MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 61.
Zaterdag
1869.
17 April.
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
middelburg 16 April.
In. de gisteren gehouden zitting der tweede kamer heeft
de commissie belast met het onderzoek der geloofsbrieven
Tan het nieuw gekozen lid m'. N. Olivier haar rapport
uitgebracht. De conclusie daarvan strekt, om dien^heer
voorloopig niet toe te laten, maar vooraf een on
derzoek te doen instellen naar de al of niet geldigheid
der uitspraak van het stembureau omtrent het getal
stemmen bij de eerste stemming door den heer H. W.
Wierda verkregen.
Over deze conclusie is in de zitting van heden beraad
slaagd. Zij werd bestreden door de heeren Fokker,
Gratama, Godefroi, Storm en van der Linden, doch
daarentegen verdedigd door de heeren W. van Goltstein,
de Bosch Kemper en Pijnappel, welke laatste echter
voorstelde het opvragen der stembiljetten uit de con
clusie te doen vervallen. Nadat dit voorstel met 3S tegen
20 stemmen verworpen was, is ook de conclusie der
commissie verworpen, en wel met 47 tegen 11 stemmen,
Waarop met 49 tegen 9 stemmen tot toelating van den
heer Olivier besloten is.
In de zitting der tweede kamer van gisteren is bericht
ingekomen van den heer H.C.F.Eerstens dat hij, wegens
zijne herbenoeming tot griffier bij het kantongerecht te
Boxmeer, ophoudt lid der kamer te zijn.
De tweede kamer heeft gisteren besloten dat het wets
ontwerp tot herziening der kiestabel Maandag in behan
deling zal worden genomen.
Wij vernemen dat in het programma voor het in de
eerste dagen van Juni hier te houden muziekfeest eene
wijziging is gebracht, waardoor het voor den 2«" feest
dag bestaat uit: Symphonie n». 4, v.Beethoven; Loreley,
Hiller; Ouverture Euryanthe, v. Weber; Die Heilige
Nacht, Niels W. Gade, en het geheele 3'- deel van de
Schepping van Haydn.
De zeventiende tentoonstelling van de Vereeniging
tot bevordering van den tuinbouw in de provincie
Zeeland werd gisteren en heden in het Concertgebouw
alhier gehouden.
De commissie ter beoordeeling der ingezonden voor
werpen bestond uit de heeren d>'. II. van Ilall, mr. C. van
Citters, te Heinkenszand, J. van Sluijs, P. P. Slegt en
F. D. Sprenger, de laatste als secretaris. Zij heeft de
volgende bekroningen toegewezen
A. Voor liefhebbers of hunne tuiniers: Voorde 12 best
gekweekte en meest bloeiende azalea Indica: de zilveren
medaille aan J. Koole, tuinbaas bij den heer mi. T. A. Lam
brechtsen, te Oostkapelle. De zilveren vergulde medaille
is niet toegekend.
B. Voor handeldrijvende kweekers en bloemisten:
Voor de 12 best gekweekte en meest bloeiende azalea
Indica: de zilveren medaille en 15 aan den heer
A. Blaas Ez., bloemist alhier, zijnde de bronzen en f 6
niet toegekend. Voor de 6 best gekweekte en meest
bloeiende rhododendrum arboreumde zilveren medaille
en f 15 aan denzelfdende bronzen en f 6 is niet toege
kend. Voor de 12 best gekweekte en meest bloeiende
rhododendrum arboreum, hybridum en ponticum: de
zilveren medaille en f15 aan denzelfden; de bronzen en
6 aan den heer C. van de Putte, bloemist alhier.
Voor de 12 best gekweekte en meest bloeiende camellia
Japonica: de zilveren medaille en f 15 aan den heer
A. Blaas Ez., bloemist alhier; de bronzen medaille en
f 6 aan denzelfden.
