannen 173 num mers van de Lanterne had binnengesmokkeld. De be schuldigden werden tot verschillende gevangenisstraffen van twee tot zes maanden verwezen, en de mannen bo vendien tot 500 franken boete iederen de beide vrouwen ieder tot 200 franken boete. De lente is jl. Zondag door het Parijsche publiek met het houden der wedrennen van Longchamps en den wedstrijd van rijtuigen met vier paarden ingewjd. De keizer heeft eveneens dit laatste feest bezocht. D lente van 1869 is dus officieel erkend. Ook de chronique scandaleuse begint met de bloemen en bladeren nu onge merkt uit te botten, of liever zij levert reeds stof in overvloed. Hoe weinig men te Parijs ook anders voor een kleintje vervaard is, houdt men zich zeer veel met de zaak van de weduwe d'Albuget, de zuster van den romancier F. Feydeau en harer dochter bezig, die wegens het ontvreemden van een aantal kostbare kleedingstuk- ken en stoffen in voorname winkels, moeten terecht staan. En dan de vrouw van den referendaris van de rekenkamer, de zuster van de eerste der beide dames, die vervolgd wordt wegens het ontvreemden van een pak handschoenen in eenen winkel op den Boulevard des Italiens. En dan de markiezin de Fénélon, die veel te weinig toilet gemaakt had, toen men haar bij den kommandant Thevet aantrof, op het oogenblik dat hij zich een kogel door den kop had gejaagdde echtgenoot der markiezin was naïf genoeg om het verhaal der nieuwsbladen te willen verbeteren en heeft zoo den toen nog onbekenden naam der markiezin ruchtbaar gemaakt. Een naïviteit, des te grooter, omdat de rechter zich de zaak reeds had aangetrokken. {Het vaderland.) In de Köln. Ztg. komt het volgende eigenhandige schrijven voor, door keizer Napoleon, daags na zijne vlucht uit Ham, aan Degeorge, toenmaligen redacteur van den Courrier du Pas-de-Calais, hoofd der republi- keinsche partij en een der intiemste vrienden van prins Napoleon, toegezonden „Waarde Degeorge! De wensch om mijnen vader nog eenmaal op deze aardete aanschouwen, deed mij besluiten tot de koenste onderneming, die ik ooit heb gewaagd en waartoe meer moed noodig was dan te Straatsburg en Boulogne. Ziehier de bijzonderheden van deze mijne vlucht. Gij weet dat het fort Ham bewaakt wordt door 400 man, welke dagelijks eene wacht leveren van 60 man, die als schildwachten in- en buiten de vesting worden geplaatst. Bovendien nog was de deur der gevangenis door drie afzonderlijke suppoosten bewaakt, waarvan twee altijd op wacht stonden. Deze moest men dus het eerste passeerenvoorts den weg over den binnenhof, vlak voorbij de vensters van den kommandant, nemen en daar aangekomen, zich door de poort begeven, alwaar een ordonnans-soldaat, een sergeant, een portier, een schildwacht en eindelijk een post van 30 man, zich bevonden! „Omdat ik nu van eene verstandhouding met de man schappen niets wilde weten, moest ik mij natuurlijk tot eene verkleeding bepalen. Daar men juist toen de reparatie van onderscheidene vertrekken, die ik be woonde, had ondernomen, zoo werd het mij gemakkelijk het gewaad van eenen arbeider aan te nemen. Mijn goede en getrouwe Charles Tli^lin verschafte mij eene kiel en klompen ik sneed mijnen knevel af en nam een plank op mijne schouders. Maandag morgen te 6 uren zag ik onderscheidene werklieden op het fort aankomen. Toen zij aan het werk waren, noodigde Charles hen uit om in mijne kamer iets te komen drinken, ten einde hen daar door van mijnen weg te verwijderen. Hij moest ook een der suppoosten naar boven roepen, terwijl dr. Conneau zich met de beide anderen in een gesprek inliet. Nauwe lijks echter had ik mijne kamer verlaten, of ik werd reeds aangesproken door een van de werklieden, die achter mij volgde en mij voor een zijner kameraden hield. Aan het einde van den trap gekomen, stiet ik rechtstreeks op een der suppoosten. Gelukkigerwijze hield ik hem de plank vlak voor het aangezicht en ge lukte het mij, daar ik de plank gedurig aan de schild wachten en de personen die mij ontmoetten tegenhield, in den hof te komen. „Toen ik den eersten schildwacht voorbij kwam, ont viel mij mijn pijp, ik bleef echter staan om de stukken op te zoeken. Ik ontmoette daarna den wachthebbenden officier, deze echter las een brief en sloeg geen acht op mij. Slechts den soldaten op de wachtpost scheen mijn gewaad eenigszins te bevreemden, en voornamelijk den tamboer, die zich bij herhaling omkeerde. Desniettegen staande opende de ordonnans-soldaat de poort, en ik bevond mij thans buiten de vesting. Daar echter ont moetten mij twee werklieden, die mij met bijzondere op lettendheid aanschouwden. Ik schoof mijne plank tus- Bchen mij en hen; zij schenen echter zoo nieuwsgierig dat ik reeds waande hen zeker niet te zullen ontkomen, toen een van hen plotseling uitriep: „O,het isBerthout!" Toen ik buiten de vesting gekomen was, spoedde ik mij naar St. Quentin. Korten tijd daarna kwam Charles, welke den avond te voren een rijtuig voor zich ge huurd had, en kwamen wij beiden te St. Quentin aan. Na mij van mijn kiel ontdaan te hebben ging ik te voet door de stad. Charles had zich, onder voorwendsel van eene reis naar Cambrai, een postwagen aangeschaft, die mij gelukkig naar Valenciennes bracht, alwaar ik van de spoortrein gebruik maakte. Ik had mij van een Belgischen pas