tfuitnUcmö. Hij kwam vervolgens tot het ontwerp zelve en meende dat de uitvoering der spoorwegwerken niet met zulke groote lasten voor den staat moest geschieden. Ook de nadere overeenkomst kon hem van zijne bezwaren niet afbrengen, want zij bindt alleen deze, niet volgende fegeeringen. De heer Dnymaer van Twist verdedigde in eene uit voerige rede het ontwerp en meende dat men thans op den in 1863 ingeslagen weg moest voortgaan, wilde men het doel bereikenaanleg van spoorwegen in Indië. Door aanneming van deze wet zou men op de zekerste en spoedigste wijze de zaak doen tot stand komen. Hij schetste ook de gevolgen, die uit eené verwerping zouden voortvloeien, en bestreed de bezwaren tegen liet ontwerp -aangevoerd. Voorts verdedigde hij de samenvoeging der ■concessie BataviaBuitenzorg met den weg Samarang Vorstenlanden en trad vervolgens in bijzonderheden omtrent het stelsel van aanleg van spoorwegen in Indië. Zijne slotsom was dat de staat niet te zeer door deze wet werd bezwaard, terwijl het gegrond vooruitzicht bestaat dat thans de spoorwegen op Java zullen kunnen tot stand komen. Nadat de heer Hartsen ook de nieuwe overeenkomst als weinig afdoende had voorgesteld, verklaarde de heer Schimmelpenninck van der Oije dat, hoewel hij den tegenwoordigen minister van koloniën wilde behouden, hij toch te veel bezwaren had tegen de wet, om daaraan zijn goedkeurende stem te kunnen geven. De heer van der Lek de Clercq, die aanvankelijk niet gunstig voor het ontwerp was gestemd, was door de nadere overeenkomst meer gerustgesteld. Hij geloofde niet dat deze overeenkomst de goedkeuring der staten- generaal behoefde en verklaarde thans voor de wet te zullen stemmen, in het vertrouwen, dat de regeering alles zal aanwenden om de zaak te doen tot stand komen. De heer Hein ontwikkelde hetzelfde gevoelen en be streed de argumenten door den heer Messchert van Vol lenhoven tegen de nadere overeenkomst aangevoerd, Waarna de minister van koloniën in de eerste plaats de redenen opgaf, waarom de concessie BataviaBuitenzorg Het de concessie Samarang moest worden vereenigd en daarbij de nadere overeenkomst met de maatschappij gesloten verdedigde; terwijl hij vervolgens deed uit komen dat er voldoende waarborgen zijn om de uitvoe ring van het werk te verzekeren. Hij meende dan ook te •hoeten blijven volharden bij zijne meeuing, dat'er geen heter middel is om tot den aanleg van spoorwegen in Indië te komen, dan de aanneming van het ontwerp. De minister van financiën verdedigde vervolgens de regeering tegen de verwijten door den heer Messchert Van Vollenhoven tegen haar ingebracht en trachtte Voorts de financieele bezwaren te wederleggen, door Onderscheidene sprekers tegen de overeenkomst aange voerd. Hij wees er daarbij op, dat de meest mogelijke waarborgen voor den staat waren verkregen en tevens, dat er genoegzame middelen waren om tegen kwade Praktijken te waken. Ten slotte trachtte de minister de bevoegdheid der regeering aan te toonen om de latere overeenkomst zonder goedkeuring der wetgevende •Dacht te sluiten. Na re- en dupliek van den heer Messchert van Vollen hoven en den minister van financiën, worden de beraad- Magingen gesloten en het ontwerp aangenomen met 22 fegen 11 stemmen. Voor stemden de heeren J. van Vollenhoven, Nobel, Hlankenheym, Geertsema, Viruly, van ithemen, van der Lek de Clercq, CostJordens, Dnymaer van Twist, van Meeuwen, Smit, vanSwinderen, Fransen vandePutte,van Lylandt, Verschuer, Hengst, Beerenbroek, Stork, Hein, Verschoor, Sassen en de voorzitter. Tegen de heeren Hartsen, Cremers, Schimmelpennink van der Oije, Huydecoper van Maarsseveen, van Nispen Van Pannerden, Taets van Amerongeu, de Vos van Nteenwijk, Kahusen, Messchert van Vollenhoven, van Sasse van IJsselt en van Aylva van Pallandt. De vergadering is hierop tot nadere bijeenroeping gescheiden. Gemeenteraad van Goes. Zitting van Woensdag 7 April. Ingekomen stukkenmede- deelingen; ontwerp-verordening benoemingen; erfpacht; adres tweede kamer voorstel wijziging