volgende onderwerpen besproken: I. De handhaving
van het godsdienstig element op de openbare school,
ingeleid door den heer J. Hooikaas. II. Is het zedelijk-
godsdienstige in don mensch het eenige waardoor hij
:zich van de dieren onderscheidt, zooals dr. Quatrefages.
(Rapport sur 1'Anthropologie) beweert? Ingeleid door
den heer C. P. Tiele. III. Waaraan is het toe te schrijven
dat het religieuse karakter der moderne richting door
zoovelen miskend wordt? Ingeleiddoor den heer J. Hooy-
kaas Herderschee. IV. Hoe hebben de modernen te
oordeelen over pogingen om de niet exclusieven te
vereenigen tot handhaving der vrijheid in de kerk?
Ingeleid door den heer T. Modderman Az.
Het kiescollege der Nederduitsche hervormde ge
meente te Ilarlingen heeft, tot beroeping van een
predikant, een twaalftal gevormd, waarop voorkomt de
heer F. J. P. Moquette, predikant te Sluis.
Onderwijs.
De uitslag van het jongste voorjaars-examen voor het
lager onderwijs, te Utrecht gehouden, is als volgt: Hoofd
onderwijzers toegelaten 5, afgewezen 9; hulponderwijzers
toegelaten 14, afgewezen 10; hoofdonderwijzeressen toe
gelaten 1, afgewezen 0; hulponderwijzeressen toegelaten
15, afgewezen 2; onderwijzers in de wiskunde toegelaten
4, afgewezen 4; onderwijzers in het teekenen toegelaten
1, afgewezen 0; in de Fransche taalonderwijzers toege
laten 2, afgewez n 4; onderwijzeressen toegelaten 4, af
gewezen 4; in de Hoogduitsche taal: onderwijzers toege
laten 0, afgewezen 3; onderwijzeressen toegelaten 2,
afgewezen 1; in de Engelsche taal: onderwijzers toege
laten 0, afgewezen 1onderwijzeressen toegelaten 6, af
gewezen 0.
Door de commissie te Haarlem zijn van 31 Maart
tot 6 April geëxamineerd 56 candidaten voor den rang
van hoofdonderwijzer, waarvan 17 slaagden.
De voorjaars-examens voor het lager onderwijs
zijn te Maastricht, voor zooverre de vrouwelijke candi
daten betreft aldus afgeloopen Geëxamineerd werden
hoofdonderwijzeressen 2, beide toegelaten hnlponder-
wijzeressen 13, alle toegelatenhuisonderwijzeres 1,
afgewezenEngelsche taal 6, waarvan 5 toeglaten
Hoogduitsche taal 6, alle toegelaten; Fransche taal 8,
waarvan 7 toegelatenhandwerken 2, beiden toegelaten-
marine en leger.
Bij koninklijk besluit van 15 Maart 11. is eene wijziging
gebracht in de kleeding bij het wapen der maréehaussée
De thans bij dat wapen in gebruik zijnde lakensche
kleedingstukken, epauletten, nestels en casques worden
vervangen voor onderofficieren en militairen van minde
ren rang dooreen korten jas van donkerblauw laken
met twee rijen; laken pantalon van lichtblauw laken
naar het tegenwoordig modelrijbroek mede van licht
blauw laken naar het tegenwoordig model; mouwvesten
stal buis van donkerblauw ordinair laken, met eene rij
van zeven knoopen; kwartiermuts van donkerblauw
lakenoverjas van donkerblauw laken met omgeslagen
kraag van dezelfde stof; kolbak van zeekalverenvel
mantelzak van donkerblauw laken, naar het tegenwoor-
dig model, en halsdas van zwart grein met riempje en
gesp gesloten.
Voor de officieren: korte jas, in vorm gelijk aan dien
van den troepnestels en schouderpassanten als voor de
onderofficieren en minderen, doch van massief zilverkoord
en voorzien van zilveren pinnen; pantalon als voor be-
redenen, doch zonder lederen bezetsel; overjas van
donkerblauw laken of greinen stof, met omgeslagen kraag
van dezelfde stof; kolbak van gelijk model als die van
den troep, doch van fijner qualiteit.
Koloniën.
Gisteren zijn hierperFranschemail tijdingen uitNeder-
landscli-Indië aangebracht, welke loopen tot 28 Februari
doch geen bijzonder nieuws bevatten.