C. Voor alle inzenders zonder onderscheidVooréene
Bloeiende camellia Japonica, uitmuntende door grootte
en kweek: de zilveren medaille aan den heer A. Blaas Ez.,
Bloemist alhier, zijnde de zilveren vergulde niet toege
kend. Voor éene bloeiende rhododendrum arboreum,
uitmuntende door grootte en kweek: de zilveren ver
gulde medaille wordt niet toegekend, de zilveren aan
den heer A. Blaas Ez., bloemist alhier. Voor de
schoonste verzameling van 30 bloeiende kasplantende
zilveren medaille en f 15 aan denzelfdende bronzen en
6 wordt niet toegekend. Voor eene verzameling van
10 bloeiende acacia's, in de meeste verscheidenheid: de
zilveren medaille aan denzelfden, terwijl de bronzen niet
Is toegekend. Voor de 6 fraaist bloeiende en best ge
kweekte rozen, in de meeste verscheidenheid: de zilve-
r°n medaille en f 10, alsmede de bronzen en f 5, beide
san denzelfden. Voor de schoonste verzameling van 20
Bloeiende cineraria's: de zilveren medaille en f 6 aan
E. Blaas, tuinbaas bij den heer M. Fak Brouwerde bron
zen en 3 aan J. Wisse, tuinbaas bij mevrouw deweduwe
du Buisson Becius. Voor de schoonste verzameling
van 10 bloeiende primula chinensis: de zilveren medaille
en f 6 niet toegekend; de bronzen en ƒ3 aan den heer
A. Blaas Ez., bloemist alhierVoor de schoonste ver
zameling van 12 pensées (viola tricolor)de zilveren me
daille en 6 niet toegekend; de bronzen en f 3 aan
J. Koole, tuinbaas bij den heer mr. T. A. Lambrechtsen,
te Oostkapelle. Voor de 4 best gekweekte resida's op
stam de zilveren medaille niet toegekend; de bronzen
aan den heer C. van de Putte, bloemist alhier. Voor
de 12 schoonst bloeiende violieren in de grootste ver
scheidenheid zijn geene medailles toegekend, als be
antwoordende de ingezonden verzameling niet aan het
bij 't programma gevraagde. Voor de 20 schoonste
coniferen: de zilveren medaille en f 6 aan den heer
C. van de Putte, bloemist alhierde bronzen medaille en
f 3 aan denzelfden. Voor de schoonste verzameling
van 12 bloeiende heesters voor den vollen grond zijn
geen medailles toegekend. Voor de beste verzameling
van 15 groote planten, ter versiering: de zilveren me
daille en f 15 aan J. P. Langejan, tuinbaas bij mejuf-
vrouw C. G. S. Ackermans alhier; de bronzen en f 6
aan den heer C. van dc Putte, bloemist alhier. Aan de
tuinbazen of kweekers die het meest tot opluistering der
tentoonstelling hebben bijgedragen door inzendingen op
verschillende artikelen van het programma: de zilveren
medaille en f 25 aan den heer A. Blaas Ez., bloemist
alhierde bronzen en 10 is niet toegekend. Voor de
sierlijkst geschikte bloementafel of bloemenmand: de
zilveren vergulde en de zilveren medaille beide aan
denzelfden.
Voorts zijn nog de volgende beschikbare medailles
toegewezen: Eene zilveren aan de verzameling koude-
kasplanten, ingezonden door A. van Es, tuinbaas bij den
heer P. de Maret Tak alhier. Een zilveren aan de
verzameling bloeiende planten en 100 coniferen, inge
zonden door den heer C. van de Putte, bloemist alhier.
Eene bronzen aan de verzameling bloeiende planten,
ingezonden door J. Koole, tuinbaas bij den heer mr. T. A.
Lambrechtsen, te Oostkapelle. Eene zilveren vergulde
aan eene bloeiende acacia verticiliata, en eene zilveren
aan eene acacia pendula en eene verzameling bloeiende
planten, beiden ingezonden door den heer m>- N. C. Lam
brechtsen van Ritthem. Eene zilveren aan de verza
meling planten, ingezonden door E. Blaas, tuinbaas bij
den heer M. Fak Brouwer, te West Souburg. Eene
zilveren vergulde aan eene groote verzameling bloeiende
camellia Japonica, ingezonden door den heer mr. J. van
de Graft alhier. Een zilveren aan de exemplaren
phormium tenax, ingezonden door den heer J. Luteyn
alhier. Eene bronzen aan eene verzameling bes-
dragende planten, ingezonden door den heer A. Blaas Ez.,
Jjlounist alhier.Eene bronzen aan de exemplaren
tropaeolums, ingezonden door den heer S. Lampert, te
Koudekerke. Eene bronzen aan de verzameling bloei
ende cineraria's, ingezonden door W. M. de Witte, tuin
baas bij den heer mr. A. P. Snouek Hurgronje alhier.
Eindelijk is nog met algemeene stemmen toegewezen
eene zilveren vergulde medaille aan twee verzamelingen
planten, ingezonden door J. P. Langejan, tuinbaas bij
mejufvrouw C. G. S. Ackermans alhier, welke medaille
echter niet wordt uitgereikt, daar de inzender bepaald
verzocht heeft voor deze verzameling niet voor bekroning
in aanmerking te komen.
Bij beschikking van den minister van binnenlandsche
zaken, van den 12 dezer, is benoemd tot buitengewoon
opzichter bij den waterstaat de heer F. Sturm, te
Neuzen.
In dc tweede editie van ons vorig nommer hebben wij
reeds de hoofdstrekking doen kennen van het wetsont
werp tot regeling van het onderwijs bij de Koninklijke
militaire academie. Op enkele puften komen wij hier
nog terug.
Bij de regeling van dat onderwijs is de regeering
uitgegaan van het beginsel, dat het onderwijs aan de
militaire academie in het algemeen op het middelbaar
gegrond moet zijn. Daar die regeling echter uitsluitend
dient tot het opleiden van jongelieden voor eene speciale
bestemming, vereischt ook het onderwijs, dat aan die
inrichting gegeven wordt, eene speciale regeling.