voorzien, hij werd mij echter nergens afgevraagd. Gedurende al dien tijd bleef de getrouwe dr. Conneau in de gevangenis om allen in den waan te brengen dat ik ziek was, en zoo mij den noodigen tijd te verschaffen, de grenzen te bereiken Vcrkoopingen en aanbestedingen. Gisteren is te Ylissingen te koop aangeboden een huis en erf met tuin en pakhuis, op de Groote markt aldaar, wijk C n° 63. Verkocht voor f 3000. Thermometers tand. 16 April 'eav. 11 u. 50 gr. 17 'smorg.7u.50gr.'smidd.lu.54gr, Gemeenteraad van Zierikzce. Zitting van Maandag 12 April Behandeling voorstel omtrent adres broodbakkersmissives gedeputeerde staten verslag lager onderwijs; rekening brei- en naaischool; vermindering prijs gasadres landbouwersadres mejufvr. S. P. van Dishoeck; idem M. Tachiidem horlogemakers; brief kamer van koophandel; proces-verbaalkasopneining voorstellen betreffende hoogere burgerschool; voorstel wijziging gemeentebegrooting; verzoek ontslag hulponder wijzer; commissie schutterij; goedkeuring rekeningen; kohier hondenbelasting en hoofdelijken omslag. Voorzitter de heer Cauv Afwezig de heeren de Jonge, de Crane, Moolenburgh, van der Vliet, Mhlock Houwer en Zuurdeeg, welke laatste later binnentreedt. De notulen der laatste twee vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd. Komt in behandeling het in de vorige vergadering aangehouden voorstel der commissie voor de strafver ordeningen betrekkelijk het adres der broodbakkers, strekkende om aan hunne grieven tegemoet te komen en eenige speling te laten omtrent het gewicht der brooden. Sedert is ingekomen een adres van het te Zierikzee gevestigde departement der Maatschappij tot bevordering van nijverheid, hetwelk wordt voorgelezen en het met redenen omkleed verzoek bevat, om do al of niet wen- schelijkheid van een voortdurend bestaan van de veror dening op het verkoopen van brood in overweging te nemen en tot de opheffing er van te willen besluiten. De voorzitter stelt voor, dit schrijven ter tafel te leggen, ten einde elk der leden daarop bij de behandeling van deze zaak zoodanig acht zou kunnen slaan, als hij zal wenschelijk oordeelen. De heer van der Grijp, voorzitter van gemeld depar tement, licht het adres nader toe en doet daarop een voorstel om de verordeningen op het verkoopen van brood op te heffen. De heer Zuurdeeg komt binnen. De heer van Dongen is het in beginsel eens met den heer van der Grijp, maar meent dat het niet in practijk te brengen is. De heer van der Grijp zegt, dat de slachters in dezelfde termen dienaangaande verkeeren als de bakkers; dat eerstgenoemden volkomen vrijheid in hun bedrijf wordt gelaten, zoodat, wil men het stelsel handhaven, men ook op den verkoop van vleesch strafbepalingen zou moeten toepassen. De heeren Cau en Fokker betoogen het wenschelijke om de verordening op den verkoop van brood van kracht te doen blijven. Brood is het eenig artikel dat bij stuk verkocht wordt, en de bevoegde autoriteit moet waken en zorgen dat de handwerksman zijn rechtmatig deel voor zijn geld krijgt. De heer Zuurdeeg kan zich met het voorstel van den heer van der Grijp veieenigen; hij betoogt het wensche lijke daarvan, en gelooft niet dat het tot de bevoegdheid van een gemeenteraad behoort om enkele ingezetenen onder voogdij te stellen in hun maatschappelijk bedrijf. Het is een feit, dat de bakkers het brood toch niet gaar bakken, en dat zij er meest water bij doen, om het 'tbepaalde wicht té doen krijgen, opdat zij alzoo gevrij waard zouden zijn van boete. Hij gelooft dat het hoog tijd wordt, dat elk zelf toezie dat hij zijn rechtmatig deel erlangt, zonder dat de publieke macht daarvoor behoeft te waken, en hij wenscht daarom dat ook de bakkers, evenals alle andere neringdoenden, vrijheid van handelen wordt gegeven. Het voorstel van den heer van der Grijp wordt daarop in stemming gebracht en daar zich 4 leden vóór en 4 leden tegen hebben verklaard, staken de stemmen, zoodat het wordt aangehouden tot eene volgende ver gadering. Worden medegedeeld 3 missives van gedeputeerde staten, houdende goedkeuring van raadsbesluiten: a. tot onderhandsche aanbesteding der ruiming van sekreet- putten; b. tot het doen van af- en overschrijving; c. tot verhooging van den hoofdelijken omslag en de heffing van 30 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. Allen voor kennisgeving aangenomen. Het verslag der plaatselijke schoolcommissie betrek kelijk den toestand van het lager onderwijs over 1868 wordt ter inzage voor de leden gelegd. Komt ter tafel: de rekening der brei-en naaischool over 1868. De voorzitter geeft te kennen, dat hij voor het onder zoek van deze de leden die zullen worden benoemd voor het onderzoek der rekening van de gasfabriek met balans van winst en verlies over 1868, zal uitnoodigen. Tot die benoeming overgaande, worden daartoe gekozen de hee ren Koole, Fokker en Goemans. Do commissie voor de exploitatie der gasfabriek stelt voor: met April den prijs van het gas met éen cent per kuhieke el te verminderen. Burgemeester en wethouders verklaren zich hiermede te vereenigen. Dienovereen komstig wordt met algemeene stemmen besloten, waar van mededeeling zal worden gedaan aan de commissie, aan den directeur der fabriek en aan het publiek.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2