De Soerabayasche courant meldt, onder dagteekening
van 17 Februari; „Naar wij uit geloofwaardige bronnen
vernemen zou er onder de Chineesche handelaren alhier
niet weinig spanning bestaan en wel dermate dat zij
tot het besluit zouden gekomen zijn om in denChineeschen
tempel zich bij eede te verbinden tot gezamenlijk failliet-
verklaren, indien de Europeesche handelshuizen blijven
volharden bij het tegenwoordig aangenomen stelsel van
precautie en het minder verleenen van uitstel tot betaling.
Door de invloedrijke bemoeiingen van het hoofd van het
gewestelijk bestuur, die bij monde van den kapitein der
Chineezen den zonen van het Hemelsche rijk liet herin
neren aan de onschendbaarheid van zulk een eed, waar
van de stipte nakoming nog wel eens oogenblikken van
spijt zou kunnen opleveren, zouden zij voorloopig hun
plan hebben laten varen."
Naar aanleiding van bovenstaand bericht schrijft een
handelaar aan het Soerahayasch Handelsblad„Nu de
Soerabaya courant publiciteit geeft aan het feit, dat
enkele Chineezen het plan gevormd hadden, om bij
gelegenheid van het Chineesch nieuwjaar in den tempel
te zweren, dat zij zich gezamenlijk, ingeval een hunner
door een handelshuis lastig gevallen werd om betaling
van schuld, failliet te verklaren, gebiedt de eerlijkheid
te vermelden, dat dit plan niet doorgegaan is, omdat het
stuitte op de tegenwerking en verontwaardiging van
Chineesche handelaren zeiven. Hunne vertoogen hebben
den invloed gehad, dat de ontwerpers van het plan van
hun voornemen hebben afgezien. Trouwens zal het nu
wel een maand geleden zijn dat deze zaak gebeurde."
De directie der Nederlandsch lndische maatschap
pij van nijverheid en landbouw deelt mede, dat zij in
hare jongste vergadering heeft besloten, naar aanleiding
van den eerlang te vieren 25CM verjaardag van de vesti
ging van het Nederlandseh gezag in die gewesten, uit
te schrijven de navolgende prijsvraag: „Wordt verlangd
een beredeneerd historisch overzicht van hetgeen het
Nederlandsche gezag sedert de stichting van Batavia
heeft gedaan, met betrekking tot nijverheid en landbouw
in Nederlandsch lndië." Prijs de gouden medaille der
maatschappij en duizend gulden. Antwoorden in te zen
den franco vóór of op den 31™ December 1870 aan den
secretaris der maatschappij en vergezeld van een ver
zegeld naambriefje.
De veiling te Batavia op 25 Februari van het
Nederlandseh barkschip J. C. Schotel heeft f 16,500
opgebracht. Sech Naum werd kooper voor Bob Said te
Soerabaya.
Ciemcngrie berichten.
Te Amsterdam is bij verordening bepaald dat de
vélocipèdes, rijdende tusschen zonsondergang en zons
opgang, van verlichte lantarens moeten voorzien zijn op
meer dan een el boven den grond.
Kapitein Koldewey heeft te Keulen in het open
baar mededeeling gedaan van de plannen tot de nieuwe
Duitsche expeditie naar de Noordpool. In hoofdzaak
komt dit hierop neder, dat eene schroefstoomboot en
een transportschip tot dien tocht zullen worden uitge
rust, om nog in den loop van den aanstaanden zomer in
zee te gaan. Men zal alsdan beproeven langs de oostkust
van Groenland om te varen, om vandaar de reis verder
noordwaarts voort te zotten en in de eerste plaats te
onderzoeken, hoever Groenland zich in die richting
uitstrekt en of het aldaar een aaneengesloten bodem
vormt, dan wel of er slechts een groep eilanden ligt.
De expeuitie zal aldaar of op Spitsbergen overwinteren,
en ten dien einde voor l j a 2 jaren van proviand en
steenkolen voorzien worden. De onderneming vindt veel
sympathie ook in de Zuid-Duitsche staten; ten minste
er wordt aldaar voor ruime bijdragen ingeschreven. Men
heeft tevens reden om te verwachten dat velen, die voor
geene geldelijke bijdrage inteekenen, zich zullen ver
binden tot de kostelooze levering van benoodigdheden.