In den bestaanden toestand zal zoodanige wijziging
worden gebracht, dat zooveel mogelijk eene geregelde
en geleidelijke aansluiting van hetgeen op de verschil
lende inrichtingen van middelbaar onderwijs wordt ge
leerd, plaats heeft. Het academisch onderwijs zal begin
nen daar, waar dat op de hoogere burgerscholen met
den vijfjarigen cnrsus eindigt
De leercursus wordt op twee jaren gesteld, terwijl de
2e luitenants van de artillerie en genie, na het verlaten
der academie, aan de applicatieschool, welke tevens
dienstbaar is tot de opleiding van officieren voor den
generalen staf, nog éen jaar een cursus zullen volgen,
waarbij de vakken, voor artillerie en genie vereischt,
meer in het bijzonder zullen worden behandeld, en tevens
van de gelegenheid tot practische vorming partij zal
worden getrokken.
De leeftijd der cadetten is bepaald op 17 tot 20 jaren.
Zij zullen een vergelijkend adspirant-examen moeten
afleggen.
Het toelatings-examen zal van gelijken omvang zijn
als liet eind-examen van de hoogere burgerscholen met
vijfjarigen cursus, met uitzondering echter van eenige
vakken.
Dit toelatings-examen zal voor de eerste maal in 1871
worden gehouden.
Ieder cadet, bestemd voor den dienst hier te lande, zal
jaarlijks ƒ600 en die voor den dienst in de koloniën
bestemd, f 300 moeten betalen.
De wet zal met 1 januari 1870 in werking treden.
De audiëntie, door Z. M. den koning eergisteren te
Amsterdam verleend, was druk bezocht. Op het diner
ten hove waren genoodigd de leden van gedeputeerde
staten van Noord-Holland, de luitenant generaal-adju-
dantvan Pestel, de schout-bij-nachtUhlenbeck,de kolonel
Schönstedt, de commissarissen des konings in Noord-
Brabant, Utrecht, Friesland en Overijsel, benevens vele
hoofdofficieren.
Z. K. H. de prins van Oranje heeft de verschillende
etablissementen van de firma Paul van Vlissingen en
Dudok van Heel bezocht.
Gisteren was er weder diner ten hove van 32 couverts.
Daarop waren genoodigd de commissaris des konings in
Limburg, de burgemeester van Amsterdam, de directeur
van de landswerf en de heer Jackson, kolonel der huzaren,
benevens verschillende andere autoriteiten
Heden zou Z. M. de koning de landwerf bezoeken.
De Staatscourant van 15 April bevat de wetten van
den 9™ April jl., houdende afschaffing van het zegelrecht
op de gedrukle stukken en op de advertentiën in de
nieuwspapierendie betrekkelijk de invoering van een
plakzegel voor handelspapier, en die tot verhooging van
den accijns op het gedistilleerd.
Bij ministerieele beschikking van den 8 Februari 1869,
is aan L. P. van Dongen en F. A. Ernst te Breda, tot
wederopzegging vergunning verleend voor een stoom-
sleepdienst op de daarin omschreven wateren en kanalen
in de provinciën Noord-Braband, Gelderland, Zuid-Hol
land, Noord-Holland, Zeeland, Utrecht, Overijsel en
Limburg,
Benoemingen cn besluiten.
ninDERORDES. Benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandschen leeuw de heeren G. F. Westerman,
directeur van het Koninklijk zoölogisch genootschap
Natura artis magistra, F. Davids, med. doctor, en jhr. D.
Bicker, kolonel-kommandant der dienstdoende schutterij,
allen te Amsterdam, en mr. C. J. van Vladeracken, grif
fier der staten van Noord-Holland, te Haarlem.
marine. Bevorderd tot luitenant ter zee 1« kl. de luite
nant ter zee 2« kl. L. G. C. van Wachendorft'van Rijn,
en tot luitenant ter zee 2« kl. de adelborsten 1« kl. W. J.
Struick en R. C. van der Meulen.
Onderwijs.
De gemeenteraad van Delft heeft tot prorector aan
het gymnasium aldaar benoemd d'. A. Romeyn, van
Enkhuizen.
Marine en leger.
Zr. M». schroefstoomschip de Watergeus, onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee W. B. FEscher,
heeft den 27™ Februari jl. van de Tafelbaai de reis naar
Nederland voortgezet.
Hechtzahen.
Eergisteren is voor het provinciaal gerechtshof in
Zuid-Holland een aanvang gemaakt met de behandeling
van de eerste der procedures naar aanleiding van de te
Rotterdam gepleegde ongeregeldheden. Als beschuldig
den stonden terecht P. J. Bosman, J. Vranken, G. Boe
laars, W. S. Woltcrs, P. van Krimpen, G. de Weerd,
W. S. Lohman, J. H. van Klaveren, C. Kemp, P. Sint
Nicolaas, J. Buys en Ferwerda, allen wegens feitelijken
en geweiddadigen wederstand jegens bedienende beamb
ten, handelende ter uitvoering der wetten en der bevelen