armenwet; rekening leenbankmissive gedeputeerde statenidem bestuur gast huis; verzoeken der leden de Laat de Kanter en Verhagen. Afwezig de heer Pilaar, wegens ongesteldheid, met kennisgeving. Na resumtie der notulen van de vorige vergadering deelt de voorzitter als ingekomen stukken mede o. Het verslag der gecommitteerden tot opneming der Motrekening van het middel van straat- en zandwegen ln Zuid-Beveland, dat voor kennisgeving wordt aangeno men, onder dankbetuiging aan de gecommitteerden. b. Bericht van den uitslag van bet overgangs examen der leerlingen van de burger-avondschool; waarvan be kendmaking is gedaan. e- Het rapport der gezondheidscommissie omtrent het °nderzoek van tarwebloemmede bekend gemaakt. d. Rapport der vaste commissie voor het financiewezen betrekkelijk de tenaamstelling der goederen, toebehoo rde aan het burgerlijk armbestuur, hetwelk zal worden rondgezonden. Van de vaste commisssie voor de strafverordeningen Wee ontwerpen, als: lu. op de openbare vermakelijk- 'oden en 2». tot handhaving der orde op de buitenpleinen r en .de toegangen naar het spoorwegstation, welke uede worden rondgezonden. tp Verzoek van dL N. J. F. Verschoor, om herbenoemd .borden tot gemeente-geneesheer, hetwelk wordt aan- g. Eenige staatsbladen. Do voorzitter bericht dat de vergrooting der school 2» klasse aangenomen is door W. J. van de Weert, voor f 2453; alsmede dat in de geldleening ad f 10,000 deel genomen is tot een bedrag van f 5.250, en de termijn tot deelneming tot den 30«» April a. is verlengd. De ontwerp-verordening op het doen van benoemingen wordt zonder eenige discussie met algemeene stemmen aangenomen. Het verzoek van J. van Aerde, om grond der gemeente op erfpacht nabij de 's Heer-Hendrikskinderen-barrière, ten einde daarop een huis te bouwen, wordt op voorstel van burgemeester en wethouders ingewilligd. Het verzoek van Jacobus de Blok, om als niet ingeko men te beschouwen zijn adres van 9 April 1867, waarbij hij gronden nabij het tegenwoordig station in erfpacht heeft aangevraagd, en waarop bij raadsbesluit van 24 Juli 1868 gunstig was beschikt, wordt zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming ingewilligd. De voorzitter doet voorlezing van een nieuw ontwerp- adres aan de tweede kamerderstaten-generaal, houdende verzoek om het voorstel van den heer van Kuyk tot wijziging der armenwet niet aan te nemen, en brengt dat adres in behandeling. De heer Verhagen zegt met leedwezen te moeten ver klaren dat hij zich niet met het ontwerp kan vereenigen; hij heeft zich afgevraagd wat zijn plicht was als lid van dezen raad en daartegenover gesteld het algemeen belang, en hij is tot de overtuiging gekqmen dat het voorstel van den heer van Kuyk strekt in het algemeen belang. Immers zullen 1200 plattelandsgemeenten door aanneming van het voorstel worden gebaat tegenover enkele grootero gemeenten die van ziekeninrichtingen zijn voorzien. Als lid der tweede kamer zou hij volmon dig zijne stem aan de voorgestelde wijziging geven, als lid'van den raad gelooft hij zich niette mogen plaat sen tegenover de volksvertegenwoordiging; het belang van deze gemeente mag niet gaan bovéii dat van zoovele andere en daarom zal hij tegen het ontwerp-adres stemmen. De heer Fransen van de Putte verklaart zich met het aangevoerde door den vorigen spreker niet te kunnen vereenigen; hij wijst erop hoevelen, wanneer zij minder geschikt voor het veldwerk worden, zich naar de grootere gemeenten verplaatsen, en al neemt men nu aan dat de groote meerderheid der gemeenten door de voorgestelde wijziging der armenwet zal worden gebaat, mag dit voor de leden van den raad eener gemeente die er schade door zou lijden geen reden zijn om zich vóór de wijzi ging te verklaren. De voorzitter zegt dat de strekking van dit adres geene andere is dan om aan te toonen dat de wijziging der armenwet niet zal zijn in 'talgemeen belang, voornamelijk niet van de grootere gemeenten of van die, waar, zooals te Goes, inrichtingen worden gevonden tot verpleging der