De keizer van Oostenrijk heeft kapitein Koldewey be
noemd tot ridder der orde van Frans Jozef, en den geo
graaf dr. Petcrmann, die zich ook ten opzichte van de
Noordpool-expeditiën zoo verdienstelijk heeft gemaakt,
tot ridder van de orde der IJzeren kroon 3<- klasse. Te
vens heeft de keizer- ten dienste der onderneming voor
1000 fl. ingeschreven en den luitenant Baijer verlof ge
geven om aan de expeditie deel te nemen, waartoe hem
van wege het Oostenrijkse!; departement van oorlog alle
noodige instrumenten ter observatie enz. zullen worden
verstrekt.
De Echo de la Lys verhaalt de volgende bijzonder
heden van een drama, waarvan de Braziliaansche circus
te Bailleul het toonccl is geweest. De leeuwentemmer
was door ongestejdheid verhinderd als naar gewoonte
het leeuwenhok binnen te treden en den wilde dieren
het rantsoen vleesch toe te dienen. Daar evenwel de
scène in de hokken tot iederen prijs moest plaats hebben,
neemt de heer Brennett, de directeur van den circus, een
Een groote brand is te Singapore in den nacht van
16 Februari uitgebroken. Het onheil ontstond in de
gebouwen van de heeren Locke, Hong Ghee C0., die
geheel vernield werden. De werkplaatsen van de Straits
Times waren boven die pakhuizen gevestigd. Al de
drukletters, drukpersen, drukpapier en al het meubilair
van die inrichting zijn totaal verbrand. Het dak van het
aangrenzende gebouw door de Oriental Bank gebruikt
geraakte eindelijk mede in brand, en niettegenstaande
alle pogingen om het vuur meester te worden, brandde
het geheele gebouw tot den grond af. Alle papieren
en boeken van de bank werden gered. Het edel metaal
in de kas werd niet weggenomen, omdat daaraan weinig
nadeel kon toegebracht worden. Het Straits Times ate
lier was geassureerd voor 10,000, het magazijn van de
heeren Locke, Hong Ghee Co. voor 74,000, de gebouwen
der bank voor 30,000 cn haar meubilair voor 3500dollars.
Het totale verlies wordt begroot op 150,000 tot 200,000
dollars.
Verkooplngen en aanbestedingen.
Heden avond is alhier te koop aangeboden een woon
huis met tuin en erf op do Nieuwehaven bij de Hoog
straat alhier, wijk I n°. 114. Verkocht voor f 3,605.
Staten-gencraal.
EERSTE KAMER.
Zitting van Donderdag 8 April. Aanneming wetsontwerp
begrafenissenaanvang discussie Indische spoorwegwet.
Na aanneming, zonder discussie, met algemeene stem
men, van het wetsontwerp op het begraven van lijken,
de begraafplaatsen en begrafenisrechten, kwam in behan
deling liet wetsontwerp tot bekrachtiging der gewijzigde
concessie voor den spoorweg Samarang— Vorstenlanden,
dat in don eersten spreker, den heer Fransen van de
Putte, een verdediger vond. Hij meende dat de bezwaren,
tegen deze overeenkomst aangevoerd, zeer overdreven
waren en herinnerde aan de aanleiding tot dit ontwerp,
waarna hij de oorzaken naging van de financieele moeie-
lijkheden der maatschappij, om te komen tot de conclusie,
dat dit ontwerp moest worden aangenomen: 1". omdat
het staatsbelang medebracht nieuwe hulp te verleenen
aan deze maatschappij, die den spoorweg Samarang—
Vorstenlanden en Batavia—Buitenzorg tot stand zal
brengen2". omdat de maatschappij eenmaal in het bezit
is van het noodige materieel; en 3°. omdat zij de goed
koopste wijze van aanleg en exploitatie kent. Verwerping
achtte hij om verschillende redenen gevaarlijk; vooral
duchtte hij uitstel, hetgeen zeer nadeelig op aller belan
gen zou werken.
De heer Hartsen wilde gaarne alles doen om den bloei
van Indië te bevorderen; daarom wilde hij ook den aan
leg van spoorwegen, maar daarom ook stond bij hem de
vraag op den voorgrond: welk is het zekerste en krach
tigste middel om den spoorwegaanleg op Java te bevor
deren? Hij liet alle politieke consideratiën ter zijde en
gat breedvoerig de gronden op waarom hij meende 1». dat
deze overeenkomst financieel nadeelig was voor den
staat; 2». dat zij verwerpelijk is, omdat er geen behoor
lijke waarborg is voor de uitvoering der werken, en
ook omdat de geheele toekomst van de Indische spoor
wegen daardoor in de waagschaal werd gesteld. Hij ver
langde daarom verwerping der overeenkomst, niet om
de maatschappij te doen vallen, maar om de lijn Batavia
van deze zaak los te maken en alsdan de maatschappij
te helpen voor de voltooiing van de lijn Samarang—
Vorstenlanden. Afstemming achtte hij het eenige middel
om den staat voor schade te behoeden en Java spoor
wegen te bezorgen.