zieken. De heer Verhagen herhaalt als zijne zienswijze, dat de voorgestelde wijziging zal zijn in het algemeen belangen zoo bij lid van de tweede kamer ware, hij zijne stem aan dat voorstel zou gevenals lid van den raad kan hij er niet tegen wezen; evenmin als hij in zijn particulier leven de belangen van het algemeen kan verwaarloozen, evenmin kan hij als lid van dezen raad de belangen van 1200 plattelandsgemeenten over het hoofd zien. Het ontwerp-adres wordt daarna in hoofdelijke stem ming gebracht en aangenomen met 9 stemmen tegen 1, die van den heer Verhagen. De rekening der leenbank over 1868, waaromtrent de financieele commissie tot goedkeuring adviseert, wordt op verzoek van den heer Verhagen bij de leden van den raad rondgezonden. Eene inlichting, door den heer van den Bosch gevraagd, zal ook in de volgende vergadering door den voorzitter worden verstrekt. Wordt gelezen een brief yan gedeputeerde staten van Zeeland, omtrent het raadsbesluit tot verkoop van in schrijving op het grootboek der 2', pet. Nationale Werke lijke Schuld, waarin tevens wordt verzocht dienover eenkomstig een raadsbesluit in te zenden tot wijziging der gemeente-begrooting voor 1869. De voorzitter leest een ontwerp-besluit, dat zonder hoofdelijke stemming aangenomen wordt. Het verzoek van het bestuur van het gasthuis om op den dienst van 1868 meer uitgaven te mogen doen dan in de begrooting zijn uitgetrokken, wordt zonder eenige discussie en zonder hoofdelijke stemming inge willigd. Op de vraag des voorzitters of een der leden nog iets heeft voor te stellen, zegt de heer de Laat de Kantcr dat hij bij de behandeling der gemeentebegrooting voor 1869 den wensch heeft te kennen gegeven dat de biljetten voor den hoofdelijken omslag vroeger mochten worden uitgereikt dan in 1868, en met het oog op hetgeen er nog te doen valt vóór die biljetten kunuen uitgereikt worden, herhaalt hij dat verzoek en hoopt dat zeer spoe dig eene vergadering zal gehouden worden om het kohier vast te stellen. De voorzitter antwoordt dat het kohier geheel ont worpen en door hem reeds den 23 Februari jl. verzonden is aan de wethouders eu kort daarop aan de commissie benoemd om burgemeester en wethouders in bet ontwer pen van het kohier behulpzaam te zijn, van welke commissie hij heden bericht ontvangen heeft dat zij hare werkzaamheden heeft volbracht, zoodat weldra eene vergadering van die commissie met burgemeester en wethouders zal plaats hebben. Df heer Verhagen verheugt er zich in dat door een raadslid bemerkingen gemaakt worden omtrent deze zaak. Hij erkent dat bij de commissie eenige vertraging geweest is, daar er een staat ontbrak en een der leden ongesteld is geweest. Hij vraagt of er geene middelen te beramen zijn dat, terwijl nn zes leden reeds met het ontwerpen van het kohier gemoeid zijn, ook de vijf overige raadsleden daaraan gelijke zorg kunnen beste den hij kan als lid der commissie verklaren dat door het dagelijksch bestuur meer dan gewone zorg is besteed aan het ontwerp-kohier en bij hem bestaat de overtui ging dat eveneens de leden der commissie met de meeste nauwgezetheid de zaak hebben onderzocht, doch hij betreurt het dat de minderheid in deze verstoken is om inlichtingen aan het dagelijksch bestuur te verschaffen, en behoudt zich voor daarop later terug te komen. De heer de Laat de Kanter betuigt zijn dank voor de gegeven inlichtingenwaarna de vergadering wordt gesloten. Algemeen overzicht. Wij ontvangen heden avond een telegram uit Brussel, meldende dat te Seraing ernstige ongeregeldheden onder de werklieden zijn uitgebarsten. Er is infanterie en gendarmerie heengezonden, en reeds heeft eene botsing plaats gehad tusschen de gewapende macht en de oproerlingen, waarbij de burgemeester eu verschei dene officieren werden gekwetst. Eergisteren is in het Fransch wetgevend lichaam een amendement van de tiers-parti behandeld, strekkende om de afschaffing van het zegel op de dagbladen en perio dieke geschriften te vragen. Namens de regeering werd geantwoord dat dergelijk voorstel in allen gevalle ontij dig was en de prise en connidération van het amendement werd dan ook verworpen. Overigens is voorts nog met 90 tegen 90 stemmen een amendement verworpen om op de begrooting een post van tweehonderd vijftig duizend franken uit te trekken, teneinde het minimum van het pensioen voor onderwijzers te kunnen brengen tot op vijf hon derd franken. Het amendement werd door de regee ring bestreden op grond van de noodzakelijkheid oin het evenwicht der begrooting te bewaren. Intusseheu worden millioenen franken als buitengcwoonkrediet toe gestaan aan de cavalerie wegens de duurte der fourrages. De spanning onder de werklieden te Genève, welke echter voor het oogenblik weder geweken is, schijnt van ernstiger aard te zijn geweest dan men aanvankelijk meende. De werkstakingen waren liet gevolg van de woelingen der leden van de Internationale arbeidersver- eeniging te Londen. Deze laatste heeft echter, hoeveel invloed zij ook te Genève uitoefent, ten slotte het onder spit gedolven. Meer dan vier duizend burgers boden aan de regeering hu mie ondersteuning aan tot handha ving der orde, daar de Internationale arbeidersvereni ging zich niet meer.bepaalde om op verschillende meetings de werklieden aan te zetten tot arbeidstaking, maar zelfs met geweld aan diegenen, welke zich daartoe niet wilden laten overhalen, het werken trachtte te beletten. In antwoord op deze aanbieding tot ondersteuning in het handhaven der orde werd voorts door de regeering van het stadhuis eene proclamatie voorgelezen. Daarin werd dank betuigd voor de aangeboden onderstelling en ver klaard dat de vrijheid van den arbeid zou worden ge handhaafd." „De individueele vrijheid zoo werd in dit stuk gezegd geeft aan den werkman het recht om zijn arbeid te weigeren of om daartoe voorwaarden te stellen en loon te vragen; zij geeft hem ook het recht om te arbei den voor zooverre hij dit verkiest en om persoonlijk zulk een loon aan te nemen, als hij goedvindt, zonder daarbij van iemand afhankelijk te wezen." „Ik geloof thans, zoo luidt eene mededeeling uit Genève, dat de crisis geëindigd is. De werkstaking der metselaars zal mis schien nog eenige dagen voortduren; dit zal eene quaestie wezen tusschen deze en hunne patroons, welke laatste, de onpartijdigheid noopt mij om dit te erkennen, meer dan een fout hebben begaan. De algemeene rust wordt thans echter niet meer bedreigd en wederom ont gaat Genève eene uitbarsting - welke verschrikkelijk had kunnen worden zonder de militie onder de wa penen te hebben moeten roepen of de hulp van de bonds regeering te hebben moeten vragen. De energie en krachtige houding der burgers zijn voldoende geweest om de dreigende gevaren af te wenden. Het is hier de vrijheid die de orde heeft bewaard." Te Madrid is het gerucht in omloop dat de thans on herroepelijke weigering van dom Fernando van Portugal om eventueel de kroon van Spanje te aanvaarden het plan tot samenstelling van een tijdelijk bestuur van vijf leden in de Spaansche regeeringskringen weder meer op den voorgrond heeft doen treden. De candidatuur toen van den hertog van Montpensier zoowel als van den her tog Aoste schijnt, altijd volgens geruchten, met te veel hinderpalen te kampen te hebben om aan de beraadsla gingen der Cortes te worden onderworpen. In het Engelsch lagerhuis is door den heer Lowo het gewoon verslag uitgebracht omtrent den financieelen toestand des lands. Daaruit bleek de officieele bevesti ging van het onzen lezers reeds bekende tekort.op .het dienstjaar 1868 tengevolge der expeditie naar Abyssinië. Dit deficit bedraagt 380,000 pond. Voor het dienstjaar 1869 voorziet de regeering echter, tengevolge van ver schillende ingevoerde bezuinigingen en eene vermeer dering van inkomsten, een batig slot van 4 632,060 pond Naar aanleiding hiervan stelt de regeering voor om de met het OQ$t qp de Abyssinische expeditie vi^cger ver hoogde infofile-fax" weder inet een" pefiny opRK&pon'd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 3