De heer Rahusen verlangde meer licht te bekomen,
omdat hij gaarne de wet zou willen aannemen. Voor het
oogenblik had hij daartegen echter nog groot bezwaar,
vooral hierin bestaande, dat de aanleg van de lijn
BataviaBuitenzorg niet is verzekerd. Z. i. zou de staat
door de overeenkomst ook financieel zeer worden be
zwaard. Hij verlangde dus wegruiming zijner bezwaren,
zullende hij anders tegen de wet stemmen.
Door den minister van koloniën werd hierop voor
lezing gedaan van de nadere overeenkomst, met de spoor
wegmaatschappij gesloten. Uit die overeenkomst blijkt
dat 4 millioen bepaald moeten worden bestemd voor
de lijn Batavia—Buitenzorg dat die 4 millioen voor dat
doel als een speciaal fonds zullen worden beheerddat
de maatschappij van de door haar te verkrijgen gelden
geen gebruik zal mogen maken dan na machtiging van
den minister van koloniën en dat zij 3 ton van het kapi
taal zal mogen bezigen ter bekostiging van den aanvang
der werkzaamheden voor de lijn Batavia—Buitenzorg.
Op voorstel van den heer van Nispen van Pannerden
wordt besloten deze overeenkomst te doen drukken en
inmiddels de discussiën tot morgen te verdagen.
Zitting van Vrijdag 9 April. Voortzetting discussie en aan
neming Indische spoorwegwet; reces.
Bij de hervatting der beraadslagingen over het wets
ontwerp tot goedkeuring der overeenkomst met de Indi
sche spoorwegmaatschappij gesloten, verklaarde de heer
van Swinderen door de overgelegde nadere overeenkomst
voldoende te zijn ingelicht, waarna de heer Messchert
van Vollenhoven breedvoerig zijne bezwaren tegen het
wetsontwerp ontwikkelde. Hij oordeelde dat daarbij de
beginselen van voorzichtigheid en staats- en burgerlijk
recht op schromelijke wijze met voeten waren getreden,
en meende dat zoodanige overeenkomst met geen enkele
maatschappij mocht worden gesloten. Alle waarborgen
voor de uitvoering der werken en de zorg voor de finan
cieele belangen van den staat ontbreken, terwijl niets
zekerheid verschaft, dat de maatschappij door kwaad
willige speculanten niet wordt omvergeworpen en de
11 millioen van den staat verloren gaan. Hij wees hierbij
op het licht over deze zaak door de drukpers verspreid
en bestreed voorts ook de nadere overeenkomst, die hij
strijdig achtte met de wet, terwijl zij, zoo zij al wettig is,
geen effect kan sorteeren ten aanzien van derden. Hij
wilde ook spoorwegen op Java, maar niet langs deze
wijze, en eindigde zijne rede hierpiede dat hij het vader
land wil bewaren voor den smet, dat eenmaal in de ge
schiedenis eene bladzijde zal voorkomen, waarop geschre
ven zou staanIn 1869 heeft de Nederlandsche regeering,
daarin gesteund door de beide kamers der staten-gene-
raal, op onverantwoordelijke wijze 11 millioen uit 's rijks
schatkist prijs gegeven en Indië heeft nog geen spoor
wegen.
De heer Cremers bestreed mede het ontwerp en kwam
in den aanvang zijner rede op tegen den zedelijken dwang,
dien de minister van koloniën in de tweede kamer heeft
willen uitoefenen, door van deze zaak eene portefeuillc-
quaestie te maken. Hij wil dat de minister aanblijve,
omdat hij in twee hoofdpunten met hem instemt. Hij
keurt nl. goed het bepalen eener vaste bijdrage van Indië
en noemt do voorgedragen agrarische wet ook eene goede
ivenschelijke voordracht. Maar juist daarom wilde hij van
dit ontwerp geene portefcuille-quaestic hebben gemaakt.